Spring naar bijdragen

Hans Knot: Mislukte radioprojecten 2


de redactie

1053 weergaven

In deze aflevering van de wekelijkse column over historische radio neem ik je mee naar het vervolg van het verhaal van vorige week over mislukte radioprojecten: Met de Voice of Peoples Liberation Army. komen we langzaamaan in de jaren zeventig terecht. In 1970 werden de eerder omschreven projecten van de VOA waarbij vooral propaganda via zendschepen werd verzorgd, overgenomen door de Sovjet Unie in haar strijd tegen de Chinese regering. In dat jaar werd er in diverse kranten melding gemaakt van de uitrusting van liefst vier schepen voor dit doel dat zou geschieden in de haven van het Poolse Gdansk.


In die tijd was de haven van Gdansk voor westerse journalisten verboden gebied en kon op geen enkele wijze de waarheid worden achterhaald. Wel werd er in de berichtgeving gesteld dat de uitrusting zou geschieden met zeer krachtige kortegolfzenders. In 1971 werd er in diverse DX-programma's en in DX-magazines andermaal melding gemaakt van de zendschepen, die als basis zouden dienen van propagandazenders die actief waren onder de naam ‘The Voice of the Peoples Liberation Army’. Ontvangstberichten werden er gemeld via de 15.050 kHz, waarbij in de Engelse taal de Chinezen werden ‘onderwezen’ door de Sovjet-autoriteiten. Veel later, in 1979 en 1980, zou een ander anti-Chinees station, ‘De Oktober Storm’ hebben uitgezonden vanuit de Chinese Zee.


Radio Flash, genoemd naar een Chinese krant voor intellectuelen, was het station van de Radiodiffussion Central and Popular of Peking. Dit station is gedurende 1983 een aantal maanden dagelijks op verschillende tijdstippen actief geweest via de 7.225 kHz Het vermoeden bestaat dat men, vanaf hetzelfde schip, ook onder andere namen en via andere frequenties met anti-Chinese propaganda-uitzendingen actief is geweest om op die manier te laten doorschemeren dat het andermaal om een nieuw station zou gaan.


Radio Free Greece is het volgende station dat genoemd mag worden. Op 23 maart 1970 maakte de organisatie van ‘Canadezen voor een Vrij Griekenland’ bekend dat een radiostation vanaf een jacht was begonnen met driedaagse proefuitzendingen. De leidster van de groep, Janet Rosenstock, zei dat het doel was: "De Grieken te tonen dat er steun voor hen is buiten Griekenland en tevens onbevooroordeelde, ongecensureerde nieuwsberichten te geven." Volgens Janet werd er elke avond een speciale boodschap uitgezonden van de afgezette leider Andreas Papandreoe, die enkele jaren eerder door Paul Wilking (Pistolen Paul) uit Griekenland was gesmokkeld en in Amsterdam verbleef. De voormalige premier was op dat moment leider van de zogeheten ‘Pan-Hellenistische Vrijheidsbeweging’.

 

Paul-Wilking-en-twee-bodyguards.-Foto-Hans-Knot.png.bf8a1a014ed7753314a3b047031b2206.png

Paul Wilking en twee bodyguards. (foto Hans Knot)

 

Papandreoe riep in de toespraken op tot lijdelijk verzet tegen het kolonelsbewind. Slechts drie dagen duurden de programma's, daar er te weinig geld voorhanden was. Radio Free Greece begon haar uitzendingen vanaf de MV Hebe, die in internationale wateren, ter hoogte van Malta, lag. De programma's, verzorgd in de Griekse taal, werden uitgezonden via de 15070 kHz en als adres werd 8 Esterbrooke Avenue, 22, Willowdale in Ontario Canada gebruikt. De programma's werden vrijwel direct na de start gestoord door een krachtige stoorzender van het Griekse militaire regime. Enkele weken na de uitzendingen werd door de organisatie bekend gemaakt dat spoedig een sterkere zender zou worden aangeschaft die de definitieve uitzendingen mogelijk zou moeten maken.
Behalve voor propagandadoeleinden werden zendschepen ook ingezet voor het brengen van religieuze boodschappen. Zo liet onder meer dominee Gerard Toornvliet in 1970 zijn — van te voren opgenomen — stem horen via het station Capital Radio vanaf de MV King David. Het duurde maar kort, omdat het schip in het najaar van 1970 bij Noordwijk aan het strand liep. Voor Steph Willemsen betekende dat niet het einde van het maken van idealistische programma's. In 1972 kocht hij voor fl. 30.000,- de MV Zeeland met de bedoeling het schip te gebruiken voor een soortgelijk idealistisch station, Radio Condor.
Maar dat is niet het verhaal dat we hier willen vertellen. Aan Condor ging nog het een en ander vooraf, dat hier wel op zijn plaats is: het verhaal van Radio SOR, de Stichting Operatie Radio, en de Hendrik Jan. We spraken Steph Willemsen daar vele jaren later over.


In Willemsen's eigen woorden ging het allemaal als volgt: "Na het stranden van dat schip was voor ons de kous nog niet af. Eén van de medewerksters van dominee Toornvliet had een kennis in Haarlem die een schip had, waarmee de uitzendingen eventueel hervat zouden kunnen worden. Het betrof hier de Hendrik Jan. Ik kan direct wel zeggen dat het idee leuk was maar het geheel een flop. De juffrouw in kwestie was veel te enthousiast en ondanks allerlei waarschuwingen dat een dergelijke boot niet inzetbaar was, dramde ze door en mislukte het project.


Mij werd gevraagd om voor zendapparatuur en recorders te zorgen. Gelukkig was ik zo verstandig om alle apparatuur aan land zendklaar te maken en nog niet aan boord te brengen. Later had ik hier echt geen spijt van. Ik herinner me dat al snel werd gesteld dat het scheepje, indien het op de Noordzee zou worden verankerd, bij het eerste zuchtje wind van het anker zou slaan. Het schip bleek domweg te klein. Volgens een ingenieur kon er een mast van slechts 20 meter hoogte op en afgezien van het feit dat het scheepje nog geen 30 meter lang was, was het ook nog topzwaar omdat er een geheel andere bovenbouw was opgezet. Daardoor was de stabiliteit geheel verloren gegaan. Het was een prachtig mooi jacht voor de binnenwateren, maar zeker niet geschikt voor gebruik tijdens windkracht 4 of meer."


Er ging een gerucht, als zou een aantal illegale Portugezen bij het project vanaf de Hendrik Jan betrokken zijn geweest. Toen we Willemsen daarnaar vroegen, antwoordde hij: "Het lijkt er inderdaad allemaal erg veel op, maar het klopt niet precies. Het is zo dat de politie in Haarlem, waar het schip lag afgemeerd, wist dat die mannen legaal in Nederland verbleven. Ze hadden hun huur bij het pension opgezegd om met de eigenaar van de Hendrik Jan, Bob Peeters, in zee te gaan." Vervolgens geheel afwijkend van de vraag: "de man, die de boot moest varen kreeg voorgewend dat hij de eigenaar van de Hendrik Jan was. Dat schip is trouwens nooit uit de Spaarne in Haarlem geweest. Zoals ik al stelde had ik alles gereed staan, de zenders en de studio-apparatuur. Ik had het allemaal uitgetest en het was op een redelijke afstand te ontvangen. Gezien we door hadden dat het niets met de Hendrik Jan zou worden zijn we zelf op zoek gegaan naar een ander schip."
Willemsen ging, voor ons, te vlug over onze laatste vraag heen hetgeen reden genoeg was om andermaal in diverse krantenrubrieken te duiken om te zien of er iets te vinden was omtrent de Hendrik Jan. Begin januari 1971 zijn er de eerste berichten te lezen: ‘Duidelijk disproportioneel ligt de voormalige viskotter Bruinisse 41 zich ingevroren te vervelen in een van de jachthaventjes aan de Jan Gijzenkade bij het Noorder Spaarne in Haarlem, met kinderachtige lijntjes vastgebonden aan een niet op zeewaardige vaartuigen berekende steiger van de jachtwerf ‘De Drijver’. De Hendrik Jan wordt een zendschip. Niet zomaar een popkanon, gevoed met reclamekruit, maar een a-commerciële charitatieve zendpiraat, de vrije radiozender van de Stichting Operatie Radio, kortweg Radio SOR.’


De destijds 36-jarige Bob Peeters, initiatiefnemer achter het project, wist te melden dat er 106 mannen naarstig werkten aan de voltooiing van het station. Liefst 100 man zouden er achter de schermen hebben gewerkt in de administratieve sector en daarnaast waren er 6 jonge Portugezen, bestaande uit vrijheidsstrijders en deserteurs, onder aanvoering van de Portugese rebel Maria Sino Garcia, actief.

 

De-Hendrik-Jan.png.765382c354714b3317da6ae0478688c7.png
De Hendrik Jan in 1971 aan de Jan Gijzenkade bij het Noorder Spaarne in Haarlem

 

Peeters zelf verklaarde: "Radio SOR zou een vrijheidsstation met een christelijke, humane, sociale en vredige inslag worden. Volgens de toenmalige planning lag het in de bedoeling dat rond maart 1971 het 21 meter lange schip met een tientallen meter hoge zendmast Haarlem zou verlaten om als drijvend radiostation de zeven wereldzeeën te bestormen. De Noordzee zou als testbasis gaan fungeren. Daarna zouden we overal ter wereld, waar nodig op charitatief terrein, ons inzetten." Het project had een begroting van 180.000 gulden, waarvan een ton bestemd was voor Mevr. Oosterveld, die het schip eerder had gekocht van de vorige eigenaar. De Stichting, die nooit via een notaris is gepasseerd, zou dit bedrag in wekelijkse bedragen van fl. 500,- aan Mevr. Oosterveld voldoen indien het schip zendklaar was. Een beetje rekenaar komt er al snel achter dat het zeker zeven jaar zou duren alvorens deze schuld zou zijn afbetaald.


Volgens de Telegraaf waren de Portugezen hard aan het werk: ‘De bemanning slaapt reeds aan boord van de (nog) tochtige en kil vochtige Hendrik Jan, waarop overdag hevig wordt gesleuteld. Een splinternieuwe centrale scheepsverwarming staat klaar op de kade. De houten betimmering zit al in het schip. De bemanning heeft ook 1970 aan boord van het schip verwisseld voor 1971. Iemand uit de buurt kwam voor de jongens één kip brengen en daarbij 25 gulden. Met zijn zevenen hebben ze de kip snel pikaan gemaakt."


Peeters: "Van die 25 gulden hebben we toen olie gekocht. Wijlen dominee Toornvliet zag er heil in en gaf aan Mevr. Oosterveld, die zijn secretaresse was, opdracht het schip te kopen. Hij dacht de mazen van de wet te kunnen doorkruizen met het brengen van ‘De Blijde Boodschap’ vanaf de Noordzee. Later kwam Toornvliet, om financiële redenen, in conflict met de SOR en leek het de charitatieve plannen te doorkruisen. Gelukkig had Oosterveld al de zenders en de apparatuur besteld en konden we met de plannen doorgaan. Derhalve maakten we met haar de afkoopprocedure."


"Toornvliet was een goede dominee, maar je kon niet op hem vertrouwen. Omdat hij zo mooi kon preken besloten we dat we wel programma's van hem zouden gaan uitzenden maar dat hij daarvoor wel weer diende te betalen. En: “als we bidden komt het geld er vanzelf,” heeft Toornvliet ons destijds verteld." De kranten wisten te melden dat Bob Peeters voor een bedrag van fl. 20.000,- een zender had besteld in Engeland, die eigenlijk fl. 180.000,- moest opleveren. De voor India gebouwde zender zou een vermogen hebben van 3,5 kW hetgeen een radiusbereik van 360 km zou opleveren.


Peeters had nog meer plannen. Zo zou er een speciale hydraulische mast worden geplaatst zodat tijdens hevige stormen de mast neergelaten kon worden om afbreken te voorkomen. Begin januari werd de motor ter revisie aangeboden aan een machinefabriek en meldde Peeters dat men naar onderontwikkelde landen zou varen om de mensen te bekeren. Via Amerikaans voorbeeld, jingletje, plaatje en kort praatje, zouden de mensen de boodschap van de SOR worden gebracht. Ook de Portugese zaak — in die tijd was er een hevige crisis in het land — zou uitgebreid worden belicht voor de Portugese kust.


Natuurlijk waren de ideeën van Peeters leuk maar het eerste bericht liet de echte zeezenderfans al direct de wenkbrauwen fronzen. Aan het einde van het artikel stond namelijk vermeld dat men niet eens in staat was om de 150 gulden aan wekelijkse liggelden te betalen. Hoe moest het schip dan ooit als volwaardige radiostation op de Noordzee kunnen functioneren? Zoals eerder gemeld zouden de Portugezen, aldus geruchten, illegaal in Nederland verblijven. Het ging om deserteurs uit het Angolese leger en lieden uit het pacifistische verzet, die Portugal waren ontvlucht. Men had zich wel bij de politie aangemeld en verbleef op een tijdelijke verblijfsvergunning in ons land. Men had met moeite een baan gekregen, maar toen men hoorde van de plannen van Peeters waren ze snel overgehaald om aan het project mee te werken gezien ook eventueel voor de Portugese zaak zou worden gestreden. Al enkele dagen nadat de eerste berichten omtrent de Hendrik Jan in de landelijke pers verschenen liet de eigenaar van het schip de motor en andere onderdelen veilig opbergen om te voorkomen dat Peeters en zijn Portugezen het ruime sop zouden kiezen om alsnog met programma's te beginnen. Men had al lang door dat men de beloofde wekelijkse 500 gulden niet zou kunnen betalen.


Het schip was trouwens totaal niet zeewaardig en dreigde in de eerste de beste storm, zelfs enkele honderden meters uit de kust, direct te vergaan. Ook de Portugezen zagen in dat hun Messias, ‘Capitano Peeters’, toch niet de grote verlosser was en besloten in loondienst te gaan in Velsen. Peeters liet het er niet bij zitten en ging onmiddellijk op zoek naar een andere boot, die wel over een motor beschikte. Hij vond die in IJmuiden bij dhr. H. de Boer. Peeters zelf stelde dat hij de boot voor fl. 25.000,- kon kopen maar de Boer meldde dat het schip minimaal fl. 40.000,- zou gaan kosten. Uiteindelijk werd de Hendrik Jan, door de eigenaar van de werf, weggesleept en gesloopt. Peeters zat met een kater, hoewel hij er wel in geslaagd was de organisatie van dominee Toornvliet om de tuin te leiden en de nodige publiciteit te halen met zijn ‘fake’ zeezenderproject.


Hans Knot, 3 december 2016

  • Vind ik leuk 1

0 Opmerkingen


Aanbevolen antwoorden

Er zijn geen opmerkingen.

Gast
Een opmerking toevoegen...

×   Plakken als rijke tekst.   Opmaak herstellen

  Er zijn maximaal 75 emoji toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

Laden...


×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.