
In deze aflevering neem ik je andermaal mee naar 1972 want op 6 januari dat jaar werd bekend dat de duikers, die op 15 mei 1971 een aanslag pleegden op de MEBO II, het zendschip van RNI, het jaar gevangenisstraf zouden houden. Dit daar hun rechtszaak in hoger beroep voor hen negatief uitviel. En dus had het Haagsche Gerechtshof het vonnis bevestigd conform de eis van de procureur-generaal.
De duikers, die in opdracht van een directielid van Radio Veronica het zendschip binnen territoriale wateren dienden te krijgen, hadden hoger beroep aangetekend tegen het rechtbankvonnis. De rechters waren van mening dat de drie duikers de aanslag vooral hadden gepleegd uit geldelijk gewin en dat zij hadden moeten beseffen dat de brandstichting mensenlevens had kunnen eisen.
Opmerkelijke vondst is een kleine annonce in de AVRO Bode van 8 januari 1972, waarin bekend werd gemaakt dat er een nieuwe organisatie was opgericht onder de naam ‘Free Radio Federatie’. Dit met als doel belangstellenden op het gebied van Vrije Radio ten dienste te zijn door het ondernemen van bepaalde stimulerende activiteiten zonder winstbejag. Als adres werd Kapittelstraat 7 in Weert aangegeven. Grote vraag is wie achter deze organisatie zat en wie er meer over weet. Op internet is er niets terug te vinden.
In de vorige column meldde ik dat Meister en Bollier, eigenaren van de MEBO II, al op weg waren naar Zwitserland op het moment dat in het Grand Hotel in Scheveningen een inval plaatsvond door de opsporing autoriteiten en die vervolgens communicatieapparatuur in beslag namen. Op 1 juni 1972 werd bekend dat de apparatuur, die in 1970 in beslag was genomen, terug diende te worden gegeven aan Meister en Bollier.
Het bleek dat de Haagse politierechter een dag eerder de toen 35-jarige Edwin Bollier had vrijgesproken van het wederrechtelijk in het bezit hebben van zendapparatuur. Bollier gaf aan dat de apparatuur alleen was gebruikt als ontvangstapparatuur en alleen werd ingezet als aan boord van het zendschip MEBO II er zich een noodgeval voordeed. Gezien de de lacunes die de telegraaf- en telefoonwetgeving vertoonde bij het onderscheid tussen radiotelefoon en zendontvangst-installaties, kwam de politierechter tot de vrijspraak.
Ik maak even een kleine sprong en wel naar eind juni 1972 toen andermaal de duikers, die de aanslag op de MEBO II van RNI gepleegd hadden, in het nieuws kwamen. Ze hadden hun gevangenisstraf uitgezeten en waren behoorlijk ontevreden over de geldelijke vergoeding van de kant van de CV Veronica en dus zochten ze de publiciteit. Het bleek dat men een claim had neergelegd bij de directie van Radio Veronica van liefst 75.000 gulden. Men dacht recht te hebben als beloning voor het stichten van de brand op de MEBO II.
De drie hadden Mr. Dr. Huisman uit Den Haag bereid gevonden hun belangen te behartigen. In een brief aan de directie van Veronica stelde hij dat dit bedrag niet kon worden afgedwongen maar dat het volgens hem redelijk en fatsoenlijk zou zijn dit bedrag uit te keren aan de Scheveningens. Het ging daarbij om Tom van de Linde, Tom Poelgeest en Jan Plat. Ze stelden akkoord te gaan met een eventuele schikking waarbij dit bedrag op tafel diende te komen zodat alle drie op een redelijke manier in staat waren een nieuw bestaan op te bouwen.
Maar helaas werd het verzoek door de directie van Veronica op botte wijze geweigerd en werd de drie duidelijk gemaakt dat de directie op generlei wijze van plan was om een nieuwe investering te beginnen. Een dag later, op 1 juli 1972, was er al een reactie van de drie aanslagplegers en wel via een demonstratie voor het Veronicagebouw in Hilversum. De Telegraaf had, via een van de medewerkers, geprobeerd te bemiddelen tussen de duikers en de Veronicadirectie maar deze laatste meende dat bij uitbetaling van het gewenste bedrag sprake zou zijn van zwijggeld en bovendien was vanuit de directie van Radio Veronica men van mening dat de duikers zich niet aan de afspraak hadden gehouden daar er geen geweld zou worden gebruikt.
Tom van der Linden stelde ontevreden te zijn en, als gevolg van het besluit van de directie van Veronica, ging men met zijn drieën in een auto voor de deur van Veronica aan de Utrechtseweg parkeren, net zo lang tot het gewenste bedrag werd uitgekeerd, hetgeen niet gebeurde.
Een andere notitie die ik, enkele weken eerder maakte, had betrekking op de beide zendschepen die tot in begin maart 1968 waren gebruikt door Radio Caroline. Men was, na de invoering van de MOA, de Britse wet tegen de zeezenders, rustig doorgegaan met het verzorgen van uitzendingen maar beide zendschepen, de MV Mi Amigo en MV Fredericia, werden uiteindelijk in opdracht van de schuldeiser Wijsmuller, naar Nederland versleept.
Op 30 mei 1972 noteerde ik dat er een openbare veiling had plaatsgevonden. Het was mogelijk geworden nadat in 1971 de rechtbank in Amsterdam had besloten dat beide schepen, die in de Amsterdamse Houthaven aan de ketting hadden gelegen, werden vrijgeven voor de verkoop. En dus vond de executieverkoop op maandag 29 mei 1972 waarbij het zendschip van Caroline North, de Fredericia, werd verkocht voor 26.500 gulden aan de scheepssloper Van Rijsdijk. De Mi Amigo ging voor 20.000 gulden in andere handen over, waarbij de naam van de nieuwe eigenaar niet bekend werd gemaakt. Later bleek dat de aankoop gebeurde door Gerard van Dam in opdracht van Ronan O’Rahilly. Er bleek later dat jaar een nieuwe herstart te zijn van het voor velen al legendarische station Radio Caroline.
Hans Knot, 26 april 2025
Afbeelding: De MV Mi Amigo terug naar zee (Foto Richard Kinch)
Recommended Comments
Join the conversation
You are posting as a guest. If you have an account, sign in now to post with your account.
Note: Your post will require moderator approval before it will be visible.