Spring naar bijdragen

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'hans knot'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

  1. hans knot

    Column Hans Knot - 15 mei 2021

    We blijven hangen in het jaar waar we vorige week ook al aandacht aan hebben besteed, namelijk 1965. In tijden van Corona kwam en komt de naam van het Vondelpark in Amsterdam vaak voorbij. Te grote mensenmassa, verboden alcoholgebruik en afsluiten door de autoriteiten waren veel gelezen en gehoorde termen. Het Vondelpark is natuurlijk ook zeer aantrekkelijk om – al dan niet in een groepje – te verpozen als de temperaturen daartoe de gelegenheid geven. In 1965 diende er feest te worden gevierd. Twee belangrijke trekpleisters waren en zijn nog steeds het Amsterdamse Bos voor recreanten en het Vondelpark een soort van ontspanningsplaats voor omwonenden en inwoners van de binnenstad van Amsterdam. Omdat het Vondelpark in 1965 100 jaar bestond werd er door het gemeentebestuur een speciale feestcommissie benoemd en kwam er f100.000,--, een enorm hoog bedrag voor die tijd, beschikbaar. In het voorjaar was het al heel duidelijk dat er iets te vieren was daar honderdduizenden bloembollen in vele verschillende schakeringen voor een kleurrijk bloemenfestijn zorgden. Er werd tevens geïnvesteerd in de aanleg van een aantal nieuwe fonteinen, terwijl er in de periode van april tot oktober er een internationale openluchttentoonstelling werd gehouden. Daarbij waren werken te zien van de toenmalige grootste en nog levende beeldhouwers. Gelijk aan de toen voorafgaande vele jaren was er in de zomer ook ruimte voor de jaarlijkse Vondelparkfeesten waarbij ruimte was voor onder meer zang, variété, toneel, operette en ballet. En er was voor gezorgd dat een eeuw na de opening het Vondelpark nog steeds het fraaiste Stadspark van ons land was; tenminste zo dacht men er in Amsterdam over. In andere steden werd daar misschien anders over gesproken. In het Vondelpark waren en zijn altijd tientallen verschillende vogelsoorten te zien, die ook hun broedplaatsen daar hebben. Bovendien was het aantal soorten paddenstoelen, dat in het park groeide in het feestjaar, rond de vijftig. Het Vondelpark was in 1865 een idee geweest van de toenmalige president van de Nederlandse Bank, de heer C.P. van Eeghen. Naar hem is in de nabijheid van het Vondelpark later een statige straat vernoemd. In de jaren na de ontplooiing van de plannen werd het park aan de rand van de stad Amsterdam geprojecteerd en groeide stukje bij beetje tot dat het totale terrein rond de 50 hectare groot was; een grootte die in 1965 was bereikt. Zoals alle grote parken heeft het Vondelpark een speciale landschapsstijl. Deze was deels gebaseerd op de Engelse stijl maar kreeg, omdat het grotendeels in een polderlandschap werd gesitueerd, ook duidelijk Nederlandse invloeden. En ook toen al trok het park in de zomermaanden niet alleen omwonenden en stadsgenoten maar ook tienduizenden buitenlanders die naast museumbezoek een tocht door het Vondelpark niet wensten te missen. In december 1964 waren er vele inwoners in het westen van Nederland ontstemd door de actie van de Rijkspolitie ter Water en andere autoriteiten op het REM-eiland voor de kust in internationale wateren ter hoogte van Noordwijk. Met die actie, die zelfs door menigeen werd gezien als een geautoriseerde overval, verdwenen niet alleen de uitzendingen van Radio Noordzee uit de ether maar waren de televisieprogramma’s van TV Noordzee ook niet meer te ontvangen. En vooral het uit de ether halen van TV Noordzee viel bij de kijkers slecht, immers was het een totaal ander aanbod dan via de publieke omroep werd gebracht. Het waren wel niet veel uitzenduren per dag, men was een paar uur voor de opening van de publieke omroep te zien en als laatstgenoemde in de loop der avond weer van het beeldscherm was verdwenen, kwam TV Noordzee nog met een paar programma’s. Het was voornamelijk pure amusement dat TV Noordzee bracht met aangekochte televisieseries, die in de VS al tijden zeer populair waren. Gelukkig kwam begin januari 1965 het goede nieuws dat de AVRO-leiding had besloten enkele van die series, die bij het staken van de uitzendingen van de TV Noordzee nog niet waren beëindigd, op te nemen in de programmering als de AVRO zendtijd had. Het betrof daarbij onder meer ‘Mr. Magoo’ en ‘Robin Hood’, die als eerste twee op een zaterdagavond te zien waren bij de AVRO. Ook werden afleveringen van de ‘Dick van Dyke Show’ en de ‘Danny Kaye Show’ opgenomen in de AVRO programmering en uitgezonden via Nederland 1. In januari 1965 werd er ook het een en ander bekend via een aankondiging van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, Van Aartsen. Hij stelde op korte termijn een algemene maatregel van bestuur af te kondigen, die de weggebruikers de verplichting zou gaan opleggen een document bij zich te dragen, waaruit kon blijken dat men zich verzekerd had tegen wettelijke aansprakelijkheid. Deze verzekering, ook vaak WA genoemd, was officieel met ingang van 1 januari 1965 verplicht. Zolang voornoemde maatregel van bestuur niet was afgekondigd was de controle op de verplichte WA verzekering moeilijk uit te voeren. Men hoefde op dat moment nog geen officieel bewijs in vorm van een verzekeringspolis of een betalingsbewijs bij zich te dragen. Echter was er een adder onder het gras want raakte men betrokken bij een ongeluk en bleek men niet WA verzekerd te zijn, dan wachtte men een boete van f1000,-- , dat een zeer hoog bedrag voor die tijd was. Kon men dit bedrag echter niet ophoesten dan stond daar tegenover dat men liefst 3 maanden diende te brommen in een gevangenis. Er kwam ook een verplichting om een verzekeringsplaatje achter op de bromfiets te hebben. Aangezien die nog lang niet waren aangemaakt bestond in januari 1965 het vermoeden dat niet voor 1 maart 1966 deze plaatjes door de verzekeringsmaatschappijen ter beschikking konden worden gesteld. Toen het eenmaal zo ver was werd er ieder jaar een nieuw plaatje opgestuurd ter vervanging van het plaatje van het voorafgaande verzekeringsjaar. In januari 1965 waren er inmiddels 1,5 miljoen eigenaren van brommers WA verzekerd. Er was trouwens ook gedacht aan buitenlandse toeristen, die ons land per bromfiets wensten aan te doen. De ANWB had bij belangrijke grensposten als ook de Grenswisselkantoren de nodige polissen gedeponeerd. Zo werd het mogelijk voor bezoekers, die in eigen land geen verzekeringsplicht hadden, gemakkelijk zich konden verzekeren en derhalve niet terug hoefden te worden gestuurd naar land van afkomst. Hans Knot, 15 mei 2021
  2. hans knot

    Column Hans Knot - 8 mei 2021

    Vandaag in de nostalgische column, met zowel een media gericht als andere herinnering, neem ik je mee terug naar de eerste week van januari 1965. Zoals ik mij herinner waren er destijds twee bekende scheidsrechters, die internationaal ook op de velden actief waren. Allereerst de in Groningen woonachtige Klaas Schipper, die in de Nieuwe Ebbingestraat in een prachtig oud pand een ouderwetse sigarenwinkel runde. Veel meer landelijk en internationaal bekend was Leo Horn en dit kwam mede door zijn extraverte persoonlijkheid en uitgesproken houding en hij veel meer in de publiciteit kwam door de meer belangrijke internationale wedstrijden die hij floot. De zogenaamde Fifa badge, dat recht gaf tot het fluiten van wedstrijden op internationaal niveau, werd hem in 1951 al uitgereikt. Hij kwam ook, bij herhaling, slecht in het nieuws wat begin januari 1965 leidde tot een schorsing door de hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond. Hem werd bekend gemaakt dat hij tot 1 mei van dat jaar geen enkele wedstrijd zou worden toegewezen om daar de leiding te geven. Reden waren de nodige problemen die hij in 1963 in de Noord Oostpolder, in de omgeving van Emmeloord, had veroorzaakt. Hij was in conflict geraakt met een werkman tijdens een jachtpartij. Hij diende in februari 1965 voor de politierechter te verschijnen wegens een enkelvoudige mishandeling van wat een plantsoenarbeider bleek te zijn. Het bestuur van de KNVB, met in gedachten slechte publiciteit, vond het beter Leo Horn tijdelijk op een zijspoor te rangeren. Na een langdurige vergadering op de eerste zaterdag van het jaar was het die avond de secretaris-penningmeester van de KNVB, Brunt, die hem de opgelegde uitsluiting telefonisch meedeelde. In de media kwamen uiteraard op de maandag de nodige berichten naar buiten. Zo was het Leo Horn zelf die zijn bevreemding uitsprak over het feit, dat hij niet gehoord was en dus zich ook niet had kunnen verdedigen. Maar volgens de eerder genoemde Brunt was er geen sprake van straf. Horn kon er wel mee omgaan en stelde rustig af te wachten wat er zou gaan gebeuren. Hij ging dus ook niet in beroep tegen de uitspraak. Volgens een van de publicaties op de maandag zou de telefoon in de Parnassialaan nummer 1 in Aerdenhout op zondag roodgloeiend hebben gestaan. Vooral bestuurders van voetbalverenigingen uit het betaalde voetbal (destijds nog semi-prof voetbal genoemd) belden Horn op om hem te ondersteunen. Eén van hen had zelfs gesteld dat een wedstrijd zonder fluitist Horn minstens duizend toeschouwers minder zou opleveren. Van zijn collega scheidsrechters had hij echter niets gehoord. Niet zo opmerkelijk want die waren op zondag aan het fluiten op de velden. Het incident had plaats gevonden met de werkman nadat Horn een kat had doodgeschoten tijdens de jacht. Volgens hem een kat die in het wild leefde en plotseling in de baan van een schot kwam. Anderen wisten wel beter, aangezien het een kat van een der omwonenden zou zijn en omdat deze in de weg liep had Horn het dier gedood. Gevolg de uitsluiting en nadien terugkeer op het veld, waarbij hij vaak als kattenmepper werd toegeroepen. Een jaar later, 1966, verliet hij de voetbalvelden voorgoed door op 50-jarige leeftijd te stoppen als scheidsrechter. In die tijd was het jarenlang vaste prik dat in de kranten van de eerste week van een nieuw jaar gewag werd gemaakt van de zogenaamde ‘Nieuwjaarsrecepties’. Ook binnen de omroepen vonden dergelijke bijeenkomsten, met heren in deftige pakken – een borrelglas in de ene hand en een bolknak ik de andere – luisterend wat er zoal te melden viel op het gebied van radio- en televisie. Het was voorzitter Schuttenhelm van de NTS, in de wandelgangen Ome Emiel genoemd, die de vele aanwezigen, waaronder ook diverse journalisten, mocht toespreken. De receptie vond destijds plaats in Studio A van de NTS (Nederlandse Televisie Stichting). Schuttenhelm meldde onder meer dat onder zijn voorzitterschap van zeven jaar het NTS-personeel in aantal was gegroeid van 350 tot 506 personen. Ook ging hij in op de loonontwikkeling, waarin een duidelijke groei zou zitten maar hij kon niet duidelijk maken in hoeverre. De aanwezigen dienden te wachten tot de invoering van een nieuwe CAO, waarvan gegevens rond 1 maart bekend zouden worden gemaakt. In 1964 was het volgens hem vooral een probleem geweest de vulling van de programmering via het tweede televisienet (meer waren er niet) rond te krijgen. Het was mede gelukt door het gegeven dat alle technici telkens drie keer per week hadden overgewerkt om het aanbod geheel technisch rond te krijgen. Ook meldde hij dat de NTS was overgegaan tot de aanschaf van een vijfde reportage trein. In die wagen zat onder meer een filmaftaster, wat geheel nieuw voor ons land was. Met het apparaat werd het mogelijk filmstroken in een gemaakte reportage in te passen. Omtrent bouwontwikkelingen vertelde de voorzitter dat op de 31ste maart 1965 de eerste uitzending vanuit de in aanbouw zijnde studio bij de Bussumer Grintweg zou gaan plaats vinden en dat er in De Bilt bij het KNMI een permanente straalzender zou komen te staan. Het tot opleidingsschool voor NTS en NRU (Nederlandse Radio Unie) verbouwde hotel Santbergen te Hilversum had trouwens definitief zijn eerste verbouwingsfase achter de rug. De nieuwe cursussen voor de opleiding van omroeppersoneel waren inmiddels begonnen. Verder wist de voorzitter van de NTS te melden dat rond oktober 1966 de grote toneelzaal van gebouw Santbergen gereed zou zijn en ingezet zou worden als oefenstudio voor het nieuwe personeel. Ook zou het NTS-Journaal er een presentatiestudio krijgen. Hiervoor was al een offerte aangevraagd voor de aanschaf van een complete studio-inrichting. De bedoeling was vanaf het moment van opening dat de reeds bestudeerde mogelijkheden tot verbetering van het Journaal zouden worden toegepast. De opleiding van de NTS en de NRU was reeds door 189 cursisten gevolgd. Van hen waren er slechts 6 personen afgevallen. Ook werd bekend gemaakt dat er meer aanmeldingen voor 1965 waren binnen gekomen dan dat er opleidingsplekken waren. De potentiële cursisten werden onder meer aan een psychotechnische test onderworpen om te bezien of men geschikt was de opleiding te volgen. Hans Knot, 8 mei 2021
  3. Nostalgisch terugblikken is vaak op het gebied van radio, amusement en soms ook op het gebied van de televisie. Als we heden ten dage het grote televisiescherm aanzetten en de afstandsbediening pakken dan is er een enorm scala aan aanbod waarbij het voor velen verslavend kan zijn. In mijn geval is het tegenovergestelde het geval want verder dan eenmaal per dag het Journaal en eenmaal per week een sportprogramma, om mijn eigen favoriete voetbalploeg te kunnen zien, kom ik niet. Nee dan was het in 1959 wel heel anders. Een televisie was een klein met hout omsloten beeldscherm waarbij je het vaak rollende beeld met regelmaat met een knopje, dat zich aan de achterkant van het toestel bevond, diende bij te stellen. Het aanbod aan programma’s was gering wat ook voor het aantal uitzenduren gold. Probeer het maar eens uit te leggen aan de jeugdigen van nu. Die hebben vooral aandacht voor alles wat hun private telefoonschermpje brengt; een geval van superbe overdaad. Zin in nog meer gegevens hoe het in 1959, let wel zestig jaar geleden, in televisieland was? De NTS, Nederlandse Televisie Stichting, was eindverantwoordelijke voor wat er op de Nederlandse televisie werd gebracht en dat via slechts één televisienet. In een jaarverslag werd het wel duidelijk dat men binnen de NTS tevreden was over de snelle ontwikkeling van het medium. Het aantal televisietoestellen dat in 1959 was aangeschaft was ruim 200.000, waarmee er op dat moment in Nederland 584.760 gezinnen een toestel hadden. Er was totaal geen sprake van meer dan één toestel in een gezin. Het was een kwestie van een televisietoestel op een tafeltje of kast in de hoek van de kamer, gordijnen dicht en een klein lampje aan en kijken maar naar de zwart wit beelden die de huiskamer binnen kwamen. Waarschuwingen dat die manier van kijken slecht voor de ogen waren werden in de wind geslagen. Het verzorgen van de televisieprogramma’s, met inbegrip van personeelskosten van de NTS en de omroepen, de investeringen aan apparatuur en uitzendkosten lagen dat jaar rond de 15 miljoen gulden. Per week was het mogelijk in Nederland gemiddeld 18 uur naar de televisie te kijken, meer programma-uren waren er gewoon niet. Een rekensommetje leverde het gegeven dat een gemiddeld programma-uur rond de 16.000 gulden kostte. Uiteraard was het ene programma veel goedkoper dan de andere. In het jaar 1959 breidde het personeel van de NTS uit van 240 naar 313 personen. Van de totale zendtijd werd 42,5% door de NTS verzorgd, de omroepverenigingen brachten tezamen 55,5% en de kerkgenootschappen brachten 1,5% aan programma’s. Trouwens werd er in dat jaar ook goed gebruik gemaakt van de mogelijke Eurovisie-uitwisselingen. 22% van de NTS zendtijd behoorde tot de categorie van Eurovisie uitwisselingen. De directie van de NTS zag ook al in de toekomst want men kondigde aan er naar te streven in 1963 een aanbod van 30 programma-uren per week te kunnen brengen. Ook wilde men op korte termijn bouwplannen maken voor een modern studiocomplex in Hilversum zodat de noodvoorzieningen in Bussum konden worden verlaten. Inmiddels was al een oud fabrieksgebouw in Hilversum als eerste omroepgebouw in gebruik genomen. Speciaal voor decorbouw en rekwisietenopslag was het heringericht en stonden er onder meer 14 grote houtbewerkingsmachines. En toch stond de radio aan in vele gezinnen op Oudejaarsavond en werd de programmering van die avond via Hilversum 1 en Hilversum 2 beluisterd dat werd aangeleverd door de AVRO, KRO, NCRV en de VARA. En omdat het Oudejaarsavond was en Nieuwjaarsnacht volgde werd er zelfs tot 2 uur in de nacht uitgezonden, iets wat uniek was voor die tijd. Maar ik kan mijzelf niet herinneren of ik, tien jaar destijds, de betreffende jaarwisseling bewust heb meegemaakt. Hans Knot, 1 juni 2019
  4. Je kunt het je niet meer voorstellen dat de regelgeving inzake het binnenkomen in Nederland of het verlaten van ons land decennia geleden anders was geregeld. De kleinere grensovergangen hadden nog wel grensbewaking en na een bepaalde tijd gingen die overgangen gewoon op slot en diende men een andere plek te vinden om de grens te overschrijden. Soms werd daar een uitzondering op gemaakt, waarbij die vaak in een weekend werd toegepast. Zo werd op 9 februari 1973 in de regionale pers bekend gemaakt dat in de nacht van de daarop volgende zaterdag op zondag de grensovergang bij het Groningse Bourtange extra geopend zou worden tussen half 1 en 1 uur in de nacht. Hiertoe was besloten omdat de immens populaire Volendamse formatie The Cats op de zaterdagavond een optreden verzorgde in een van de veel bezochte uitgaanscentra van de provincie Groningen, Hotel Beijering in Vlagtwedde. Je vraagt je dan af wat dat dan te maken had met het extra openen van die grensovergang als ging om een formatie uit Volendam die in het Nederlandse Vlagtwedde optrad. Wel er werden, naast de nodige landgenoten, die avond rond de 300 Duitse fans van The Cats verwacht en de grenswachten aan beide kanten van de grens hadden, toen het verzoek tot extra opening werd gedaan, enthousiast gereageerd en hun medewerking toegezegd. Het is niet bekend of er ook een paar bosjes paling bij de posten werden afgeleverd. Er was in die oostelijke hoek van de provincie Groningen meer aan muzikale klanken te genieten, hoewel daar een heel ander soort publiek aanwezig was in het Geert Teis Centrum in Stadskanaal. Daar vond die avond een bijeenkomst plaats van de Carnavalsvereniging De Scheepsjoagers, die er onder meer Vico Torianni lieten optreden en tot erelid van de vereniging benoemden. Vico was in het oostelijk deel van ons land behoorlijk populair in de jaren zestig van de vorige eeuw, waarbij hij veelvuldig met een eigen televisieshow, compleet met het bereiden van maaltijden in zijn eigen restaurant, was te bewonderen via de Duitse televisie. Vooral bij de jonge, vrouwelijke generatie viel hij goed en zijn platen werden door voornoemde groep dan ook volop gekocht. In de regionale krant werd hij trouwens aangekondigd als operette-ster terwijl hij vooral vrolijke schlagers aan het vinyl toevertrouwde. Hij kreeg de versierselen uitgereikt door Prins Cor de Eerste en direct nadien stal hij de show door een van de obers in de zaal een blad vol met glazen wijn uit de handen te nemen en deze toe te voegen dat hijzelf een veel betere ober was dan de verblufte medewerker van Geert Teis Centrum. Nog even terug wat er destijds in 1973 zoal over de grenzen met de buurlanden kwam, want een woordvoerder van de Duitse douane maakte in februari van dat jaar bekend dat men de indruk had dat de illegale handel in sexblaadjes tussen Nederlandse en West Duitse pornohandelaren een enorme opleving meemaakte. Het zou daarbij voornamelijk zijn gegaan om uit Denemarken afkomstige zogenaamde harde pornografie. Aangezien in ons land het betreffende materiaal goedkoper was dan in West Duitsland vond er meer smokkel richting het oosten plaats. Zo werden in de week, voordat de woordvoerder naar buiten trad, drie mannen aangehouden bij de grenspost Etten-Leur die in hun auto liefst tweeduizend tijdschriften naar West Duitsland wilden smokkelen. Het drietal was al een tijdje op de korrel van de grenswachten en de partij, ter waarde van 12.000 gulden, werd in beslag genomen terwijl het drietal naar het politiebureau van Kleef werd overgebracht. Het bericht in februari 1973 inzake de Regionale Omroep Noord en Oost kwam bij mij over als het aanbieden van een broze beschuit aan een kind, die het in zijn handen nam en tot vele korreltjes kneep. Het werd namelijk bekend dat de RONO er 10 uur aan radiozendtijd bij zou krijgen. Op dat moment had men twee uur per dag zendtijd maar die tien extra uren waren niet voor een dag en niet voor een week en zelfs niet voor een maand bedoeld. Nee men kreeg die 10 uren erbij om verdeeld over het gehele jaar te gebruiken, wat neerkwam op liefst 12 minuten aan extra zendtijd per week. Vervolgens werd besloten de extra minuten specifiek te gebruiken voor schoolprogramma’s in de Friese taal, die via de FM-zender in Irnsum werden uitgezonden. De toenmalige minister voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, Engels, had besloten tot de uitbreiding na overleg met de NOS en de Omroepraad. In de tijd dat het speciale programma er via de zender Irnsum werd uitgezonden werden vervolgens de programma’s van Hilversum III daarvoor onderbroken. In de maand februari 1973 werd er ook een voorname stap vooruit genomen door de gezagvoerders binnen de BBC. Via een brief aan alle televisie-producers, al dan niet in dienst van de staatsomroep in Groot Brittannië, werd bekend gemaakt dat in bijzondere omstandigheden in de toekomst naaktbeelden via de televisie mochten worden uitgezonden, hoewel expliciete seks-scenes verboden bleven. Het rondschrijven verscheen naar aanleiding van een televisieserie, ‘Elisabeth R’, die een grote kijkdichtheid had gekregen nadat er een scène in voor kwam waarin te zien was dat een naakt meisje het bed van de koning van Frankrijk verliet. Let wel, we hebben het over 1973. Een vraag kwam bij mij binnen per e mail: Moet Etten-Leur misschien een andere grensovergang zijn? Want Etten-Leur ligt in noord Brabant nabij de grens met België. Denk daarbij aan een doorgaande route. Dus ik denk dat ze bij die post zijn aangehouden op doorroute naar Duitsland en bij een controle zijn ze gepakt. Dus of ze wilden vanuit België via Nederland naar Duitsland maar eerder, denk ik via België naar Duitsland. Destijds is niet precies aangegeven welke richting ze gingen of wilden gaan. Wordt vervolgd. Hans Knot, 1 mei 2021
  5. hans knot

    Column Hans Knot - 3 april 2021

    In september 1967 was de introductie van de kleurentelevisie in Nederland en nog lang niet ieder huisgezin had de financiële mogelijkheid om een zwart wit televisie aan te schaffen. Prijzen van een KTV, zoals de kleurentelevisie vaak kortweg werd aangeduid, stegen de pan uit en de maandsalarissen waren dermate laag dat men vele maanden diende te sparen alvorens gedacht kon worden aan een eventuele aanschaf. Zelf herinner ik mij dat er op het Floresplein in Groningen een huiskamer was, die tevens werd gebruikt als showroom ter introductie van de kleuren televisie. Een object dat voor vele gezinnen nog veel verder weg was gezien de exorbitante aanschafprijzen. Tientallen mensen stonden in het donker gebogen over de heg voor het pand om vooral iets te kunnen opvangen van het nieuwe wereldwonder genaamd de kleurentelevisie, waarvan twee exemplaren stonden opgesteld in de voorkamer van de familie, waarvan de vader eerst handelde in een ander product dat als nieuw kon worden gezien: chips en kaaschips. In de omroepbladen van de diverse omroepen van destijds werd al dan niet stil gestaan bij de veranderingen in de televisiewereld. Dit betekende dat in niet bij name genoemde alle bladen wel werd aangegeven dat een bepaald programma in kleur zou worden uitgezonden. Andere redacties vonden het niet nodig dat dit specifiek werd gemeld. Een tweetal jaren later was men al een stukje verder met als voorbeeld de aankondigingen in de dagbladpers dat bepaalde programma’s of onderdelen daarvan, in kleur werden geprogrammeerd. Dit betekende vooral dat de items in kleur vaak vooraf werden opgenomen om ingepast te worden in de zogenaamd live uitgezonden programma’s. Ik kan me eigenlijk niet goed herinneren wanneer de kleuren televisie Huize Knot binnenkwam maar zeker dat het rond 1969 is geweest. Grote vraag was hoeveel inwoners van een stad als Groningen, destijds in 1968 goed voor rond de 150.000 inwoners, de benodigde financiën hadden om tot aanschaf van een KTV over konden gaan. Uiteraard is de volgende vraag niet van deze tijd omdat praktisch in elk huisgezin er een of meerdere televisieontvangers zijn geplaatst, maar in hoeveel gezinnen was er destijds in het jaar 1968 in Groningen ruimte voor een kleurentelevisie? In het Nieuwsblad van het Noorden werd in de voorzomer van 1968 een schatting gedaan waarbij men uitkwam op ongeveer 150 toestellen voor de stad Groningen terwijl men ook met een getal voor zwart/wit toestellen kwam, namelijk rond de 40.000. Men had bij de krant de verschillende handelaren, die adverteerden met de KTV, gebeld en om verkoopinformatie gevraagd, waardoor men aan de schattingen was gekomen. Daarbij was ook duidelijk geworden dat men vond dat het nog niet storm liep met de verkoop van de kleurentelevisie in Groningen. Uiteraard had dit deels te maken met de extra hoge verkoopprijzen maar ook aan het nog geringe aantal programma’s dat in kleur werd uitgezonden via Nederland 1 en 2. De heren handelaren beklaagden zich er wel over dat veel bekeken programma’s nog steeds niet in kleur waren te ontvangen, waarbij als voorbeeld was aangegeven dat het eigenlijk belachelijk was dat tijdens de uitzending van een voetbalwedstrijd destijds nog steeds men naar grijs-zwart gras bleek te kijken. En zoals al gesteld waren er nog maar weinig toestellen verkocht in een middelgrote stad als Groningen, wat ook wel logisch was want de prijzen lagen destijds nog rond de 2900 harde guldens voor de betere toestellen. Ze werden trouwens minimaal in een zestal zaken in de Martinistad verkocht. In het Nieuwsblad van het Noorden werd destijds de mening van een aantal van de eigenaren van deze zaken naar hun mening gevraagd. De eigenaar van Radio Jonkman, destijds gevestigd aan de Rademarkt, was eerlijk als het om zijn toenmalige omzet van kleurentelevisie ging. Hij stelde gewoon dat het een kwestie van één op tien ging, met de zwart-wit televisie duidelijk als winnaar. Reden was volgens hem vooral het zeer beperkte aanbod aan programma’s die in kleur werden uitgezonden en de immens hoge aanschafprijs van een KTV. En wat betreft de hoge prijs wist Jonkman er destijds aan toe te voegen dat inbegrepen was een bedrag van 700 gulden aan de zogenaamde weeldebelasting die aan moedertje Staat diende te worden afgestaan. Vervolgens werd ook de eigenaar van Radio Schut, gevestigd destijds aan het A-Kerkhof en tevens verkoper van televisies, benaderd om een reactie. Men stelde niet ontevreden te zijn, mede door een uitleenactie, waarmee klanten tijdelijk een kleurentelevisie thuis konden krijgen om te kijken of men toe was tot omschakeling van zwart-wit naar kleurentelevisie. Het bleek dat 15% van de leners tot aanschaf was overgegaan. In de Oude Ebbingestraat was destijds een aantal zaken gevestigd voor aanschaf van radio en televisietoestellen en een daarvan was de firma Thie. De directeur vertelde destijds in 1968 dat hij 65 toestellen had verkocht in het toen lopende jaar, maar hij voegde eraan toe dat er per jaar er wel duizend zwart/wit toestellen tegenover stonden. Hij voerde met zijn medewerkers wel een actie waarbij het mogelijk werd 250 gulden korting op de KTV te krijgen indien een zwart-wit toestel werd ingeleverd. Heel opmerkelijk als tijdsbeeld was dat er vooral kleurentelevisies door bejaarde mensen werden gekocht en het een typisch geschenk was voor een directeur die afscheid nam. En natuurlijk werden die ingenomen toestellen wel weer aan de man gebracht via een opkoopzaakje in de Haddingestraat. Dan was er destijds ook nog Radio Noord, nee niet de regionale omroep want die heette toen nog de RONO, maar een aan de Korreweg gevestigde winkel. Daar hadden ze, zoals destijds was te lezen in het Nieuwsblad van het Noorden, in de eerste periode dat KTV’s leverbaar waren, 31 exemplaren verkocht. En daar was de trend dat ze niet alleen aan de meer rijkere mensen een kleurentelevisie hadden verkocht want het tweede toestel dat men bij iemand thuis had geplaatst gebeurde bij iemand die op een patatauto reed. En de eigenaar van Radio Noord riep vooral de mensen die dachten dat de toestellen wel goedkoper zouden worden, toch naar de winkel te gaan om een toestel aan te schaffen, want de prijs zou volgens hem niet gaan zakken. Inmiddels weten we weel veel beter. Hans Knot, 3 april 2021
  6. hans knot

    Column Hans Knot: Juni 1966 (4)

    Het hebben van een goede radio en televisie was natuurlijk in het midden van de jaren zestig gewild bij een groot deel van de Nederlandse bevolking, hoewel het andere deel geen geld genoeg had een goed functionerend toestel aan te schaffen of behoorde tot die bevolkingsgroepen waar bijvoorbeeld het in bezit hebben van een televisietoestel streng verboden was. Andermaal neem ik je in mijn nostalgische column mee terug naar de maand juni 1966. Sommige lieden dachten op een wel heel goedkope manier in het bezit te komen van een of meerdere toestellen, hetgeen gebeurde door in te breken. In Groningen was dit het geval in het begin van de maand juni tijdens de nachtelijke uren van zondag op maandag. Er werden uit een pand van een groothandel in de Gelkingestraat diverse toestellen gestolen. Enkele dagen later was er in de avondkrant te lezen dat de inbraak bij de groothandel was opgelost door de recherche van de Groninger gemeente politie en dat liefst vijf personen waren gearresteerd. Ook meldde men dat men nog op zoek was naar een zesde verdachte. De inbraak werd gepleegd door drie 19-jarige knapen uit de stad Groningen. Van een van de personen werd het beroep -zeeman- genoemd en er aan toegevoegd dat het geen onbekende was binnen het politiekorps. Anno nu zal er gesproken worden over een veelpleger. Officieel kwam in het proces-verbaal te staan dat de drie jeugdige Groningers verdacht werden van de diefstal van 2 televisietoestellen en 11 transistorradio’s. De heren hadden snel gehandeld en ook een heler ingeschakeld, die trouwens ook snel werd opgepakt. Het bleek een 39-jarige Stadjer te zijn zonder beroep, immers was heler niet als beroep erkend. Ook een 26-jarige portier werd wegens heling in de kraag gevat. In de nacht van de diefstal waren de drie dieven eerst gezamenlijk in het pand actief, daarna werd door één van hen nogmaals twee keer naar het gebouw in de Gelkingestraat gegaan. Op 6 juni verrichtte de politie nog een arrestatie en wel van de 52-jarige monteur uit Den Haag, die werd verdacht van opzettelijke heling. Het uithangbord op het gebouw was trouwens ook opmerkelijk: Groothandel D’Ancona, juist de vader van de welbekende Jacques D’Ancona. Het was begin juni 1966 ook een onplezierige boel in het televisiewereldje in Hilversum. Zo werden er twee omroepsters van de VARA ontslagen en wel Jetta van Leeuwen en Elles Berger. Ze hadden nog een paar maanden te gaan want het ontslag ging in op 1 oktober 1966, de start van wat toen het wintertelevisieseizoen werd genoemd. Als reden van de ontslagen werd aangegeven omdat hun werk in de toekomst kwam te vervallen. De VARA leiding had namelijk besloten het voorbeeld van de Britse ITV, het commerciële net, te volgen waarbij de diverse programma’s zich gingen opvolgen zonder dat er aankondigingen tussen zouden zitten. De van origine Groninger Joop Smits, die ook incidenteel programma’s aankondigde naast ander werk voor de arbeidersomroep, bleef wel in dienst en kondigde, buiten beeld, af en toe een programma aan. De andere, toen actieve omroepen, meldden niet van plan te zijn het idee van de VARA te volgen. Wel was er een verandering bij de KRO want Hannie Lips, bij de toen jeugdigen beter bekend als tante Hannie, besloot na een loopbaan van 12 jaar, haar ontslag te nemen. Op zaterdag 2 juli 1966 nam ze inderdaad afscheid van de kijkers in het programma ‘Het gulden schot’. Hannie heette inmiddels Scholten-Lips en stelde dat haar besluit niets te maken had met de veranderingen bij de VARA maar dat haar beslissing te stoppen bij de omroep al lange tijd bekend was. Na 12 jaar voor de camera werd het voor haar meer tijd om zich terug te trekken. Er was nog een reden om te stoppen met het omroepwerk namelijk dat ze haar echtgenoot, die een groothandel in kunstnijverheidsartikelen had, ging helpen met het vele werk. Wel stelde ze dat het niet een definitief einde bij de KRO hoefde te betekenen daar de leiding van de omroep had aangegeven dat er voor haar een mogelijkheid bleef bestaan om ander werk voor radio en televisie te doen. In huize Knot staat heel vaak muziek aan. Een grote variatie aan muziek is er in de loop van de afgelopen 57 jaar verzameld en gekoppeld aan de muziek komt er dan soms weer wat bovendrijven. We hadden de cd ‘Come swing with me’ van Frank Sinatra aan toen de herinnering terug kwam dat in de jaren zestig van de vorige eeuw hij nogal eens negatief in het nieuws kwam. Zo was in de kranten op 10 juni 1966 terug te vinden dat er een vuistgevecht zou zijn geweest, waarbij Sinatra ook betrokken was. Dit zou zijn gebeurd in een luxueus restaurant in Beverly Hills. De zanger had zelf een blauw oog opgelopen maar de persoon, waarmee hij op de vuist zou zijn gegaan, kwam er slechter van af. Niet alleen werd deze buiten bewustzijn maar ook met een schedelbreuk naar een ziekenhuis gebracht. De politie maakte bekend dat nog niets duidelijk was en dat er uitgezocht diende te worden wie met het vechten was begonnen. De tegenstander was naar de tafel, waar onder meer Sinatra en Dean Martin aanzaten, gegaan omdat hij vond dat er veel te veel lawaai werd gemaakt. Aangezien Sinatra vaker betrokken was bij vechtpartijen kwam het al weer snel in de dagbladpers. Zijn tegenstander was de toen 54-jarige Fred Weisman en volgens andere aanwezigen had hij Sinatra in het gezicht geslagen, waarna de vlam in de pan sloeg en anderen mee begonnen te vechten. Pas bij binnenkomst van de politie werd het gevecht gestaakt. Uiteraard werd in de daarop volgende dagen volop gesuggereerd over het voorval waarbij een woordvoerder van Sinatra beweerde dat de zanger niet de aanvallende partij was geweest. Opmerkelijk feit was wel dat Frankie Boy spoorloos was en dat dagen lang zou blijven. Hans Knot, 27 februari 2021
  7. hans knot

    Column Hans Knot: Etherpiraten

    Etherpiraten zijn er eigenlijk al sinds de beginjaren van de radio, het uitzenden van radiosignalen zonder het in het bezit hebben van een vergunning. In de jaren vijftig tot en met het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw waren ze overal in Nederland volop actief, daarna waren deze illegale stations minder in getale aanwezig. Het laatste decennium, met de komst van de mogelijkheid tot het starten van een eigen internetstation, waardoor men niet in problemen kan komen met de autoriteiten zoals voorheen het geval was, zijn er nog maar weinigen over. In de loop van de verschillende decennia hebben tal van journalisten zich gebogen over de reden waarom vele mensen zich gingen bezig houden met etherpiraterij door een eigen zender aan te schaffen, dan wel te bouwen, en tussen enkele uren en hele dagen de zender te laten draaien. In de maand februari 1973 kwam er andermaal een aantal gegevens naar buiten waarbij de vraag naar voren kwam of de steeds maar toenemende aantal geheime zenders een gevolg was van de toenemende werkloosheid in die periode, met name in de drie noordelijke provincies. Gegevens van Het Loodswezen in Delfzijl telde aan de hand van politierapporten in de maand januari van dat jaar reeds 49 verschillende zenders in de provincie Groningen. Soms waren er zelfs vier tegelijk in de ether, waarbij mag worden aangenomen dat op een dergelijk moment niet alle actieve stations werden opgemerkt. Zestien maal klaagden medewerkers van het loodswezen in januari 1973 bij de politie. Men stond niet alleen want recherchegroepen van de Rijkspolitie en de radiodienst van de PTT peilden steeds meer ethervervuilers, die met hun uitzendingen niet alleen het loods- en reddingswezen stoorden, maar ook het televisiekijkend publiek. In sommige dorpen zaten, volgens de toenmalige adjudant Hofman van de Rijkspolitie, wel tien verschillende zenders. Afbeelding: één van de studio's die gebruikt werden voor opname programma's Radio Nolan en Radio Groningen in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw (foto Paul de Haan) Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de etherpiraten met de toekomst mee gingen daar een aantal al de middengolfbuizenzender aan de kant had gezet en vervangen door FM-zenders, die met hun vermogen toch een afstand konden overbruggen van rond de 50 kilometer. Aangaande de storing op televisietoestellen waren het vooral bewoners van aanpalende huizen, waar de antennemast van de etherpiraat was opgesteld. Zodra de zender aanging verschenen er dikke strepen op het beeldscherm van hun televisietoestel. Uiteraard betekende dit direct verlies aan kijkgenot. Als het ging om de drie noordelijke provincies waren het vooral het Groninger Westerkwartier en zuidwest Drenthe waar vele etherpiraten actief waren in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het was niet alleen het Loodwezen dat last had van de illegale radiostations, ook andere stations, die bijvoorbeeld contacten onderhielden met de scheepvaart, werden op hun toegewezen werkgolven gestoord, dat stagnatie in verbindingen betekende. De conclusie was trouwens dat de werkloosheid niets te maken had met het grote aantal etherpiraten. Mensen, die actief werden als etherpiraat, konden rond die tijd heel goedkoop aan de nodige apparatuur komen. In de jaren zestig van de vorige eeuw was er trouwens meerdere malen op grootse wijze actie ondernomen door de autoriteiten en wel met duidelijk resultaat. Er werd door de autoriteiten zelfs gesproken over een slachting die was uitgevoerd. In de provincie Groningen waren eind jaren zestig bijna geen middengolfzenders meer te beluisteren. Daar tegenover stond dat het aantal beoefenaars van illegale zenders in Friesland enorm was toegenomen. Een woordvoerder van de Rijkspolitie schatte op dat moment dat er in Friesland minimaal 30 krachtige middengolfzenders actief waren. En men bleef actief met het opsporingsbeleid want betreffende het jaar 1972 kan worden vermeld dat alleen al in de provincie Groningen meer dan dertig succesvolle invallen waren gedaan waarbij zenders het zwijgen werd opgelegd en in alle gevallen de zendapparatuur in beslag was genomen. De woordvoerder van de Rijkspolitie meldde dat aan vele van deze illegale piraten het advies was gegeven een eenvoudig examen te doen, waardoor – bij het verkrijgen van een licentie - legale uitzendingen konden worden verzorgd. Uiteraard hadden de etherpiraten een totaal ander idee over radiotransmissie. Hans Knot, 20 februari 2021
  8. hans knot

    Column Hans Knot: Juni 1966 (2)

    We gaan verder waar we de vorige keer zijn geëindigd, namelijk in de eerste week van de maand juni 1966. Het zijn van die kleine, maar toch vermakelijke berichtjes die uit het archief tevoorschijn komen bij de voorbereidingen van deze rubriek. Zo werd in het Nieuwsblad van het Noorden, dat 6 dagen per week destijds in de avonduren werd bezorgd, aangekondigd dat medewerker K.J. Marsyla uit Delfzijl de laatste nieuwtjes had doorgespeeld van het ‘piratenfront’. Zo deelde hij mede dat een nieuw station, Britain Radio, met rustige muziek was te beluisteren, terwijl het zusterstation Swinging Radio England popmuziek verspreidde. Daarbij vermeldde hij dat Britain Radio haar signaal uitzond via de 227 meter (1320 kHz) , in de buurt van de signalen van Radio Bremen en Hilversum III. Swinging Radio England had hij gehoord op de 355 meter (845 kHz). Hij noemde het Engelse radiostations, maar in werkelijkheid waren het door ondernemende Amerikanen gerunde stations. Ook zou enkele weken later beide stations van frequentie ruilen. Marsyla had ook gemeld dat volgens een aankondiging van één van de deejays er met een gezamenlijk vermogen van 110 kW werd uitgezonden. Dit gezamenlijke vermogen is door technische problemen echter nooit gebruikt. In de avonduren werd op laag vermogen door beide stations uitgezonden, dit om interferentie met andere radiostations in Europa te voorkomen. Tenslotte meldde hij in het bericht dat ontvangstrapporten gestuurd konden worden aan Curzon Street 32, Londen-W I-Engeland. In ieder geval was het voor vele jongeren in noord Nederland tijd om op beide radiostations zo nu en dan af te stemmen. Ikzelf heb daar nooit spijt van gehad omdat beide radiostations mij zondermeer konden bekoren. In Brazilië was men er al vroeg bij als het ging om de eerste televisie-uitzending. Op 18 september 1950 werd het televisiestation in Sao Paulo, PRF3 TV Tupi kanaal 3, officieel ingehuldigd. Dit gebeurde door het geven van de zegeningen van de katholieke bisschop van de stad en de uitzending van een amusementsprogramma om 9 uur in de avond. Het was een show van een uur, en toen deze voorbij was verdween het station uit de ether, om de uitzendingen pas de volgende avond te hervatten. Gelijk aan andere landen waar de introductie van televisie plaatsvond, werd in de beginperiode vooral gekeken in de etalages van winkels, waar de peperdure apparaten aan stonden, vooral om beelden te laten zien van de voetbalwedstrijden die op het beeldscherm verschenen. Vele jaren later kwam de televisiewereld van Brazilië in de wereldpers met een groot schandaal. In begin juni 1966 bleek dat het bureau voor de bescherming van minderjarigen in Rio de Janeiro bij een kinderrechter een verzoek had ingediend om deelneming van minderjarigen aan radio- en televisieprogramma's te verbieden. Dit verzoek volgde op de ontdekking van een seksschandaal, waarbij 200 personen uit de showbusiness en ruim 50 minderjarige meisjes waren betrokken. In verband met het schandaal werd in eerste instantie aan negen personen, onder wie enkele bekende presentatoren, een zanger en een discjockey, een verbod opgelegd om op te treden voor minderjarig publiek. Zij werden ervan verdacht minderjarige meisjes tot prostitutie te hebben gebracht. In een latere instantie volgden meer straffen. Het schandaal kwam aan het licht toen in de maand april 1966 vele minderjarige prostituees werden gearresteerd die de politie van Rio de Janeiro meedeelden dat zij via de televisie op het slechte pad waren geraakt. De autoriteiten schatten destijds in dat er veel meer meisjes bij het schandaal waren betrokken dan het vijftigtal, dat tot op dat moment onder voogdijschap van het eerder genoemde bureau voor de bescherming van minderjarigen was geplaatst, dit na op tippelen betrapt te zijn. Onder hen waren zelfs enkele meisjes van nog geen 14 jaar. In alle gevallen werden de eerste contacten met de meisjes in en rond de radio- en televisiestudio’s gelegd. Volgens de directeur van het bureau zochten de presentatoren aantrekkelijke jonge meisjes, meestal uit de provincie, uit voor bijwoning van shows. Na de shows werden de meisjes aan de artiesten voorgesteld, waarna de avond werd voortgezet in privéwoningen en bars. De meisjes vervielen van kwaad tot erger en raakten tenslotte op straat. Het heeft mij destijds erg geschokt bij het lezen van de berichtgeving en achteraf gezien beschouw ik dit ernstige voorval het eerste dat ik mij herinner inzake misbruik bij minderjarigen. Van Brazilië keren we terug naar Nederland met meer berichten die ik bewaarde uit de maand juni 1966. Het bestuur van de Unie, een school met den bijbel in Den Haag, maakte bekend in overleg te gaan met de vereniging tot steunverlening aan het vrije christelijk onderwijs buiten Nederland. In het najaar van 1966 werd daarvoor een actie opgezet ten behoeve van dit onderwijs via radio- en televisie onder de noemer ‘De schoolslag’. Gedacht werd aan een collecte waarbij projecten in vijf werelddelen van konden worden gefinancierd. Voor financiële ondersteuning waren daarvoor aanvragen binnen gekomen uit onder meer Indonesië, Pakistan, Ghana, Kenia, Israël, Kongo en Suriname. Ook werd bekend gemaakt dat de actie, waarvan de slogan ‘Als Nederland de Schoolslag wint gaan de deuren open voor het kind’ was, zou worden ondersteund door acties via radio en televisie. De start werd gepland in november waarbij de NCRV bereid was de uitzendingen te verzorgen. In de zomermaanden werd het voorbereidende werk gedaan doordat een cameraploeg de eerder genoemde landen deels zou bezoeken om de situatie in beeld en geluid vast te leggen. Het convent van het christelijk onderwijs, waarin alle organisaties, van kleuteronderwijs tot middelbaar onderwijs, destijds waren vertegenwoordigd, had zich achter deze actie-school-slag geplaatst, terwijl ook een nationaal comité van aanbeveling was gevormd, waarin onder meer. zitting hadden de ministers Smallenbroek en Biesheuvel, leden van de Raad van State, Eerste en TweedeKamer. Maar niet alle christelijke kerkgenootschappen waren blij met plannen voor de actie: https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:Wekker,19661118:newsml_5028b47aa98f2ad5b8f164068ed7b633 (Wordt vervolgd) Hans Knot, 13 februari 2021
  9. Goed nieuws was er zeker in de maand januari 1979 voor dames die zich actief wensten bezig te houden binnen de horeca in Groningen. Er kwam een einde aan de discriminatie van vrouwelijk personeel in de Dranken Horecaverordening van de gemeente. Tot op dat moment dienden vrouwen volgens deze verordening toestemming van burgemeester en wethouders te hebben om te mogen werken in horecabedrijven. Veel gemeenten kenden een dergelijke bepaling, die ooit in de verordeningen werd opgenomen om ongewenste animeer-activiteiten eventueel de kop in te kunnen drukken. In antwoord op schriftelijke vragen van raadsleden werd vanuit het college van Burgemeester en Wethouders in de herfst van 1978 al gesteld dat deze verouderde bepaling, wat hen betrof, geschrapt mocht worden. De behandeling van het voorstel had behoorlijk lang geduurd en dat kwam omdat voornoemd college verplicht was om de Kamer van Koophandel en de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid om advies diende te vragen. Beide instanties gingen akkoord met de intrekking van de omstreden artikelen. Het ging in het begin stapsgewijs dat er meer vrouwen werden geconstateerd werkzaam binnen de horeca, maar inmiddels hebben zij al lang een ruime meerderheid onder het personeel. In januari 1979 kwamen de toen actieve omroepverenigingen, zoals gebruikelijk aan het begin van het jaar, met cijfers naar buiten aangaande het ledenaantal. Het was een verplichting in de wet vastgelegd. Het bleek dat van de toen actieve, acht, omroepen er alleen in het voorgaande jaar een ledenverlies was te melden bij de VPRO, die uitkwam op 193.647 leden. Er bleek een verlies geleden te zijn van 1080 leden. Er was natuurlijk ook sprake van de zogenaamde ‘tientjesleden’, zijnde die personen die geen aanspraak maakten op het wekelijks ontvangen van het omroepblad. Het bleek dat de Evangelische Omroep 85.000 van dergelijke leden had in 1978. Als het ging om de omroep met de meeste nieuwe leden dan was het de VOO waar men 37.000 nieuwe leden inschreef. De AVRO was in dat jaar de grootste omroep met liefst 785.357 leden. In januari 1979 was het toenmalige Freewave Magazine een half jaar jong. Anno 2020 wordt het nog steeds gepubliceerd als Freewave Nostalgie. Het leek me leuk eens te kijken wat er in januari 1979 bijvoorbeeld in een artikel was te lezen. Ik heb de keuze gemaakt aan een verhaal over stations, die vanuit andere landen, zich voor de Tweede Wereldoorlog richtten op het Britse luisterpubliek. Toen in 1964 Radio Atlanta en Radio Caroline begonnen met hun uitzendingen voor het Engelstalige luisterpubliek leek dit een nieuwe ontwikkeling te zijn in het zo conservatieve Engeland. Ja, CNBC had het dus al eerder geprobeerd in 1961, maar het ontvangen signaal was zeer slecht en in een heel klein deel van de oost-zuid kuststrook te ontvangen. Commerciële radio, naast de monopolypositie van de BBC, was in die tijd gewoon onmogelijk . Geheel waar is dit niet te noemen, commerciële radio was al veel eerder geïntroduceerd in Engeland. Reeds in 1925 werd voor het eerst een commercieel radioprogramma uitgezonden vanuit Parijs. Het werd verzorgd door Radio Paris, een station welke uitzond vanaf de Eifeltoren. Het was een soortement van modepraatje, dat werd gesponsord door het warenhuis Selfridges. Helaas kreeg de show niet genoeg publiciteit in de kranten en slechts drie luisteraars schreven na de uitzending aan Radio Paris een brief waarin stond dat men de uitzending had ontvangen op hun kostbare ontvangsttoestellen. Twee jaar later, in 1927, werd er een uitzending verzorgd vanuit Hilversum, bestemd voor ontvangst op de Britse Eilanden. Het was de eerste van een serie uitzendingen welke werd betaald door Kolster Brandes, een firma die handelde in radiotoestellen. Maar het duurde echter nog een aantal jaren voor het allemaal goed begon te lopen . Captain L. Plugge, die in 1925 het modepraatje via Radio Paris verzorgde, richtte de International Broadcast Company op en enige jaren eerder, in 1929, startte Radio Toulouse haar eerste gesponsorde shows in het Engels, welke betaald werden door enkele platenmaatschappijen. In 1931 startte de lBC haar uitzendingen via Radio Normandie. De programma's bestonden uit een serie van 15 minuten durende shows welke diverse malen per dag werden uit gezonden. Eind 1932 waren er in totaal 21 Engelse ondernemingen die shows via Radio Normandie lieten uitzenden. Dit varieerde van sigarettenfabrikanten tot leveranciers van motoren. In 1935 werd er al meer dan f 400.000,-- aan reclamezendtijd gekocht terwijl dit in het boekjaar 1938 was gegroeid tot een bedrag van f 1.700.000,-- . De IBC experimenteerde met uitzendingen vanuit verschillende zenders in Europa, onder meer vanuit Spanje, Ierland, Nederland en Frankrijk. Maar het meest belangrijke station in die tijd was wel Radio Normandië, alhoewel Radio Luxembourg ook tot de grotere stations behoorde. Eerstgenoemde kreeg haar naam in 1929, nadat het station eerst als Radio Fécamp in de ether was gehoord en was vernoemd naar de locatie vanwaar men de programma’s verzorgde. Om meer luisteraars te trekken besloot men een sterkere zender te laten bouwen in Lowetot. De organisatie groeide zeer snel en men richtte eigen kantoren en studio’s op in Londen, waar de programma’s werden opgenomen. Tegen het einde van de dertiger jaren van de vorige eeuw had men niet alleen 180 mensen in dienst maar beschikte men ook over voor die tijd grote, goed uitgeruste, reportagewagens. Zo werden door geheel Engeland locaties bezocht met de zwart gespoten auto’s, met daarop in grote letters: Radio Normandie. Niet alleen werden concerten vastgelegd maar ook de topsterren van dat moment. Namen als: ‘The Two Lelies’, ‘Eve Becke’, ‘Les Allen’ en ‘Sam Browne’, die luisteraars van nu niets zullen zeggen. Het grote succes achter de IBC was echter de oprichting van de vriendenclub in 1932. Het lidmaatschap was gratis en in 1939 telde men ruim 320.000 leden. Het andere grote station, dat op dat moment op het vaste land van West Europa uitzendingen verzorgde gericht op Groot Brittannië, was Radio Luxembourg, dat in 1933 van start was gegaan. De eerste programma’s, die werden uitgezonden, waren vergelijkbaar met die van de IBC, via Radio Normandië. De overkoepelende organisatie achter Luxembourg was Compagnié Luxembourgeoise de Radiofussion. De zenders stonden opgesteld op een heuvel in Junglinster en waren verbonden door een lijnverbinding met de studio's in het centrum van de stad Luxemburg. De eerste 2 sponsoren waren Zum Buh en Bile Beans, de derde adverteerder was de sponsering van de Irish Hospital Sweepstakes . Een der eerste presentatoren was Charles Maxwell en wel op freelance basis voor een bedrag van 10 Britse Ponden per week. De programma's waren op zondag opgenomen op platen in London, vanwaar ze werden verscheept naar Brussel en vervolgens per trein naar Luxembourg werden vervoerd. Een der meest belangrijke shows in de beginjaren was wel het 30 minuten durende programma gesponsord door Ovaltine, een programma vol muziek van het Ovaltine Symfonie Orkest en de Ovaltineys, die voor de zang zorgden. De reden waarom Radio Luxembourg zoveel populariteit verwierf lag vooral in het feit dat de BBC op zondag praktisch geen lichte muziek uitzond. Natuurlijk ontstond er bij de BBC en de regering in Engeland enige jaloezie en tevens plannen om maatregelen te nemen tegen deze stations. Toen RTL op de lange golf begon uit te zenden was dit de enige golflengte welke niet viel onder het Verdrag van Praag uit 1929. De minister van ‘The Post Office’, verantwoordelijk voor radiotransmissie, ging in protest tegen het feit dat Radio Luxembourg gebruik maakte van een golflengte, waarvoor men geen toestemming had . Dit protest werd gedeponeerd bij The International Telecommunications Union. Dit protest had geen succes evenmin de pogingen van de Britse regering en die van Frankrijk en Luxemburg te bewegen de uitzendingen van zowel Radio Normandie als die van Radio Luxembourg stop te zetten. Het enige middel was om te verhinderen dat bepaalde uitzendingen via telefoonlijnen vanuit Engeland naar de stations werden doorgestuurd. Iets dat ook prompt werd verhinderd. Tenslotte werden de uitzendingen wel stopgezet en wel bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog. De meeste stations en zenders in de diverse landen werden door de Nazi’s vernietigd, uitgezonderd de zender van Luxembourg, welke een pracht middel werd voor Hitler om zijn propaganda over te brengen naar Engeland. Geen van de lBC stations startte na de Tweede Wereldoorlog opnieuw, alhoewel men bij de lBC begon met de oprichting van een productiemaatschappij, gespecialiseerd in het maken van commercials. Ik wens alle lezers, ondanks de opgelegde belemmeringen, een goede Kerstperiode en voorspoed in 2021. Medio januari zal de column terugkeren. Hans Knot, 19 december 2020
  10. Terugdenkend aan januari 1979 komt direct in mij op dat het een van de meest winterse jaarwisselingen was geweest, die ik achter de rug had. Overal in West Europa was er heel veel sneeuw gevallen, waren bussen boordevol en konden sommige plaatsen niet worden bereikt. Ook de Spoorwegen hadden veel meer reizigers in de treinen, hoewel dat een vijftal dagen later werd ontkend. Ook in de nadagen van 1978 was er al veel sneeuw gevallen en bovendien had het stevig gevroren. De schaatsen waren al lang uit het vet gehaald en opgespoten, en dus bevroren, weilanden en grasvelden zorgden al voor veel vertier. Zachtjes aan werd er al gedacht aan de grotere lange afstand schaatswedstrijden. Helaas werd in de begindagen van het nieuwe jaar bekend gemaakt dat een aantal van deze wedstrijden zeker niet doorging. De enorme hoeveelheid sneeuw, die gevallen was, had slechte invloed op de ijsvorming en lieten het niet toe grote hordes schaatsers in wedstrijdverband te laten deelnemen. De jaarwisseling was in vele plaatsen, ondanks het ijskoude weer, reden genoeg om de nodige zaken te verslepen, vuurwerk af te steken en vooral – en dat was iets dat typisch in de jaren zeventig ernstige vormen aannam, rellen te veroorzaken. Maar ook vielen er altijd wel grappige momenten te benoemen. Zo was het de vrijgezellenclub Vesuvius uit het Friese Elsloo die op zaterdag 30 december 1978 de vrije provincie ‘Stellingwarf’ had uitgeroepen. Een klein dorpje destijds met rond de 500 inwoners en niet te verwarren met het dorp in Zuid Limburg met dezelfde naam. Het uitroepen van een eigen provincie, zo vond het bestuur van de vrijgezellenclub, was nodig omdat de Friezen aan de Saksisch sprekende gemeenten Oost- en Weststellingwerf de voor hen vreemde Friese taal wilden opdringen. En er werden dreigingen aan toegevoegd en wel dat zo nodig leden van Vesuvius bereid zouden zijn om te vechten. De officiële aankondiging viel die zaterdagochtend plaats in café Hoogeveen in Elsloo en volgens woordvoerder Henk Schurer mocht het uitroepen van een eigen provincie door de Vesuviusleden niet worden gezien als een onschuldige Nieuwjaars grap. Men zou serieus van plan zijn geweest te voorkomen dat hen een vreemde taal werd aangeleerd. Hij voegde eraan toe dat, waar nodig, vele acties zouden worden georganiseerd om dit te voorkomen. Schurer meldde tijdens de bijeenkomst dat er in de persoon van de heer Kastelijn, voorzitter van Plaatselijk Belang in Elsloo, al een eigen commissaris van de Koningin was benoemd. Daarnaast was een ambassadeur benoemd, die als taak onder meer kreeg zich te infiltreren in het bestuur van de Algemene Friese Onderwijscommissie, die verantwoordelijk was voor het geven van cursussen in de Friese taal. Uiteraard hadden we in 1979 met een Nieuwjaars grap te maken, een gezonde manier een wens onder aandacht te krijgen. Vermakelijk is eens op deze internetpagina een blik te werpen: https://stq.wikipedia.org/wiki/Stellingwerf Een minder grappige gebeurtenis, maar wel een die veel publiek trok, vond nieuwjaarsnacht 1979 in het Zeeuwse Axel plaats. Een man zorgde namelijk voor veel opwinding toen hij, klaarblijkelijk in overspannen toestand, een poging ondernam het topje van de toren van de Gereformeerde kerk te bestijgen. De politie schakelde een broer van de man, als ook een maatschappelijk werker, in om de beklimmer te overtuigen weer naar beneden te komen. Zoals eerder gemeld was het een ijskoude tijd maar toch duurde het bijna zes uur voordat uiteindelijk de persoon in kwestie weer naar beneden kwam. Daarna heeft een arts zich over hem ontfermd en werd hij naar een psychiatrische kliniek gebracht. Natuurlijk in deze column, zoals gebruikelijk, aandacht aan radio want er was in de eerste week van januari 1979 in de diverse kranten informatie te vinden over de plannen van de overheid een einde te kunnen maken aan de ‘etherpiraterij’. Via deels onduidelijke informatie was het de toenmalige staatssecretaris, Nelie Smit-Kroes die bekend maakte dat het kabinet werkte aan een nieuwe systeem voor het radio-zendamateurisme, dat een einde zou betekenen voor de etherpiraterij in Nederland. Ik hoor de echter radio-zendamateurs, diegene die een officiële licentie bezitten, al weer zuchten en denken. Immers werd deze groep onterecht naar voren gebracht in verband met etherpiraterij. Zo stelde Smit-Kroes onder meer dat er plannen waren om vanaf het voorjaar 1980 een speciaal daarvoor vrijgemaakte amateurband ter beschikking zou worden gesteld, waarvoor de gebruikers geen vergunning meer nodig zouden hebben. Men hoefde alleen te beschikken over de juiste, goedgekeurde, apparatuur en een machtiging voor gebruik aan te schaffen. In 1979 was het zenden via de 27 Mc, ofwel via het bakkie, nog strafbaar. Straffen konden oplopen tot maximaal 5 duizend gulden boete en zes maanden gevangenisstraf, zo meldden sommige kranten. Ook daar dient de aantekening te worden gemaakt dat dit vooral ging om overtredingen die met hoogvermogen werden uitgevoerd in de FM- en AM-band door muziekpiraten. Tevens werd naar buiten gebracht dat in de periode 1974-1978 door de Radio Controledienst, toen verantwoordelijk voor het opsporingsbeleid, meer dan tienduizend zenders van allerlei soorten in beslag waren genomen. Desondanks was er in bijvoorbeeld 1978 een enorme toename gemeten aan de hoeveelheid aan personen die zich met etherpiraterij bezig hield. Hierbij werd gesteld dat dit vooral kwam omdat het verkrijgen van een licentie voor zend-amateurisme veel leertijd en dus wachttijd kostte. Ook werd er direct een prijs genoemd hoe duur de nieuwe apparatuur ongeveer ging kosten, namelijk rond de 300 gulden. Dan ging het om een goedgekeurd apparaat dat een beperkt vermogen had en waarbij gegarandeerd kon worden dat storingen in het etherverkeer zoveel mogelijk beperkt werden. Ook verscheen Smit-Kroes in Brandpunt, het toenmalige actualiteitenprogramma op de KRO-televisie. Zo wist ze te melden dat met ingang van 1980 het niet alleen voor mensen het in bezit hebben van illegale apparatuur strafbaar zou zijn maar ook het voor de handelaren in bezit hebben van illegale apparatuur strafbaar zou worden gesteld. Wel verwachtte ze dat de invoering van de goedgekeurde apparatuur tot gevolg zou hebben dat Nederlanders massaal een vergunning zouden gaan aanvragen en dat binnen 10 jaar er zeker 1 miljoen mensen in de Nederlandse ether actief zouden zijn. Zelf was ik in de eind jaren zeventig lid van de Whiskey Oscar Group, een grote groep met illegale zenderbeoefenaars, die tot doel had vele landen op grote afstand te bereiken. Op zich een heel feest om iedere zondagochtend rond vijf uur al achter de zender te zitten en bij goede condities zo veel mogelijk amateurs in de Verenigde Staten en het Caribisch gebied te bereiken. Na de legalisering, mede gezien de eventuele hoge strafeisen, was dit deel van de hobby voor mij verleden tijd en zijn het alleen de herinneringen die zijn gebleven. Volgende week, 19 december, is de laatste column van 2020 die wordt gepubliceerd. Tijd voor een korte pauze waarna in januari de column zal terugkeren. Hans Knot, 12 december 2020
  11. hans knot

    Column Hans Knot: Januari 1978

    Op deze 4de december is het tijd om eens te duiken in de archieven om te zien wat ik zoal verzamelde aan knipsels en aantekeningen in de maand januari 1978. Dat was een half jaar voordat ik hoofdredacteur werd van Freewave Media Magazine, inmiddels al sinds 2014 jaar bekend als Freewave Nostalgie. In de maand januari 1978 stond er op radiogebied een onderwerp wel heel centraal en wel naar aanleiding van een bericht uit de burelen van de auteursorganisatie Buma-Stemra. Daaruit werd duidelijk dat door de directie van deze organisatie bij de diverse publieke omroepen erop aan was gedrongen om medewerkers, speciaal de deejays, te verzoeken de banden met platenfirma’s en muziekuitgeverijen te verbreken. Men vond vanuit bovengenoemde organisaties dat vanuit de omroeporganisaties veel sterker diende te worden toegezien op het niet vermengen van private en gemeenschappelijke belangen, zoals die in de toenmalige Omroepwet waren vastgelegd. De toenmalige directeur Willemsen van de Buma-Stemra sprak van vervalsing en oneigenlijk gebruik van auteursrechten. Volgens hem ontving zijn organisatie regelmatig klachten van auteurs en artiesten, die door bepaalde muziekuitgeverijen en/of platenmaatschappijen geweigerd werden als men er niets tegenover wenste te stellen. Zo merkte hij op dat in landen als de Verenigde Staten, Engeland en West-Duitsland al vele jaren eerder in dat opzicht maatregelen waren genomen. Willemsen stelde destijds in een uitgelekte brief onder meer dat er is in ons land sprake was van een vrije programmasamenstelling. Het diende volgens hem dus onmogelijk gemaakt te worden dat er platen werden geproduceerd en uitgebracht waarbij een commercieel gebonden presentator, of wie dan ook binnen de omroepen, er financieel van beter zou worden. Uiteraard bleven reacties vanuit Hilversum niet uit. Zo werd vanuit de NOS burelen gemeld dat men hoog verbaasd was over de uitspraken mede daar er nooit bewijs was geleverd van commerciële gebondenheid van de omroepmedewerkers. Het bleek verder onder meer dat de toenmalige AVRO-directeur Siebe van der Zee direct in de pen was geklommen en nadere uitleg van de heer Willemsen had gevraagd, dat plaats had te vinden in een gesprek waarbij meer helderheid diende te worden verschaft over wat hij zoal had beweerd. Op zich waren de opmerkingen vanuit de Buma/Stemra niet nieuw te noemen want in meerdere krantenartikelen en andere uitingen werd er vanuit voornoemde organisaties al jaren lang geklaagd over de dwarsverbindingen die zowel radio- als televisiepresentatoren met de platenindustrie zouden hebben. Willemsen baseerde daarbij zijn mening op diverse klachten die waren binnengekomen van artiesten. Zo werd er hen duidelijk kenbaar gemaakt dat ze pas in een programma mochten optreden als ze een volgende plaat lieten opnemen bij de maatschappij waar de deejay commerciële banden mee had en uit welk repertoire deze zoveel mogelijk putte om zijn programma’s te vullen. In een ander interview had Willemsen al eens aangegeven dat hij 5 presentatoren kon noemen die een eigen muziekuitgeverij hadden. Zo stelde hij in een GPD interview: “De insiders weten het, maar het is zo moeilijk om een waterdicht bewijs te leveren. Echter, de klachten van onze leden zijn er wel. De vrije toegang tot de ether wordt belemmerd door makers van programma's die een artiest pas willen opnemen als ze een joint venture met hem afsluiten. En daar maken we ons ernstig zorgen over.” Er zat nog meer dwars in de mening van Willemsen ten opzichte van de omroepen want volgens hem stond er nergens in de standaardcontracten, die presentatoren met de omroeporganisaties destijds hadden, dat het hen verboden was commerciële banden te hebben met de platenindustrie. En daarmee verschilden dergelijke contracten met die in andere landen werden getekend. Daarin was het verbod wel opgenomen. Bij de NCRV gaf men in januari 1978 ook aan dat er geen wantoestanden waren te noemen binnen hun team van presentatoren en dat men van Willemsen meer concrete informatie verwachtte. Vanuit de VARA kwam ook een reactie waarbij er binnen deze omroep ook totaal geen sprake kon zijn van commerciële bindingen en als dat wel het geval zou zijn dan zou een arbeidsovereenkomst direct worden ontbonden. En het was zeker niet de eerste en vooral niet de laatste keer dat het onderwerp ‘commerciële banden radiopresentatoren’ aan bod kwam. Vele malen zou dit, in welke vorm dan ook, de publiciteit halen. De omroepen gingen veel later over stag door elke vorm van eventuele gebondenheid met de commercie te voorkomen door het aanstellen van de zogenaamde muzieksamenstellers, die vooraf aan een aanstelling uitgebreid gescreend werden op een eventuele band met een of meerdere grammofoonplatenmaatschappijen. Interessant onderwerp? Probeer eens het boek ‘Buma/Stemra, sedert 1913. Een geschiedenis’ door Cor Witbraad in handen te krijgen. Het werd in 2007 uitgebracht door de Walburg Pers in Zutphen. Voor een recensie van dit boek: https://www.hansknot.com/buma.htm Over de Buma/Stemra en de zeezenders schreef ik eerder: https://www.mediapages.nl/zeezenders/meer-zeezenders/294-de-zeezenders-en-buma--stemra Hans Knot, 5 december 2020 Dit jaar zal nog een column verschijnen op 12 en een op 19 december, waarna in januari 2021 Hans Knot weer zijn pen zal oppakken.
  12. hans knot

    Column Hans Knot: Juni 1970

    Laten we eens kijken wat ik zoal aan aantekeningen heb bewaard over de maand juni 1971 en dan niet alleen op het gebied van mijn geliefde radio maar ook over andere onderwerpen. Allereerst komt een korte notitie naar boven van 30 juni waarin staat te lezen dat Amerikaanse Senaat met algemene stemmen, dus met hamerslag, had besloten dat in de toenmalige toekomst de financiering van Radio Liberty en Radio Free Europe zou gaan geschieden via directe overheidsgelden. Voorheen was de financiering geschied door de CIA. Beide stations richtten zich in die tijd vooral op de toenmalige Oostbloklanden en vooral de Sovjet Unie. In ons land werd kortweg gesproken over de stations die als Radio Vrij Europa bekend stonden. Op de laatste dag van juni was de VPRO actief met het programma ‘Pik-Nik’, gelijk aan de zomer van 1970. Via de televisie was er die avond aandacht via een live-uitzending vanuit Noord Holland onder de noemer ‘VPRO Campus’. Zo kregen we onder meer te zien wat de functie van water was voor velen van de inwoners. Tevens was een aflevering te zien van de serie ‘Bettie Boop’ en trad een aantal popgroepen live op in het programma. Eén van die groepen was het al vijf jaar actieve bandje ‘Slade’ uit Engeland dat op dat moment net op punt van doorbreken stond in ons land en vele hits zou gaan scoren. Een paar dagen eerder, op zondag 27 juni, was er via de RONO, de Regionale Omroep Noord en Oost, in het sportprogramma het nodige te horen over de behandeling van de mensen van de pers door de bewaking tijdens de TT wedstrijden in Assen, die voor 130.000 razend enthousiaste toeschouwers werden verreden. Ver voor aanvang van de races waren er voor de journalisten van de schrijvende pers, de radio en de televisie de nodige voorzieningen getroffen en waren ze voorzien van een luxe persmap waarin tal van gegevens over de deelnemers in de diverse categorieën, maar ook de meest recente gegevens inzake de kwalificatie en gereden trainingstijden waren opgenomen. Dit leek op een zeer goed georganiseerde voorbereiding, zoals al vele jaren werd geroemd in journalistieke kringen. Maar voorafgaand aan de wedstrijddag wensten technici van de NOS de nodige voorbereidingen te plegen in de commentaar cellen, zoals het aanleggen van de nodige lijnen en het plaatsen van de microfoons. Overijverige medewerkers van de TT vonden echter dat de heren technici geen toegang mochten krijgen daar ze geen beschikking hadden over een perskaart en slechts een NOS Dienstkaart konden tonen. Weken van tevoren was er door de NOS een lijst van medewerkers ingediend voor het verkrijgen van toegang tot de faciliteiten waarbij de technici ook waren opgenomen. Starre houding van suppoosten leiden er die vrijdag toe dat er grote onrust ontstond onder het technische team of alles wel op tijd gereed zou zijn. In de avond werd er spoedoverleg gepleegd met de organisatie van de TT en kregen de technici alsnog de broodnodige perskaarten, die toegang tot de perstribune en cabines mogelijk maakten. Ook de daarop volgende dag, zo bleek uit het commentaar op de RONO, was er het nodige aan ongeregeldheden waar te nemen omdat suppoosten bepaalde verslaggevers geen toegang wensten te geven. Onder meer de top verslaggever, op het gebied van de TT, Frans Henrichs, kon pas in het rennerskwartier na uitgebreid overleg met de circuitleiding. Assen stond altijd vooral bekend – naast de TT – om de vele ongeregeldheden die in de nacht voorafgaand van de races in het hartje van de Drentse hoofdstad plaats vonden. In de ‘Nacht van Assen’ van 1971 vielen er vijf gewonden en de politieautoriteiten spraken van een rustigere nacht als die van 1970. Naast de gewonden vielen ook de nodige vernielingen te melden, waarbij onder meer grote schade werd aangericht aan een meubelzaak van de firma Zandbergen, een onderneming die het jaar ervoor ook al een schade van 25.000 gulden had geleden. Ook bleek de volgende ochtend een pand van de Algemene Bank Nederland dichtgetimmerd, nadat alle ruiten waren vernield. Op verzoek van de burgemeester van Assen waren ME ploegen uit Den Bosch, Nijmegen en Dordrecht ingehuurd ter ondersteuning van de politie. Na afloop werd vooral gesteld dat de betere radioverbindingen tussen de ME ploegen een voordeel was geweest ten opzichte van 1970. Zijn de kosten van de telefoon zeer laag anno 2020, voorheen kwam met regelmaat het dure kostenaspect in de media voor, zoals ook eind juni 1971. Let wel, we hebben het over bijna een halve eeuw geleden. De P.T.T., totaal verantwoordelijke voor het telefoonverkeer, had van de toenmalige regering toestemming gekregen de prijzen voor abonnementen flink te verhogen, als ook de prijzen voor gesprekken die vanuit de telefooncellen werden gevoerd. Lang niet iedereen was blij met deze toestemming hetgeen onder meer leidde tot het zenden van een protesttelegram vanuit de burelen van de Consumentenbond, die toen ook al volop actief bezig was te strijden voor eerlijkheid als het ging om de consument. In het telegram werd vermeld dat de tariefverhoging dermate hoog was, hetgeen nooit toegelaten zou worden aan welke andere ondernemer dan ook. Per 1 juli 1971 werden de volgende tarieven van kracht: Het telefoonabonnement werd f 19,50 per maand. Het voor het eerst een aansluiting wensen leverde een kostenplaatje van f 200,-- op terwijl bij verhuizing van een aansluiting f 50,00 diende te worden betaald. Maar er was meer onrust in de laatste dagen van juni 1971 die ontstonden doordat de redactie van het NOS Journaal had besloten flitsen te vertonen van de toen nieuwe musical ‘Oh, Calcutta’, waarin onder meer beelden waren te zien van overwegend naakte personen. Direct na uitzending waren er tientallen verontwaardigde telefoontjes gepleegd naar de studio in Hilversum en honderden klachten zouden in de daarop volgende dagen per brief volgen. Het bestuur van de NOS riep vervolgens de staf van de programmadienst op het matje en kwam tot de conclusie dat het op de gebrachte manier van registreren van de musical in een nieuwsbericht ontoelaatbaar en onjuist was. De programmastaf bracht deze conclusie ter kennis aan de Journaalredactie. Het was niet de enige keer dat de redactie van het Journaal op de vingers werd getikt. Zo was het bestuur tot de conclusie gekomen dat in een item over het afscheid in Eindhoven van directeur Philips. te veel reclame zou zijn gemaakt voor een nieuw product dat de onderneming spoedig op de markt wenste te brengen: de videorecorder. Hans Knot, 28 november 2020
  13. Terug gaan naar 1967 betekent voor de liefhebbers van de radio vanaf internationale wateren, of wel de zeezenders, het ophalen van vaak de trieste momenten van de maand augustus van dat jaar. De Britse regering maakte een wet, The Marine Broadcasting Offences Act, van kracht waardoor het officieel verboden werd betrokken te zijn bij het runnen (in de breedste zin van het woord) bij een zeezender opererend in internationale wateren voor de Britse kusten. Bij deze zinnen wil ik het, wat de Britse wetgeving en het jaar 1967 betreft, laten. Er gebeurde namelijk veel meer en zelfs op de Nederlandse publieke radio werd meer en meer aandacht besteed aan groepen die via de zeezenders al veelvuldig waren geplugd. Een voorbeeld daarvan is de formatie ‘Herb Alpert and his Tijuana Brass’. Op de maandagochtend was in 1967 via Hilversum 3 het programma ‘Pop Station’ tussen 10 en 12 uur te beluisteren. Een NCRV programma in de productie van Skip Voogd. Skip, die ook een bekend tekstschrijver van onder meer LP hoezen was en in muziektijdschriften publiceerde, bereidde de luisteraars in de gids voor de laatste week van oktober 1967 voor op een special van voornoemde formatie. ‘We gaan het in het programma hebben over een sound, die tot stand komt door een nauwe samenwerking tussen artiest, platenproducer en technicus. Want dat de meeste geluiden die de lichte muziek anno 1967 beheersen, een product zijn die zonder de moderne geluidstechniek onmogelijk waren, daarover is iedereen het wel eens.’ Skip Voogd was het ook duidelijk geworden dat het recht toe recht aan opnemen van een nummer, vaak in 1 take, tot het verleden was gekomen en dat de nieuwe pophelden vaak maanden doorbrachten in de opnamestudio’s om de diverse tracks, voor de uit te brengen LP, stukje bij stukje op te nemen. Wel gaf hij aan dat men zich niet te vast moest prikken op de gebrachte sound want dat kon wel eens een foute route zijn: ‘Deze tijd vraagt om specifieke geluiden. Aan de artiest de moeilijke opgave nauwkeurig bij te houden of het publiek op een gegeven moment niet uitgeluisterd is op ‘zijn’ sound’. In het programma ‘Pop Station’ van 30 oktober 1967 dus aandacht aan onder meer de Sound van Herb Alpert. Voogd andermaal: ‘Bij een nauwkeurig onderhouden van de Herb Alpert Sound komen we tot de conclusie dat Herb handig gebruik heeft gemaakt van beat, dixieland en Mexicaanse muziek. Vooral de Amerikaanse trompetten, waarmee Alpert werkt, op een vinnig swingend ritme, hebben iets pakkends. Het is iets ongewoon meeslepend. Deze ‘mariachi’ sound gebruikt Alpert niet alleen voor eigen repertoire maar ook bij bewerkingen van evergreens.’ Het was trouwens niet de enige sound die in de betreffende aflevering van ’Pop Station’ werd behandeld, want ook die van Sergio Mendes and Brasil 66, de Baja Marinda Band, en de Duitse ‘in’ Sounds van James Last en Paul Nero werden door Skip Voogd belicht. Presentatie destijds was in handen van Gert, Antoinette van Brink en Peter Blom. Afbeelding: Sietse Koopmans dirigeert (foto collectie familie Knot) Zoals U wel vaker gewend bent van me, stap ik in deze column ‘van de hak op de tak’. En daar zit een reden achter. Immers de ene lezer vindt muziek mooi, de andere heeft een andere topic, die interessanter is. Dat is anno 2020 zo, maar was ook 53 jaar geleden het geval. Ikzelf, katholiek opgevoed, zag de kerk vaak van binnen. Ik durf zelfs achteraf te stellen dat ik véél te vaak de kerk van binnen zag, waardoor de overvloed uiteindelijk een einde maakte aan de bezoeken en het geloof. Ik herinner me nog echt goed dat rond die tijd steeds minder de Heilige Missen op de vertrouwde Latijnse manier werden voorgedragen en dat er binnen de kerkgemeente van de Sint Franciscus kerk te Groningen er zowel voor – als tegenstanders waren van de invoering van de Nederlandstalige liturgie. Koorleider en organist Sietse Koopmans, afkomstig uit het gehucht Weitgaard, achter Leeuwarden, gebruikte zijn kennis en vertaalde vanuit het Latijn een complete liturgie naar het Nederlands, een product dat later – toen hij het San Salvator koor in de Wijert (Groningen) onder zijn leiding had, nog eens aan het vinyl liet toevertrouwen. Sietse Koopmans, helaas jaren geleden veel te vroeg overleden, was een ultieme levensgenieter die het serieuze van een koorleider en muziekdocent met het minder serieuze kon delen. Zo leende hij, in stilte, een complete kapelaan uitrusting uit de pastorie en toog ermee naar de Korreweg alwaar hij bij de familie Knot inwoonde en er een nieuw straatje, achter het huis, door de tweeling Knot was geplaveid, in te wijden. Mijn broer Egbert en ik noemden het speels de Sietse Koopmans Weg en - met wijwater en al - werd het pakweg acht meter lange straatje ingewijd. Maar even terug naar de voor en tegenstanders van de veranderingen in de liturgie en het introduceren van jeugdkoren, die begeleid werden middels popmuziek in de Katholieke Kerk. In een knipsel uit mijn archief het volgende: ‘Als ik naar de bioscoop ga verwacht ik geen mis of dienst op het doek en ook niet als ik ga dansen. Dus als ik na de kerk ga, ook geen halve show met dansen enzovoort. Ik ben zestien jaar en dus nog jong genoeg om het mooi te vinden. Of ben ik misschien té jong.’ Was getekend door ene R. Noordermeer uit Sassenheim. Het stond trouwens opgetekend in de Katholieke Illustratie, een weekblad waarvan de redactie in die periode ook de meer vrijere vorm van journalistiek was gaan plegen. Hetgeen een lezer opriep de naam ook maar te verkorten gelijk aan de Revue, die tijdelijk de naam in Revu veranderde: ‘Ook de Katholieke Illustratie, die blijk geeft van een steeds moderner inzicht, kán en mág op dit gebied niet achterblijven. Deze naamsverandering zal uiteraard gepaard gaan met het verlies van meer dan één letter, maar het resultaat is de moeite ten volle waard. Wat denkt U van Katholieke Lust?. En de ingezonden brief was verstuurd vanuit het zeer Katholieke Volendam. Een dorp waar men later dikwijls zou bewijzen wat ‘lusten’ letterlijk en figuurlijk betekent. Hans Knot, 14 november 2020
  14. hans knot

    Column Hans Knot: Februari 1974

    Deze keer neem ik je nostalgisch mee naar de maand februari 1974. Op 9 februari bleek dat de AVRO had besloten te kiezen voor een nieuwe presentator voor het populaire weekend programma ‘Wie-kent-kwis’. Velen zullen het jammer hebben gevonden dat Fred Oster de nieuwe presentator was geworden, daar ze eigenlijk zijn voorganger liever het programma zagen presenteren. Maar het was een beslissing die in een paar minuten was genomen. Fred Oster was namelijk de producer van het programma. De show, die al zeven afleveringen had geteld, werd genoodzaakt overgenomen door Oster. De officiële presentator werd namelijk door de directie van de AVRO op staande voet ontslagen wegens vermeende dronkenschap waardoor deze niet in staat was geweest de presentatie op een waardige manier voor zijn rekening te nemen. Het ging daarbij om Peter Knegjens, van huis uit leraar Nederlands en na de Tweede Wereldoorlog de radiowereld binnengekomen als sportverslaggever. Na zijn ontslag bij de AVRO zouden we nog geruime tijd van hem kunnen genieten, onder meer daar Kees Buurman hem vroeg zich te voegen bij het presentatieteam van ‘Met het Oog op Morgen’. Knegjens, die, als tekstschrijver in de reclamewereld, prachtige uitdrukkingen tot het Nederlandse volk liet komen, was de bedenker van bijvoorbeeld ‘Heerlijk Helder Heineken’. Hij nam in 1974 een single op met als titel op de voorkant: ‘Dat ziet er gezond uit’. Het kwam niet verder dan een notering in de tipparade. https://www.google.com/search?client=firefox-b-d&q=peter+knegjens+dat+ziet+er+gezond+uit In 1989 besteedde de VPRO in het programma ‘De Radiovereniging’ aandacht aan de loopbaan van Knegjens, waarbij ook zijn werk als sportverslaggever goed werd belicht. Zeker de moeite waard dit prachtige radiodocument te beluisteren. https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_626463~peter-knegjens-de-radiovereniging~.html Ondertussen was er een golf van ontevredenheid merkbaar binnen de journalistieke wereld omdat binnen het NOS-bestuur meer en meer werd vergaderd zonder toelating van journalisten. Besloten vergaderingen werkten beter volgens het bestuur. Op de zogenaamde vragenuurtjes was al een aantal maal hierover gesproken met de voorzitter Schüttenhelm. En ondanks dat hij daarvoor zijn verontschuldigingen had aangeboden en beterschap had beloofd, werd er bijna niets veranderd. En volgens bepaalde journalisten was de situatie alleen maar erger geworden. Leden van de Ondernemingsraad van de NOS mochten wel aanwezig zijn bij de vergaderingen maar de pers en eventueel publiek dienden geheel weg te blijven. Er was een foefje die het mogelijk maakte dat de vergaderingen een besloten item werden. In het reglement van orde was opgenomen dat wanneer de voorzitter drie andere personen bereid vond dat het een besloten vergadering diende te worden, was dit al genoeg de deuren voor anderen gesloten te houden. Hadden we het net over Knegjens en zijn muzikaal uitstapje, dat weinig hit kansen had, dan kan ook nog gemeld worden dat in dezelfde periode ook weer een stukje zwart vinyl verscheen van Rob Out, voorman van Radio Veronica. Die keer samen met zijn toen 5-jarige dochter Birgit. Het nummer ‘Pappie wat gebeurt er’ was geschreven door Dimitri van Tooren. Helaas, maar ook deze song haalde hitlijsten niet en vertrok na drie weken uit de Tipparade. Zijn dochter vroeg aan vader Out wat er allemaal kon gebeuren als hij bijvoorbeeld zou komen te overlijden. Een liefderijk liedje dat toch wel meer hit potentie had dan ‘Dat ziet er gezond uit’. Het Grand Gala du Disque werd ook weer in het voorjaar van 1974 gehouden. Tal van artiestennamen werden er in de weken vooraf bekend gemaakt. Jurgen Marcus, Tony Orlando and Dawn, Three Degrees, Dobbie Gray, Barry White, Georges Moustaki en Cornelis Vreeswijk. Zo maar een greep uit het programma. De presentatie was in handen van Willem Duys, die in 1974 werd bijgestaan door Willem van Kooten. Er kwam trouwens op 15 februari, de dag dat het festival was te zien en te beluisteren vanuit het RAI complex in Amsterdam, een einde aan een mooie traditie daar een eind kwam aan het Grand Gala du Disque. Dan kwam ik nog een aantekening tegen waarin een in het noorden van ons land destijds populaire groep, een fanclub had waarvan het bestuur het stoom uit de oren kwam. Wat was namelijk het geval? De toen bekende radio- en tv-presentator, en tevens omroeper, Hans van Willigenburg (KRO) had het verbruid bij de fans van het Hoogezandster orkest Ellen and the Moodmakers. Aanhangers hadden bij hem in zijn radioprogramma ‘Van twaalf tot twee’ een speciaal nummer van de groep aangevraagd, waarna hij besloot deze niet te draaien en een ander nummer de ether instuurde. Let wel het gebeurde in 1974! Als straf hebben ze Hans van Willigenburg voor het leven benoemd tot lid van de fanclub en ere- Moodmaker. Men ging er bij de fanclub van uit dat hij met opzet een andere plaat had gedraaid. Onmiddellijk na de uitzending klom een luisteraar en fanclublid uit Havelte, de heer F.H. Luuterop, in de pen en opperde gericht aan de presentator de zin: ‘Uit het oog’ (het noorden van ons land) en ‘Uit het hart’ (The Moodmakers). Volgens de fanclub diende het erelidmaatschap voor Van Willigenburg om hem te laten bekeren. En tenslotte iets rond de in de zomer van 1972 opgenomen serie die in december 1972 en 1973 voor het eerst voor de televisie was te zien. Een serie gemaakt naar het door Anne de Vries in 1936 geschreven boek ‘Bartje’. Alle rollen in de serie werden gespeeld door personen die roots hadden in Drenthe. Bartje was dan ook een streekroman en delen van het gesproken woord in de serie was Drentse streektaal, waardoor ondertiteling van de serie noodzakelijk was. Er was intens in de Nederlandse huishoudens naar de serie gekeken en men ging er in Drenthe vanuit dat de populariteit van de serie van invloed zou zijn op het toerisme. Half februari 1974 werd echter bekend gemaakt dat er geen ‘Bartje-effect’ was geweest inzake het toerisme in Drenthe en dat er geen massa’s mensen naar Drenthe waren gekomen om een vakantie door te brengen of een dagreisje te maken. Er was slechts een uitzondering voor die gebieden, waar de televisieopnamen hadden plaats gevonden en er een kleine groei was waargenomen. In het jaarverslag over 1973 van de VVV van Ruinen was te lezen in haar jaarverslag dat mogelijk velen destijds waren afgeschrikt door de te verwachten massale toeristenstroom en derhalve de anders zo rustige provincie hadden gemeden. Maar een goede zomer en een fraaie herfst hadden er toe geleid dat men van redelijke resultaten kon spreken. In voornoemde gemeente hadden in 1973 335.750 betaalde overnachtingen plaats gevonden. Hans Knot. 31 oktober 2020
  15. Recentelijk was er nogal wat ophef toen bleek dat ene meneer Willem Engel zogenaamde BN’ers had opgeroepen via hun sociale media bekend te maken dat men niet langer achter de corona voorschriften, opgelegd door de regering, wenste te staan en dus de regelgeving uit de wegging. Zogenaamde BN’ers of lieden die zich zogenaamd Belangrijke Nederlander vinden. Alleen het begrip al. Ik denk dat het aan de persoon, die dit leest, zelf is om te beschouwen of zij/hij een bepaalde persoon een BN’er vind. De personen die zich tot hun volgers richtten hebben via hun fb account, twitter, instagram of welke vorm van sociale media dan ook, vele volgers waarbij ze te pas en onpas hun grootsheid en meer naar buiten kunnen brengen. Sommigen van hen verschenen zelfs in radio- en televisieprogramma’s om hun mening te verdedigen en nogmaals hun redelijk grote aanhang van volgers een nieuwe boodschap te brengen. Ik doe niet meer mee werd binnen een paar dagen gelukkig een flop en kwam een deel van de betreffende personen tot de gedachte dat het toch niet zo’n goed idee was om de boodschap naar buiten te brengen en verwijderde men het bericht van het betreffende account. Ook verscheen weer een aantal op radio en televisie om vooral berouw te betonen. De vaak in mijn gedachten b-generatie van de BN’ers heeft het te gemakkelijk om snel naar buiten te treden om de fans te kunnen bereiken en soms met ongenoegen naar buiten te komen. Een kleine halve eeuw geleden was het wel anders, we dienden het te doen met een paar radiostations, twee televisienetten, gelukkig met meer kranten en een aantal goede muziektijdschriften en weekbladen. De gossipbladen als Privé, Story, Weekend en meer bestonden nog helemaal niet en artiesten mochten blij zijn dat ze in een advertentie van hun platenmaatschappij voorkwamen of af en toe werden genodigd voor een live optreden via de radio en televisie. Ongenoegen kon sporadisch worden geuit. Maar een voorbeeld heb ik gevonden uit juni 1971. Het was de maand dat niet alleen het weekblad Loeloe, waar ik recentelijk over schreef, voor het eerst verscheen, maar ook al een tijdje werd geëxperimenteerd met een bijlage in de Panorama, genaamd: ‘Memo, informatie voor de mens van nu en morgen’. In deze bijlage semiwetenschappelijke onderwerpen, informatie rond bijvoorbeeld beeldende kunst, nieuwe platen en annonces aangeleverd door de lezers. Maar voor in het blad was er ook ruimte voor ingezonden brieven en daar vond ik in de editie van de eerste week van juni 1971 een mooie ingezonden brief waarin een artieste, Marianne Meyer-Vroege, haar dank uitsprak voor het gegeven dat haar nieuwe plaat was uitgeroepen door de redactie van Panorama tot Tip-Top plaat van de maand. Ze stelde trouwens dat ze minder tevreden was over de uitlating dat ze het uiterlijk had van Mamma Cash, een van de dames van destijds de Mamma’s and the Pappa’s. Nee, Marianne was het geheel niet eens met deze uiting want ze stelde slechts 66 kilo te wegen terwijl Mamma Cash tot een veel hogere gewichtscategorie behoorde. Maar, zo schreef Marianne, was vooral het artikeltje van de pen van Frank van Gelder in de bijlage ‘Memo’ beledigend te noemen. Het was destijds in nummer 18 van Panorama afgedrukt: ‘Maar als mevrouw Marianne-Vroege onder de artiestennaam Marianne Noble - Jesus shine your light on me, Jesus won’t you set me free – zingt en dan later verkondigt dat de hele tekst haar geen donder kan schelen en dat zij eigenlijk met al dat vrome gedoe niets te maken wil hebben tenzij zij met een dergelijk lied een platenopname kan forceren, waardoor ze weer wat geld kan verdienen, dan geloof ik dat zij er beter aan had gedaan om met haar stem van dit soort songs af te blijven’. Aldus het citaat uit het artikel van Frank van Gelder. Marianne Meyer-Vroege, destijds woonachtig in Zwijndrecht, greep haar kans zich te verdedigen door te stellen: ‘Ik heb eens gezegd dat ik liever pop dan gospel zing, maar ik vind het vreemd dat de heer van Gelder hieruit de conclusie trekt dat het vrome gedoe mij geen donder kan schelen. Ik heb zeker geen plaatopname geforceerd, maar ben gevraagd dit lied te zingen. En ik ben van mening dat het een goede plaat geworden is, waar ik volkomen achter kan staan. Het was dus een van de weinige mogelijkheden voor een artiest in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw om van zich af te bijten. Marianne Noble was trouwens in 2018 één van de vier finalisten in The Voice Senior en op dat moment al 71 jaar. Liefst 51 jaar nadat ze in 1967 haar eerste single op het Delta label opnam. Ik vraag me af of men over een halve eeuw nog bij naam zal praten over die zogenaamde BN’ers die in 2020 niet langer mee wensten te doen. Hans Knot, 24 oktober 2020
  16. We nemen een blik op het radiogebeuren in de eerste maanden van het jaar 1969. Rond die tijd was het voor de jeugd wat karig geworden als het ging om hun favoriete radiostations. Nadat in augustus 1967 het merendeel van de Engelstalige zeezenders uit de ether was verdwenen, waren alleen nog Radio Veronica en Radio Caroline actief vanaf internationale wateren. Voor diegene die denkt het niet te weten, ook Caroline verdween in maart 1968 voor een aantal jaren uit de ether en voor de rest waren er de Hilversumse netten, waarbij het de bedoeling was dat de programmering van Hilversum III de concurrent zou zijn van Radio Veronica. Daarnaast luisterden een beperkt aantal jongeren naar de programma’s van AFN en Radio Luxembourg. Intense luisteraars naar Hilversum III hadden al snel door dat we te maken hadden met allerlei soorten programma’s, die door de diverse omroepverenigingen de ether in werden geslingerd. Bovendien was het voor luisteraars van het station onbegrijpelijk dat ontvangst van het signaal via de AM beperkt was. De 240 meter werd vroegtijdig uitgeschakeld om op die manier niet te interfereren met andere stations, die op dezelfde frequentie in Europa actief waren. Op 29 januari 1969 kwam naar buiten dat er was besloten dat Hilversum III vanaf 1 februari dat jaar ruimer gebruik zou gaan maken van de middengolf. Vanaf die dag tot 1 oktober zou de 1250 KHz tussen 9 en 18 uur in gebruik zijn, terwijl in de maanden november t/m januari een uur eerder de 240 meter zou worden verlaten. Na overleg met de Hongaarse en Ierse collega’s van de PTT, die destijds verantwoordelijk was voor de zenders in ons land, was tot een ruimer gebruik gekomen. Zowel in Ierland als Hongarije werd ook gebruik gemaakt van de 240 meter. Maar er waren vanaf 3 februari 1969 meer veranderingen te verwachten. Er gingen namelijk liefst 45 van de 65 programma’s, die tot op dat moment wekelijks werden geprogrammeerd op Hilversum III, verdwijnen. Grote verbazing bij de liefhebbers van het zogenaamde popstation bij het lezen van de berichtgeving, want men maakte bekend dat de meeste pop- soul- en beatprogramma’s gingen verdwijnen. Ook was het plan om het aandeel van ‘gesproken woord’ in de programma’s terug te brengen tot een minimaal tussenzinnetje tussen de te draaien muziek. Dacht men in Hilversum III destijds al aan de zogenaamde one-liners, die we onder meer bij Laser 558 in de jaren tachtig van de vorige eeuw hoorden? Het nieuws werd destijds naar buiten gebracht door Jan de Troye, voorzitter van een speciale commissie Hilversum III. Hij stelde onder meer: “De hele week zal een keur van lichte, gevarieerde muziek via Hilversum III opklinken. Dat wil niet zeggen dat alle soul, pop, beat en hoe het dan ook heten mag, gaat verdwijnen. Welnee, die worden tussen alle andere platen doorgedraaid.” Doel was geen uitzendingen meer te brengen die duidelijk betrekking hadden op kleine minderheidsgroepen. Als voorbeelden werden programma’s gericht op zieken, sportliefhebbers en ook die gericht waren op personen die een speciale muzieksoort voorstonden. Voorbeelden van wijzigingen vertelde Jan de Troye ook. Zo ging de NCRV over tot het overhevelen van zaterdagmiddagprogramma’s als ‘Twien’, ‘Pop-Thinkin’ en ‘Strictly Country Style’ naar Hilversum II. Bij de AVRO betekende de nieuwe opzet dat het woensdagmiddagprogramma ‘Super Clean Dream Machine’ diende te verdwijnen wegens te specialistisch gericht. In de daarop volgende toekomst was het programma op de zondagavond te beluisteren en hield het daar nog vele jaren stand. Op de vrijdagen was het ‘Tussen 10+ en 20- dat verdween. Daarvoor kwam in de plaats een verzoekplatenprogramma voor marktbezoekers met als titel ‘Indekraamtepas’. Dan vraag je toch meteen af of het hier niet om een programma ging dat zich richtte op een specialistische en tevens kleine doelgroep. Ik dien eerlijk te bekennen dat ik voor 85% de programma’s van Hilversum III al die jaren heb vermeden en van sommige programma’s nooit een noot heb beluisterd. Bij de VARA verdwenen ‘Zorro’ en ‘Pow Pow’. Bovendien dienden VARA programma’s als ‘Klinkklaar’, ‘Mix’ en ‘Ekspres’ volledig aangepast te worden bij het algemene nieuwe patroon van Hilversum 3. Bij de NRU, de Nederlandse Radio Unie, verdween geen programmanaam uit het schema, wel dienden de inhoud van de diverse shows te worden aangepast aan de nieuwe regelgeving. Toen destijds de publiciteit rond de wijzigingen naar buiten kwamen werd de verbazing des te groter dat de NCRV op het popstation op de zaterdagmiddagen een licht gevarieerd programma ging brengen met muziek van Malando, Metropole Orkest, Kilima Hawaiians en meer. Muziek die niet tot de toenmalige popmuziek kon worden gerekend. Tevens werd op de zaterdagmiddag het ‘Nee, we noemen geen namen’ geprogrammeerd. De Troye meldde tevens dat, zodra een verbouwing in het VARA onderkomen aan de Heuvellaan in mei 1970 gereed zou zijn, daar ook ruimte zou worden gecreëerd voor een soort van workshop, een studioruimte waarin allerlei (toekomstige) medewerkers van de omroepen volop zouden kunnen oefenen en experimenteren met de nieuwe gedragsregels in gedachten. Er was, volgens hem, duidelijk wens naar een dergelijke ruimte. Tenslotte De Troye nogmaals: “Nu is het zo dat nieuwe discjockeys meteen maar uitzendbare programma’s dienen te maken, met alle gevolgen van dien. Als ze mislukken worden ze eruit gegooid. Een behoorlijke opleiding is er niet. Die gelegenheid willen we ze in de toekomst gaan bieden. Want wat ons vooral nog mankeert: de programma’s moeten zo gepresenteerd worden, dat er met animo geluisterd kan worden.” Vind hier meer info rond de persoon Jan de Troye: https://wiki.beeldengeluid.nl/index.php/Bestand:FTA001079679_001_con.png Hans Knot, 17 oktober 2020
  17. Gedurende de zomerperiode van dit jaar 2020 blikte ik terug op een verschillende luisteronderzoeken, die door de loop der decennia zijn gehouden en kreeg van een van de lezers de vraag of het starten, op 15 oktober 1973, van de nachtuitzendingen van Hilversum 3 ook invloed heeft gehad op het luisterpatroon van de Nederlanders. Ik heb enkele cijfers kunnen opduiken uit het archief. In de eerste week van uitzendingen in oktober 1973 luisterde 0,6% van de Nederlandse bevolking gemiddeld per uur naar de nachtuitzendingen. Erbij dient te worden vermeld dat het ging om de leeftijdsgroep van 12 jaar en ouder, dat destijds omgerekend op ongeveer 60.000 personen neerkwam. Tussen middernacht en 1 uur was de luisterdichtheid gemiddeld wel hoger en kwam uit op 1,5% dat destijds stond voor 150.000 personen. Daarna liep het aantal terug doordat velen de radio afzetten en hun ogen gingen sluiten. Van 1 tot 2 uur liep het percentage terug naar 0.9 procent ofwel 90.000 personen. Van 2 tot 3 uur tot 0.4 procent ofwel 40.000 luisteraars. De uren daarna tot 7 uur lag het percentage op 0.3, dat stond voor 30.000 luisteraars. Voornoemde cijfers zijn afkomstig van de derde luisterdichtheidsmeting 1973 van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, die van 7 tot en met 21 oktober 1973 werd gehouden. Gemiddeld luisterde per nacht tussen 24.00 en 06.00 uur 1.8 procent korter of langer naar Hilversum 111 en naar de andere radiostations, die na middernacht waren te ontvangen, tezamen 1.3 procent. In de loop van de week luisterde tussen 24.00 en 06.00 uur 6 procent korter of langer naar Hilversum 111 en 3.9 procent naar de andere radiostations tezamen. Tussen 24.00 en 02.00 uur waren voor Hilversum 111 deze percentages 5.7 procent en voor de andere radiostations tezamen 3.4 procent en tussen 02.00 en 05.00 uur voor Hilversum 111 1.3 procent en de andere stations tezamen 1 procent. Ook werd gekeken naar samenstelling van het luisterpubliek van de nachtuitzendingen op Hilversum 111. Deze samenstelling vertoonde enkele opmerkelijke afwijkingen ten opzichte van de samenstelling van de bevolking als geheel. Zo bleken aanzienlijk meer mannen tot het nachtelijk Hilversum 111-publiek te behoren dan vrouwen, namelijk ongeveer twee derde van de totale luisteraars. De jongere leeftijdsgroepen waren sterk oververtegenwoordigd. Bijna de helft van de luisteraars was jonger dan 25 jaar. Het nachtelijk Hilversum III-publiek vertoonde, gedurende de periode van onderzoek, gemiddeld een relatief hoog opleidingsniveau. In verband met het feit, dat deze cijfers betrekking hadden op de eerste week van de nachtuitzendingen opHilversum III diende, aldus de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, deze gegevens met enig voorbehoud te worden gehanteerd. Ook werd er gekeken naar de verdere beluistering tijdens de overdaguren van Hilversum III. De resultaten gaven aan dat in het tijdvak van 07.00 tot 19.00 uur gemiddeld 22.1 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder naar de radio luisterde. Bij een eerdere meting, die plaatsvond, werd een totaalbeluistering van 21.9 procent geconstateerd. In het najaar van 1972 bedroeg de totaalbeluistering 24.1 procent en in het najaar 1971 25.3 procent. Ten opzichte van 1971 was de totaalbeluistering overdag dus gedaald met 3 procent. Hans Knot, 10 oktober 2020
  18. Diegene die sinds Pasen lid zijn geworden van de SMC’s Facebook Spot hebben de introductie van de groep kunnen lezen. Namelijk dat de Stichting Media Communicatie in juli 1978 werd opgericht, mede als de doelstelling van SMC. Bij de oprichting waren onder meer Rob Olthof en ikzelf betrokken, terwijl ik nog steeds adviseur van de Stichting ben. Rob Olthof kwam op 23 september 2013, na een slopende ziekte, op 67-jarige leeftijd te overlijden. In de daaraan voorafgaande 47 jaar was ik bevriend met Rob Olthof, die veel voor de radiowereld heeft betekent als het gaat om het in de markt zetten van allerlei producten gericht op radio en muziek. Ook behoorden daarbij, naast grammofoonplaten, video’s, dvd’s en meer. In al die jaren dat Rob betrokken was bij SMC stimuleerde hij anderen, vooral mij, research te doen en boeken te schrijven, iets waaraan hij zelf pas zich overgaf in een van zijn laatste levensjaren. Ook stond hij decennia garant voor het mede organiseren van de RadioDays. In de 47 jaar van onze vriendschap hebben we gezamenlijk tientallen reizen ondernomen en heel veel beleefd en tijdens die reizen werd, vaak in de avonduren, teruggeblikt op ‘vroeger’. Een wijds begrip maar er was altijd een onderwerp dat telkens weer door Rob werd opgeworpen: waarom worden er op de televisie geen toneelstukken meer gebracht zoals we vroeger voorbij zagen komen. Dit in de tijd dat we slechts een televisienet hadden, waarbij de zendtijd beperkt was tot enkele uitzenduren per dag. Rob beleefde het toneelspel, zoals het ook in de schouwburg of theater werd vertoond, als zeer aantrekkelijk. Daarbij ging het niet alleen om stukken waarin de humor de boventoon voerde maar ook de meer drama achtige toneelvoorstellingen. Ze werden in de beginjaren van de televisie in zwart wit gebracht en vaak met gebruik van slechts een televisiecamera vastgelegd. Nadat Rob was heengegaan kwam het SMC documentatie- en Rob zijn persoonlijk archief in mijn bezit en bleken er tussen de vele tijdschriften, knipsels en plakboeken diverse verwijzingen te zijn naar toneelstukken die op de Nederlandse televisie waren geweest. Met een tweetal opmerkelijke documenten uit dit archief wil ik op deze 23ste september 2020 stil staan bij het zeven jaar geleden heengaan van een grote vriend. Op 16-jarige leeftijd had Rob Olthof al een brief gestuurd naar de NTS, de Nederlandse Televisie Stichting. Hierin had hij deels zijn ongeduld uitgesproken over het uitblijven van afleveringen van de Bezetting, een voor die tijd uitstekende serie over Nederland en de Tweede Wereldoorlog. Ook was hem ten gehore gekomen dat er bij de omroepen en NTS een uitbreiding in zendtijd was te verwachten, waarover hij meer informatie wenste. Een antwoord, dat bewaard is gebleven, werd op 17 mei 1962 geschreven door de adjunct Secretaris Bureau Programmazaken van de NTS, een schrijven dat begon met: ‘Je vraagt nogal wat zeg!’ Een andere brief, die ik terug vond, was gedateerd op 13 november 1962 en was ondertekend door het toenmalige hoofd van de afdeling televisie van de AVRO, S.K. (Siebe) van der Zee. Rob was ook een groot liefhebber van de rock and roll muziek in de jaren zestig en, altijd netjes in een pantalon, met een overhemd en strik, ging hij op jeugdige leeftijd naar concerten en was onder meer aanwezig bij het beruchte, zeer korte, concert van de Rolling Stones in het Kurhaus in Scheveningen. Daar liep het op 8 augustus 1964 snel geheel uit de hand en werd de zaal ontruimd. Rob kon daar lyrisch over vertellen. Johnny Hallyday was een andere, Franse, zanger die ook het nodige aan rock and roll opnam en Rob heeft in de daarop volgende decennia alles van deze zanger verzameld. Een derde rocker die Rob volgde was Vince Taylor en toen hij hoorde dat deze in Nederland ging optreden had hij de hoop dat zijn toenmalige favoriete omroep, de AVRO-bode werd in Huize Olthof gelezen, zou laten optreden in een televisieprogramma. Onder meer daarover kwam het antwoord van Siebe van der Zee. Hans Knot, 23 september 2020
  19. hans knot

    Column Hans Knot: Zomertijd

    Eigenlijk komt het al decennia lang voor dat in de maanden juli en augustus we in de Dagbladpers en andere media worden verrast met berichtgeving waarbij al vrij snel de gedachten opkomen van ‘wat dienen we daarmee weer te doen’. Ook dit jaar in juli verscheen weer, zonder enige vorm van onderbouwing, een aantal berichten waarbij bij mij naar voren kwam of de inhoud geloofwaardig was ofwel wat we verder met de berichtgeving dienden te doen. Opmerkelijk was dan wel dat het vaak bij één enkel bericht bleef en de gedachten daarna ook al vrij snel verdwenen. Zo zag ik onder meer heel snel een bericht voorbij komen dat spoedig een fusie is te verwachten tussen Talpa en RTL Nederland. Zonder enige vorm van serieuze onderbouwing kwam het bericht in een aantal van de media, dat bekend staat om vooral sensationele berichten. Een dag later zag ik nergens het bericht in de meer serieuze kranten terug. Het is natuurlijk van alle jaren dat je kunt spreken van komkommer nieuws in de zomerperiode, wanneer je favoriete krant niet alleen een stuk dunner is dan in andere maanden maar ook het nodige aan onzinnige berichten bevat, en dat wel weer tegen de normale abonnementsprijs. In de zomer van 1971 vond ik ook een bericht dat ik destijds heb uitgeknipt en in dat in dezelfde categorie bevond. Het was Cees Grávendaal die in de kranten, vallend onder de Gemeenschappelijke Persdienst, een regelmatige rubriek had met medianieuwtjes en eigen meningen daarover. Hij meldde dat er een hardnekkig gerucht was in ons land dat de zeezenders – door hem piraten genoemd – Veronica en Radio Noordzee zouden gaan fuseren. Grávendaal ging verder met te melden dat een dag voordat de rechtszaak van start zou gaan tegen Veronica’s Bull Verweij, Jürgens en een drietal duikers aangaande de aanslag op de MEBO II van RNI in mei van dat jaar, er bij de officier van Justitie er een opvallend lief briefje was binnengekomen van de directeur van Radio Noordzee, John de Mol Sr. Hij vroeg daarin om clementie voor de Veronicadirecteur. Of dit briefje daadwerkelijk heeft bestaan is verder niet te toetsen maar Grávendaal schreef verder: ‘Insiders weten zelfs te vertellen dat de fusie helemaal rond is, maar om de een of andere reden maar er nog niets bekend worden gemaakt. De zendapparatuur van Radio Noordzee is inmiddels zo sterk dat het zendschip rustig voor de Spaanse kust kan worden verankerd. Als de Nederlandse regering ooit nog eens het Verdrag van Straatsburg ondertekend, zal Radio Noordzee voor de Spaanse kust gaan liggen. Dit omdat dit land het Verdrag ook niet ondertekend heeft. Het is de enige keer dat ik waar dan ook over een eventuele fusie heb gelezen in de toch uitgebreide archieven inzake beide radiostations, die tot en met 31 augustus 1974 vanaf internationale wateren actief waren. Grávendaal had destijds het niet geheel juist. Immers had Nederland al vele jaren eerder het Verdrag van Straatsburg ondertekend maar niet eerder de Nederlandse wetgeving op dit Verdrag aangepast, waardoor het wettelijk niet van kracht kon worden. Ook de opmerking dat het zendschip MEBO II van Radio Noordzee voor de Spaanse kust kon gaan uitzenden was natte vingerwerk. Er is destijds alleen gesuggereerd dat – mocht er een wetswijziging plaats vinden – het mogelijk was de bevoorrading van zendschepen vanuit een Spaanse haven te verzorgen. Ook dit laatste was natuurlijk niet te realiseren en het zou later, met andere stations die wel de Nederlandse wetgeving gingen overtreden, zo zijn dat uit diverse havens in Nederland, België, Frankrijk en Engeland illegaal werd bevoorraad. Hans Knot, 19 september 2020
  20. In deze zomermaanden wil ik, in een aantal afleveringen, onder meer terugblikken naar hoe met luistercijfers kon worden getoverd. Eerder publiceerde ik jaren geleden hierover en ik heb de gegevens er nog maar eens bijgehaald. In aflevering 2 berichtte ik onder meer over een luisteronderzoek gericht op Radio Monique in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Vandaag deel 3. Het leek me leuk nog even op dit luisteronderzoek terug te blikken met een voormalig medewerker van Radio Monique. Walter Simons (Walter Zwart) schreef me er destijds het volgende over: “Het eerste luisteronderzoek werd in de eerste helft van 1985 gehouden door bureau Interview. Het rapport ligt nog op zolder. Ik zal het eens laten doorspitten en analyseren, want er is voor een "normaal" mens niet doorheen te komen met al die cijfertjes. Wel weet ik nog dat we het als Radio Monique niet echt slecht deden. Daarnaast moet je denk ik de resultaten los zien van het commerciële succes van Radio Monique." "Laser 558 had genoeg luisteraars in dezelfde periode, maar de bereidwilligheid van de adverteerders om zendtijd te kopen op het station was noppes. Dit probleem speelde natuurlijk al vanaf augustus 1967. De Britse adverteerders durfden het gewoon niet aan via de zeezenders te adverteren, bang om gestraft te worden door de autoriteiten. "Dan moet je ook nog een onderscheid maken tussen het soort adverteerders die er op de diverse stations waren. In vergelijking met een station als Radio Mi Amigo in de jaren zeventig — met veel meer luisteraars dan Radio Monique — hoorde ik daar vooral de vleeshallen, juweliers, restaurants, bars en autobedrijven. Met de grote jongens als Kodak en Coca Cola is het bij de advertentieverkopers van Radio Monique ook nooit gelukt. Maar niet alleen de middelgrote bedrijven adverteerden op Radio Monique." "In de zomer van 1985 zaten we met de Kijkshop (V&D), Technics, Esveha en Perry Sports leuk in de groep "grotere adverteerders." Daarnaast hadden we natuurlijk ook de gebruikelijke kleine adverteerders, maar toch draaiden we goed. Tony Berk riep zelfs uit dat we eerder waren met de "grote jongens" dan destijds Radio Noordzee in 1971, toen het zelfs nog volledig legaal was te adverteren op de zeezenders. Het zal ongetwijfeld te danken zijn geweest aan de kennis en de connecties van types als Van Kooten, Berk, Ouwens en Jan Legrauw." "Helaas was het voor die trouwe adverteerder in november 1987 in één keer afgelopen. Door een onaangekondigde frequentiewisseling van 963 kHz naar 819 kHz — met dank aan Peter Chicago — waren de luisteraars het station opeens kwijt. Fred Bolland kon er na al die jaren nog niet over uit. "In één dag al mijn adverteerders weg!" riep hij" Aldus Walter Simons, voorheen deejay en nieuwslezer bij Radio Monique. Simons voegde aan zijn verhaal nog een aantal scans bij van het betreffende onderzoek dat eerder, in juni 1985 en dus nog vóór het NOS-onderzoek, werd gehouden door onderzoeksbureau Interview. Simons kreeg het destijds uit handen van Tony Berk — "Tony van de muziek," zoals hij zich destijds noemde — tijdens de wekelijkse vergadering bij ROBA-Music aan de Graaf Florislaan te Hilversum. Op die locatie werd onder meer de Top 50 samengesteld. Landpiraten. Gekoppeld aan het NOS-onderzoek inzake het luistergedrag van Nederlanders boven de 15 jaar kregen de respondenten ook de vraag voorgelegd of ze wel eens afstemden op de programma's van de landpiraten. In totaal gaven 291 respondenten, oftewel iets meer dan 43 procent, toe wel eens af te stemmen op een landpiraat uit de eigen woonplaats of omgeving. Van die groep stemde zeven procent vrijwel dagelijks af op een illegaal radiostation dat de programma's vanaf land verzorgde. Verder luisterde 11 procent enkele dagen per week, 14 procent eens per week, 12 procent minder vaak dan eens per week. Ruim een derde deel van alle ondervraagden, zo'n 37,5 procent en samen goed voor vier miljoen personen, luisterde bij elkaar genomen dus een of meer keren per week naar de een of andere lokale landpiraat. Daar stond tegenover dat 55 procent zei nooit naar een dergelijk station te luisteren. De vraag naar het soort programma's op de meest beluisterde radiopiraat leverde onder meer de volgende antwoorden op: Nederlandstalige muziek: 75 keer; Popmuziek, hitparades, disco: 57 keer; Muziekprogramma's: 55 keer; Gezellige lichte muziekprogramma's: 42 keer; Verzoekplaten programma's: 33 keer; Non-stop muziek, zonder gepraat: 14 keer; Smartlappen, sentimentele (Nederlandstalige) muziek: 12 keer; Spelletjes: 10 keer; Informatie over buurt en regio: 9 keer; Oude platen: 9 keer; Geestelijke muziek: 6 keer; Duitse muziek: 4 keer; Reclame: 3 keer; Praatprogramma's: 3 keer. Ruim de helft, oftewel 55 procent, van de 291 luisteraars die afstemden op de radiopiraten antwoordde tijdens het onderzoek bevestigend op de vraag of dat meest beluisterde radiostation ook reclame verzorgde. Van de overige zei 40 procent dat dit niet zo was. Vijf procent had totaal geen idee of dit al dan niet het geval was. Zoals we hebben gezien wisten de zeezenders in 1985 nog een aanzienlijke groep luisteraars naar zich toe te trekken. Dat gold dan vooral voor Radio Caroline, waar wekelijks wel een klein half miljoen luisteraars tenminste een keertje op afstemde. En, verrassend genoeg, gaat dat nog sterker op voor het nieuwe Radio Monique, dat iedere week bijna het dubbele aantal luisteraars trok. Toch hoefde dit alles bij elkaar geen reden voor zorg te zijn bij de programmamakers van Hilversum 3. Een uiterst populair programma als de "Avondspits" trok in die tijd op dat station zo'n twee tot drie miljoen luisteraars. De cijfers lijken betrouwbaar, zeker waar het onderzoek van Interview de uitkomsten van de NOS-enquête bevestigt. Er zijn enige kleine verschillen. Zo kwam het aantal wekelijkse luisteraars voor Radio Monique uit op negen procent in de NOS-enquête en op 11 procent in het Interview-onderzoek, dat onder tweeduizend personen werd gehouden. Het Interview-onderzoek liet verder zien dat de leeftijdsopbouw van de Monique-luisteraars piekte in de categorie van vijfentwintig tot vijftig jaar en in gezinnen met jonge kinderen. De uitkomsten van het Interview-onderzoek bevestigden bovendien dat Radio Monique een belangrijk deel, ruim 45 procent, van haar luisteraars trok uit het Westen van het land, waarvan het tweederde deel van buiten de grote steden. Die beide zaken kunnen op voorhand worden toegeschreven aan de muziekprogrammering. Juist in het midden van de jaren tachtig vonden we onder de jongeren in de grote steden een sterke opkomst van relatief nieuwe muzikale genres — Punk, New Wave, Hard Rock — die buiten het aandachtsgebied vielen van de zeezenders. Ook Disco behoorde nog tot de muziekstijlen die in die tijd veel de aandacht trokken van het jongere publiek. Maar, rond dat genre voerde zeezender Monique zelfs een tweetal speciale programma's, wat deels ook het succes van het station kan verklaren. Het NOS-onderzoek bevestigt daarnaast het beeld dat de landpiraten hun aantrekkingskracht vooral te danken hadden aan hun nadruk op de Nederlandstalige muziek, een genre dat door de zeezenders, zowel als Hilversum 3, sterk werd verwaarloosd. De zeezenders en landpiraten hadden in die tijd dus nog een duidelijke functie. Toch bevonden we ons ten tijde van beide onderzoeken al in de nadagen van de zeezenders en de landpiraten. Niet lang daarna zou ook Hilversum 3 concurrentie krijgen van een andere kant. In 1988 breken de commerciële omroepen met de start van Radio 10 op de kabel immers definitief in op het publieke bestel. Hans Knot, 5 september 2020 Literatuur Interview - Instituut voor Marktinformatie (1985), Radio Monique. Project 45092/SB. Amsterdam: Interview, juni 1985. NOS (1985), Beluistering zeezenders en landpiraten. Hilversum: Nederlandse Omroep Stichting, 19 november 1985.
  21. Andermaal een blik in het jaar 1967 waar toch vele herinneringen van naar boven zijn gekomen. Komend vanuit een Katholiek gezin werd je in die jaren veelvuldig geconfronteerd met radio- en televisie-uitzendingen van de KRO en uiteraard de inhoud van de Katholieke Volkskrant en de Katholieke Illustratie. Ieder jaar, sinds 1961, werd de Vastenactie gepromoot om zoveel mogelijk geld te mogen ontvangen op gironummer 5850 in Utrecht. We legden allemaal wat centjes bijeen voor de storting en namen bewust ook geen snoep in die periode. De bisschoppelijke vastenactie was opgericht met als doel om naast de toen nog steeds de traditie van onthouding gedurende deze 40 dagen tijd ook een moderne vorm en invulling te geven aan de begrippen vasten en solidariteit met mensen in de ontwikkelingslanden, die het veel minder goed hebben dan wij. Naast het geven van geld werd er ook op andere manieren gespaard. Blikjes vol snoepgoed werden na Goede Vrijdag geopend om de tandarts Zeeven aan de Korreweg ook weer aan werk en dus geld te helpen. Maar ik denk wel dat 1967 zo ongeveer het laatste jaar is geweest in Huize Knot dat deze vorm van vasten of onthouding werd beleefd. Immers de Bisschoppensynode had eerder dat jaar besloten de Vastenwetgeving op te heffen en elk Katholiek gezin zelf te laten beslissen al dan niet te vasten en de manier waarop vast te stellen. Voor de laatste keer ging halverwege de Vastenperiode op ‘Laetare Zondag’ de koekjestrommel even open om de daarop volgende weken weer gesloten te blijven. En hoe zag de dinsdag er uit als het ging om het beluisteren van ‘De Nationale Popzender’ ofwel Hilversum 3 in oktober 1967? Het was de dag dat de VARA na het nieuws van 9 uur in de ochtend een aanvang nam met ‘NAR’ ofwel de Nederlandse Artiesten Revue op de plaat. Een programma van Coen Serré en Piet Wielinga. Heel leuk vond ikzelf het programma ‘Klink Klaar’ met Elles Berger, Joop Smits en Erik van Reijendam. Het spelletje ‘Geen Ja en geen Nee’ vierde jarenlang het gegeven een succesformule te zijn. Het duurde twee uur lang waarna ‘Zorro’ te beluisteren was, een programma voor de tieners dat niet veel later zou worden vervangen door Kees van Maasdam met zijn ‘Vrolijke Gevarieerde Visite’. Afbeelding: Elles Berger Het bleef de VARA de hele ‘dag’ met vervolgens ‘Ekpres’ en ‘Er jee em drie’ en het nooit vergeten ‘Mix’ met Herman Stok, U weet wel 120 minuten rijp en groen op alle toeren. Tja en dan komen de namen van Herman Stok en Kees van Maasdam in mijn geheugen terug naar een verhaal dat ik samen met Arno Weltens jaren geleden schreef op zoek naar de roots van de beide heren. Het artikel is terug te lezen in het online tijdschrift Soundscapes. http://www.icce.rug.nl/~soundscapes/VOLUME03/Klankbord_van_de_JARO.shtml In 1967 trokken men massaal naar de stembus om nieuwe Volksvertegenwoordigers te kiezen. Hoe stond toen de Top 5 van de landelijke partijen ervoor na de verkiezingen en de val van het kabinet Zijlstra? De Katholieke Volkspartij was met 42 zetels de winnaar. De PvdA haalde 37 en was er een verlies en wel van 8 zetels. VVD kwam op de derde plek met 17 gevolgd door respectievelijk de Anti Revolutionaire Partij met 15 en als vijfde de CHU (Christelijke Historische Unie) met 12 zetels. Er waren nog tal van andere partijen die aan de verkiezingen meededen en al dan niet zetels wonnen, partijen die grotendeels al lang tot het verleden horen: CPN, PSP, SGP, Boerenpartij, D66, GPV, De Noodraad, CDU, Landsbelangen, Liberale Volkspartij en de Partij voor Ongehuwden. De Partijen die geen zetel haalden waren tevens hun garantiesommen van f10.000 gulden, per partij, kwijt. Op de woensdagen was het de NCRV dat ons probeerde te vermaken via Hilversum 3. Niet dat het echt lukte als het om mijn oren ging. Allereerst was er om 9 uur het programma ‘Zing, zing, zing!’ en dat onder de noemer ‘Zestig minuten lichte vocale muziekjes’. Om 10 uur werden nieuwe langspeelplaten voorgesteld in ‘Mengelmuze’. Waarachtig in de maand oktober 1967 om 11 uur op de woensdag tijd voor ‘Operetteklanken’. Daarna muziek uit alle windstreken in ‘Grenzeloos’ en om half 1 in de middag ‘Musical fragmenten’. Het leek wel of Radio 390 legaal was geworden. In dat station zat natuurlijk een heel duidelijke structuur en was het een lust om naar te luisteren, maar de opvulling die de NCRV aan Hilversum 3 dacht te moeten geven was niet normaal. Gelukkig nam de AVRO het om 1 uur in de middag over met het AVRO’s Radio Journaal gevolgd door ‘Zet em op’ een vrolijk platenprogramma dat daarna weer werd gevolgd door ‘Arbeidsvitaminen´. Ja, in de middagprogrammering tussen 3 en 4 uur. Daarna was er tijd voor ´Popnonstop´ dat door de lokale afdelingen van de jongerengroep Minjon van Den Haag, Groningen, Kampen en Maastricht werd samengesteld. ‘De zingende bougie´ was de afsluiting voor de AVRO programmering en bestemd voor de automobilisten op de weg. Even terug naar Minjon: In 1953 werd een jeugdafdeling van de AVRO radio, Minjon, opgericht, waar jongeren, onder professionele begeleiding, hun eigen radioprogramma konden maken, dat werd uitgezonden onder de titel 'Op De Jonge Golf'. Deze Miniatuur Jeugd Omroep Nederland was een initiatief van Herman Broekhuizen, die zich al met jeugdprogrammering bezighield. Samen met Lily Petersen presenteerde hij het programma 'Kleutertje Luister'. Wat hij bij de aanvang niet kon bevroeden, was dat het nogal padvinderachtige initiatief - dat in plaatselijke afdelingen was verdeeld, elk onder leiding van een 'consul' - waarbij vele honderden jongeren, die gefascineerd waren door het fenomeen 'radio', zich in de loop der jaren zouden aansluiten. Op die manier was Minjon een fantastische kweekvijver voor de gehele Nederlandse publieke omroep. Bekende Minjonners zijn (waren): Eugenie Herlaar, Joop van Zijl, Hans van Zijl, Audrey van der Jagt, Klaasjan Hindriks, Will Simons, Theo Strengers, Joop Stokkermans, Donald de Marcas, Bram van Erkel, Eef Brouwers, Cees van Drongelen, Marga van Arnhem, Mireille Bekooy, Catherine Keyl, Koos Postema, Henk van Hoorn, Theo Stokkink, Paul Haenen, Theo Uittenbogaard, Rob Klaasman, Ad 's-Gravesande, Edvard Niessing, Michael Bakker en Ruud Bos. Leuk om daar tussen niet alleen weer een paar Groningers te zien maar ook Rob Klaasman, die zijn ervaringen verder benutte op Radio Dolfijn dat vanaf zee in 1966 actief werd en later werkte bij de VPRO en helaas veel te vroeg kwam te overlijden. In de zomerperiode zal mijn ‘wekelijkse nostalgische column’ iedere twee weken verschijnen. Hans Knot, 10 juli 2020 Afbeelding: Scholierenverkiezing in Minjon, jeugduitzending AVRO (Foto Nationaal Archief / Wikipedia)
  22. Deze column en die van volgende week is andermaal een terugblik in een aantal onderwerpen met betrekking op het jaar 1967. Mijmeren over toen is altijd leuk en dus maar eens diep graven over wat we eigenlijk aan aanbod kregen bij bijvoorbeeld de publieke omroepen. Het was de tijd dat het beluisteren van het merendeel van de Britse zeezenders verleden tijd was geworden, dit middels de in augustus van dat jaar in dienst getreden Marine Offences Act. Radio Caroline was met zowel de MV Fredericia als de MV Mi Amigo als Caroline International nog actief en was naast Radio Veronica nog het enige ‘vrije’ wat we konden horen op de middengolf. Dus werd het ook meer Radio Luxembourg, Hilversum 3 en andere stations beluisteren. Vaste prik op de vroege zondagochtend was het luisteren naar de VARA via Hilversum 1. Programma’s begonnen in de tijd om 8 uur in de ochtend met ‘Weer of geen weer’. Bert Garthoff en Leo de Beer brachten zeven kwartier de mooiste items die je aan de radio kluisterden en uit de regio Groningen was wekelijks om zes minuten na negen Fop I Brouwer te beluisteren met het item ‘Over al wat leeft en groeit en ons steeds weer boeit.’ Overschakelen naar Hilversum 3 bracht vervolgens ‘Pyamissimo’ een programma dat voornamelijk easy listening bracht. Om tien uur op Hilversum 3 was het ‘Juist op Zondag’ `dat weer werd gevolgd door nog meer ‘slijmende’ easy listening klanken in Willem Duys ‘Muziek Mozaiek.’ In de middag werd er wel eens geluisterd naar Ringo, een VARA programma onder de noemer ‘Beat en Popfestival’ waarin Nederlandse en Belgische artiesten optraden met begeleiding van Charlie Nederpelt en het VARA Dansorkest. Gastarbeiders waren er in Nederland op dat moment vooral uit landen als Italië, Spanje en Turkije en de eerste programma’s voor buitenlanders bij de publieke omroep waren op de zondagmiddag te horen via Hilversum 3. ‘Rome – Ankara – Madrid was er om 2 uur maar ook ‘Athene 0- Rabat – Belgrado’ was er wekelijks. Belcanto Concert op de BRT was vaste prik in ons gezin en ook de voetbaluitslagen met Frits van Turenhout of een bezoekje aan het Zuiderdiep in Groningen waar alle voetbaluitslagen, landelijk en regio Groningen op schoolborden werden gepresenteerd, hoorde bij het zondagse vertier. Met de neuzen op de ramen stonden de fans te wachten op de uitslagen van hun favoriete ploeg. In mijn geval destijds Amicitia VMC. Roomser dan rooms en dus mocht er ook niet voor half 3 worden gevoetbald. Terug naar de radio en de 245,3 meter op de middengolf. In laag vermogen was er die dag in het kader van ‘De Luther week’ een lezing te horen onder de titel ‘Dr. Luther geeft ons in 1967 een injectie’. Het was een week eerder opgenomen op zondag 22 oktober 1967. De man die de lezing deed was Ds. Geert Toornvliet, die niet veel later zou worden verbannen uit de gemeente Radio Bloemendaal maar zijn woord vervolgens kwijt zou kunnen via de diverse zeezenders. Zijn collega Johan Maasbach zou pas in 1970 via de golflengtes van RNI voor het eerst op een zeezender te beluisteren zijn maar in 1967 galmde hij om kwart voor acht in de zondagochtend al door de ether op de 208, ofwel Radio Luxembourg. Een station waar later op de zondagochtend, half elf precies, het programma ‘Favorieten Express’ werd uitgezonden. En altijd was er nog een uitweg om leuke programma’s te beluisteren op de zondag via Radio Veronica, hoewel de ‘Fant Brush Out Hairspray’ me af en toe wel te veel was. Straks meer over de maandagen op de radio. 1967 was het jaar dat officieel de 2,5 miljoenste televisie werd geregistreerd in Nederland. Wat een pech voor de gelukkige. Hij had voor zijn gezin net een nieuwe zwart-wit televisie aangeschaft, dat hij meteen weer van de hand kon doen. Als gelukkige kreeg hij namelijk een kleurentelevisie aangeboden. In Den Haag werd de jaarlijkse Katholieke Onderwijsdag gehouden waar ook het onderwerp televisie aan bod kwam. De filmcriticus P. van den Ham kwam tot een opmerkelijke uitspraak: ‘Televisie is kauwgum voor de ogen’. Maar er was ook een andere aanbeveling te beluisteren en wel van dr. Vulpen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij vond dat er tussen de diverse televisie en radioprogramma’s lange pauzes dienden te komen waardoor de kijkers en luisteraars zouden kunnen overdenken door te gaan met het kijken dan wel luisteren of te stoppen. Tja, ook toen had iedere radio en televisie een ‘aan en uit knop’ waarbij je als individu zelf kon beslissen wanneer het tijd was iets anders te gaan doen. De Leeuwarder Courant bracht een stukje over televisiereclame: ‘Het is een groots opgezet psychologisch offensief tegen de consument, wiens zwakke punten eerst door psychologen zijn blootgelegd en wiens gevoeligheden vervolgens door andere specialisten worden gestreeld. In Nederland is het echter nog een proberen want het zijn bewegende advertenties, die evenwel de feitelijke mededeling moeten ontberen, omdat in zo’n filmpje gewoon niet genoeg tijd en ruimte voor andere presentatiemogelijkheden zijn. Over enige jaren zijn de televisiereclamefilms even geraffineerd als nu in de VS.’ Tja, oktober 1967, de maandagen. Ik was al ruim een jaar aan het werk en mijn ‘jongste bediende periode’ voorbij. Ik kon een keus maken van mijn werkgever, het Provinciale Elektriciteit Bedrijf voor Groningen. Het was of werken op de afdeling ‘Boekhouding’ of ‘Overplaatsing’. Ikzelf was voor het laatste met daarbij de gedachte dat ik zou gaan werken voor Gerrit Huizenga, toenmalig hoofd Archief en Bibliotheek. Piet Bolhuis, afdeling Boekhouding en Facilitaire Zaken, vond het beter dat ik overgeplaatst werd naar de Reitemakersrijge, om de inventarisatie bij te houden van alle elektriciteitsmeters. Dat heb ik, op de vijfde verdieping van het pakhuis in de binnenstad van Groningen, vervolgens vijf maanden volgehouden. Ook in oktober 1967 zat ik de administratie aldaar bij te houden met daarbij de klanken van Hilversum 3, immers de collega’s wilden niet anders. De maandag begon met NCRV geluiden via het programma ‘Fit’ met als reden klaar wakker te worden vanaf 9 uur. Net of we dat nog niet waren op die tijd, immers het werken nam om 8 uur in de ochtend al een aanvang. Om 10 uur kwam vervolgens ‘Pop Station’, ja ook NCRV, een programma vol met plezierige Popmuziek en samengesteld door onze allen bekende Skip Voogd. De TROS nam het programma om 12 uur over met allereerst een aflevering van ‘Aktua’ met daarna het programma ‘Als dat zou kunnen’. Het werd gepresenteerd door Annet de Langen. De TROS, net een nieuwe loot aan het omroepbestel, had niet al te veel zendtijd en dus was het een uur later al tijd voor Echo, de actualiteitenrubriek van de KRO. Men had om 7 minuten na 1 het programma ‘TNT’, ofwel knalmuziek tot 2 uur. Als je heden ten dage zoekt in ‘Google’ op TNT en de KRO kom je alleen terecht bij het bedrijf dat pakjes en post verzorgd. Verder was het allemaal niet zo bijzonder op de middag want ‘Kick’ met muziek en sportinfo bracht ook niet het gevoel echt iets bij te dragen aan het nationale popstation. Wel vond ik, maar dan was ik al thuis, het programma ‘Draaijijofik’ wel leuk. Ted de Braak bracht op een komische manier de verzoeken voor mevrouw en meneer en als het meezat ook nog voor de jeugd. Tja, en om 6 uur in de middag ging het station destijds al weer op slot. Volgende week meer over mijmeringen naar 1967. Hans Knot, 4 juli 2020
  23. Op zaterdag 10 augustus 2002 vond er een zogenaamde 35ste Anniversary Offshore Reunion plaats voor zeezender personeel, dat actief was in de jaren zestig van de vorige eeuw, ook wel genaamd 'The Wet Club’. Men kwam bijeen om 14 augustus 1967 te herdenken, de datum dat het merendeel van de Britse zeezenders door de wetgeving uit de ether verdween. Mary en Chris Payne, van de website van Radio London, hadden samen met enkele toegewijde offshore-radiovrienden een fantastisch evenement georganiseerd. Veel voormalige offshore persoonlijkheden woonden de reünie bij in The Doggett's Coat and Badge, Blackfriar's Bridge, Londen. Een van de aanwezigen was het aan zijn intense radiovrienden te danken dat hij de reünie kon bezoeken, omdat hij zelf geen geld had om erheen te reizen. We hebben hem dan ook flink verwend met als gevolg een aantal bijzondere of merkwaardige eigenschappen van hem, die tijdens dat lange weekend andermaal naar voren kwamen. De kick-off van de reis was in Amsterdam, vanwaar Rob Olthof, Graham Gill en Jana en Hans Knot vertrokken naar Hanwell, gelegen in West-Londen. We gingen regelmatig naar het mooie Engeland en het verblijven in Londen betekende dat vaak dezelfde bed and breakfast werd bezocht, die werd gerund door een ouder echtpaar in Hanwell. Er waren echter maar drie extra bedden en dus moesten we een oplossing vinden om Graham Gill, waarover ik het heb, voor twee nachten onder te brengen. Mijn vrouw Jana ging via het internet, dat eigenlijk nog een beetje in de kinderschoenen stond, op zoek naar een plek waar Graham de nachten kon doorbrengen, niet te ver van onze pleisterplek. We vonden het op Boston Road in Hanwell waar hij de nacht doorbracht in een kamer boven een klein Indiaas restaurantje. De reünie vond plaats aan de zuidkant van Londen en dus spraken we af om vroeg naar Black Friar's Bridge te gaan waar, in een restaurant, het dakterras en de binnenruimte waren gehuurd door Chris en Mary Payne. Vermeldenswaard is dat we op vrijdagavond een gezellig samenzijn hadden in een biertuin bij de Harvester in Hanwell, waar Martin en Ulrike van der Ven, Gerhard Foilka en zijn vrouw en Chris Edwards en zijn vrouw Stephanie ook een toast uitbrachten op onze radiovriendschap. Zaterdagmorgen om half elf verschenen we voor het Indiase restaurant en Graham stond daar trots op het trottoir, gekleed in een driedelig pak. Een echte heer uit Australië. In 2002 bleek dat hij zich in 2002 in hetzelfde pak had gekleed als waarin hij in 1966 zijn sollicitatiebezoek had gebracht aan het kantoor van Radio London in Curzon Street, gelegen in de Londense wijk Mayfair. Jana merkte meteen dat het pak niet meer de juiste maat was voor Graham Gill. Onmiddellijk besloot ze, aan de straatkant, Graham toonbaarder te maken, zodat het niet allemaal te strak leek. Graham kon op zijn tijd ontzettend mopperen, en dat kon soms dagen duren. Dat weekend in augustus 2002 was zo'n weekend, want 'niets was goed' voor hem. Aangekomen bij het restaurant was er een uitgebreide briefing over hoe de dag was geregeld en werd er niet alleen verteld over de reünie, maar ook over het buffet. Mary en Chris Payne, de organisatoren, zijn vegetariërs en daarom was het buffet daarop gericht. Onmiddellijk begon Graham er ontevreden over te worden en bleef lange tijd mopperen, zelfs tijdens het diner, waarvoor slecht 10 Pond per persoon diende te worden betaald. Ik heb Graham zelf in de loop van de decennia meerdere malen bezocht en bij de lunch waren er twee geroosterde broodjes, die in een oude oven waren aangebrand en met sardientjes waren overgoten. Dat was alles. Het gerucht ging dat Graham, toen hij bij RNI werkte, soms met een sloep naar de Mi Amigo ging om sardientjes te halen of andersom. Er waren van die momenten tijdens de reünie dat Graham zich de echte ster vond en Jana daar gebruik van maakte en hem voor eeuwig vastlegde in het trappenhuis van het restaurant, dat gevuld was met spiegels. Zaterdag werd gevolgd door weer een gezellige zondag, die we met z'n achten doorbrachten door een mooie stadswandeling door Londen te maken. Het bracht ons onder meer naar St. Katherines Docks, waar een foto werd genomen in The Pirate Alley. Er was ook een warme maaltijd te genieten, die we besloten tot ons te nemen in een restaurant in Nothing Hill. Direct bij binnenkomst besloot Graham op luide toon zijn ongenoegen te uiten over het feit dat we daar te maken hadden met een fastfoodketen, waar hij zeker niets van wilde eten. Niet alleen wij werden gebombardeerd met zijn ongenoegen, maar ook andere gasten. De manager kwam naar ons toe en informeerde zichzelf over de problemen en merkte, zakelijk als hij was opgezet, dat hij bereid was om bij te dragen aan versoepeling van het ongenoegen en dus een aparte verse maaltijd wilde maken voor Graham Gill. Je zag hem helemaal opfleuren omdat Griselda, zoals zijn bijnaam was, dacht dat hij zijn zin kreeg. Het duurde echter even voordat de maaltijd werd opgediend, pas nadat de andere zeven mensen in het gezelschap volledig gegeten hadden. En je kunt begrijpen dat Graham ondertussen zijn ongenoegen heeft geuit. Toen hij eindelijk uitgegeten was vertrokken we voor een afscheidsdrankje naar een nabijgelegen café. Onderweg naar de pub vroeg Graham mij of het mogelijk was om 20 Pond van mij te lenen, omdat hij het hele weekend had genoten van drankjes van anderen en ook een rondje wenste te geven. We zijn 18 jaar verder en de 20 Pond moet ik nog terugkrijgen. En daarmee zijn we weer helemaal ‘Way back home’. Hans Knot, 27 juni 2020 https://www.offshore-radio.de/reunion/index.html
  24. hans knot

    Column Hans Knot: Januari 1975

    In januari 1975 keek ik natuurlijk anders tegen de wereld aan als in 2020. Er is in de tussenliggende periode enorm veel gebeurd. Niet alleen als het gaat om de wereldgeschiedenis met de nodige oorlogen; de diverse ernstige ziektes, die al dan niet waren tegen te houden, maar ook het besef dat in leeftijd veranderd je anders naar allerlei gebeurtenissen kijkt. Andermaal heb ik weer een aantal onderwerpen uit mijn archief gehaald dat ik, al dan niet bewust, destijds heb bewaard. Dit keer gaat het om zaken die in de maand 1975 werden geknipt en bewaard. Het was het jaar dat ikzelf naar drie radiostations intens luisterde en daarnaast incidenteel naar andere stations. Radio Mi Amigo vierde haar 1-jarig bestaan op 1 januari en had een rijke luisterschare opgebouwd. Seagull, later hernoemd tot Caroline, was er ook om mijn luisterdrift te gerieven terwijl in de avonduren ook nog wel eens werd afgestemd op Radio Luxembourg, je weet wel het station dat zo lekker in de fading kon worden beluisterd. Waarbij je jezelf afvroeg welke presentator aan de beurt was, maar je vooral afstemde op de 208 meter middengolf om de nieuwste Britse producties en meer aan te horen. Maar er was natuurlijk veel meer, zoals de invoering van het zogenaamde blaaspijpje waarmee automobilisten met ingang van 1 november 1974 in aanraking konden komen bij regelmatige alcoholcontroles langs de snelwegen, maar ook bij invalswegen in de diverse gemeenten. Blazen kon je niet onderuit komen als het je werd opgedragen, zo was in de wet vastgelegd en in de tweede week van januari 1975 was het zover dat voor het eerst een wetsovertreder inzake het blaasconcept voor de rechter diende te verschijnen. Het gebeurde op 10 januari 1975 toen voor de Utrechtse politierechter, Mr. C. van der Laan, de toen 26-jarige koopman ‘M.N’, afkomstig uit Woerden, diende te verschijnen wegens een overtreding van de nieuwe regelgeving en dus was betrapt bij het rijden onder invloed van alcohol. En het was meteen raak, want hij kreeg een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken en tevens een rijontzegging van liefst twee jaar, waarvan één een voorwaardelijke ontzegging was. Hij was daarmee de eerste Nederlander die, na de invoering van het blaaspijpje, de klos was en diende te boeten voor het teveel aan alcohol in zijn bloedsomloop. De mogelijkheid tot controle via het blaaspijpje was rond middernacht op voornoemde eerste november 1974 ingegaan en het was meteen raak want om 5 minuten na half 1 werd M.N. door de politie in Woerden aangehouden en meegenomen naar het plaatselijke politiebureau voor de eerste blaastest en meteen met groot succes want de automobilist scoorde liefst een alcoholpromillage van 3,7. Het was de officier van justitie met de mooie naam ‘Herstel’ die hoopte dat de veroordeelde niet een voorbeeld voor de Nederlandse bevolking zou worden, want dat zou de nieuwe wet alle recht van bestaan hebben. Het was dan ook een van de beste wetswijzigingen uit die tijd omdat iedereen wist hoe het ervoor stond en wat de straffen zouden kunnen zijn. Hij voegde eraan toe dat de toen nieuwe alcoholwetgeving een van de best voorbereide wetwijziging van de toenmalige jaren was geweest, het was goed in de media gezet en in principe wist iedereen door de grote voorlichtingscampagne hoe het in de toekomst er voor zou staan. Ondertussen was het voor de automobilisten dus moeilijker geworden even flink door te halen en vervolgens achter het stuur te kruipen maar in januari 1975 kwam ook Nieuw Beijerland uitgebreid in het nieuws daar er een banvloek voor gelovigen werd uitgesproken voor hen die naar de televisie keken. Het was namelijk zo dat tegen de regels van de synode van de Oud-Gereformeerde Gemeente liefst 22 leden een televisietoestel in huis hadden. Er bleek maar een harde actie mogelijk namelijk totale uitstoting uit de Kerkelijke Gemeente. Hoe ga je op een menselijke manier met je medegeloofsgenoten om? Het bleek dat de Kerkenraad van de Oud-Gerefomeerden gedurende de daaraan voorafgaande jaren de betreffende leden al meerdere malen had gewaarschuwd. Een aantal van hen had geprotesteerd tegen de waarschuwingen mede getoetst op het feit dat de Evangelische Omroep ook gebruik maakte van de televisie als medium. Een woordvoerder van de Kerkenraad deed er nog een schepje bovenop door tegen een journalist aan te geven dat de uitgestotenen niet de trouwste kerkleden waren. Wel sprak hij de hoop uit dat alsnog de toestellen de huizen zouden worden uitgedaan en het leden toestemming tot herintreding zouden vragen. Ik krijg de kriebels als ik dergelijke herinneringen naar boven haal. Tussen zieltjes afstoten en zieltjes winnen was in januari 1975 maar een kleine stap. Op het gebied van zieltjes winnen voor de diverse omroepen bleek dat vooral de TROS, de KRO en de AVRO elkaar in 1974 daarmee behoorlijk hadden beconcurreerd. Het accent van deze vorm van zieltjeswinnen had zich in die periode voornamelijk in het zuiden van ons land plaatsgevonden. Zoals destijds gebruikelijk was werden medio januari de nieuwe cijfers van aangroei in aantal leden door de diverse omroepen bekend gemaakt, met daarbij een onderbouwing. Limburg en Brabant waren vooral de gebieden waar de strijd om het binnenhalen van nieuwe leden was gestreden. De TROS had het voortouw genomen door het publiek in de zuidelijke provincies meer bij haar programma’s te betrekken en de sterkste aanwas aan leden uit die regio te halen. 1974 bleek voor de TROS helemaal geen slecht jaar te zijn geweest want er was een aanwas van 108.000 nieuwe leden. Onder meer besloot de leiding van deze omroep diverse uitzendingen te gaan verzorgen vanuit de Orangerie in het Limburgse Roermond, waar het programma ‘Ons kent ons’, met presentator Rob Out, werd opgenomen. Een prachtige accommodatie die uitstekend, voor die tijd, geoutilleerd was. Bovendien was men van de strategie afgestapt dat de activiteiten met publiek in principe om de hoek dienden plaats te vinden, dus in de westelijke provincies. Bij de AVRO en de KRO had men redelijk snel de strategie van de TROS door en zocht men ook naar locaties in de zuidelijke provincies waar het goed vertoeven was en zeker ook mogelijk het publiek dichter bij de omroep te betrekken. Bij de TROS had men ook wel door dat de AVRO en KRO de voorbeelden volgde maar daar zat men niet zo mee omdat men in de meeste gevallen de andere omroepen wel een stapje kon voorblijven. In een persverklaring stelde men vanuit de AVRO dat het geen zaak van pure ledenwerving was dat men meer programma’s ging opnemen in het zuiden. Het had vooral te maken met het soort programma’s, bijvoorbeeld gericht op het Carnaval en een Schlagerfestival, verdeeld over meerdere uitzendavonden. En de KRO, die toch wel de nodige leden had verloren in de daaraan voorafgaande jaren in het voornamelijk katholieke zuiden, kwam ook met een persmededeling naar buiten waarin gesteld werd dat het geen kwestie van ledenwerving of concurrentie met de andere omroepen was, maar dat het ging om slechts toevallige omstandigheden om een gezonde spreiding van opnamelocaties te creëren en niet om het voortrekken van bepaalde provincies. Hans Knot, 20 juni 2020 Afbeedling: Roermond theaterzaal Oranjerie Van der Valk
  25. hans knot

    Column Hans Knot: Begin 1976

    Recentelijk hoorde ik op een van de oude radioprogramma’s de veel te vroeg gestorven Donna Summer haar hit ‘Love to love you baby’ zingen, wat me terugzette in de tijd naar begin 1976. Herinneringen uit de maand januari van dat jaar brengt ons onder meer naar het gebod vanuit Bush House in London dat er via de Britse staatsomroep en televisie geen vertoning via geluid en/of beeld van dit nummer nog langer mocht geschieden. De eenvoudige reden werd omschreven ‘omdat er te veel seks in het lied zou zitten’. Iedereen die het nummer, dat in vele landen op dat moment al een grote hit was, herinnert weet ook dat er in de song veel gehijg en andere geluiden te horen zijn die in een gemiddeld liefdesspel voorkomen. Het was destijds Charles McLelland, toenmalig hoofd van de afdeling lichte muziek van de BBC, die bekend maakte dat het nummer niet langer geschikt was ten gehore te brengen in programma’s waarnaar door vele gezinnen werd geluisterd of gekeken. Verbazing alom en natuurlijk reden in 1976 voor de tabloids erop te duiken en de toen 25-jarige Donna Summer te vragen hoe die opname zo mooi en sexy tot stand was gekomen. Het bleek dat ze intens aan haar toenmalige zeer sexy vriend Peter had gedacht. Uiteraard viel de verklaring vanuit de BBC burelen in het verkeerde keelgat van de Britten waarbij in de media zelfs werd gesproken van meer dan 20 miljoen Britten die het totaal niet eens waren met de beslissing. Op het moment van het verbod stond de plaat op plek 16 in de Britse Top 40 maar kon door het verbod dus ook niet vertoond worden in het BBC televisieprogramma ‘Top of the Pops’. Wel mochten de ILR stations en ITV, die onafhankelijk zijn van de BBC, de song laten horen en/of laten zien. De song, die door sommige kranten als ‘orgasme muziek’ werd omschreven, bleef wel in de platenzaken leverbaar. LaDonna Adrian Gaines, zoals Summer officieel heette, werd geboren op 31 December 1948. Met voornoemde song behaalde ze uiteindelijk de vierde plaats in Engeland en stond negen weken lang genoteerd. Op 17 mei 2012 kwam ze veel te vroeg te overlijden. Al bladerend door de aantekeningen van de maand januari 1976 kwam ik ook een notitie tegen inzake het toen net geopende vierde radionet in Nederland. Weet je het nog? 28 december 1975 en het was de nieuwkomer die als eerste een uitzenduur mocht vullen. De Veronica Omroep Organisatie was daarmee toegetreden tot de publieke omroepen en had André van Duin bereid gevonden op een satirische wijze het vierde net het daglicht te laten zien. Een zestal dagen later, op 3 januari, bleek uit onderzoek dat al 21% van de Nederlandse bevolking kennis had genomen van datgene wat werd gebracht via het klassieke Hilversum 4. De dienst Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS had die dag bijna 400 Nederlanders boven de 15 jaar ondervraagd naar hun luistergedrag. Het bleek dat 56% van deze groep het gebrachte tamelijk tot zeer goed vond. Daar tegenover stond dat 9% van de ondervraagden het aanbod zeer slecht vond. Dan was er nog een percentage van 20 die eigenlijk geen mening had. Wel was het zo dat bijna alle 400 ondervraagden op de hoogte waren van de start van het nieuwe net op 28 december 1975. Er werden in betreffende onderzoek nog enkele vragen gesteld aan de groep. Over de nieuwe zenderindeling kon slechts 44% melden welke de juiste uitzendtijden voor het klassieke net waren. Ook over de AM en/of FM ontvangstmogelijkheden van de vier netten was de inzicht matig te noemen. Ruim 200 van hen wist dat Hilversum 2 in de nieuwe opzet niet via de FM was te ontvangen terwijl de golflengte wisseling van Hilversum 1 en 2 door maar 25% van hen was doorgedrongen. Toch wist het merendeel van de ondervraagden de diverse netten op de deels nieuwe frequenties te vinden. Een paar weken geleden vernam ik van de ontregeling van een raadsvergadering in den lande waarbij tijdens de Corona tijd ingebroken werd door een inwoner van een gemeente West Betuwe op de online vergadering van de gemeenteraad via het onder meer tonen van pornobeelden. Ook dit bracht me tot een herinnering aan dezelfde maand januari 1976 waarover de nostalgische column deze week gaat. Het was namelijk het sportprogramma van de NOS, Langs de Lijn, dat in moeilijkheden kwam. Een Hilversumse etherpiraat stoorde de onderlinge radiocontacten van de medewerkers van dit programma. De piraat zond de betreffende zondagmiddag diverse muziekjes uit, maar deed dat waarschijnlijk bewust met opzet uit op de frequentie waarop de centrale redactie van Langs de Lijn de contacten onderhield met haar verslaggevers en diverse andere contacten. Het was niet de allereerste keer dat dit gebeurde want een woordvoerder van de speciale opsporingsdienst van de P.T.T. meldde dat men al geruime tijd op zoek was naar de piraat maar deze nog niet wist uit te peilen. Collega piraten waren goed gestemd over de pogingen tot onjuist gebruik omdat de gebrachte muziekuitingen hen wel konden bekoren. En dan waren er nog de nodige problemen in januari 1976 rond de Nederlandse luister- en zendamateurs, die zich bedreigd voelden door de al bijna monopoly positie van de CAI, de Centrale Antenne Installaties. Men vond het maar vreemd dat door de komst van meer en meer CAI’s er een verbod dreigde voor particulieren voor het plaatsen van een eigen antenne. Zij wilden derhalve dan ook een ontheffing van het verbod om particuliere buitenantennes te plaatsen. De Benelux DX-Club, waarin destijds ruim 700 luisteramateurs waren verenigd, stelde destijds vanuit het bestuur in een brief aan de toenmalige minister Westerterp, van Verkeer en Waterstaat, ontevreden te zijn over de positie van de CIA’s. Volgens het bestuur van de club trachtten veel gemeenten tegelijk met de exploitatie van een centrale antenne inrichting een einde te maken aan particuliere antennes. Men wees erop dat een verbod tot particuliere plaatsing van antennes ertoe zou leiden dat de leden de beoefening van hun DX-hobby, het ontvangen van verre radio en televisiesignalen, konden vergeten. In haar brief wees het bestuur van de Benelux DX Club er ook nog op, dat een luisteramateur in verband met storingen niet genoeg had aan een ingebouwde antenne in een ontvangsttoestel. Uiteindelijk kwam het, hoewel stapsgewijs, allemaal goed en konden de Dx’ers hun hobby vervolgen. Hans Knot, 6 juni 2020
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.