Spring naar bijdragen

Doorzoek de gemeenschap

Toont resultaten voor tags 'platenzaken'.

  • Zoeken op tags

    Voer tags gescheiden door een komma in.
  • Zoek op auteur

Soort bijdrage


Forums

  • Radio
    • Nederland
    • België
    • Verenigd Koninkrijk
    • Overige landen
    • LPAM (kleinvermogen AM)
    • Zeezenders
    • Radio Veronica
    • Radiovormgeving
    • Radiotechniek
  • Overig
    • MediaPages
    • Stamtafel
    • Help
    • Mededeling
    • Niet geregistreerde gebruikers

Blogs

  • Column
  • Nederland
  • Dossier
  • Recensie
  • België
  • Hitnoteringen
  • Testblog
  • Radio Erfgoed
  • Afspraken van Beheerders
  • Afspraken van Hitnoteringen
  • Blog van Radiotunes

Vind resultaten in...

Vind resultaten die bevatten...


Datum aangemaakt

  • Start

    Einde


Laatst bijgewerkt

  • Start

    Einde


Filter op aantal...

Geregistreerd

  • Start

    Einde


Groep


Website


Facebook


Twitter


Skype


Woonplaats


Interesses

3 resultaten gevonden

  1. In de begin periode dat Radio Caroline in maart 1964 voor het eerst was te beluisteren waren er in de diverse kranten tal van berichten terug te vinden in zowel de Engelse als Nederlandse exemplaren. Uit laatstgenoemden was een reconstructie te maken hoe de diverse journalisten dachten over het al dan niet legaal luisteren naar een niet officieel station, vaak piratenzender genoemd. Zo vond ik onder meer een krantenkop waarin werd gemeld dat een Caroline luisteraar theoretisch strafbaar kon zijn. Want de journalist van de Haagsche Courant was een bericht onder ogen gekomen uit Engeland waarin werd meegedeeld dat Engelse luisteraars de wet zouden overtreden als ze naar de clandestiene Radio Caroline zouden luisteren. Hij vond dat deze berichtgeving een verkeerde indruk kon wekken. Er was namelijk geen sprake van een waarschuwing die in Engeland was uitgegaan vanuit officiële bronnen om de luisteraars te waarschuwen van een officiële overtreding en dat in een land waarin de persoonlijke vrijheid hoog in het vaandel stond. Er werd ook een mening van een hooggeplaatste medewerker van de Nederlandse PTT, gevraagd naar de regelingen in Nederland. Daarop kwam het antwoord dat volgens de wet op de draadloze Telegrafie van 1948 het nu eenmaal verboden was naar een niet officieel toegestaan radiostation te ontvangen. De conclusie was dat eigenlijk de Nederlanders noch naar Caroline noch naar Radio Veronica mochten luisteren. Consequenties brachten het illegaal luisteren niet met zich mee want het vergrijp droeg een typisch theoretisch karakter met zich mee, terwijl ook de mogelijkheid tot vervolging zuiver theoretisch was. In de wetgeving stond dan wel een bestraffingsclausule genoemd voor overtredingen van de wet. In Engeland was dat 100 Pond boete of drie maanden gevangenisstraf dan wel een combinatie van beiden. Maar deze clausule was destijds vooral opgesteld als stok in de rug voor personen die bij herhaling weigerden het kijk- en luistergeld te betalen. Ook werd destijds gesteld dat het eventueel illegaal luisteren naar een zogenaamd piratenstation slechts een klein technisch vergrijp kon zijn. Bovendien als iemand over de middengolfband draaide om diverse radiostations te beluisteren en daarbij op de frequentie van Caroline of Veronica terecht zou komen er totaal geen sprake kon zijn van een overtreding. Men kwam toevallig op de muziek van het station terecht. Anders werd het als het station haar naam bekend maakte, zou men destijds puur theoretisch de radio uitgezet moeten hebben of een ander station dienen te gaan beluisteren. De Britse PTT zweeg in april 1964 totaal over dit onderwerp en ook het Britse luisterpubliek was zich van geen enkele overtreding bewust. Ook als het om eventuele potentiële adverteerders ging (Caroline had op dat moment nog geen reclame) zich door de wet zouden laten afschrikken, was niet bekend. Vanuit de woordvoerder van de PTT werd destijds gemeld dat er geen enkele belemmering er was daar nergens in de wetgeving hierover een artikel was opgenomen. Hoewel dit in 1967 voor Engeland en 1974 voor Nederland wel zou geschieden. Foto collectie Klaas Snijder Liefst 58 jaar is het geleden dat een deel van mijn leeftijdgenoten helemaal uit hun dak gingen als er weer een nieuwe single van de Fab Four, dan wel The Beatles, over de toonbank ging van hun eigen lokale platenzaak. Een ander deel was fan van de Rolling Stones en haatte de momenten als er andermaal te veel aandacht werd besteed aan het kwartet uit Liverpool. In Amerika stonden meerdere singles van The Beatles tegelijk in de Billboard Hot 100 of de concurrente hitlijst van Cashbox. In alle grotere plaatsen en steden had je volop platenzaken, waarvan de eigenaren blij waren wanneer de platenmaatschappij EMI weer een nieuwe zwarte schijf van The Beatles op de markt bracht. In Groningen had je nogal een aardige sortering aan winkels waar het vinyl te koop was. De belangrijkste in mijn oren was wel de firma Hemmes in de Steentilstraat, gevolgd door HiFi Vink in de Heerestraat. Ook Capi Lux, Het Carillon, Galeries Modernes op de Vismarkt, Eekels en Thie aan de Oude Ebbingestraat en V&D draaiden mee op het succes. Laatstgenoemde onderneming bracht destijds van vele hits een goedkopere, zogenaamde coverversie, uit op het Discofoon platenlabel, die te koop waren in de Discobar van het groot warenhuis. Probeer je anno 2022 voor te stellen zoveel verkooppunten voor een uitgebreid aanbod aan CD’s en vinyl te vinden in het centrum van een middelgrote stad. Het was in 1964 de tijd dat er langzamerhand aan inkomsten iets meer binnenkwam in de gemiddelde gezinnen en dus waren er automatisch ook meer advertenties terug te vinden om gebruiksgoederen aan de man te brengen. Zo was met bepaalde regelmaat een advertentie te zien van een handelsonderneming uit Haarlem, de firma Graetz, die er een volledige nieuwe serie televisies, radio’s en transistorradio’s in de markt had gezet. Het dwingende advies werd bijvoorbeeld in een dergelijke advertentie gezet om afscheid te nemen van die hele oude radio die al decennia lang mee ging in de familie: ‘Vele, vele jaren heeft hij trouw dienst gedaan. Bracht hij nieuwsberichten, waterstanden, dansmuziek, concerten. Nu ja…concerten – vooral de laatste jaren ging zijn leeftijd steeds sterker een woordje meespreken. Maar hij hoorde bij het meubilair. Totdat de nieuwe Graetz superradio’s kwamen en hij – onder dankzegging voor de vele bewezen diensten – werd gepensioneerd. En U hebt ook nog zo’n ouwe trouwe radio-ontvanger? Bedenk dan dat er in de laatste 10, 15 jaren zoveel veranderd is. Neem bijvoorbeeld de radiostereofonie, kroon op het streven naar werkelijk natuurgetrouwe geluidsweergave. Zend daarom de bon in voor volledige documentatie. De erkende Graetz dealer zal U bovendien de nieuwe Graetz toestellen gaarne tonen en demonstreren. Binnenkort staat ook bij U thuis de nieuwe Graetz, vast en zeker’. Let wel ‘Binnenkort’ staat voor ‘1964’. Hans Knot, 16 april 2022
  2. Tegen het einde van de jaren zestig en in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw verschenen er tal van LP’s in de winkels, die niet door de platenmaatschappijen officieel op de markt werden gebracht maar voornamelijk illegaal waren geperst in het buitenland. In die tijd kocht ik veel LP’s, gezien mijn liefde voor de muziek in de breedste zin van het woord. Er waren drie zaken waar ik vrijwel wekelijks kwam om mijn collectie uit te breiden. Voor de allernieuwste singles en LP’s ging ik naar Roel Hemmes in de Steentilstraat. Ook dook ik wekelijks even de kelder in bij Eekels in de Oude Ebbingestraat om te kijken of er iets nieuws was op LP gebied. Men had daar een meer afwijkende collectie als bij Hemmes. Maar er was nog een derde zaak waar ik ook wekelijks langs ging. Het was de firma Boverhof aan het Schuitendiep in Groningen. Eigenlijk kwam ik er al vanaf 1967 om er wekelijks singles in te slaan voor de jukebox van de Disney Bar in de Pelsterstraat. Eigenaar Kees Dekker had me gevraagd de muziekkeuze voor hem wekelijks te verzorgen. Zo kocht ik iedere week vijf nieuwe platen en de singles die uit de grote muziekkast werden gehaald kreeg ik als dank mee. Andere eigenaren van zakelijke jukeboxen hadden een soort van huurregeling met de firma Boverhof. Door een medewerker van het bedrijf werden wekelijks een aantal singles verwijderd om voor het nieuwe aanbod ruimte te maken. Op het einde van de dag kwamen alle singles, die uit jukeboxen waren verwijderd, netjes in grote bakken in de winkel te staan en waren ze vervolgens per stuk voor 1 gulden te koop. Grasduinen in die bakken was ook een heerlijke gelegenheid en bovendien kwamen er meer leeftijdgenoten met hetzelfde doel waardoor praten over de gezamenlijke muziekhobby tevens tot vriendschappen leidde. Op een bepaalde dag stonden er drie LP’s te koop vol met rock and roll nummers die jarenlang werden gezocht en plotseling in een keer waren aan te schaffen. Afluisteren leverde wel het gevoel op dat niet alles topkwaliteit bleek te zijn en later werd bekend dat dit kon kloppen aangezien deels werd geluisterd naar de muziek van gebruikte singles die waren opgenomen voor herpersing op LP. Een superverzamelaar was op het idee gekomen via een bevriende relatie zijn collectie aan de LP toe te vertrouwen, zodat anderen deze LP’s, die geen bekend platenlabel had, konden kopen. De zogenaamde witte LP’s die bij sommige winkels gewoon in de bakken stonden, zoals bij Boverhof, en bij andere zaken niet werden verkocht of soms toch van onder de toonbank. Uiteraard was de verkoop illegaal in de ogen van de Nederlandse Vereniging van Grammofoonplaten Detailhandelaren (NVGD). Er werden naar alle platenwinkels, die al dan niet aangesloten waren bij deze club, behoorlijke dreigende brieven geschreven waarin gemeld werd dat bepaalde, in Nederland actief zijnde platenmaatschappijen, zouden overwegen alle leveringen aan detailhandelaren, die illegale witte LP’s verkochten, stop te zetten. De behoorlijk scherp gestelde brieven werden eind maart 1970 verstuurd toen het bekend werd dat ‘illegaal’ opgenomen nummers van de Rolling Stones op grote schaal zouden worden verspreid. Ook Boverhof kreeg een dergelijke brief en in het Nieuwsblad van het Noorden van 2 april 1970 verzette hij zich fel tegen eventuele maatregelen. Het artikel bleef decennia bewaard in een LP hoes van een van de daar gekochte LP’s op het ‘Europa Label’. “Het lijkt een oplichterstroep", zei de heer W. (Wim) Boverhof in Groningen. Hij was het niet eens met de Nederlandse Vereniging van Grammofoonplaten Detailhandelaren. Om dat nog eens duidelijk te maken bracht hij de omstreden zogenaamde witte plaat van de Rolling Stones uit. Meerdere aangesloten handelaren, die van plan waren deze ‘witte’ schijf ook te koop aan te bieden, waren van dit idee afgestapt, toen ook de platenmaatschappij Phonogram fel reageerde met brieven die er niet om logen.’ Het kwam, zoals gemeld, er op neer als de handelaren tot verkoop van die bewuste plaat overgingen, ze zouden worden uitgesloten van levering van alle platen, die de betreffende maatschappij uitbracht. Wim Boverhof, die geen lid van de bond was, had vooral bezwaren tegen de toenmalige situatie van de grammofoonplatenmarkt. Zo stelde hij: “Zelfs benzinemaatschappijen kunnen platen verkopen”. In die tijd waren er ook cassettebandjes met muziek van bekende orkesten in omloop zonder dat men eigenlijk precies wist waar ze vandaan kwamen. Ook was het niet uitgesloten dat een lid van het betreffende orkest, de opname clandestien had verkocht en dus mee deelde met de opbrengst. In ieder geval verschenen er veel merkloze platen op de markt zonder dat de maatschappij, die de bewuste band onder contract had, wist wie deze leverden. Een van de eerste LP’s, die in Nederland illegaal op de markt kwamen was ‘Little white wonder’ van Bob Dylan. Het was niet Artone-CBS, waar de Amerikaan voor de Nederlandse markt onder contract stond, die de schijf op de markt bracht. CBS maakte er echter geen zaak van en dus was de schijf bij de meeste Grammofoonplaten Detailhandelaren zonder problemen te koop. Er was vooral de nodige publiciteit hoe het toch mogelijk was dat er zowaar de zogenaamde witte LP’s van de Rolling Stones werden aangeboden. De platenmaatschappij Phonogram – waar men de distributie in ons land voor de Rolling Stones verzorgde, beet, op verzoek van het Londense Decca om de rechten van de Stones en de maatschappij te verdedigen, fel van zich af en als gevolg daarvan bleven de aangesloten handelaren grotendeels in het gareel. Mevrouw Truus Boverhof kwam ik in haar grammofoonplatenzaak wekelijks tegen in die tijd. Uiteraard viel het op dat ze ook ‘witte lp’s’ verkocht wat weer tot aankoop door mij leidde. En niet alleen aan mij maar ook aan de andere vaste bezoekers, die op vrijdagmiddag het winkeltje aandeden. Eigenaar van weer een andere platenzaak aan de Heerestraat in Groningen was de heer H.P. Vink, die bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Grammofoonplaten Detailhandelaren was. In het Nieuwsblad van het Noorden zei hij destijds over Boverhof zijn actie: “Ik kan mij voorstellen dat de heer Boverhof niet in ons gareel loopt. Hij heeft geen belang bij het lidmaatschap omdat hij op deze wijze een zeer goede boterham verdient. Ik vraag mij af wat ik zou doen als ik in zijn schoenen stond. Of ik het leuk vind is wat anders." Als reactie daarop stelde Wim Boverhof: “Ik ben nooit lid van de vereniging geweest, omdat ik naast de nieuwe geen gebruikte platen mocht verkopen. Officieel mogen de maatschappijen niet aan mij leveren, maar onofficieel zie ik wel kans de platen, die ik wil hebben, te krijgen. Desnoods reis ik heel West-Europa af. Ik werd genoodzaakt te pionieren. Daardoor is het ook zover gekomen, dat ik ze nu goedkoper kan krijgen dan de erkende concurrentie. Dat is natuurlijk een vreemde situatie, maar ze is er." En dat hij succes had was ondermeer in de winkel aan het Schuitendiep te zien waarin een speciale bak was ingevuld met lp’s van ondermeer de Amerikaanse als zowel de Nederlandse uitvoering van de musical ‘Hair’, die in die dagen zeer populair was en overal volle zalen trok. En dat Boverhof het goed voor elkaar had bleek een week later toen er vier uitvoeringen van de musical in een bomvolle Martinihal waren en hij er een speciale stand had om de LP’s te verkopen. Wim Boverhof had ondermeer bezwaren tegen de honderd gulden inleggeld, die een kandidaat-lid aan de vereniging diende over te maken. Bovendien werd er dan door een soort van ballotagecommissie besloten of hij al dan niet werd toegelaten. Was het advies negatief dan kreeg een aspirant kandidaat niet de volle inbreng van 100 gulden terug maar slechts de helft van dit bedrag. Een reactie op deze financiële handel destijds van hem in het Nieuwsblad van het Noorden: “Het is fraai. Zo'n bond lijkt mij ook wel iets op op te starten. Dat is een mooie handel". Ook was het zo dat aspirant leden de NVGD uitvoerig dienden te informeren over de financiële zaken van het betreffende bedrijf. En voor Wim Boverhof was een lidmaatschap dan ook een onnodige optie: “Ik heb geen verplichtingen aan de vereniging. Ze is niet nodig. Daardoor is deze situatie gekweekt. Iedereen verkoopt tegenwoordig grammofoonplaten. En wat doet de bond daar tegen? Niets." Zijn Groninger collega Vink vertelde destijds dat het inleggeld nodig was om de onderzoekkosten te dekken. Voorts wenste men alleen maar betrouwbare leden op te nemen in het NVGD register: “Ik wil niet zeggen dat de heer Boverhof een avonturier is. Natuurlijk is er onrust onder onze leden. De gehele handel is onrustig. ledereen staat op zijn achterste poten. De tijd van gezapig zakendoen is voorbij, iedereen kan platen gaan verkopen. Voor een hoop zaken betekent dat paniek. Ach met vakkennis en een grote sortering red je het wel. En dat van die witte platen. Is het juist? Laten wij dat in het midden laten. Er zijn legio platen, die via duistere kanalen de handel bereiken. Zit er een lek bij de fabrieken of spuit men een surplus aan platen?" Er was nog een Groninger eigenaar van een platenzaak die een soort van dreigbrief van de platenmaatschappij Phonogram kreeg en wel de heer Kappen van ‘Het Carillon’, destijds gevestigd op het Kwinkenplein. Hij stelde in het Nieuwsblad van het Noorden gezwicht te zijn voor de inhoud van de brief. “We wilden niet het risico lopen van levering te worden uitgesloten. Het is erg jammer dat het zo moest lopen.” Voor de platenmaatschappij hadden de reacties een positieve wending gekregen want: “Wat ons betreft is die zaak over de Stones-plaat de wereld uit", stelde destijds de heer Ten Kate publiciteitsman van Phonogram. “Die Groninger handelaar Boverhof is niet aangesloten. Hij behoeft zich niet aan onze bepalingen te houden. Er gebeurt dan ook niets. Er is niets aan te doen. Hij kan verkopen wat hij wil. De liefhebbers van de Rolling Stones zullen het wel fijn vinden" De titel van de witte Stones LP was ‘Live’r than you’ll ever be’. Het muzikale werk verscheen op het Peace label en de naam van de groep was ‘Greatest Group on Earth’. Mevrouw Boverhof en haar assistente, Tineke van Nieff, verkochten de LP destijds voor 13 gulden in de winkel aan het Schuitendiep. Op de LP stonden oudere nummers als ‘Carol’ en ‘I’m free’, maar ook voor die tijd nieuwere songs als ‘Sympathy for the devil’, ‘Midnight rambler’ en het nooit eerder door de Stones op de plaat gezette ‘Little Queenie’. Hans Knot, 6 mei 2017
  3. Recentelijk kwam ik weer de advertentie tegen in mijn archief van een radio en tv-winkel, die ook witgoed verkocht maar tevens beschikte over een uitgebreide platenafdeling in de kelder van het pand gelegen aan de Oude Ebbingestraat in Groningen. In die tijd, 1970, was ik al een jaartje actief voor de ziekenomroep Halte Lijn 4, van het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg. Dat betekende dat ik de platenzaken in de stad met veel vreugde bezocht om allerlei leuke nieuwe singles en ook lp’s aan te schaffen. Wekelijks was er altijd, en daar kon je de klok op gelijk zetten, een bezoek in de late donderdagmiddag aan Muziekhuis Hemmes aan de Steentilstraat waarbij Roel, die enkele jaren daarvoor de handel van zijn ouders had overgenomen, alles wist van muziek maar ook vrij snel door had wat de keuzes van de klanten waren. Steevast kwam hij dan ook met bepaalde muziek aan zetten die wel iets voor mij kon zijn. Op die manier heb ik heel wat verrassende aankopen gedaan. In die tijd werkte ik bij de EGD, het latere Essent, op de afdeling Bedrijfsarchief en verzocht mij een van de medewerkers van de Boekhouding, die ook een kroeg dreef, of ik voor zijn Jukebox de keuzes wekelijks wilde maken. Hij had een contract afgesloten met de verhuurder van de jukebox, Wim Boverhof, die zijn zaak aan het Schuitendiep had waar tevens een platenzaak was gevestigd. Iedere vrijdagmiddag haalde ik er vijf nieuwe platen op, die op de vrijdagavond naar de Disney Bar in de Pelsterstraat werden gebracht. De singles die uit de jukebox kwamen kreeg ik als beloning voor mijn collectie en dus profiteerde de ziekenomroep ervan mee. Maar er waren in die tijd diverse platenwinkels; denk maar eens aan Muziekhuis Vink, Het Carillon, de platenafdelingen van Vroom en Dreesmann en Galeries Modernes. Overal kwam ik met plezier en het verdiende salaris werd voor een gezond deel omgezet in vinyl. In 1970, het jaar waar we het over hebben, was er ook het nieuwe geluid van RNI, dat stond voor Radio Nordsee International. Vanaf het zendschip MEBO II werden dat jaar, eerst in het Duits en Engels, muziekuitzendingen verzorgd op diverse frequenties. Niet tegelijk maar achtereenvolgens met als doel niet te storen op noodfrequenties maar ook om storingen veroorzaakt door- overheidszenders te voorkomen. Daar hoorde je de mooiste muziek die je niet op het – in mijn oren destijds nog – armoedige Hilversum 3 – kon beluisteren, laat staan op Veronica. Een ware openbaring van genot op het gebied van muziek die ik sinds 1967 – het jaar van de ‘flower power’ - niet meer had beleefd. Er waren heel veel nieuwe artiesten dat jaar maar ook gevestigde namen die met een andere sound, dan we van deze artiest(en) gewend waren, kwamen. Driftig schreef ik soms een titel op en nam het lijstje mee naar de winkels om te kijken wat er van voorradig was en/of het misschien te bestellen was. Door overal wekelijks even binnen te lopen en ook het nodige aan te schaffen bouwde je een bepaalde band op met de verkopers. Op een dag in 1970 werd er meegedeeld in de winkel van Eekels dat er een verbouwing zou gaan plaats vinden en dat in de toekomst er probleemloos, zonder bijgeluiden van andere apparaten, naar muziek van de draaitafels kon luisteren. Als het ware kroop je op die manier in de muziekradio. Het bleek ‘Sound a Round’ te heten, de toen nieuwe muziek stereo-testruimte, waardoor – zo werd er ook mee geadverteerd – niet langer het geluid van droogtrommels of transistorradio’s, die boven werden getest, waren te horen op de muziekafdeling. Er waren in acht afgesloten ruimtes evenzovele draaitafels, versterkers en duo-boxen geplaatst waardoor je volop van de stereofonische lp-muziek kon genieten. De persoon verantwoordelijk voor de promotie binnen het bedrijf wist ook goed in te spelen op de actuele releases van de platenmaatschappij want als er weer een advertentie in de krant verscheen voor de ‘Soundaround’ was er weer een link naar een net uitgekomen lp, zoals ‘Selfportrait’ van Bob Dylan. Het was een redelijk afwijkende productie van eerdere werken van Dylan en de dubbel-lp werd dan ook veelvuldig gepromoot op mijn favoriete radiostation RNI. Herinneringen die je zo maar even weer naar boven komen bij het zien van die oude advertentie. En nog even dit: de deejays van RNI draaiden het nummer ‘Wig Wam’ van deze lp redelijk vaak voor hun bazen in Zürich, Erwin Meister en Edwin Bollier. Hans Knot, 5 mei 2018
×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.