De Raad van State heeft een uitgebreid en kritisch advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat de lokale publieke omroepen moet hervormen. De regering wil met de aanpassing van de Mediawet 2008 de positie van lokale omroepen versterken, maar volgens de Afdeling advisering is op meerdere punten nog onvoldoende onderbouwd dat de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk bijdragen aan betere lokale journalistiek. Het wetsvoorstel beoogt dat de financiering voortaan vanuit het Rijk komt in plaats van via gemeenten. Daarnaast moet het aantal lokale publieke omroepen worden teruggebracht van 224 naar tachtig streekomroepen die grotere gebieden bedienen. Ook krijgt de Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen een rol als samenwerkings- en coördinatieorgaan. Het Commissariaat voor de Media beslist uiteindelijk bij de aanwijzing van een omroep, op basis van adviezen van zowel de gemeenteraad als de NLPO. De Raad van State benadrukt dat sterke lokale journalistiek belangrijk is voor de democratische rechtsstaat, maar vindt dat de regering onvoldoende laat zien dat de nieuwe financiering en schaalvergroting daadwerkelijk leiden tot een stevige basis voor onafhankelijke journalistiek. De verwachting dat het Rijk een toereikend budget kan bieden, wordt volgens het advies onvoldoende onderbouwd. De Raad wijst daarnaast op het risico dat grotere omroepen verder van lokale gemeenschappen komen te staan, waardoor hun publieke functies juist onder druk kunnen komen. Een ander punt van kritiek is het wettelijke maximum van tachtig omroepen. De Raad adviseert dit aantal niet in de wet vast te leggen, omdat het lastig wordt om een te groot omroepgebied later alsnog op te splitsen. Dat kan nodig zijn wanneer een gebied onvoldoende gedeelde geografische, economische of sociaal-culturele eigenschappen heeft. Ook de rolverdeling rond de aanwijzing van omroepen behoeft volgens de Raad aanpassing. De criteria waarmee de NLPO en de gemeenteraad adviseren lopen door elkaar, wat volgens het advies het risico vergroot dat de lokale binding van een omroep niet voldoende geborgd blijft. Daarnaast moet de toelichting bij het wetsvoorstel verduidelijken dat de NLPO geen openbaar gezag uitoefent, ondanks haar centrale positie in het stelsel. Juridisch speelt bovendien de verwerking van bijzondere persoonsgegevens een rol. Lokale omroepen zijn verplicht een Programmabeleid Bepalend Orgaan te hebben, waarin maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen vertegenwoordigd zijn. Die vertegenwoordiging moet aangetoond worden aan het Commissariaat en de gemeenteraad, maar het opslaan of doorgeven van gegevens over bijvoorbeeld religie valt onder bijzondere persoonsgegevens, waarvoor strenge regels gelden. De Raad adviseert daarom om duidelijker vast te leggen welke maatregelen nodig zijn om deze gegevens te beschermen. De kritiek van de Raad van State is omvangrijk en raakt de kern van het wetsvoorstel. Het advies aan de regering luidt om het voorstel niet naar de Tweede Kamer te sturen voordat de geconstateerde bezwaren zijn verwerkt. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap laat weten met het advies aan de slag te gaan. De voorgenomen ingangsdatum blijft vooralsnog 1 juli 2026, gevolgd door een overgangsperiode tot 1 januari 2028.