Geplaatst 13 januari 201411 jr. [ONDERSTAANDE ZOU COMMERCIEEL KUNNEN OVERKOMEN, DAT IS NIET DE BEDOELING, IK HEB GEEN BEHOEFTE (MEER) AAN RECLAME, BESCHOUW HET ALS INFORMATIEF. HET GEBEURT IN OVERLEG MET DE ADMIN.] Ik mag me gelukkig prijzen dat het door mij geschreven boek Elvis Presley, Erfenis van een Fenomeen, dat eind november is verschenen, zeer veel (positieve) media-aandacht krijgt. Op Radio 2, RTV Rijnmond en (vorige week) een hele week op Radio 5 Nostalgia is de verschijning van het boek beslist niet ongemerkt voorbij gegaan. Daar ben ik blij om, omdat na 25 jaar journalistiek het schrijven van een boek een geheel nieuw hoofdstuk aan mijn cv toevoegt. Van de week hoorde ik van de uitgever dat het boek op Bol.com zo goed loopt, dat die site heeft gevraagd of een deel van het boek online mocht worden gezet als digitaal inkijk-exemplaar. Dat is inmiddels gebeurd. WAT HEEFT DIT MET DE ZEEZENDER VERONICA TE MAKEN? In mijn boek heb ik episodes uit het leven van Elvis vanuit mijn eigen visie beschreven, daarnaast ben ik op zoek gegaan naar hoe mensen uit 'het vak' in Nederland Elvis beoordelen. Wat heeft hij betekend en wat betekent hij nu nog? Oudgedienden als Cesar Zuiderwijk en Bennie Jolink staan tegenover 'jonkies' als Douwe Bob en Tim Akkerman. Een hoofdstuk gaat over de vraag hoe Elvis in Nederland werd 'ontvangen'. Een geïnterviewde in dat hoofdstuk is Harry Knipschild. Hoewel zijn programma (samen met Joost den Draaier) Rhythm & Blues Hop tien jaar later begon dan Red Hot & Blue van Dewey Phillips, waar Elvis voor het eerst was te horen, is dit programma wat mij betreft het Nederlandse equivalent. En ja, ik heb weleens van Pete Felleman gehoord! Voor wie het wil lezen, hieronder het hoofdstuk met Harry. ------------------------------------------------------------------------------------ Hoofdstuk 5 In Maastricht zat je het best In Amerika is 1956 het jaar waarin Elvis van een lokale ster uitgroeit tot nationale held. In Nederland moeten Hilversum 1 en Hilversum 2 dan nog niets van rock-’n-roll hebben. Gelukkig voor nieuwsgierige en ondernemende tieners komt via de transistorradio het ‘nieuwe geluid’ wel binnen. ‘De eerste platen van Elvis heb ik niet bewust meegemaakt. Ik ben van ‘44 en was dus twaalf jaar in 1956. De eerste Elvis-plaat waarvan ik me herinner dat ik hem hoorde, was ‘King Creole’ in 1958. Het bijzondere was toen dat je vaak eerst over zo’n plaat of artiest gelezen had in een blad als Tuney Tunes. Pas later hoorde je hem op Radio Luxemburg. Dus dat is hem, dacht je dan.’ Harry Knipschild is een jongen met een meer dan gemiddelde belangstelling voor muziek. Om die reden wordt hij in 1963 gevraagd om mee te werken aan de programma’s van Radio Veronica, met name Rhythm & Blues Hop. Dit programma zou je met een beetje goede wil een Nederlandse versie kunnen noemen van Red, Hot & Blue van Dewey Phillips. Rhythm & Blues Hop start echter pas in de jaren zestig. Als Elvis in Amerika en Engeland in de jaren vijftig zijn eerste hits scoort, weet Nederland nog van niets. Een wekelijkse hitparade, zoals ze in Amerika en Engeland hebben, kent Nederland nog niet. De maandelijkse lijsten in bladen als Elsevier en Muziek Expres geven wel een indicatie van wat populair is. In 1955 doet Chuck Berry het daar al goed met zijn ‘Maybellene’, net als Bill Haley met zijn ‘nette’ versie van ‘Shake Rattle & Roll’. ‘Ik woonde in Maastricht,’ blikt Knipschild terug. ‘Dat was zowat de beste plaats in Europa als je muziek wilde horen. Radio Luxemburg was bij ons goed te ontvangen, evenals de Duitse legerzenders AFN en BFN, Radio Hasselt en de BRT. Als er wat was, dan kon je het in elk geval ontvangen. Veel was het Maastricht zat je het best 45 nog niet, maar met een soort spoorboekje kon je bijhouden wanneer er ergens een interessant programma was. Elke werkdag om vier uur ‘s middags was er een countryprogramma op RTL. Maar je moest echt zoeken.’ Voor door de wol geverfde popcritici anno 2013 is het makkelijk: Pat Boone en Bill Haley waren de foute bleekscheten die de ‘ondeugende’ teksten van rock- en rhythm & bluesnummers als ‘Tutti Frutti’ en ‘Shake Rattle & Roll’ voorzagen van een gekuiste tekst en er vervolgens goede sier mee maakten. Goedkoop scoren bij het grote blanke publiek ten koste van de zwarte tekstschrijvers? Zo eenvoudig ligt het niet. Pat Boone scoort zelf een grote hit met ‘Tutti Frutti’, vrijwel tegelijk met het origineel van Little Richard. Boone’s uithalen en kreetjes zijn een stuk minder uitgelaten dan die van ‘Little’ Richard Penniman. Beschaafder, zoals de algemene mening dan is. Bovendien maakt Boone er geen geheim van dat hij ‘Tutti Frutti’ eigenlijk een weerzinwekkend nummer vindt. Maar het effect is wel dat een groter publiek het werk van Little Richard leert kennen. Het origineel van ‘Tutti Frutti’ komt op 28 januari 1956 binnen in de Billboard-hitlijst en zal tot nummer 17 reiken. Na vijf weken is de single verdwenen uit de hitlijst. De ‘brave’ cover van Boone, die een week later binnenkomt, haalt nummer 12 en houdt het tien weken vol. Een grotere hit dus. Maar bij opvolger ‘Long Tall Sally’, in april ook door Boone gecoverd, zijn de rollen omgedraaid. Misschien is het tegen wil en dank, maar uiteindelijk is Pat Boone een van de wegbereiders voor de originele rockers richting het blanke publiek. Even terug naar ‘Shake, Rattle & Roll’. Ook Elvis’ versie van deze rhythm & blues-stomper wordt als single uitgebracht, maar weet het niet tot een hitnotering in Amerika te schoppen. Dat zou te maken kunnen hebben met de tekst, die Elvis grotendeels overneemt van het origineel van Joe Turner: geen ‘pots and pans’ dus, maar meteen in de eerste regel ‘get out of bed’. Daar is Amerika nog iets te puriteins voor in 1956. Elvis heeft dat kennelijk wel door, want tijdens de eerste tv-uitvoering van het nummer, in de show van de Dorsey Brothers op 26 januari 1956, kiest Elvis (of de zenderleiding) voor de ‘kitchen’-opening. Een week na de tv-première wordt het nummer opgenomen in de RCAstudio. Elvis twijfelt duidelijk tussen de twee versies. Zoals eerder al vermeld kiest hij uiteindelijk voor de ‘bed’-versie. Die verschijnt op 8 september op single. En al is de Elvis-mania dan op zijn hoogtepunt – ‘Hound Dog’ verscheen in juli en heeft al alle verkooprecords gebroken - de single ‘Shake Rattle & Roll’ haalt de Amerikaanse Top 40 niet. Een echte rocker haalt daar zijn schouders over op. Maar voor Elvis is de rebel die tegen heilige huisjes schopt maar een klein deel van zijn persoonlijkheid. Elvis Presley wil ook dat zijn moeder hem een lieve knul blijft vinden. En hij wil vóór alles een grote ster worden. Met rock-’n-roll, als dat zo uitkomt, maar hij ziet ook wel in dat er nog een publiek is te winnen dat ouder dan twintig jaar is. Dat leidt niet alleen tot de beslissing om een Kerst-lp op te nemen - die wordt door de critici op dat moment sowieso als ‘volstrekt smakeloos’ in de ban gedaan - maar ook tot zijn besluit om een rhythm & blues-nummer te kuisen. ‘One Night of Sin’ van Smiley Lewis wordt in januari 1957, exact een jaar na ‘Shake Rattle & Roll’ door Elvis opgenomen in de RCA-studio. One night of sin Is what I’m now paying for The things I did and I saw Would make the earth stand still De opname blijft een paar weken onaangeroerd, totdat Elvis hem eind februari opnieuw oppakt. Met een gekuiste tekst: One night with you Is what I’m now praying for Vroom dromen over een avond samen, dat is toch beter dan boeten voor gepleegde zonden! Het wordt nummer 4 in Amerika. COPYRIGHT EDWIN WENDT/VERBUM 2014
Gearchiveerd
Deze discussie is nu gearchiveerd. Reageren is niet meer mogelijk.