Spring naar bijdragen
Bekijk in de app

Een betere manier om te browsen. Ontdek meer.

Radiotrefpunt

Een app op volledig scherm op je startscherm, met pushmeldingen, badges en meer.

Zo installeer je deze app op iOS en iPadOS
  1. Tik op het deelpictogram in Safari
  2. Scroll door het menu en tik op Toevoegen aan beginscherm.
  3. Tik rechtsboven op Toevoegen.
Zo installeer je deze app op Android
  1. Tik op het menu met drie puntjes (⋮) in de rechterbovenhoek van de browser.
  2. Tik op Toevoegen aan startscherm of App installeren.
  3. Bevestig door op Installeren te tikken.

Klassement

Populaire bijdragen

Inhoud met de hoogste waardering op 09-07-17 in Blogartikelen tonen

  1. Voorwoord Leendert Vingerling In de periode 1977-1982 heeft radio Delmare geprobeerd om vanaf diverse schepen voor de Nederlandse kust radio uitzendingen te verzorgen. Het station wilde leuke muzikale programma’s brengen. Gezellig gepresenteerd en toegankelijk voor een breed publiek. Er bestond toentertijd geen enkel ander station waar je de hele dag muziekprogramma’s kon beluisteren. Het alternatief Hilversum 3 was door de omroeporganisaties nog niet omgevormd tot een echte muziekzender. Delmare had de potentie om veel luisteraars aan zich te kunnen binden. De tijden van radio Veronica en Noordzee zouden weer kunnen herleven. Het uitrusten van een zendschip ging niet eenvoudig. Het was volgens de Nederlandse wet strafbaar om mee te werken aan het tot stand komen van illegale uitzendingen. De hele organisatie moest ondergronds opereren om te voorkomen dat de politie zou ingrijpen. Wie werd opgepakt, kon zes maanden de gevangenis in of 10.000 gulden boete krijgen. Medewerkers hadden daarom een zwijgplicht Daarnaast was het ook moeilijk om financiers of adverteerders te vinden. Het was nu eenmaal verboden. Door geldgebrek waren de middelen erg beperkt en kon Radio Delmare haar plannen niet goed verwezenlijken. Het station heeft helaas te kort uitgezonden om het radiolandschap te kunnen beïnvloeden. Delmare heeft op mij wel heel veel invloed gehad. Strijdvaardig door het onrecht wat het Nederlandse parlement de zeezenders Veronica ,Noordzee en Atlantis had aangedaan, was ik vastberaden om voor het ideaal van ‘vrije radio’ te strijden. Radio Delmare was mijn metgezel. Deze periode heeft me ontzettend mooie en spannende avonturen opgeleverd, maar helaas ook offers gebracht. Mijn spaargeld is in rook opgegaan en de platencollectie ligt op de zeebodem. Gelukkig overheerst het gevoel van een geweldige tijd, die maar weinigen hebben kunnen meemaken. Ik voel me na al die jaren bevoorrecht dat ik deel heb kunnen uitmaken van de organisatie. Om inzichtelijk te maken hoe radio Delmare heeft gefunctioneerd besloot oud-medewerker Jan Kat (alias John Anderson) in 2006 het ‘Delmare verhaal’ te gaan schrijven. Dat werd in delen op zijn weblog gepubliceerd. Ik hielp hem in al die jaren, want twee weten meer dan dan één. Jan heeft het nog net op tijd af gekregen, want hij overleed in november 2012. Na zijn overlijden is het abonnement van zijn weblog te snel opgezegd, waardoor de informatie niet meer toegankelijk was. Tot vandaag, want dankzij de inspanningen van Vincent Schriel is heel veel weer boven water gekomen en gerestaureerd. Het Delmare verhaal heeft een nieuwe opmaak gekregen en is nu blijvend beschikbaar. Veel leesplezier Leendert Vingerling, juli 2017 Voorwoord Jan J. Kat Mijn Radio Delmare verhaal is opgetekend aan de hand van ervaringen en gebeurtenissen zoals ik deze tijdens de loop van het project heb meegemaakt. Omdat het al zo'n 28 jaar geleden is wordt het lastig om de loop der zaken exact te reconstrueren. Toch is dit wel mijn streven. Ik pretendeer niet de ‘Delmare waarheid’ in pacht te hebben maar probeer deze wel zoveel mogelijk te benaderen. Daarnaast heb ik in diverse hoofdstukken de ervaringen van oud Delmare medewerkers weergegeven. Jan J. Kat (april 2005) Het begin van Radio Delmare Piratenzenders In mijn vakantie bij opa en oma luisterde ik uit nieuwsgierigheid regelmatig de middengolf af op zoek naar geheime zenders. De interesse in de zeezenders is niet opgewekt tijdens mijn escapades met Radio Delmare. Nee die liefde is al veel eerder ontstaan, begin 60 er jaren tijdens schoolvakanties wanneer ik 2 à 3 weken ging logeren bij mijn opa en oma in Leeuwarden. Naast het spelen op straat zat ik ook regelmatig met mijn vingers aan de afstemknop van die mooie Blaupunkt en Philips buizenontvangers, die in de voor- en achterkamer stonden. Al snel ontdekte ik dat naast de amateurzenders op de 180 meterband in bijna dezelfde hoek ook Radio Veronica en Radio Caroline en een groeiend aantal andere zenders te beluisteren waren. Een zender aan boord van een schip, dat was curieus, daar straalde iets geheimzinnigs vanaf. Als 12-jarige liet het me niet meer los, dat luisteren naar die piratenzenders. Vanaf die tijd ben ik ook fanatiek krantenartikelen over de piraten gaan verzamelen. Werken en de Caroline's in Amsterdam In 1972 begon ik mijn carrière als monteur bij de afdeling telecommunicatie van de Nederlandse Spoorwegen in Amsterdam. Het kantoor was gevestigd naast het Centraal Station. Vanuit de werkplaats keken we uit over het IJ. Kijkend richting de Houthaven zag je de twee hoge masten van de Radio Caroline schepen de lucht in priemen. Tijdens de schaft nam ik de meest westelijke veerpont naar Amsterdam-Noord. Deze voer niet ver langs beide schepen. Foto: de MV Mi Amigo in de Ouwe Zeehaven te Zaandam, 1972 Op een dag waren de masten verdwenen. Uit de krant vernam ik dat de MV Mi Amigo door ene Gerard van Dam was gekocht. In Zaandam werd het schip door een groep enthousiastelingen ingericht als museum. Vlak naast de spoorlijn Amsterdam via Hembrug naar Zaandam lag de MV Mi Amigo om ingericht te worden als piratenmuseum. Tijdens de veiling van de boten heeft Gerard nog flink getwijfeld op welk schip hij een bod zou doen. De aanwezigheid van de 50 kW zender op de MV Mi Amigo heeft de balans in voordeel van deze boot doen doorslaan. De MV Frederica was meer gehavend uit de tijd van de beslaglegging gekomen, maar had nog een werkende scheepsmotor. Zij heeft op eigen kracht sloper Van der Marel in Ouwekerk in Zeeland bereikt. De Old Lady kon alleen met behulp van een sleepboot worden verplaatst. Jack Duyzer en Sonovox Jingles Het is nog een hele kunst om die sonovox jingles verstaanbaar op tape te krijgen. Ik woonde nog bij mijn ouders in Utrecht toen ik in mei 1974 via de 27 mc in contact kwam met Jack Duyzer. Jack was blind, maar zijn handelen leed daar niet echt onder. Hij was een gezellige, extraverte jongen, niet vies van een pilsje en bekend bij een grote groep Utrechtse bakkies gebruikers. Na zijn opleiding op het blindeninstituut Bartelomeus in Zeist ging hij werken als laborant in het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. Hij woonde daar intern. Na twee jaar maakte een allergie door het werken met chemische stoffen daar een einde aan. Dick van Amstel (Dick Heuff) was in het bezit van Sonovox apparatuur en leerde Jack ermee werken. Foto: Jack Duyzer Sonovox bestond uit twee telefoontjes die op de hals ter hoogte van de stembanden werden gedrukt. Uit de telefoontjes kwamen bijvoorbeeld synthesizer tonen door het bewegen van de stembanden. In samenspraak met de mond wekte men het typische sonore geluid op en een microfoon voor de mond legde dit vast. Steve England was op dat gebied een waar firtuoos te noemen. Landelijke bekendheid kreeg Jack toen zijn jingles konden worden beluisterd in verschillende programma's op Radio Noordzee, Radio Caroline en Radio Mi Amigo via Norman Barrington en Bob Noakes, in Hof van Holland van Ferry Eden en op Hilversum 3 in het programma van Ferry Maat. Weekend Muziek Radio in Utrecht Op zaterdag 22 september 1974 ging de eerste proefuitzending van Weekend Muziek Radio de ether in. Dat weekend was Jack Duyzer bij mij op bezoek. Hij had een FM-zender meegenomen en met zo'n 5 watt werd Utrecht bestreken op FM kanaal 44 (100 MHz). Onder de schuilnamen Jack Jackio en Felix the Cat werd er vanuit mijn slaapkamer/studio aan de Robijnlaan uitgezonden. Het live openingsuur werd gevolgd door een bandprogramma van Brian Anderson van Radio Caroline. Deze uitzending zal ik niet snel vergeten, naar aanleiding van dat programma ontving ik al mijn eerste fanmail in de vorm van een dreigbrief. De schrijver had de uitzending beluisterd en was zeer ontstemd geraakt. Wat hem het meest irriteerde was het vele draaien van jingles van de recent ‘vermoorde’ dierbare zeezenders Radio Veronica en Radio Noordzee. Dit had hem doen besluiten meteen de politie op de hoogte te brengen. Hij sloot zijn brief af met de raad de zender maar heel ver op te bergen. World Music Radio Origineel was het niet maar de naam WMR had ik geleend van de kortegolf-piraat World Music Radio. Deze zender zond toen uit vanuit Nederland via de 49-meterband (6.225 kHz), vooral in het weekend met Engelstalige muziekprogramma's. Van een promotie EP-tje had ik de aanwezige sonovox ‘W M R’ naar Jack gestuurd, die deze yell weer vakkundige in bestaande jingles heeft gemonteerd. Mijn WMR kon zeker niet vergeleken worden met de latere Radio Centraal in Den Haag of Radio Decibel in Amsterdam. Deze zenders waren veel professioneler, draaide met veel meer zendvermogen en waren dag en nacht in de lucht. Het format van onze zender was veel vrijblijvender. Zie ons meer als pioniers onder de FM-piraten. Bij ons werden de lopende kosten geheel uit eigen zak betaald en van iedere diskjockey/medewerker werd verwacht dat hij of zij wekelijks een bijdrage in de kleine kas deed. Ik was verantwoordelijk voor de zender, zendlocatie en zendschema's. Ook zorgde ik ervoor dat de vooraf opgenomen programmabanden op tijd aanwezig waren en op antenne gingen. Op het hele uur was de WMR-tiptopper te beluisteren, wat mij tijd gaf om de banden te wisselen. Het opstarten vrijdags was altijd spannend. voor mijn dienstplicht was ik gelegerd in Harderwijk. Om op 19:00 uur het eerste uur op tijd de lucht in te sturen moest mijn trein geen vertraging hebben. De reguliere uitzendingen waren in het weekend op vrijdag-, zaterdag-, en zondagavond. WMR-programmering in Utrecht 19:00 – 20:00 Pink Panther show - Richard de Ree (roulerend) 19:00 – 20:00 Guust Flater show - Bert vd Rijst (roulerend) 20:00 – 21:00 Jim Cooper show - P.Leeuwenstein (Gerrit Lettinck) 21:00 – 22:00 Willie Wortel show - Nico Littooy 22:00 – 23:00 Miki Dallon show / Gordon Gamel show 23:00 – 24:00 Peter Wilkens show / Nightclub - Felix the Cat 24:00 – 01:00 Nightclub - Felix the Cat (John Anderson) Conny Spies was een zeer fanatieke WMR fan. Zij richtte de WMR fanclub op, waar zij voorzitster van werd. Het hoogst aantal leden dat de fanclub heeft gehad was zo´n 300 stuks. Zaterdagavond tussen 20:00 en 21:00 uur was er de Koppige Top 30 van WMR. De luisteraars konden hun verzoekjes doorbellen naar een vast telefoonnummer. Daar zorgde Conny Spies ervoor dat ze het volgend weekend gedraaid werden. Conny was ook de grote inspirator achter de WMR-fanclub. Foto: Conny Spies Radio London Op 4 oktober 1974 startte ook Jack Duyzer zijn eigen zender. Ieder weekend verzorgde hij vanuit de ouderlijke woning aan het Hildebrandtplein in Den Haag de uitzendingen onder de naam Radio London. Enkele diskjockeys waren Paul van der Lugt, Dick van Amstel, Frans Versteeg en Robbie Progressief. Dick bezat een goed geoutilleerde studio waar de programma's werden opgenomen. Later dat jaar kwam Jack via Dick van Amstel in contact met Gerard van Dam. Boom Boom Tijdens een bezoek in 1975 aan deze studio raakte ik met Gerard van Dam aan de praat. Hij runde samen met Astrid de Jager de textielwinkel ‘Boom Boom’, gelegen aan de Vaillantlaan. Als Gerard iets opstart dan pakt hij dat groots aan. Al snel na de opening van zijn eerste zaak stampte hij een tweede en zelfs een derde confectiewinkel uit de grond. Dagelijks reed hij zijn winkels af om ze te voorzien van de laatste mode en het plegen van zijn grootste liefhebberij: het legen van de kassa's. Het consolideren van zijn kledingconcern ging hem een stuk slechter af. Astrid citerend: “Het geld vloog nog sneller de kassa uit dan het erin was gekomen. En waar het aan op is gegaan, daar ben ik nooit achter gekomen”. Uiteindelijk leidde dit, op een te grote voet leven, in april 1976 tot zijn faillissement. Maar daarover meer verderop in het verhaal. WMR in Den Haag Gerard van Dam was door de uitzendingen van Radio London zeer enthousiast geworden. Hij besloot vanuit zijn woning boven de winkel zijn eigen zender te beginnen. Ik vertelde hem over mijn zender in Utrecht en liet hem het jingle-pakket horen. Ik mocht het pakket bij hem achterlaten, WMR Den Haag was een feit. Gerard was een actief mannetje en samen met de rest van zijn Haagse club maakte hij een geheel nieuwe WMR-jinglepakket. De set waarvan ik toentertijd gebruik van maakte had zijn beste tijd wel gehad. De programma's klonken zeer professioneel en waren zondags op FM-kanaal 30 (96 MHz) in het Haagse te beluisteren. Om het luistergebied groter te maken besloot ik de WMR programma's in Utrecht te relayeren. Normaliter werden de programmabanden gratis per blindenpost naar Utrecht verzonden. Een keer was Gerard dat vanwege drukte niet gelukt. Hij zou ze wel even langs komen brengen. Om 01:00 uur 's nacht stond hij bij mij voor de deur. Er brandde geen licht meer, iedereen lag op bed. Wat te doen? Hij besloot de banden, die niet in de brievenbus paste, op het afdakje bij de voordeur te leggen. In de loop van die nacht ging het echter hevig regenen. Toen ik de banden de volgende ochtend van het afdakje hengelde waren de meeste kleddernat. Die zondag heb ik het programma van de week ervoor nog eens uitgezonden. Zondagprogrammering in Den Haag 11:00 – 12:00 Welkom op WMR - Jack Jackio 12:00 – 13:00 Open house - Peter Verstraeten 13:00 – 14:00 Verzoeking - Gerard van der Zee 14:00 – 15:00 Utrechts programma - Astrid de Jager 15:00 – 16:00 Flashback show - Jack Jackio 16:00 – 17:00 Verzoeking - Gerard van der Zee 17:00 – 18:00 One master show - Fred Bosman 18:00 – 19:00 Nonstop muziek - Peter Verstraeten Foto: mei 1977, WMR studio-zenderlocatie bij Gerard van Dam en Astrid de Jager boven de zaak in de woonkamer op de Vaillantlaan in Den Haag RCD voor de deur De Haagse uitzendingen hebben zo'n driekwart jaar geduurd toen op zondagmiddag 22 mei 1977 de RCD voor de deur stond. Gerard van Dam kon nog net op tijd, met de zender onder zijn arm, via dakgoot naar de buren kon vluchten. In een snel in elkaar gezette opname vertelde hij de luisteraars wat er aan de hand was en dat de uitzending moest worden gestopt. De schrik zat er goed bij hem in. Hij is er subiet mee gestopt. Het beëindigen van WMR kwam ons wel mooi uit. De zondag daarop, 29 mei 1977, tekende wij het koopcontract van de MV Aegir. Dit betekende dat wekelijks de Haagse Zeescouts naar Colijnsplaat togen om aan de verbouwing van de boot te werken. Peter van Zetten hierover: “In de zomer van 1975 ontmoette ik Jack Duyzer, Gerard van Dam en Astrid de Jager toen wij samen voor de ziekenomroep Radio Phoenix in het ziekenhuis Antoniushove te Leidschendam programma's maakten. Twee maanden nadat Gerard daar gestart was, had hij het er al voor het zeggen! In die tijd woonde hij achterin zijn winkelpand aan de Vaillantlaan. Astrid was daar verkoopster. Op de tweede etage van de bovenliggende woning kwam een woning vrij en daar zijn zij toen ingetrokken. Er werd meteen begonnen met verbouwen. In de woonkamer werd een studio gemaakt en toen deze klaar was werd er een zender aangeschaft. Weekend Muziek Radio was geboren. Tijdens de verbouwing maakten we in de nachtelijke uren regelmatig gebruik van de faciliteiten van Radio Phoenix. De portier van het ziekenhuis was op de hoogte van onze nachtelijke producties en deed niet moeilijk. Logisch, want hij was in zijn vrije tijd zelf ook medewerker.” WMR: eerste RCD-inval Op zaterdagavond 24 april 1976, na anderhalf jaar ongestoord zenden, zou het er dan toch van komen. Naast de reacties om verzoekjes kwamen er ook druppelsgewijs aanbiedingen binnen voor zendlokaties. Na een lange periode vanuit de ouderlijke woning te hebben uitgezonden stond de studioapparatuur en zender nu in Utrecht opgesteld bij de Familie Bredewoud aan de Notenbomenlaan 156. Halverwege het eerste deel van de live-uitzending van de Felix the Catshow, om omgeveer 22:30 uur, vond de eerste politie-inval plaats onder Light My Fire van Jose Feliciano. De familie die beneden zat te luisteren kon mij met een luide schreeuw nog waarschuwen dat er politie voor de deur stond. Ik kon nog net in een beweging de zender van bekabeling losrukken en naar buiten gooien. Ik maakte voor het eerst kennis met RCD-opsporingsambtenaar J.C. Roth en zijn gevolg. Voor verhoor moest ik mee naar het Hoofdbureau van Politie aan het Paardenveld. Omdat de speurtocht naar de zender, die in de tuin terechtgekomen was, niets had opgeleverd, werd in de loop van de nacht ook het ouderlijk huis doorzocht. Mijn Pa wist niet wat hem overkwam. Midden in de nacht werd hij uit bed gebelt. Er stond een koppeltje poltieagenten voor de deur met een een huiszoekingsbevel. Op mijn kamer werd een mobilofoon aangetroffen en in beslag genomen. Voor de eerste keer opgesloten in een cel. Het geheel maakte toch een behoorlijke indruk op me. Zondagochtend om 08:00 uur werd ik weer heengezonden. Dezelfde dag werd de zender door Vera Bredewoud teruggevonden in de brandgang achter het huis. Deze kon na enkele reparaties weer dienst doen. Onder het motto beter voorkomen dan genezen werden de uitzendingen het volgend weekend weer schoorvoetend hervat. De schrik zat er goed in bij mij en tijdelijk veranderde ik de stationnaam in West Side Radio, om deze na enkele weken weer te herstellen in WMR. Afscheidsfeest in Ds. Fernhoutschool Om het 2-jarig bestaan van onze zender te vieren organiseerden wij op 17 september 1976 in de ds. Fernhoutschool aan de Gansstraat een groot supportersfeest. Tegelijk kondigde ik mijn vertrek naar Hilversum aan. Dit betekende dat we afscheid van Utrecht namen. In een 12 uur durende happening namen de dj's Sidney Bright, Mick Mountain, Jim Cooper, Ferry Eden, Peter Wilkens, Peter van der Laan en ondergetekende afscheid van hun trouwe luisterschare. Alles werd op band opgenomen en de zondag daarop nog eens uitgezonden. Dagvaarding van Verdachte Eind 1976 viel de eerste dagvaarding bij mij in de brievenbus. De officier van Justitie riep mij op om maandag 31 januari 1977 om 15:30 uur op de Hamburgerstraat in Utrecht te verschijnen. De vrouwelijke politierechter kon de humor van het geheel wel inzien en strafte mij mild. Ik kreeg zelfs nog een deel van de apparatuur terug. Toen ik de rechtbank uitstapte zat de schrik er bij mij toch wel goed in. Utrecht Nieuwsblad 2 februari 1977: De veroordeling Hilversum, Weekend Muziek Radio Na afloop van mijn militairedienst verhuisde ik in november 1976 naar Hilversum. Op vrijdagavond 14 november vond de eerste WMR testuitzending plaats op kanaal 28 (95.4 MHz). Ik woonde op kamers vlak naast de Jonge Graaf van Buren. In mijn slaapkamer stond naast de studioapparatuur ook de FM-zender. Zo gauw ik de zender inschakelde kreeg ik een vreemd gevoel van binnen, iets van sensatiezucht. Zo van pakken ze me nu wel of pakken ze me niet! Deze thrill ben ik nooit echt kwijtgeraakt. De eerste programma's bestonden grotendeels uit non-stop muziek vanaf band, onderbroken door mijn oproep om te reageren. De zaak werd professioneler opgezet en al snel leerde ik Theo Groenenberg (alias Uncle Meat) kennen. Otto Weber: “Op een zaterdagavond eind 1976 stuitte ik tijdens mijn zoektocht naar goede muziek op Radio WMR. Ze brachten prettige luisterbare muziek. Deze radiopiraat gaf een telefoonnummer door en men vroeg om reacties van luisteraars. Ook verzocht men luisteraars met diskjockey ambities een bandje op te sturen. Van die oproep kreeg ik de kriebels, dat diskjockey spelen leek me eigenlijk best leuk. Ik koppelde een pick-up aan een cassettedeck, een microfoon ertussen en proberen maar. Gemakkelijk was het niet, ik had geen mengpaneel en moest verschillende keren de band stoppen en opnieuw starten. Uiteindelijk heb ik het product van mijn noeste arbeid naar het postadres van WMR aan de Leeghwaterstraat opgestuurd. De weken daarop geluisterd of het bandje zou worden uitgezonden. Dit gebeurde echter niet. Ik nam contact op met de WMR directie, Die lieten mij weten dat de kwaliteit van de opname te wensen over liet en mijn stem ook niet voor de radio geschikt was. Wat een teleurstelling. Terugkijkend had ik toen moeten stoppen met de piratengekte.” Zendlokatie WMR De WMR-zender stond een lange periode in Laanstraat 47A, Hilversum. Iedere vrijdag- en zaterdagavond waren tussen 19:00 en 01:00 uur de programma's van Gerard van der Zee, Astrid de Jager, Jack Jackio, Peter van der Laan, Ricky Klein en John Anderson op FM kanaal 28 (95.4 MHz) te beluisteren. In stereo in het Gooi en wijde omtrek. Het zendvermogen varieerde van 15 tot 25 watt. De eerste testuitzending begon om 20:00 en liep door tot 21:25 uur. Het programma bestond uit non-stop pop muziek, afgewisseld met oproepen om te reageren op het nieuwe station. Bewaking van de zender Ook in Hilversum stond de zender op mijn woonlocatie. Om een tweede ontmoeting met de RCD te vermijden werd gedurende de hele uitzending de zendlocatie aan de Laanstraat door medewerkers in de gaten gehouden. Bij naderend onheil konden zij mij waarschuwen zodat ik mij tijdig uit de voeten kon maken. Foto: WMR Studio aan de Laanstraat 47A, Hilversum Otto Weber: “Op een avond werd er aan de deur gebeld. Er stond iemand die zich voorstelde als Theo Groenenberg van WMR met de vraag of ik interesse had om medewerking te verlenen aan de radiozender. Ik vroeg wat dit inhield. Theo vroeg mij of ik in een pand tegenover de zenderbasis tijdens de uitzending op wacht wou zitten. Eventuele opsporingsacties van de RCD en Politie zouden dan bijtijds worden gesignaleerd. Per NS-portofoon kon ik degene bij de zender waarschuwen. Ik stemde in, Het was eigenlijk niet zo'n interessante baan maar ja, je moet toch ergens beginnen. De daarop volgende zaterdag was het zover. Ik kwam te zitten in een kamer tegenover het pand in de Laanstraat waar de zender stond. Er werd nog een radiootje voor me neergezet zodat ik het programma kon beluisteren. Riet Weber had een tas ingepakt met een thermosfles koffie en iets te eten. Na drie uur kou lijden werd ik door een andere vrijwilliger afgelost. Er was niets gebeurd tijdens mijn wacht, dus alles bleek zeer simpel, maar wel koud. Na de uitzending kwam een gedeelte van het radioteam met, als vaste gast John Anderson (Jan Kat) en Theo Groenenberg naar mijn huis om de goede afloop met een stevig glas te vieren. Het weekend kende zodoende zeer late avonden. Vaak begonnen de vogels al te fluiten als het gezelschap ons huis verliet. Maar ja, gezelligheid kent geen tijd was toen het motto.” Studio aan de Mauritslaan Otto en Riet Weber waren een van onze eerste luisteraanhangers. Zij stelden een kamer ter beschikking waar wij de studio in vestigden. Voor de geluidsisolatie werden er bij de plaatselijke eierman eierrekjes geregeld en op de muren geplakt. Van verschillende kanten werden taperecorders, draaitafels, microfoons, tafels en stoelen aangesleept. Na enkele dagen was er een toch wel een semiprofessionele geluidstudio gebouwd. De familie Weber hadden twee kamerbewoners in huis. Deze ‘Rens en Rens’ studenten, Arnoud Willemse en Remco, bouwden voor zo'n fl 250,00 een customized mengpaneel. Zij zorgden er ook voor dat de studioapparatuur in top conditie verkeerde. De draaitafels konden met voetschakelaars of via de faders worden bediend. Gerard van Dam presteerde het tijdens zijn programma nog wel eens naast de voetschakelaars te trappen zodat door de dreun de armnaald van de plaat schoof. Otto Weber: “Er werd regelmatig gebruik gemaakt van de studio. Ook mijn oudste dochter Wendy, toen zeven jaar, vond het uitermate interessant en werkte al mee om jingles te produceren. Ze deed dit zonder schroom of microfoonangst. Ze was een en ander wel gewend. Ze vertoefde regelmatig in de omroepstudio's om filmfragmenten of reclames in te spreken. Wij hadden Wendy op het hart gedrukt dat ze over de studio tegen vriendinnetjes moest zwijgen en dat deed ze ook, want ze vond het zelf natuurlijk ook heel spannend. Voor mij waren er nog weinig vrije avonden over want er was altijd wel iemand aan het opnemen. Ik heb in die tijd veel muziekbanden opgenomen en jingles in elkaar gezet. Als een programmaband klaar was dan werd deze per blindenpost naar Den Haag en Alkmaar verzonden. In Alkmaar hebben wij ook een half jaar uitgezonden bij mijn broer Erik Weber. Maar die vond het uiteindelijk toch te link worden omdat de Radio Controle Dienst regelmatig in die contreien rondreed”. De Technische zaken Theo Groenenberg was in dienst van de NOS. Hij werkte daar bij de afdeling die de belichting voor TV-programma's verzorgde. Hij was een van de eerste mensen die reageerde op mijn oproep. Diskjockey spelen wou Theo niet, techniek interesseerde hem veel meer. Samen met zijn vrouw Paula woonde hij aan de Leeghwaterstraat in Hilversum. Voor het contact met de luisteraars gebruikten we hun telefoonnummer en huisadres. De reacties die zij tijdens de uitzendingen ontvingen werden genoteerd en na afloop tijdens de sluitingsborrel bij Otto Weber aan de belanghebbende verstrekt. Theo was altijd zeer enthousiast om de technische kant van WMR te verzorgen. Samen met Ronald Vermeer vormden hij het technisch hart van de organisatie. Ronald was de echte zenderfreak, hij soldeerde professioneel de zenders in elkaar. Het hart van zo'n ding was een BLY 99 of zoiets. Deze eindtransistor zorgde voor het eindvermogen. Theo was ook de antennebouwer en samen met Ronald zorgden zij voor de juiste zendlocatie en antennesite. De uitzendingen waren ieder vrijdag-, zaterdag- en zondagavond. De programmering 19:00 – 20:00 Jazz programma - Kees van Swaay 20:00 – 21:00 Nonstop muziek - Ricky Klein 21:00 – 22:00 Gerard van der Zee 22:00 – 23:00 Astrid de Jager 23:00 – 24:00 Peter van der Laan 24:00 – 01:00 Onkruid vergaat niet - John Anderson De presentatoren Een andere WMR-presentator van het eerste uur was Peter van der Laan. Eigenlijk was hij een NS-collega die mij de kamers in Hilversum had bezorgd. In de loop van 1977 is hij bij de KRO nachtprogramma's gaan presenteren onder zijn eigen naam Rene van der Veer. Donderdagsavond nam ik in de studio aan de Mauritslaan meestal samen met Otto Weber (alias Ricky Klein) mijn uren op. Tijdens de opname stonden er verschillende versnaperingen onder handbereik. De keel en stembanden hielden we soepel met Passport whisky. Otto was daar ook niet vies van en aan het eind van de avond was de fles leeg. Ik moest ervoor waken dat koning alcohol niet de overhand ging voeren en met het programma aan de haal ging. Otto's broer Erik woonde in Alkmaar en vond het WMR idee zo goed dat hij voorstelde een zender bij hem thuis te installeren. Zo'n zes maanden lang waren de programma's in de Huiswaard en wijde omtrek te ontvangen. Daarna verhuisde Erik en kwam er een eind aan WMR aldaar. Foto: Tijdens carnaval 1977 fungeerde de woonkamer tijdens live uitzending als publieke tribune Carnaval Op zaterdag 19 februari 1977 presenteerden we een avondvullend carnavalsprogramma. Hierbij fungeerde Otto Weber's huiskamer als publieke tribune. Met luidsprekers en een microfoon klonk de stemming beneden door als achtergrond in de programma's. Dit werd door veel luisteraars zeer gewaardeerd. We noteerden zo'n 150 reacties. De Haagse tak was ook aanwezig. Nu was Gerard van Dam niet zo'n groot innemer, maar die avond had ik zijn favoriete drankje meegenomen: It Pompeblêdsje, een sterk Fries kruidenbittertje. Hij liet zich dit goed smaken. Aan het einde van de avond was hij niet zo´n frisse Bob meer en is bij de club in Hilversum gebleven en heeft bij Otto overnacht. Otto Weber: “Ik kan me die live-uitzending van die carnavalszaterdag nog wel herinneren. Er werden een paar kabeltjes naar een vriendin van ons aan de overkant van de straat gespannen en via haar telefoon werd er verbinding gemaakt met de zender. De luisteraars konden dan via mijn telefoon verzoekjes aanvragen die dan ook direct gedraaid werden. Dit alles werkte uitstekend. In de huiskamer stonden microfoons en boxen en via de studio boven konden wij alles regelen. Het werd een waar feest. In de woonkamer zat het hele team met feestmutsen en glazen drank. En maar gezellig met de luisteraars praten, proosten en zingen. Uiteindelijk was iedereen half dronken, maar het was een geslaagde avond geweest. Bij nader inzien was dit nog de gezelligste tijd uit onze piraten-periode die we gehad hebben. Op 5 maart 1977 verwisselde we van fm-kanaal 54 naar 28 (95.4 MHz).” Eerste zeezender schreden Het klikte goed tussen de Gooise en Haagse WMR-mensen. Tijdens de bezoeken aan Hilversum werd er vaak over Gerard van Dam's zeezender escapades gesproken. Begin 1977 kwam hij met het idee een eigen zeezender te starten. Het plan werd zeer enthousiast ontvangen. We besloten dat de nieuwe zeezender WMR moest gaan heten, net als onze FM-landpiraat. Het scheelde veel productiewerk. Jingles, promo's en ander materiaal was al voorhanden en de naam lag ook goed in het gehoor. In februari van dat jaar was er in Hilversum, ten huize van Otto Weber, een eerste bespreking over de financiële kant van de zaak. Aan een ieder werd gevraagd hoeveel geld zij in de onderneming konden steken. Uiteindelijk werden door Otto Weber, Mieke van der Haak, Gerard van Dam, Astrid de Jager, Fred van Dijk en ondergetekende Jan Kat zo'n fl 23.000,00 aan toezeggingen gedaan. Gerard zou vanwege een eerder faillissement optreden als vertegenwoordiger van de kopersgroep. Na zoveel jaren is niet meer te achterhalen wie precies hoeveel heeft gegeven. Het hieronder weergegeven financieel overzicht is een schatting: fl. 1.000,00 : Gerard van Dam fl. 1.000,00 : Astrid de Jager fl. 5.000,00 : Fred van Dijk fl. 7.000,00 : Otto Weber fl. 1.000,00 : Mieke van der Haak fl. 8.000,00 : Jan Kat -------------------- fl. 23.000,00 : Totaal De nadruk bij Gerard van Dam, Astrid de Jager, Fred van Dijk en Peter van Zetten hun bijdrage lag veel meer op de fysieke inspanning aan boord, de ombouw tot zendschip. Ook dat werk vertegenwoordigde een bepaald waarde. De Hilversumse partners opereerden meer op afstand en waren verantwoordelijk voor de financiele dekking tot aanschaf van de boot. Otto Weber: “Als ik het mij goed herinner kwam de hele clan onder aanvoering van Gerard van Dam op een dag naar ons toe om het een en ander te bespreken. Gerard reed in een grote blauwe Mercedes van zijn moeder waar een paar rare ronde gaatjes in zaten. Men kwam met het idee om een schip te kopen en deze als zendschip in te richten. Of wij ook interesse hadden. Gerard had al een schip op het oog, het was te koop voor niet te veel geld. Over het juiste bedrag moest nog onderhandeld worden. Toen kwam de vraag of ik er ook een paar duizend gulden in wilde steken en of ik nog meer mensen wist die interesse hadden. Daar moest ik toch wel even over nadenken. Onze vriendin, Mieke van der Haak, werd ook gevraagd. Zij wilde wel als ik ook zou meedoen. Het was wel spannend. Wat moest je doen? Ik overzag toen niet precies wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Evenmin kende ik de achtergronden van Gerard van Dam. Toch besloot ik erin te stappen. Zie het als een soort blindheid ten gevolge van een uit de hand gelopen hobby. Ik was zo bevangen met het hele zendgebeuren dat mijn realiteitszin mij toen in de steek liet.” Zoektocht naar een geschikte boot Gerard van Dam en ik gingen eerst op zoek naar een geschikte boot. Eerst in Dordrecht, later in Rotterdam Zuid. Niet ver van het Feyenoord stadion bevond zich een grote binnenhaven waar veel schepen lagen. Met de meeste kandidaten was iets mis. Zo bekeken we een mooie kuster die op het eerste oog zeer geschikt leek voor ons doel. Later vernamen we dat het schip een aanvaring had gehad en pas voor veel geld weer zeewaardig kon worden gemaakt. Van een andere boot was de hoofdmotor opgeblazen. In het ruim van een derde kandidaat kon Gerard net rechtop staan, deze was te laag. Zo ging dat een tijdje door. Het waren allemaal kneuzen. In de ‘Schuttevaer’, het lijfblad van de meeste schippers viel Gerard's oog op een advertentie: zeevissen met de MV Aegir in Colijnsplaat. Deze voormalige Groningse coaster uit 1929 was in gebruik als sportvisser. Eigenaar J. Henssen exploiteerde samen met zijn vrouw, een voormalige Miss Ierland (1962), de boot. De familie Henssen woonde vlak bij de haven, vanuit zijn woonkamer kon die net over de dijk de MV Aegir zien liggen. Zeeverkenners Op zondag 29 mei 1977 toog de hele club verkleed als zeescouts richting Zeeland. Otto Weber en Mieke van der Haak hadden een officiële koopakte in elkaar gezet. Otto, onberispelijk in het pak met attachékoffer, kwam in zijn luxe rode Volvo voorrijden. Hij deed zich voor als de financier van de club. Met een big smile werden we door Mike Henssen ontvangen. Van de overeengekomen koopprijs van fl 50.000 zou fl 30.000 boven en de rest onder tafel worden betaald. Het bedrag mocht in mootjes betaald worden. Als Henssen wist dat Otto langs zou komen, veranderde hij opslag van stemming, dan was er weer geld onderweg. Het was van meet af aan duidelijk dat wij niet het volle pond zouden betalen. Maar verder in tijd gekomen vonden we het bedrag wat tot dan toe aan Henssen betaald was voldoende. Nadat iedereen zijn krabbel onder het contract had gezet gingen we als eigenaren in spe onze aankoop bewonderen. Een unieke gebeurtenis 29 mei 1977, de dag van ondertekening van het koopcontract van de MV Aegir. Op de foto het schip in originele staat als sportvisser. Velen, waaronder heel veel Belgen, gingen met haar de Noordzee op om een visje te vangen. In het ruim stond over de gehele lengte van het schip een bar, vette worst met bier was de de specialiteit de la maison. Bij slecht weer of tegenvallende vangst kon je hier altijd wat achterover slaan. Foto: De MV Aegir op zee met aan boord Belgische sportvissers Colijnsplaat Colijnsplaat was niet meer de vissersplaats van weleer, dat stempel had het jaren geleden al verloren. De pleziervaart had die functie overgenomen. Veel luxe jachten en grote zeilboten lagen er zij aan zij. Wat mij nog bijstaat is dat vooral 's avonds bij een beetje wind je horendol werd van het getik van de belijning tegen de masten van die bootjes. De MV Aegir was de enige grote boot die in de haven lag afgemeerd. Van een afstandje riepen de borden met tekst ‘Aegir sportvisserij’ je al toe. De eerste keer dat we met Mike Henssen het ruime sop kozen, waren we in gezelschap van een groep Belgische sportvissers. Van dichtbij maakten we het hele circus mee. In het ruim stond, over de gehele lengte van de boot de bar. Mevrouw Henssen stond achter de kassa en hield zich bezig met de verzorging van de innerlijke mens. Zij zorgde ervoor dat de dorstige kelen tijdig werden gesmeerd. Op het menu stond als specialiteit warme vette worst. Foto: op een van mijn eerste foto's zien we Gerard van Dam, Fred van Dijk en Otto Weber. Afgewerkte olie en Henssen Toen we tijdens onze rondleiding door Mike Henssen in de machinekamer aankwamen was het schrikken. Het zag er donker, triest en smerig uit. Rondom de hoofdmotor stonden allemaal ketels en drums met daarin een onbekende zwarte substantie. Het bleek afgewerkte olie te zijn. Ook de rest van het schip bevond zich in een desolate toestand. De stuurhut had een dubbelfunctie, het was tevens ook uitgiftepunt van de hengelverhuur. Mike Henssen was naast kapitein ook nog stuurman en matroos, geheel niet gehinderd door de krukken waarop hij zich voortbewoog. Dit lichamelijk ongemak had hij jaren geleden opgelopen tijdens een auto ongeluk. Hij had zijn lichaam nooit de tijd gegund om hiervan goed te herstellen. In de weekenden gingen we de MV Aegir opknappen en leerden we ermee varen. Otto Weber: “Nou die Henssen was wel onder de indruk. We werden eerst bij hem thuis uitgenodigd voor koffie met koek en daarna gingen we op het schip om een proefvaart te maken. Destijds werd het schip gebruikt voor de sportvisserij. Er waren hengels aan boord en wij gooiden dus maar een hengeltje uit. Er werd ook nog wat gevangen geloof ik. Toen we weer aan wal waren werd er bij Henssen thuis onderhandeld over de koopprijs. We kwamen een bedrag van vijftig duizend gulden overeen waarvan er twintig duizend zwart betaald zou worden. Dat vonden wij na enige beraadslaging redelijk. Thuis werd er natuurlijk over gesproken hoe en wat te doen en hoe komen we aan het geld. Na veel overleg werd er besloten om de knoop door te hakken, het zou wel lukken. Eind mei werd een voorlopig koopcontract gemaakt, de officiële koopprijs zou dertig duizend gulden zijn. Ondertekend door de heer Henssen en andere aanwezigen. We hadden een goede deal gemaakt. Dit hadden we mede te danken aan de hebzucht en belastingontwijking van Henssen. De eerste aanbetalingen werden gedaan waardoor wij ook het recht kregen om enige dagen per week met het schip te oefenen”. WMR: tweede RCD-inval Op vrijdagavond 17 oktober 1977 kwam er in de loop van de avond dikke mist opzetten. Op een gegeven ogenblik was het zicht niet meer dan 50 meter. Er werd besloten de bewaking op te heffen. Om 00:15 uur werd er aangebeld en net toen ik aanstalte maakte om open te doen viel de politie via dak en balkon binnen. Opnieuw werd ik geconfronteerd met RCD ambtenaar J.C. Roth. Ook bij deze raid moest ik weer mee naar het politiebureau aan de Langestraat, zo'n 200 meter van de zendlocatie. We konden het lopend af. Het had ook niet veel gescheeld of de zeezender plannen waren in handen van justitie gevallen. Als penningmeester stond het ‘Aegir-dossier’ vlak naast de zender. De autoriteiten hadden er geen oog voor. De inval vond wel op een heel vervelend ogenblik plaatst, vlak voor ons 1-jarig bestaansfeest. Otto Weber: “Totdat die mistige zaterdagavond in oktober kwam. Dit was waarschijnlijk de avond waarop de heer Johnny Corry Roth van de RCD gewacht had. Wij zaten thuis gezellig te luisteren toen er opeens alleen maar geruis uit de radio kwam. Dat was voor ons het onheilsteken dat er iets fout zat. Het was al na twaalven, misschien was ome John in slaap gevallen. Nieuwsgierig als we waren reed ik met mijn broer Erik, die toevallig op visite was, naar de zendlocatie aan de Laanstraat. Terwijl ik mijn auto wegzette liep mijn broer alvast naar het huis van Jan Kat. Wat een domheid want hij liep regelrecht in de handen van de Politie. Die vroegen uiteraard wat hij kwam doen. Na een paar sterke verhalen mocht hij toch vertrekken. Dus die avond geen uitzending meer. Zender en bandrecorder weg, voor de tweede keer waren we gepakt. We moesten op zoek naar nieuwe apparatuur. Dit was echter in een paar dagen opgelost en een week later waren we weer in de lucht.” WMR-Live uitzending Op zaterdag 12 november 1977 bestonden we 1-jaar. Dit werd gevierd met een live-uitzending. Theo Groenenberg had een ingenieus plan opgezet. Vanaf de studio werd een kabel langs lantaarnpalen over de straat gehangen naar het huis van Mieke van der Haak. Via haar telefoon werd contact gelegd met de lokatie waar de zender stond. Luisteraars konden bellen naar het telefoonnummer van Otto Weber en dat prikten we live door in de uitzending. Het live-programma was een doorslaand succes, veel reacties en lofuitingen vielen ons ten deel. Om 01:30 uur werd de uitzending beëindigd. Voor de live-uitzending werd gebruik gemaakt van twee gewone PTT telefoonlijnen. Theo Groenenberg had door toepassing van enkele spoeltjes en condensatoren de kwaliteit van de telefoonverbinding zover opgewaardeerd. Dat deze voldeed aan de specificatie van een muzieklijn waar de omroepen in zo'n situatie ook meewerken. Als een telefoongesprek binnen de regio valt kostte het toen nog maar een kwartje. En als zo'n verbinding ook nog binnen een telefooncentrale tot stand kwam trad er ook weinig geluidsverlies op. Toch hadden we nog iets over het hoofd gezien, dat illustreert het volgende verhaal. Om 19:00 uur 's avonds beet Kees van Swaay met zijn Jazzprogramma de spits af, alles verliep soepel. Tot ongeveer 00.45 uur, toen viel het signaal weg. Even hoorden we bezettoon, daarna ruis. Onze eerste gedachte was dat de RCD de spullen kwam ophalen! De zendlocatie was onbemand en we besloten voorzichtig te gaan kijken. Geen politieauto's voor de deur en geen bekende RCD gezichten. Uiteindelijk dorsten we naar binnen te gaan en hebben we de verbinding hersteld en de uitzending hervat. Het voorval liet mij eigenlijk niet los en van een bevriende PTT-er vernam ik dat na zes uur de telefooncentrale een langdurig bezette telefoonlijn automatisch weer vrijmaakt door hem te deblokkeren! WMR 1 jaars, afscheidsfeest Op zondag 13 november 1977, hielden wij ons 1-jaars bestaansfeest. Het werd een daverend succes, zo'n 200 à 300 man hebben een bezoek gebracht aan ‘The Pub’ in Oud-Loosdrecht. De luisteraars maakten kennis met de gezichten achter de stemmen van hun favoriete jocks. Gerard van Dam: “Fantastisch die live-uitzending. Het directe contact met de luisteraar, dat was helemaal te gek. Je zag mensen die je de avond ervoor aan de telefoon had gehad echt lijfelijk. Dan hoorde je een erg aardige stem en dacht je god, dat is een mooi mokkel, die wil ik morgen zien. En dan kwam me de volgende dag daar een partij vlees naar binnen. Nee dat was niks en vica versa ook. Van der Zee staat bekend om z'n ‘schraapstem’ en die mensen dachten nou, ik wil dat enge kleine vieze dikke mannetje wel eens tegenkomen. Blijkt daar een hele grote vent met een donkere baard achter de microfoon te zitten. Dat was ook wel een tegenvaller wellicht.” Alle WMR-presentatoren en diskjockeys gaven acte de présence en schoven in de aanwezige discotheek een uurtje muziek zodat er stevig gedanst en gehost kon worden. Onder de bezoekers herkenden we enkele bekende gezichten van de RCD. Ze kwamen stiekem even langs om zich te overtuigen dat er geen zendapparatuur in de kroeg aanwezig zou zijn. Voor de Pub bevond zich de bushalte, ‘Van Dijk’ genaamd. Aan het einde van het feest stond alleen de paal er nog, het haltebord was verdwenen. Later, tijdens een van de bevoorradingen, ontwaarde ik het bord. Het stond parmantig voorop de MV Aegir. Otto Weber: “Er werden promo's en jingles gemaakt die iedereen op de hoogte brachten van het feest. We hadden van alles bedacht. Interviews met fans, spelletjes, een opname voor de volgende uitzending met publiek. Als klap op de vuurpijl kwam Gerard van Dam met een auto vol panty’s die hij in zijn zaak niet meer kon verkopen en hier van de hand deed. De opbrengst zou voor het goede doel zijn. Hoe verzin je het. Uiteindelijk was het een gezellige middag met heel veel fans die het allemaal toch wel leuk en spannend vonden. Aan het eind van de middag lagen er vrachten nylons her en der in The Pub verspreid.” De vlucht uit Colijnsplaat In de loop van 1977 werd het ons duidelijk dat we de MV Aegir uit handen van Henssen moesten halen. Wat wij in het weekend opknapten werd later door hem gesloopt. We moesten wat doen, een groot deel van de koopsom was betaald. Er werd besloten om tijdens het weekend van 26 en 27 november er stiekem tussen uit te knijpen. De weersverwachtingen waren goed en de hoofdmotor werkte weer soepel. Het reisdoel was de Laakhaven, een kleine binnenhaven in Den Haag. Als Haags ingezetene had Gerard van Dam een ligplaats van de gemeente toegewezen gekregen. Tijdens deze tocht werd de nog in aanbouw zijnde Oosterscheldedam gepasseerd. Gerard manoeuvreerde de boot via een nog open doorgang richting Noordzee. Hij had geen rekening gehouden met laagwater en tijdens de passage hoorden we een harde knal en meteen daarna een schok. We waren ergens overheen gevaren, de MV Aegir lag muurvast. Zoiets blijft natuurlijk niet onopgemerkt, zeker niet op die route. Een passerende politieboot kwam langszij en na een praatje met de schipper vertrok men weer. Henssen had nog geen alarm geslagen. Uiteindelijk heeft opkomend tij het schip over het obstakel heen getild en met enkele uren vertraging zetten de zeven jongens en een oude schuit hun reis voort. Het aanleggen in de Parkhaven, vlakbij de Euromast, mislukte verschillende keren vanwege haperende hoofdmotor. Gelukkig werden we door een toevallig passerende sleepboot geholpen. De later door hun gepresenteerde rekening deed Gerard stijl achterover vallen. In een brief op poten naar de eigenaar verzocht hij om enige clementie, men had te maken met arme zeepadvinders. In hun reactie liet de sleepmaatschappij weten dat de factuur verscheurd kon worden. Foto: MV Aegir in de Parkhaven te Rotterdam, met de Euromast op de achtergrond Dat het afmeren zo moeilijk ging was juist aan dezelfde sleepboot te danken. Deze lag tijdens onze pogingen om aan te leggen heel veel schroefwater te produceren. De kettingen van de stuurinrichting, die vanaf het roer via goten op het achterdek naar de stuurhut liepen, waren in de loop der jaren zover opgerekt dat er stevig aan het stuurrad moest worden gedraaid eer de boot van koers veranderde. Het varen met dit euvel op breed water was geen probleem, maar dat werd het wel bij bruggen en sluizen. De NS-brugwachter en seingever van rijkswaterstaat van De Hef in Rotterdam keken vreemd op toen zij de MV Aegir met bemanning in gele NS-overalls gestoken dwars hun brug zagen passeren. “Hé” riep de verbouwereerde brugwachter, "Waar heb je leren varen?” Op de Noordzee riepen wij terug. Gelukkig bleef de schade beperkt. Pas later, toen wij in de Laakhaven, lagen is Henssen langs geweest. Hij eiste zijn zwarte deel van de koopsom op. Gerard van Dam dreigde met een advocaat en politie. Uiteindelijk droop hij onverrichte zaken af. Otto Weber: "Ergens in november 1977 werd ik gebeld met de vraag of ik mee wilde gaan naar Colijnsplaat. De MV Aegir zou worden overgebracht naar Den Haag. Onderweg vertelde Jan Kat dat het schip eigenlijk gewoon gekaapt zou worden. Er was wit fl. 30.000,00 betaald, dus waren wij eigenaar. De heer Henssen kon fluiten naar zijn zwarte geld. Wij arriveerden 's avonds laat in Colijnsplaat, de MV Aegir lag er nog. Nu was het zaak om op het schip te komen, de motor te starten en weg te varen. Het was een zeer spannende gelegenheid, want wij waren eigenlijk gewone nette mensen op scheepsroof. Er werd een wacht uitgezet, want aan de andere kant van de dijk woonde Henssen. De wind stond aflandig zodat alle geluid richting zee woei. Er werden nog twee accu's aan boord gezet, want er was verder geen stroomvoorziening voor de verlichting. En er werd gewacht tot Colijnsplaat zich naar bed zou begeven. Tegen twaalf uur´s nachts was het zover, de motor werd gestart, wat door de zenuwen natuurlijk de eerste keer mislukte. Dit was een driecilinder motor die met behulp van wat etherdamp en startlont aan de gang gebracht moest worden. Wij noemden dat een tampon en daar waren er niet zoveel van. De tweede keer startte de motor toch na een hoop gescheld en enige ferme vloeken. De trossen werden losgemaakt waarbij een persoon (ik dacht Peter van Zetten) bijna een hand verloor doordat hij in de zenuwen bekneld raakte in de touwen. Roerganger Gerard gaf vol gas zodat het schip tamelijk ongecontroleerd de haven uitschoot, waarbij hier en daar een paar andere schepen licht geraakt werden. Daar ging Gerard dus de zee op richting Den Haag. Nadat wij nog even rondgereden hadden of de kust veilig bleef gingen Jan Kat en mijn persoon richting Hilversum. Onderweg natuurlijk druk pratend over wat er verder gedaan moest worden en of alles goed zou gaan en of we nog iets van Henssen of de politie zouden horen. Om vier uur 's nachts reden we Hilversum in en nadat ik Jan thuis had afgezet rolde ik bekaf het bed in. Enige uren later probeerde ik contact te krijgen met de MV Aegir maar dat was niet mogelijk. Uiteindelijk is de MV Aegir toch in Den Haag aangekomen. Een paar dagen later bezocht ik het schip en hoorde alle verhalen. Het kwam er op neer dat het toch wel een hachelijke onderneming was geweest.” Foto: De MV Aegir aan de Neherkade in Den Haag Peter van Zetten: “De kaping, of nog beter de diefstal van de MV Aegir uit Colijnsplaat. Op papier was de boot misschien wel van ons maar volledig betaald was die niet, buiten de aanbetalingen om. Wij verbleven ieder weekeind op de boot en volgens het contract had Henssen het vruchtgebruik om er mee te sportvissen. Van te voren hebben we nauwkeurig gekeken hoe en wanneer we het schip weg konden halen. We besloten dit 's nachts te doen. Henssen woonde aan de haven net achter de dijk en zou, als we lang de motor lieten draaien, dit zeker hebben gehoord. Zorgvuldig hebben we in kaart gebracht hoe laat hij ging slapen, we hielden rekening met het getij. Bij laag water lag de boot dieper in de haven en was daardoor niet zo luidruchtig voor zijn omgeving. Nadeel: met laagwater konden we ook weer niet overal varen dus het moest opkomend tij zijn. Er is toen gekozen voor een zondagavond. Fred van Dijk was inmiddels goed op de hoogte met de startprocedure van de hoofdmotor, dit was geen eenvoudige zaak. Eerst moest er perslucht worden gedraaid, zeker een uur lang dus veel herrie. Met een volle luchttank had je lucht voor maximaal drie startpogingen. Op de bewuste dag had de boot gevaren en zaten de luchttanks vol. We hebben de kranen van de tanks op tijd afgesloten omdat alles een beetje lekte en anders binnen een paar uur weer leeg zou zijn. Lucht draaien hoefden we dus niet meer. Henssen had niks in de gaten toen hij die zaterdagavond de boot afsloot. De machinekamer was afgesloten met een hangslot. Dat hadden we al stuk gezaagd voordat Henssen thuis was. De hele avond hebben we voorbereidingen getroffen voor ons vertrek. Henssen had in het ruim van het schip nog een soort kantine gemaakt voor de sportvissers. Een bar met een primitieve keuken en nog wat privéspullen. Ook deze kantine was goed afgesloten, maar via een opening in het dek konden we erin. Dat deden we wel vaker als de drank bij ons op was. Ook daar wisten we precies wat ons te doen stond. Veel privé van spullen zijn die nacht in stilte overgeladen op het tweede bootje van Henssen, een klipper. Volgens mij waren daarbij Gerard van Dam, Astrid de Jager, Jan Kat, Fred van Dijk, ik en ook Otto Weber, maar dat weet ik niet zeker meer. Jan heeft de auto van Gerard teruggereden naar Den Haag. Er bleef dus niets in Colijnsplaat achter. Nadat alle eigendommen van Henssen waren overgeladen op het klippertje hebben we de hoofd motor gestart. Fred van Dijk kreeg dat kolere ding in één keer aan de praat. Een beetje zenuwachtig gooiden we de trossen los waar de boot mee aan de kade lag, maar ook van het klippertje dat er naast lag. Een paar touwen van het klippertje waren eerst vastgezet aan de steiger, zodat wij zo tussenuit konden varen. Daarna zou Jan het klippertje weer naar de kant trekken en vastleggen. Zou het net lijken of er die nacht niks gebeurd was. Bij het wegvaren waren we echter een touw vergeten. Hiermee zat de klipper nog aan de MV Aegir vast. We sleepten het bootje achter ons aan, het touw kwam steeds strakker te staan en even dreigde alles mis te gaan. Na wat gegil heen en weer gaf Gerard van Dam een paar klappies achteruit zodat we de tros die we vergaten waren alsnog los konden gooien. Op dat moment waren de zenuwen en de krachten van het touw en de situatie bijna de schuld aan het verspelen van mijn vingers. Deze zaten ineens in de knel, maar omdat de boot paar meter achteruit voer werd de spanning op de touwen minder en kwam mijn hand weer vrij!!! Even zwaaien naar Jan Kat en Otto Weber en daar voeren we de nacht in met onze MV Aegir. Omdat we geen goede zeekaarten hadden, wat we hadden was van net na de oorlog, is er eerst een stukje richting België gevaren om vanuit daar verder zee te kiezen en vervolgens de bocht te maken naar Hoek van Holland. We zijn uiteindelijk via de Nieuwe Waterweg in Rotterdam gekomen en dat heeft zeker 24 uur geduurd. Daar in de Parkhaven probeerden we af te meren, maar de motor sloeg af en was niet meer aan te krijgen. Smit heeft ons een duwtje naar de kant gegeven, dat kostte een halve krat bier. De volgende dag zijn we via de Parksluizen, de Schie en de Vliet naar Den Haag gevaren om uiteindelijk aan de Neherkade vast te maken." vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende
  2. Het was in 2008 dat ik via internet kennis maakte met Jan Kat.. Als zeezenderfan en luisteraar kwam ik al surfend op één van de weinige sites terecht die er bestaan over Radio Delmare. Een zeezender waar ik altijd met zeer veel plezier naar heb geluisterd en die ik, in tegenstelling tot veel andere zeezenderfans destijds zeer goed kon ontvangen. ‘Radio Delmare, daar gebeurde altijd wel wat’, vond ik en de naam Jan Kat was ik ook al eens tegengekomen in krantenknipsels over Delmare als justitie weer eens had ingegrepen…. Het mail kontakt met Jan Kat was snel geregeld en tot onze verbazing bleken we niet zover van elkaar te wonen. Begin september vorig jaar spraken we eens af voor een "Delmare-avond" en daarna nog eens en nog eens… Jan bleek nog heel veel bewaard te hebben uit die tijd, had veel knipsels en foto’s en vertelde me heel veel over zijn Delmare tijd. Hij had het meegemaakt "als insider" en ik was altijd een enthousiaste luisteraar geweest. Sloeg in als een bom Dat begon al in 1978, ik was 15 en na een veelbelovende start op de Havo was ik inmiddels beland in de 3e klas van de Mavo en zelfs daar was het sappelen. Altijd luisterde ik naar de radio. Mi Amigo natuurlijk… Hilversum 3 vond ik een waardeloze zender! Midden in die periode sloeg het bericht van de inval op de Aegir in juni 1978 voor mij daarom ook in als een bom! Er kwam dus nog een zeezender aan! En nog wel eentje die in Nederland was uitgerust! Radio Delmare heette het! Nauwkeurig knipte ik de berichten van de inval uit, uit het Rotterdams Nieuwsblad en spelde ik de weken daarna de radiopagina’s uit de krant, want ergens had ook gestaan dat ‘ze’ toch met het schip waren gaan varen! Bovendien had Veronica’s Info op televisie een reportage laten zien over een soort van bevoorrading met zenders dus er stond iets te gebeuren! Daadwerkelijk signaal Toen ik op 21 of 22 augustus dan ook daadwerkelijk signaal meende te horen op een frequentie waar eerder Mi Amigo had uitgezonden wist ik het zeker: dit moest die nieuwe piraat zijn! Rene de Leeuw hoorde ik als discjockey en een van de eerste platen die ik op 192 meter hoorde was ‘Emma’ van Hot Chocolate vooraf gegaan door een prachtig jingle: ‘een zee van muziek op 192 meter middengolf’. Diezelfde dag stuurde ik een ontvangsrapport naar het bekende Delmare adres uit 1978: Old Vic Marbella in Spanje. Jaren later, toen ik eens op vakantie in Marbella was natuurlijk het adres opgezocht, en een foto gemaakt….Old Vic was een discotheek, nooit geweten! Emly Starr met No no sherrif, Het Lied Van de Warme Bakker, Gemini met L’amour interdit en het fantastische Hilversum Concerto van Max Parry zijn platen die nog steeds voor mij onlosmakelijk verbonden zijn met Delmare in 1978. Delmare lidnummer 29 In de periode na het onfortuinlijke losslaan van de Aegir op 11 september ontving ik in een brief van Rene de Leeuw als dank voor mijn opgestuurde luisterrapport. Met daarin de oproep lid te worden van de “Delmare Clan”, want ‘Delmare ging door!’ Meteen gedaan natuurlijk en de lidkaart nog altijd bewaard! Ik meen dat ik lidno. 29 was! Dat Delmare door ging bleek wel uit krantenberichten in december 1978 toen de Scheveningen 54 uit de haven ontsnapte en vervolgens een aantal weken later weer werd opgebracht door justitie! In het Free Radio Magazine stonden foto’s en een reportage over deze gebeurtenissen en een advertentiepagina van Prodihaag waarbij je Delmare programma’s kon bestellen. Kortom: Delmare ging gewoon door! Ik meen dat ik ook nog een paar cassette’s heb besteld bij Prodihaag (en gekregen!) O.a. een uur van Rene de Leeuw en Veronica’s zenderwisseling van 192 naar 538. Maar Mi Amigo was stil sinds 20 oktober 1978 en verder was er op de radio niks te beleven. Er waren nog geen piraten en ik had me voorgenomen dat als er iets van zee zou komen ik zou proberen zoveel mogelijk op te nemen. Dat begon in april 1979 toen Radio Caroline terugkwam,Veronica eindelijk C-omroep werd en ik begin juni 1979 eindelijk Delmare weer hoorde! Met een supergoed signaal op 192 meter en een in mijn ogen uitstekende programmering. een goeie mix van tape- en liveprogramma’s, originele jingles en commercials en bovendien een enthousiasme wat zowat van de zender afstraalde! Prachtig openingsuur Peter van der Holst en dat prachtige openingsuur op 10 juni 1979, de Sunday Special, Astrid de Jager en natuurlijk Verzoeking met Gerard van der Zee (waarin je kon bellen met Prodihaag in Den Haag alsof het Verdrag van Straatsburg niet bestond en Mi Amigo voor niets naar Spanje was verhuisd), het zijn allemaal typische Delmare dingen die Delmare in mijn ogen uniek maakten en waardoor ik nog regelmatig een uurtje beluister. Epivan, De Leidsche Fles, Fons de Kanter, Auto van Nie, stuk voor stuk kenmerkende commercials uit die periode. Ik meen overigens ook nog dat ik naar aanleiding van een oproep in een van de Delmare Clan-kranten gesolliciteerd heb als vrijwilliger ‘om te helpen met hand en spandiensten’ , maar dat ik in een brief van Gerard van Dam te jong werd bevonden. 16 was ik destijds. Die brief heb ik niet meer, maar ik werd wel bedankt voor het tonen van interesse in Delmare. Toen ik eind juli 1979 terug kwam van vakantie uit Spanje was Delmare er niet meer, althans niet meer zo regelmatig als voorheen. Er was een ‘machtsovername’ geweest stond in het AD waarbij Gerard van Dam in het ziekenhuis was opgenomen. En het blad Weekend had 2 pagina’s ingeruimd voor Delmare onder de kop: “Weekend enterde Radio Delmare”. Reanimeren Het mocht allemaal niet meer baten. Hoezeer Johan Rood ook z’n best deed in z’n eentje om de zender in de lucht te houden en het ene correspondentieadres met het andere afwisselde (Café de Schouw Witte de Witstraat Rotterdam werd een postbus in Emmercompascuum), Delmare bleek niet meer te reanimeren. De Martina werd binnengevaren en aan de ketting gelegd. Doorzettingsvermogen en idealisme Begin 1980 ben ik naar Willemstad gegaan, waar het schip een stuk uit de kade lag en heb daar een aantal foto’s gemaakt. Dat was het einde van Radio Delmare. Delmare werd D.O.O., kwam met de Top 33 waar ik me natuurlijk gelijk op abonneerde en die ik allemaal bewaard heb en de Media Delmare verscheen. Maar dat was toch anders…. Radio Delmare was voor mij een zeezender die er in slaagde om na 1974, na het Verdrag van Straatsburg, in de lucht te komen en ook diverse periodes in de lucht te blijven. Niet al te lang helaas, maar wel met het doorzettingsvermogen en het idealisme wat me altijd heeft aangesproken en wat je na al die jaren nog terughoort in de programma’s! Groeten Jan van Paparazzi vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende
  3. Walter Galle is getrouwd heeft twee zoons, waarvan eentje uit een eerder huwelijk en woont al sinds zijn geboorte in het West Vlaamse Dentergem in Belgié. Al sinds begin zestiger jaren luistert hij naar de zeezenders, eerst naar Radio Uilenspiegel en Radio Veronica. Met de Grundig bandrecorder van zijn zus nam hij vooral de gesproken delen, commercials en Jingles op om ze later weer opnieuw uit te zenden via zijn zelfgebouwde middengolfzender, opgebouwd uit onderdelen van oude radio’s. Walter Galle (foto Jan van Heeren) Zenders ontmantelen Al 20 jaar lang is Walter in de zenderparken van de VRT (voormalige BRT) kind aan huis. De laatste 8 jaar heeft hij zowat alle zenders gesloopt van groot tot klein die aan vervanging toe waren. Wat hem bij de frequentiewisseling van Radio Veronica van 192 naar 538 meter brengt. Met zendbuis 4cx10000 in de Veronica Continental 316c zender draaide twee stuks parallel op half vermogen (2x5 kW). Dit was gedaan vanwege de screenmodulatie die men toepaste. In de jaren 80 deed het verhaal de ronde dat hij de 538 antenne aan boord van de Norderney had ontworpen, wat niet juist was. Gelukkig is dat verhaal door oud BRT-medewerker Frederic Van Duerm in een krantenartikel ontzenuwt. Hierin vertelde Frederic dat hij de ontwerper was. Walter: “Over nostalgische zenders gesproken. Begin 2000 was ik bezig met de ontmanteling van het station Ruiselede (Oostende Radio), net zo'n kuststation als Scheveningen Radio destijds. Wat een raar gevoel, ja dat waren de zenders die zogezegd gestoord werden door de zeezenders en ik heb het hier over de noodfrequentie zenders op de 500 kHz (morseseinen verkeer) en de andere internationale kortegolf kanalen. Zo wie zo heb ik veel mensen kunnen plezieren, voor de één een zenderdeur met paneelmeters er in en voor de ander wat schema’s of wat zendlampen. Tientallen radioamateurs hebben deze spullen verwerkt in hun zelfbouw zenders, als ik er ééntje hoor dan ben ik dolgelukkig.” De Engelse zeezenders Later volgde een zelfde scenario met de Engelse zeezenders, vooral de beide Carolines hadden zijn interesse. Wat hem het meest boeide was de geweldige popmuziek, uitgestraald door die hoge meestal verkorte antennes op een schip midden op die grote plas water. Die grote Amerikaanse zenders aangedreven door krachtige wisselstroom generatoren het was voor mij een fascinerende verhaal van het gevecht tussen water en vuur. Juul Geleick met Frederic Van Duerm. (foto Perry Bos met toestemming van de Stichting Norderney) Vereniging Voor Vrije Radio Als bedeesde en wat teruggetrokken jongeman trok hij naar Nederland en hoopte hier de juiste personen te ontmoeten. Hij heeft wat afgelopen, van Mike Bass tot Gerard van Dam en Jose Van Groningen. In 1975 kwam hij via de Vereniging Voor Vrije Radio op de MV Mi Amigo terecht en wilde eigenlijk aan de 50 kW Continental 317c zender sleutelen. Er waren twee redenen waarom dat niet is gelukt. Walter als alias Billy Wymann runde in die tijd de Free Radio Road Show en zijn aanwezigheid was ieder weekend aan land vereist. De tweede reden was Peter Chicago, die liever geen concurrentie van nog een tweede slimme jongen, aan boord duldde. Van Jean-Luc Bostijn kreeg hij de opdracht het zendvermogen via de anodemeters van de 4cx35000 zendlampen te noteren tijdens ieder, kortstondig, bezoek die hij aan de MV Mi Amigo bracht. Met deze gegevens kon hij zijn ontvangst powermeter en spectrum bij hem thuis instellen en deze gegevens gingen dan richting Spanje naar Maurice Bokkebroek. Later ging deze informatie als onderdeel van een gesproken brief mee op de tape van elk VVVR-programma’s. in 1976 presenteerde Walter de ‘Verzoekjes voor vrije radio’, wat een onderdeel hiervan was. Peter Murpy alias Peter Chicago (foto Jan van Heeren) Door de jaren heen is hij op zowat alle zendschepen geweest en heeft hij over zenders gesproken. Walter: “Ik moet toegeven dat Peter Chicago toch altijd met de moeilijkste zenders bezig was. Op de Ross Revenge met de 50 kW amplihase en op de MV Mi Amigo met de 50 kW Continental Doherty zender. Een aantal keren heb ik deze zenders in een 10 kW versie nagebouwd en dan pas kom je erachter hoe die dingen in elkaar steken”. Over Peter Chicago herinnerde hij het volgende: “Peter was en is als zender techneut een hele grote meneer. Maar dezelfde meneer was als zeezender mens geboren, hij zegt ‘ik denk dat hij bij wijze van spreken nooit een kippenhok in elkaar heeft getimmerd’. Peter heeft inderdaad door zijn lange status van dienst op de zendschepen heel wat in elkaar gezet, daar bedoel ik mee zolang er onderdelen waren bleef hij bezig. Als er dingen moesten worden nagemaakt dan kwam zijn nuchter denk vermogen naar boven. Dat hij vindingrijk was dat zal wel zijn, in de jaren zeventig was Peter iemand die zijn zenderwereldje afschermde. Als je vragen stelde over fabrieksinstellingen van bijvoorbeeld zenders dan wist hij het even niet of het was niet belangrijk gaf hij te verstaan. Ja dat was Peter, slim en uitgekookt en zeker eigenwijs. Ja een tweede Chicago moet nog geboren worden. Zelf heb ik ooit eens een grote zendlamp nagebouwd, dat heeft veel tijd en geld gekost maar het werkte. Het verkregen rendement was zeer laag, ook tal van watergekoelde hoogfrequent ovens die dienst moesten doen als afgestemde dummy loads werden uit het niets uit de mouw getoverd.” In de jaren tachtig was Walter op diverse vrije radio's te horen met het welbekende ‘kraakuur’ elke avond tussen zes en zeven met allemaal oude krakende platen van de tijd van toen. Tegenwoordig houdt hij zich bezig met de Radio Waddenzeeboot van Sietse Brouwer. Radio Delmare Walter was ooit de tussenpersoon voor het aanleveren van de 1 kW Marconi zenders voor Radio Delmare. Ook heeft hij Kurt Gelaude (Jan Römer) in contact gebracht met Gerard van Dam met het bekende resultaat. Veel onderdelen uit de zender, die hij op verzoek van Delmare verzamelde, hebben de eindbestemming niet meer gehaald en heeft hij nog steeds in zijn bezit. Marcel Meys Legerdumpzaak te Kalken Alle apparatuur kwam uit de legerdumpzaak van Marcel Meys te Kalken. Marcel heeft ooit een 50 tal Marconi T 1509 zenders gekocht die allen in Engeland waren gebouwd. Hoeveel Delmare er gekocht had kon hij niet meer nagaan. Zenders en onderdelen die meer dan 10.000 frank kostte werden gewoon ingeboekt op de dag van verkoop en als het moest onder een fingeerde naam. Delmare kwam je in zijn grootboek niet tegen. De tijd is bij Marcel stil blijven staan. Dat je in Nederland ook veel van deze zenders tegenkomt verbaasd hem niet. Begin tachtiger jaren is er een abnormaal grote lot naar een dumpzaak YPMA in Veendam (Groningen) gegaan. Eenmaal ben ik met Gerard in Kalken geweest en wat me na al die jaren is bijgebleven is dat de zenders die niet meer in de zaak of opslag konden, gewoon in het weiland/bos stonden. De een onder dekzeil de ander zonder enige bescherming. Dit verklaart het feit dat van de ene zender het chroomwerk er nog strak uitzag en van de ander al behoorlijk door roest was aangevreten. Dit gold natuurlijk ook voor de rest van de onderdelen. Zoiets kon je alleen maar tegen in België tegenkomen. Tegenwoordig staat op hetzelfde terrein de villa van de familie Meijs. Tijdens radiodag 2005 hier Walter in gesprek met Caroline collega Alan Beech (foto Jan Van Heeren) De Marconi T 1509 zender(s) van Radio Delmare Walter Galle: Zomer van 1978. Op zekere dag ergens in de maand juni had ik Danny Vuylsteke aan de lijn met de vraag of ik voor een aantal middengolf zenders kon zorgen en nog wel zo snel mogelijk. Toen ik vroeg voor wie en waar deze zenders zouden worden ingezet antwoordde Danny “het is voor een gloednieuwe zeezender”. Eerst dacht ik dat het over de nieuwe Mi Amigo ging omdat er toen al geruchten waren om het oude zendschip te verlaten. Ter verduidelijking Danny Vuylsteke was de man achter de bevoorrading van de Mi Amigo en had ook verscheidene mobiele studio's. Toen ik vroeg wat dat alles mocht gaan kosten werd het even stil aan de andere kant van de lijn. Hij dacht dat hij voor 10.000 frank (€ 250,00) een 10 kW zender kon kopen en dat ik het ding ook nog eens aan boord in werking zou willen stellen. Ik vertrouwde het zaakje niet en maakte hem duidelijk dat hij voor die prijs een 1 Kw zender kon krijgen. Hij haalde nog wat oude koeien uit de gracht zoals “ik was het niet die Stimorol als sponsor van de Free Radio Road Show heeft weggepikt” enz. Raar was wel dat Danny een maand later rondtoerde met jawel The Stimorol Drive In Show. Met de woorden ik bel je morgen terug want ik ga eerst even overleggen met de mensen van de organisatie. De dag nadien het was al een gat in de nacht. Danny vertelde mij dat hij gebeld had met Peter Chicago en dat die Marconi 1 kW zenders met hun twee maal 813 zendbuizen niet zo'n goeie keuze waren. Daarin had Peter wel gelijk, want wat wil je ook voor die prijs. Maar daar was Chicago, heb ik later gehoord, niet van op de hoogte gesteld. Hoe dan ook we kwamen tot een mondeling akkoord. De daarop volgende zaterdag zouden er Delmare mensen vanuit Nederland naar België komen. De afspraak was om 14:00 uur bij Marcel Meys, Kruisen 31 te Kalken, op zo'n 10 km van Gent. Want daar stonden al die zenders. Johan Rood voor zijn zorgenkindje, de T 1509 Tot mijn grote verbazing kwam Gerard van Dam daar op me af met nog twee andere volgelingen. Gerard kende ik goed van in 1972 toen de MV Mi Amigo daar nog in de Amsterdamse Houthaven lag en er daar dus van alles gebeurde zoals schilderen m.a.w. de truc van het radiopiratenmuseum, weet je nog wel. Na een uur met Gerard gebabbeld te hebben over wat voor soort antenne ze het beste op het schip zouden kunnen gebruiken en hoe men twee zenders parallel kon koppelen verwees hij mij naar Johan Rood. Toen ik belde met de man hoorde ik dat Johan geen problemen had om met die zenders te gaan werken. Dat was dus de man die ze nodig hadden. Op die bewuste zaterdag werden er twee van die Marconi zenders in kleine bestelwagentjes geladen en betaald door Gerard. Nog steeds had me nog niemand van de heren verteld over welke nieuwe zeezender het ging. Maar wat ik wel wist was dat ze gingen zenden rond de 192 meter. Tot die vaststelling was ik gekomen door dat die zenders een frequentie bereik hadden van 1.600 tot 12.000 kHz. Op de vraag waarom precies Danny Vuylsteke bij het project betrokken was antwoordde Gerard van Dam: “Danny wilde deze zenders betalen in ruil voor de drive-in show van het station te mogen doen.” Nog vreemder werd de sfeer toen men de kortste weg vroeg naar Oostende. Ik denk dat ze toen of de keer nadien met de zenders van Kalken naar Oostende gereden zijn. Hoe dan ook, op de vraag of ik aan boord wilde gaan heb ik vriendelijk bedankt. Ik wist dat Johan Rood een prima zender technieker was en ikzelf had geen enkele reden om Danny Vuylsteke te vertrouwen. Dat vertrouwen was al jaren eerder tijdens mijn VVVR programma's op Radio Mi Amigo aan diggelen gegaan en op dat moment was ik ook nog bezig een nieuw huis aan het bouwen. De dagen vlogen voorbij en plots ergens in augustus was er het nieuwe geluid op 192 meter. Ademloos zat ik voor mijn radio met de gedachte ‘verdomme ze doen het’. In die periode is dan ook nog de Belg Kurt Gelaude alias Jan Römer aan boord van de Aegir verschenen. Vermoedelijk door mezelf of was het Jean-Luc Bostyn. Een ding weet ik zeker, Kurt zijn moeder wijst me nog steeds met de vinger als ze me tegenkomt. Bij Radio Delmare beukte de wind en het water blijkbaar met volle kracht want alweer kwamen de Delmare piraten zenders op halen in Kalken. T 1509 (foto Richard Hankins) De derde keer was de laatste keer, want dan ging het een beetje fout. Het toeval wilde dat de zenderbaas Marcel Meys in Kalken die namiddag even op pad was gegaan voor een dringende herstelling aan een tv. Bij gevolg vertrokken de Delmare mannen naar het dichts bij zijnde café, natuurlijk met de gekende gevolgen. Na enkele uren was Marcel terug en begon men met het inladen van een vijftal zenders, maar er was een probleem, ja met het geld. Een deel van het geld was ‘opgedronken’, dus zat er niks anders op dan een zender weer uit te laden. Intussen werd er bij Marcel nog druk over en weer gebeld, zelfs naar Vuylsteke. Maar ook Danny kwam niet over de brug met centen. Wel was hij zo vindingrijk om te zeggen om het geld aan Walter te vragen, waarop ik trouwens niet ben ingegaan. Geloof het of niet, maar dat was de allerlaatste keer dat ik iets hoorde en zag van de Delmare boys. Volgens mij hebben ze wel tien van die zenders opgehaald hier in België. Nog even dit. Die Marconi zenders waren van het Belgische leger. Ze werden ingezet om het telefonisch contact te onderhouden met de legervliegtuigen die naar de Congo vlogen. In België stonden ze op de luchthaven van Melsbroek en in de Congo in Kamina. De werking van de T 1509 in grote lijnen Het merk was Marconi en het type aanduiding was de T 1509. Er bestond ook een bijhorende ontvanger van het zelfde merk de R 1475. Een setje dus, de meeste van deze zenders waren gebouwd in Engeland en het productiejaar van de meeste was 1947. Het Frequentiebereik Het frequentiebereik van de zender bestreek een stukje middengolf band en liep van 1.500 kHz (200 meter) tot 20.000 kHz (18 meter), wat in de korte golf band ligt. De hoogfrequent eindtrap werkte altijd met vaste verlaagde anode spanning (1600 volt) en vaste verlaagde schermrooster spanning (550 volt). Deze verlaagde spanningen waren noodzakelijk om de zender 100% te kunnen laten moduleren, het gevolg was natuurlijk dat er maar een goeie 300 tot 375 watt aan zendvermogen uit die kast kwam. De T 1509 aan boord van de MV Martina. Op de foto de bijgeplaatste 813 en voedingstrafo. De oscillator unit werkte van 1.500 tot 7.500 kHz. Voor de hogere frequenties werd er in de trap daarna (multiplier) verdubbeld of verdriedubbeld. De zender kon je zonder kristal, dus op handafstemming, instellen over de gehele band van 1.500 tot 7.500 kHz of verdubbeld naar 20.000 khz. Met kristal werkte hij maar van 2.000 kKz tot 7.500 kHz of verdubbeld naar 20.000 kHz. Destijds heeft Johan Rood dit opgelost door spoel L200 te verlengen. Op die manier kreeg hij de kristal zender oscillator aan op de Delmare freqentie. De twee maal 813 zender eindlampen die parallel stonden waren anode gemoduleerd door de anode modulatie transformator aangedreven door eveneens twee 813 lampen die in per spoel stonden dus. Ook zat er op deze 1 op 1 modulatietransformator een schermrooster wikkeling die de beide schermroosters van de eind zendlampen mee moduleerde. Volgens de verkoper van die zenders, destijds Marcel Meys, was dit zo gedaan om er meer hoge tonen uit te krijgen (hi-fi). De zender had twee 813 lampen in de HF-eindtrap en twee 813 lampen in de modulator. Johan Rood had de 1600 volt verdubbeld in amperage door twee van die voedingen parallel te zetten. Vervolgens had hij de HF eindtrap voorzien van twee extra 813 zendlampen en een zelfde scenario in de modulator. Er was echter maar één groot probleem: de modulatietransformator. Desondanks de vele rare schakelingen die hij probeerde heeft hij er tientallen opgeblazen. Het dubbele van het toegestane vermogen konden ze dus niet aan. Zeker is dat hij erop deze manier 1 kW uithaalde. Modulatietransformator Door het probleem met de modulatietransformator kwam de modulatie niet hoger dan 87%, wat toch nog een hele prestatie was. Zelf heb ik ooit twee zo'n zenders parallel gezet door ze aan de ingang met een gezamenlijke oscillator te sturen en aan de uitgang ze weer, volgens de regels der kunst, weer via koppel netwerken samen te brengen wat dan weer resulteerde in 100% modulatie bij ongeveer 1000 watt. Jammer dat Johan nooit zover is geraakt want plots was het afgelopen met Delmare vanaf zee. Wat er ook nog een probleem was waren de zeer lage en de hoge tonen. Deze zenders waren immers gebouwd voor spraak-telefonie. Volgens de opbouw van het schema moest je bepaalde condensatoren verwijderen of wijzigen in de pre-amplifier om zo er weer alle tonen uit te krijgen. PS: de RF-antenne stroom zal rond de 9 ampere geweest zijn bij Delmare. Nog even dit, de ontvangst van Delmare op zo'n veertig kilometer van de kust van Oostende, landinwaards was een drie op tien op de S-meter. Gegroet, Walter Galle. Zendkristallen en de oscillatorlamp (L) en de 813 Eindbuizen (R) van de T 1509 (foto Wallter Galle). vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende
Dit klassement is ingesteld op Amsterdam/GMT+01:00

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.

Configure browser push notifications

Chrome (Android)
  1. Tap the lock icon next to the address bar.
  2. Tap Permissions → Notifications.
  3. Adjust your preference.
Chrome (Desktop)
  1. Click the padlock icon in the address bar.
  2. Select Site settings.
  3. Find Notifications and adjust your preference.