Federale rechter: Amerikaanse regering mag Voice of America niet stopzetten

Een federale rechter in Washington heeft de Amerikaanse regering opgedragen om de financiering en activiteiten van Voice of America (VOA) te herstellen. De maatregel volgt op een juridische uitspraak waarin wordt gesteld dat de regering van president Donald Trump niet bevoegd was om zelfstandig de financiering van de radiozender stop te zetten.

Voice of America maakt deel uit van het United States Agency for Global Media (USAGM), een overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de uitzendingen van Amerikaanse media in het buitenland die buiten militaire controle vallen. Naast VOA vallen ook Radio Free Europe/Radio Liberty en Radio Free Asia onder deze organisatie. Deze media hebben als doel om betrouwbare en onafhankelijke informatie te bieden in landen waar vrije pers beperkt of afwezig is.

In maart zette de regering-Trump een proces in gang om USAGM grotendeels te ontmantelen. De financiering van de buitenlandse uitzendingen werd stopgezet en medewerkers werden ontslagen. Eind maart blokkeerde een federale rechter in New York deze acties al gedeeltelijk. De uitspraak van deze week door een rechter in Washington gaat verder: niet alleen moeten de ontslagen werknemers worden teruggenomen, ook moet de financiering van de media-instellingen worden hervat en dienen de uitzendingen van Voice of America weer te worden voortgezet.

Volgens de rechter slaagde de Amerikaanse regering er niet in om aan te tonen dat Voice of America zijn wettelijke opdracht niet naleefde. De beslissing om de financiering te stoppen werd beoordeeld als willekeurig en zonder juridische basis, omdat het Congres de betreffende middelen al had goedgekeurd en toegewezen.

De regering-Trump voerde aan dat USAGM kampt met problemen zoals verspilling van publieke middelen, fraude en misbruik. Deze aantijgingen vormden de basis voor het stopzetten van de financiering. De rechter oordeelde echter dat dergelijke beschuldigingen geen grondslag vormen om een door het Congres bekostigde organisatie eenzijdig te ontmantelen.