Mooi artikel heb je 'opgevist' Cor. Vooral het specifieke taalgebruik voor giechelende en puberale meisjes: de bakvis.
Ik was deze omschrijving al weer vergeten en heb de oorsprong eens opgezocht.
Volgens https://www.ensie.nl/scheldwoordenboek/bakvis
Een meisje dat nog niet volwassen is, dat veel giechelt: te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken. Eigenlijk: een kleine vis, geschikt om te bakken (tegenover de grote die gekookt worden). Van Hoogduits Backfisch.
Duitse bronnen gaan ervan uit dat het oorspronkelijk een studentenwoord is geweest voor ‘baccalaureus’, de laagste academische graad of een jonge student. Later werd het dan toegepast op meisjes. Een opgeschoten jongen werd vroeger een halfbakken of halfwassen brasem genoemd.
Ben benieuwd of Hans deze benaming voor een student op zijn universiteit wel eens heeft gebruikt of gehoord...
Salut
Leendert