Search the Community
Showing results for tags 'hans knot'.
-
Laten we wat betreft Hilversum even kijken wat er, in doorsnee, zoal stond te lezen in de ingezonden rubrieken inzake ‘Veronica’. Ik neem een blik in de Televizier van 5 april 1965, toen Radio Veronica op een haar na vijf jaar bestond. Zo was er een ingezonden brief uit Heemstede van R. Prijs, die schreef: ‘Hoe men ook over Radio Veronica denkt, een feit is dat dit station goede, lichte en ontspannende muziek brengt. Ik beweer niet dat de programma’s geschikt zijn om er 18 uur per dag naar te luisteren, maar als men op elk uur van de dag dan ook lichte muziek wil horen, dan heeft men die ook. De huisvrouw wil ze graag ’s morgens onder het huishouden en ’s middags de mensen in fabrieken en bedrijven. De jeugd laat in de middag en vroeg in de avond. En vele nachtwerkers houden ook wel van lichte muziek onder het werk. Mocht Radio Veronica dus verdwijnen, dan zullen de omroepverenigingen hun programma’s moeten veranderen en om te beginnen het gesproken woord drastisch in te korten. Alleen dan kan een leemte, die door het verdwijnen van Veronica zeker zal ontstaan, opgevuld worden. Nog beter natuurlijk is een legalisatie van Veronica.’ Maar er was nog een tweede reactie in de serie ‘Veronica in de branding’ in Televizier en wel van F. de Hond uit Amsterdam, die kort en krachtig schreef: ‘Als Veronica verdwijnt, zou de behoefte aan lichte muziek volgens de plannen gedekt moeten worden door het derde radionet (toekomstige Hilversum 3). Dit net wordt echter alleen opgebouwd uit FM zenders, zodat velen die een oudere radio hebben, de programma’s niet kunnen horen. En de FM-band zit ook niet op autoradio’s, zodat ook velen – die beroepshalve dagelijks op de grote wegen rijden, geen vervanging krijgen voor het station waar muziek in zit. Waarom Veronica niet legaal gemaakt?’ Tja, en dan waren er in 1965 ook nog de sporadische programma’s voor de jeugd waarin aandacht werd besteed aan de door deze leeftijdsgroep geliefde muziek, die bij lange na niet altijd werd gewaardeerd door hun ouders. Maar niet alleen de muziek telde mee bij de benadering van deze tieners en twens, zoals ze in de volksmond werden genoemd. Musical items, ballet, toneel en beroepsvoorlichting maakten ook onderdeel van een paar programma’s die voor hen werden gemaakt. Een dergelijk programma werd gemaakt door een toen 22 jarige ambitieuze jongeman uit Tilburg, die nog woonachtig was bij zijn moeder. Hij werkte voor de AVRO en moest het opnemen tegen een programma als ‘Top of Flop’ bij de VARA, dat werd gepresenteerd door Herman Stok. Velen waren destijds, al dan niet positief, over Stok zijn inzet voor de beatmuziek. De presentator van Combo was zijn radioloopbaan al vier jaar eerder begonnen. Hij was lid van de zogenaamde ‘hoorspelkern’, die voor verschillende omroepen werkte. Tevens sprak hij incidenteel reclameboodschappen in, die werden gehoord op het enige commerciële station dat ons dagelijks van muziek voorzag, Radio Veronica. Over de baan bij de hoorspelkern stelde hij eens in een interview: ‘Een vaste baan betekende het, waarbij je oud kon worden met een ambtenarensalaris en een pensioen.’ Maar het ging niet zoals hij wenste. Toen hij een keer een schnabbel elders had, meldde hij zich ziek maar werd door een collega verlinkt. Daarover stelde hij later: ‘Als ik niet in ongenade was gevallen, omdat ik mij ziek had gemeld, kende nu nog niemand mij. Daarom ben ik de collega, die mij destijds verraden heeft, nog dankbaar. Al snel werd hij ‘de mooie jongen met de zwoele stem’ genoemd en vele vrouwen vielen voor de manier hoe hij telkens zijn programma eindigde met het zwoele ‘dag’. Afbeelding: promotiefoto AVRO Jos Brink Maar hij had duidelijk, naast het presenteren van televisieprogramma’s, meer ambities. Hij zag toekomst in de kleinkunst en dus het cabaret. In 1965 ging hij voor het derde jaar in successie met zijn kleine cabaretgroepje het land in en speelde rolletjes bij een kindertoneelgroep. Hij stelde zich veel voor van een idee, waarmee hij rondliep en wat hij ‘Carpe Noctem’ noemde, een platenprogramma van goede lichte muziek, dat voor middernacht en dus het slapengaan, zou moeten worden uitgezonden: ‘Weet je wel, zo’n droomuitzending voor romantische mensen, die nog een night cap nodig hebben voor ze onder de dekens kruipen. Het liefst héél laat in de avond.’ De presentator van ‘Combo’ was niemand anders als de later zeer succesvolle duizendpoot ‘Jos Brink’. Maar naast de eerder gememoreerde Herman Stok en Jos Brink konden de tieners zich ook laven aan onder meer de toen 26-jarige en voormalige sportinstructeur Wim-Jaap van der Laan. Hij was destijds presentator van het programma ‘Wauwer’. Hij had zijn baan binnen de platenindustrie op een laag pitje gezet in ruil voor die van presentator. Bovendien was hij de man van Anneke Grönloh en toekomstig vader van een kind. Hij wilde niets te maken te hebben met de loopbaan van zijn vrouw, hoewel hij in een interview verklapte af en toe wel eens achter in een zaal te gaan zitten om te zien hoe ze presteerde. En over zijn eigen rol op de televisie meldde hij eens in een interview: “Wie ben ik nu, dat ik zo populair zou moeten zijn. Er zijn zelfs deejays en presentatoren die zelf platen opnemen. Maar moét dat nou? Dat zijn toch twee dingen, een platen ster en een presentator. Ik wil juist zo gewoon mogelijk doen en dus niet expres leuk. Ik wil gewoon bij de mensen binnenkomen en gewoon ‘hoi’ kunnen zeggen en gewoon wat muziek kunnen presenteren.” Trouwens eerder had hij een programma op Radio Veronica en ging in 1971 ook kortelings voor Radio Noordzee werken. Helaas zijn zowel Brink, Stok als Van der Laan al geruime tijd niet meer onder ons. Hans Knot, 3 juni 2023
- 1 comment
-
- 3
-
-
- jos brink
- herman stok
- (and 5 more)
-
De nostalgische column van Hans Knot 20 mei 2023: NCRV 1970
hans knot posted a blog entry in blogs_blog_1
Het is toch ook wel weer leuk even te neuzen in de vele aantekeningen die ik in 1970 neerpende en bewaarde. Er gingen behoorlijk veel over luisteren naar de radio met vooral veel over het destijds nieuwe station Radio Nordsee International, dat in de startperiode een tijd in het Duits en het Engels programma’s verzorgde in de internationale wateren voor de Nederlandse kust. Later vertrok het zendschip naar de internationale wateren voor de Britse oostkust. Daar was enige tijd de naam van RNI zelfs gewijzigd om als Radio Caroline vooral de luisteraars vanaf 18 jaar bij de toenmalige landelijke verkiezingen op te roepen verstandig te zijn en te stemmen voor de Conservatieve partij, daar men hoopte dat de storingen, veroorzaakt in opdracht van de toenmalige Labour regering, tot een einde zouden komen. Maar ook aangaande de Nederlandse radio is het een en ander uit 1970 bewaard gebleven. Zo was er in de maand september in de kranten te lezen dat er in ons land meer werd gedaan aan blokradio. Men kwam hierop omdat de radio en televisieredacties van de kranten van mening waren dat uit de winterschema’s, die de omroepverenigingen rond die tijd hadden gepubliceerd, er een verandering was in het radiospectrum in ons land. Men vond dat er een nieuw soort radio diende te komen om de aandacht van een de luisteraar te vangen. Namelijk niet de luisteraar, die zijn gids als een spoorboekje hanteerde en tevens aan turfde wat hij/zij wenste te beluisteren. Nee de nieuwe luisteraar diende volgens het plan meer geprikkeld te worden met informatie en flinke brokken muziek en wel om de radio aan te laten. De VPRO hanteerde de nieuwe radiomethode al een jaar en dat voorbeeld diende gevolgd te worden. En dat gebeurde want niet alleen de VARA maar ook de NCRV bleek inmiddels voor deze vorm van radiomaken geporteerd te zijn. Maandag 5 oktober 1970 ging ‘NCRV en Bloc’ de ether in. Het was een nieuw informatief vooravond programma van anderhalf uur lengte en inderdaad met veel afwisseling van muziek, nieuws, achtergrondinformatie, commentaar en ontspanning. De Studio-3 van de NCRV werd speciaal voor dit programma verbouwd en technisch aangepast, zodat de NCRV-radio op het moment van de uitzending over de eerste speciale werkplaats voor dit soort geïntegreerde programma's beschikte. De deur naar die studio ging tijdens de uitzendingen niet op slot. Zowel verslaggevers als mensen, die in het nieuws waren, konden in- en uitlopen. De NCRV ging tevens de portie educatieve programma's in haar radiopakket uitbreiden. Vandaar dat men tevens begon met het nieuwe veertiendaagse programma ‘Bij de tijd’, dat volwassen radioluisteraars de achtergronden van recente ontwikkelingen in de samenleving uitlegde. De NCRV had tevens de federatie van vormingscentra in dit project betrokken. Als eerste resultaat daarvan was de samenwerking tussen NCRV en het Slotemaker de Bruine instituut, een vormingsinstituut van de christelijk sociale beweging. Het werd destijds allemaal bekend gemaakt op een speciale bijeenkomst waarbij het de eer aan de toenmalige adjunct directeur Geerink Bakker was de presentatie te doen. Hij had nog veel meer nieuws maar ook kritieken, waarvan daags erna in de kranten werd gesteld dat er zelden een dergelijke openhartige en vernietigend oordeel was uitgesproken over datgene er via Hilversum 3 aan programma’s was te horen. Hij had namelijk volmondig verklaard dat hij nooit gelukkig was geweest met het verschijnsel Hilversum 3 en het meer zag als een doodgeboren kindje. Harder had hij het als Christen niet kunnen verwoorden. Hij stelde onder meer: “het derde radionet is een bastaard, een onecht kind, dat niet ontstaan is uit een wettelijk huwelijk, maar verwekt werd tijdens een onderonsje tussen de minister en de programmaleiders. Zo'n kind, als het opgroeit, geeft later het risico van het verspreiden van kwaad gerucht en dat is dan ook gebeurd. Hilversum-3 heeft een twijfelachtige politieke herkomst en is een instrument in de strijd tegen Radio Veronica. Het is niet uit zuivere voorwendsels opgezet. Het programma van het derde radionet staat niet voorgeschreven in de omroepwet, komt niet voort uit de statuten van de NOS en ook niet uit de doelstellingen van de omroepverenigingen. En daar zitten we dan met acht omroepen de zendtijdtijd te verdelen. We zitten bij Hilversum- 3 in de boot en we moeten nog loyaal meevaren ook." We zijn 53 jaar later en kijk waar de opvolger van de opvolger van Hilversum 3 is aangeland in de luisterhitparade. Slechter kan het niet en stilletjes lach ik in de vuistjes om de toenmalige uitspraken van Geerink Bakker. Hans Knot, 20 mei 2023 -
De nostalgische column van Hans Knot 8 april 2023: het jaar 1964
hans knot posted a blog entry in blogs_blog_1
Ik neem U deze keer mee terug naar het jaar 1964. De Nederlandse radio draaide nog lang niet, zoals we later gewend zouden zijn via onder meer Radio Veronica, een horizontaal formaat. Veronica draaide, naast volledige programma-uren ook nog gesponsorde shows, die vaak niet langer duurden dan 15, 20 of 30 minuten. Denk maar niet dat daar voornamelijk Top 40 muziek werd gedraaid maar was het een wirwar van muzieksoorten die ons via de 192 meter door de oren klonken. Eén van de opvallende geluiden was die van Max Woiski junior, die op dat moment al aardig op weg was een begrip te worden binnen de Nederlandse amusementswereld. Zijn vader was zijn voorbeeld en Max junior stond in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw op de deurmat van de Philips platenfabriek met het verzoek of hij een aantal nummers mocht opnemen. Een bandje met muziekvoorbeelden was meegenomen en Max junior, begenadigd met een goed verhaal, probeerde de starre leiding te overtuigen met zijn liedjes als ‘Rijst met kouseband’ en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw.’ Nadat men had beloofd het bandje te zullen afluisteren vertrok Max Woiski junior gelukkig naar huis. Maar het zou niet tot een contract met Philips komen omdat de leiding liet weten dat Max Woiski jr. en zijn orkest niet goed genoeg waren om tot ondertekening van een platencontract te komen. Woiski was niet blij met het slechte bericht en hij besloot zelf maar platen te gaan maken. Samen met zijn vriend Wim Bink stichtte hij een piepklein platenmaatschappijtje en begon als het ware Nederland te overspoelen met zijn Surinaamse klanken en het werd voor hem een succes. Binnen de kortst mogelijke tijd zongen en floten de vooral vrolijke Nederlanders de gemakkelijk in het gehoor liggende liedjes. Uiteraard was er bij deze categorie geen van de directieleden van de platenmaatschappij Philips vertegenwoordigd. De grammofoonmaatschappij, opgericht door Max Woiski en zijn vriend Wim Bink, heette Max Mackintosh Productions NV en was voor de toen 33-jarige Surinamer een glansrijk succes. In 1949 was hij naar Nederland gekomen. Zijn vader, de grote Max Woiski, had ook een goede status als artiest. Hij trad regelmatig op in La Cubana, een gewilde uitgaanstent in de Leidschestraat in Amsterdam en was vaak in tal van radioprogramma’s te horen. Voor junior was er in principe, na de middelbare schooltijd, geen ruimte voor professionele muziek, gezien het doel was om vliegtuigbouwkunde te gaan studeren. In Suriname had hij al met grote passie gitaar gespeeld en kon na zijn aankomst in ons land het instrument dan ook niet in de kast laten staan om vervolgens vol passie te gaan spelen. Hij had het publiek niet direct mee want men vergeleek hem met zijn in ons land al geliefde vader en men zag in dat het hem te gemakkelijk er vanaf ging. Maar gelukkig wilde hij niet profiteren van vaders roem en wilde zelf een carrière maken, zelf applaus ontvangen en zelf zijn muzieksoort uitstippelen. Als eerste stap was het veranderen van zijn naam in Max Mackintosh, de achternaam van zijn moeder, om vervolgens zijn opleiding in de vliegtuigbouwkunde op te geven om zich daarna op de muziek te storten. Zijn vader miste op een bepaald moment de dagelijkse zon, had goed geld verdiend met zijn orkest en besloot met zijn gezin naar Mallorca te verhuizen. Zijn zoon mocht vervolgens in 1960 de leiding van het orkest van vader overnemen en daarmee veranderde zijn naam ook weer in Max Woiski jr. Hij opende zijn eigen tent, Tropicana, op het binnen het uitgaansleven bruisende Rembrandtplein in Amsterdam. Dagelijks werden zijn platen minimaal twee tot drie maal gedraaid op het toenmalige Hilversum 1 en 2 en de nieuwe versie van het Orkest van Max Woiski werd een snel succes, waarbij ook de televisie hem ontdekte. Hij trouwde een blonde Brabantse vrouw, Sjo, die hem drie kinderen schonk. Het jonge gezinnetje woonde in de tijd dat hij zeer succesvol was met eerder genoemde platen op een flatje in Amstelveen. Tenslotte valt te melden dat in 1964 Max Woiski met de AVRO een contract tekende tot het brengen van een maandelijkse show op de televisie. Nederland zat begin 1964 geen talloze uren voor de televisie, daar waren de ontvangstmogelijkheden te beperkt voor en bovendien was er slechts een klein aanbod via de Nederlandse televisie. Pas later in het jaar zou Nederland voor de eerste keer kennis maken met commerciële televisie, via de uitzendingen van REM TV, vanaf het voormalige REM eiland dat voor de kust van Noordwijk een plek zou krijgen op een speciaal in Ierland deels gebouwd platform, dat op zee in elkaar werd gezet. Eén van de series, die dit nieuwe station ging uitzenden, was Dr. Kildare. Maar maanden eerder, in februari 1964, was er nog totaal geen populariteit voor deze televisiearts in ons land. Toch werd hij onder de aandacht gebracht van de lezers van het Nederlands familieblad ‘Revue’. In de VS was de serie al twee jaar lopende en bleek de dokter enorm populair te zijn: ‘In het ziekenhuis Paddington was een dokter die zich gereed maakte voor te assisteren bij een bevalling toen de aanstaande moeder zich plotseling oprichtte en zeer resoluut vertelde, dat zij alleen wenste geholpen te worden door Dr. Kildare. Zo populair is de knappe televisiedokter van de ‘Kildare serie’ geworden.’ De hoofdrol in de serie werd gespeeld door Richard Chamberlain, die bij lange na niet begreep waar de populariteit vandaan kwam. Zijn mond viel hem dan ook met regelmaat open als hij andermaal werd aangesproken op straat met gerichte gezondheidsvragen. De rol werd zo goed gespeeld dat de kijkers ervan overtuigd waren dat ze te maken hadden met een echte professionele arts. Dick Chamberlain leerde met de vraagstelling om te gaan en legde rustig aan zijn, voornamelijk vrouwelijke fans, uit dat hij een acteur was die de doktersrol speelde. Chamberlain werd in Los Angeles geboren en was tot in 1964 zijn land nooit uit geweest. Als Dr. Kildare was hij echt een wereldreiziger want in 1964 was de serie al in tientallen landen te zien, in het ene land wekelijks in een andere op maandelijkse basis. In de VS was hij een echte hype en waren diverse gebruiksvoorwerpen naar hem en zijn leermeester, dr. Gillespie, genoemd, een rol gespeeld door Raymond Massey. De televisieserie Dr. Kildare was gebaseerd op de gelijknamige serie van films die in de jaren veertig enorm populair waren. De serie werd in Amerika uitgezonden door NBC en liep van 28 september 1961 tot 30 augustus 1966. Van 1961 tot 1965 werd de serie eenmaal per week uitgezonden. Telkens in afleveringen van een uur. In het seizoen van 1965 tot 1966 werd de serie tweemaal per week uitgezonden en duurde iedere aflevering een half uur. De verhaallijn werd meestal over verschillende afleveringen uitgesmeerd net als dat bij soaps gebeurt. De serie ging zware onderwerpen niet uit de weg en de verhalen hadden een realistisch karakter. "Dr. Kildare" werd in Nederland, nadat de overheid een einde had gemaakt aan de uitzendingen van REM TV, enkele maanden later door de VARA voor het eerst uitgezonden. Hans Knot, 8 april 2023- 6 comments
-
- 4
-
-
-
- dr. kildare
- dick camberlain
- (and 5 more)
-
Recentelijk maakten we een vroege fietstocht tijdens een heerlijk lentezonnetje, terwijl de temperatuur slechts 3 graden Celsius was. Vanuit het centrum van Groningen door fietsen langs het Hoendiep richting Hoogkerk kom je dan op een bepaald moment langs de ouderwetse koekenbakkerij van de familie Knol. Het lijkt ouderwets maar achter de originele muur bevind zich wel een ‘historisch winkeltje’ maar is er ook sprake van een ultra moderne bakkerij. Dit werd mogelijk nadat er tot twee keer toe een felle brand had gewoed en de verzekering het nodige geld uitkeerde voor herbouw van het bedrijf. Het mooie, is wanneer je in de richting van de bakkerij rijdt, dat je al spoedig de geur van warme koek tot je neemt. Er voorbij fietsen heb je dan een zeer goed gevoel. Ik denk dat in andere plaatsen van ons land zulke waarnemingen zeker ook mogelijk zijn. Echter fietsten we honderd meter verder, over de spoorbaan en kruisten we een snelweg, waarna meteen een slecht gevoel ons overkwam. Duidelijk dat daar sprake was van een grote McDonald, alwaar via digitale bestelling het nodige snel hapbare was te kopen. Maar vooral de hedendaagse bezoeker, die op het terras of in de auto de burgers en meer tot zich neemt, heeft het niet zo op met het gebruik van vuilnisbakken. Nee men gooit het materiaal uit het raam van de auto dan wel gooit het blindelings weg in de omgeving. Het bracht mij tot een herinnering aan het jaar 1971 toen de eerste McDonald in ons land geopend werd in Zaandam, waar we destijds nog op kleinschalige manier, al dan niet, konden genieten van het Amerikaanse fastfood. Via de Nederlandstalige uitzendingen van Radio Noordzee kregen we via de 220 meter al te horen waar in Nederland het mogelijk was een hamburger of een andere Amerikaans preparaat te nuttigen. Deejays van het station werden zelfs uitgenodigd om de nieuwe winkel te openen. Een paar jaar later, in 1976, had het grote McDonald concern zich nog verder op de wereld uitgebreid en ook anderen maakten dankbaar gebruik van het nieuwe product, dat ze zelf ook wel in een speciaal jasje konden bereiden. In Hong Kong bijvoorbeeld – dat op dat moment nog jaren verwijderd was van de opslokking door China, waren vele Chinese restaurateurs uitgewaaid over de westerse wereld en diende dus ook het oosterse volk aan een westers product gebracht te worden. Je kan dit op diverse manieren doen maar in 1976 leek het de eigenaren van een nieuw hamburgerrestaurant, een product dat na de Tweede Wereldoorlog vanuit Duitsland was overgewaaid naar Amerika, het een goede manier het product ‘op het water’ te brengen. Een bootje bemand met twee mannen en een enorm hoge whopper kabbelde door de wateren in het dichtbevolkte Hong Kong. In België bracht het wekelijkse muziekblad voor jongeren, Joepie, de resultaten van een poll bekend waarin diverse categorieën onderverdeeld, de populariteit werd bepaald en gepubliceerd. De Belgische kijkers hadden klaarblijkelijk in het jaar 1975 niet zoveel op het gebied van pop via de televisie voorgesteld gekregen want men riep ‘AVRO’s Top Pop’ uit als favoriet televisieprogramma. In de categorie ‘Favoriete presentator op TV’ werd dan ook Ad Visser, die Top Pop in die tijd presenteerde, als de absolute nummer 1 verkozen. In de soortgelijke categorie maar dan gericht op de radio, werd onze landgenoot Stan Haag tot de nummer 1 verkozen. En legaal of illegaal maakte niets uit bij de samenstellers van de Poll want ‘De Mi Amigo Top 50’, die wekelijks vanuit internationale wateren werd uitgezonden, werd uitgeroepen tot het populairste programma van België. Nederland mocht in 1976, nadat het nummer ‘Ding a dong’ van de groep Teach Inn namens Nederland een jaar eerder in Stockholm als absolute winnaar waren verkozen, de organisatie in handen nemen van het Eurovisie Songfestival. Erg vroeg in het jaar, al op 3 april, werd het 21ste Eurovisiefestival gehouden in Den Haag. Als winnaar kwam uit de bus de formatie ‘Brotherhood of Man’. De V.O.O. maakte haar debuut op de televisie op 21 april 1976. Ontstaan uit de zeezender Veronica kreeg de Veronica Omroep Organisatie in 1975 een aspiranten licentie hetgeen onder meer inhield dat men vanaf april 1976 om de drie weken liefst 3,5 uur televisiezendtijd kreeg die gevuld werd tussen half negen en twaalf uur in de avond. De eerste uitzending vond plaats 16 jaar nadat Radio Veronica haar eerste officiële uitzending vanaf zee verzorgde. Kosten noch moeite waren gespaard om, in samenwerking met de NOS, een sfeervolle gala-avond uit te zenden, die gelukkig bewaard gebleven is en sinds kort in mijn archief op DVD zichtbaar is. Het programma zat vol met amusement met nostalgische waarde, informatie en een 20 minuten durende film over de zeezender Veronica. Ook werd er verbinding gelegd met de werf in Zaandam, waarop dat moment de MV Norderney afgemeerd lag. Vandaar richtten Rob Out en Lex Harding zich tot de nieuwe kijkers en traden George Baker Selection en Earth and Fire, twee groepen groot gemaakt door de zeezenders, op vanaf het dek van het voormalige zendschip. Ook werd daar een gigantisch vuurwerk ontstoken, waardoor onder meer de tekst ‘Veronica aan land’ in de lucht verscheen. Vanaf negen uur in de avond werd vervolgens verbinding gezocht met Utrecht, waarin het Congrescentrum het voornoemde Galaprogramma werd uitgevoerd, waarbij de nationale en internationale artiesten zeer vakkundig werden aangekondigd door wie anders dan Tom Collins. Vader Abraham en Mieke zongen een nostalgisch lied over Veronica op de woelige baren, waarbij twee mooie foto’s van de Norderney op internationale wateren, afwisselend, waren te zien. Foto´s die enkele weken eerder ter beschikking waren gesteld door de sterfotograaf der zeezenders, de uit Hamburg afkomstige Theo Dencker. Natuurlijk dienden er ook volop nieuwe leden geworven worden en daarvoor had de PTT een extra telefooncentrale geïnstalleerd in Utrecht, die bemand werd door veertig bekende Nederlanders. In de pauze van het Gala was er een interview te zien met Harry van Doorn, de toenmalige minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Verantwoordelijk voor het respectievelijk de nek omdraaien van de meeste zeezenders en het toekennen van een voorlopige uitzendlicentie aan de V.O.O. werd aan hem enkele vragen gesteld, waarna Tineke, Lex Harding en Will Luikinga de kijkers op de hoogte brachten van de toekomstige programma´s op de televisie. Het ging daarbij in het begin van de televisieperiode van de V.O.O. om het programma ´Veronica Totaal’, dat zoals gemeld iedere drie weken eruit ging. Ingepakt in het totaal programma was er telkens een quiz met Will Luikinga, een sportitem, een programma voor problemen die jongeren bezig hielden, het Pop Journaal, een blik in de Top 40 en onder meer een aantal televisieserie, waarvan de absolute topper destijds ´Starsky and Hutch´ zou worden. Het informatieve deel werd afgesloten met een speciale wens, die was ingesproken door Wolfman Jack, die in Nederland destijds gehoord kon worden via zijn populaire shows op AFN. In het tweede deel van de show mochten we onder meer genieten van typische Veronica artiesten, die veel vanaf zee de ether in waren geslingerd: Silver Convention, Maggie Mc Neal, Marianne Rosenberg en vele anderen. Hans Knot, 6 mei 2023
-
De nostalgische column van Hans Knot 25 maart 2023: februari 1977
hans knot posted a blog entry in blogs_blog_1
Maar weer eens een duik in 1977 en de maand februari. Allereerst een vette knipoog naar het eerste bericht over de Wereld Omroep Satelliet Conferentie, waarvan een persbericht naar buiten werd gebracht met de mededeling dat alle Europese en Afrikaanse landen in de toenmalige toekomst de beschikking zouden krijgen over liefst vijf satellietkanalen. Via die kanalen, zo was de verwachting, zou het technisch mogelijk worden een satellietomroepprogramma rechtstreeks in de huiskamer te ontvangen. Of het radio- dan wel televisiesignalen zouden zijn maakte niet uit. Het plan werd in Geneve door experts uit 113 landen uitgewerkt. In de praktijk kwam het er op neer dat de mogelijkheid gecreëerd werd om vanaf 1 januari 1979 met de satellietomroep te starten. Nederland zou dus over vijf televisiekanalen beschikken. Deze zouden ook gebruikt worden voor vier televisieprogramma's en daarnaast een groot aantal — misschien wel 16 — FM-radioprogramma's. Al deze programma’s konden, zoals werd verwacht, in geheel Nederland storingvrij worden ontvangen. Het zou echter nog de enige jaren duren alvorens de verwachtingen tot realiteit werden gebracht. In dezelfde maand februari 1977 werden er nieuwe reportagetreinen voor NOS gepresenteerd. Het betrof twee nieuwe kleurenreportagetreinen (regie-techniek auto en materiaal-personenwagen). Deze zogenaamde treinen werden enkele maanden later officieel in gebruik genomen voor uitzendingen van dramaproducties op locatie, bij sportwedstrijden en actualiteiten. De wagens waren voor die tijd uitgerust met een nieuw type camera, dat kleiner en licht gevoeliger was dan in andere treinen, die al bij de NOS in gebruik waren. Zij hadden elk liefst twee miljoen gulden gekost. De NOS ging met deze toen nieuwe wagens van de bekende grijze over op een nieuwe witte kleur. Tja en wat had destijds in februari 1977 de radio te maken met een grote verkeerscontrole? Het was het geval dat op 27 plekken in de Noordelijke provincies door de politie massaal snelheidscontroles waren gehouden. Maar autorijdend Noord Nederland werd gewaarschuwd in het programma van Dik Bikker, die voor de NCRV was te beluisteren in ‘Globaal’. Het gebeurde echter op aanwijzingen van een vrij hoge politiefunctionaris uit het Noorden. Het doel van de gegeven informatie in het programma ‘Globaal’ was dus niet gezagsondermijning. Het ging de presentator om een discussie los te weken over waarop, tot op dat moment, door de politie gecontroleerd werd en of deze daadwerkelijk effect hadden op de verkeersveiligheid in ons land. Ook was de reden de luisteraars, bij herhaling, te wijzen op de maximale snelheid. Bovendien riep men in het programma op om de luisteraars te vragen waar in ons land nog meer snelheidscontroles werden gehouden, naast voornoemde in Noord Nederland. Volgens de woordvoerder van de NCRV werd er veelvuldig getelefoneerd naar de redactie van het programma. Het was presentator Dik Bikker zelf die op het idee was gekomen van het item. Hij reed in de week voorafgaande aan het betreffende programma naar Zwolle voor het maken van een reportage. Al ver voordat de meting werd verricht had hij door dat er een snelheidscontrole werd gehouden en hij was niet de enige daar hij constateerde dat het merendeel van de automobilisten in tempo naar onder de 100 km naar beneden ging. Maar ook zag hij dat, na passering van de metingspost, men snel weer gas gaf en snelheden maakten van rond de 140 km per uur. Opmerkelijk was de opmerking van de presentator over het gedrag van de politie want men diende zich, volgens hem, wel duidelijk zichtbaar op te stellen en zich niet te verschuilen achter een bomenpartij of een talud. Want op die manier bewezen ze, volgens hem, het werk niet aan te kunnen. De vraag bleef natuurlijk hangen waarom de redactie van het programma Globaal destijds werd ingelicht door een hoge politiefunctionaris, terwijl deze op de hoogte zou kunnen zijn dat de gebrachte informatie breeduit over Nederland via de radio verspreid zou gaan worden. Vanuit een reactie van de redactie werd duidelijk dat sinds korte tijd het niet meer strafbaar was om de automobilisten te waarschuwen voor controles maar ook dat de betreffende ‘hoge Piet’ wenste dat de lijst met controleposten in Noord Nederland zou worden voorgelezen in het programma. Hij stelde tevens dat er in dat deel van ons land er veel toch wel gevaarlijke tweebaanswegen waren met automobilisten die vaak over de maximale snelheid heengingen. Amerika was destijds, zoals zo vaak, technisch ons land al ver vooruit. Automobilisten waren in het bezit van zendertjes, die op diverse frequenties konden worden ingezet om collega’s te waarschuwen over eventuele controles. En dat was een van de vele onderwerpen die de redactie van NCRV’s Globaal in de daarop volgende weken op de radio onder de aandacht van de luisteraars wenste te brengen. Hans Knot, 25 maart 2023-
- 2
-
-
- februari 1977
- hans knot
- (and 4 more)
-
In het tweede deel van de jaren zestig van de vorige eeuw zat ik met bepaalde regelmaat, en de jaren erna wekelijks op vrijdag, aan de platenbar van twee verschillende platenwinkels in Groningen. Allereerst ging ik op vrijdag in de middagpauze naar Truus Boverhof, die de platenzaak aan het Schuitendiep in Groningen had, terwijl haar man Wim ernaast een zaak in jukeboxen leidde. Ik kwam er met twee redenen, een collega van mij bij het EGD, Kees Dekker, had ook een eigen bar in de Groninger Pelsterstraat, de Disney Bar. Mijn muzikale kennis was hem al meerdere malen opgevallen en toen hij besloot de bar te openen en een jukebox bij Boverhof aan te schaffen, maakte hij ook een deal voor de wekelijkse afname van de nieuwe platen voor het muziekapparaat. Aan mij werd de taak gegeven de wekelijkse keuze uit te zoeken en die langs te brengen in de Disney Bar. Wat leverde dat op? Een pilsje en een van de singles die uit de Jukebox werden gehaald. De wekelijkse keuze gebeurde vooral aan de hand van het gedrukte exemplaar van de Veronica Top 40 en datgene dat als ‘nieuw’ voorradig bleek te zijn. Maar ik ging er ook voor eigen keuze. De firma Boverhof had vele bareigenaren als klant en met hen een deal gesloten dat men een kwantumkorting kon krijgen op de inkoop van nieuwe singles als bij plaatsing van deze in hun jukebox de te verdwijnen singles mee terug gingen naar het bedrijf. En die kwamen dan wekelijks – met honderden tegelijk – terecht in de bakken met tweedehands singles. En daar wisten ik, en anderen, wel raad mee. Zo kregen we heel goedkoop platen die net uit de Top 40 waren verdwenen in onze steeds maar groeiende collectie. En, aangezien ik elke werkdag om zeven uur begon, was ik redelijk vroeg in de middag vrij. Het betekende dat ik rond vier uur de Steentilstraat in Groningen binnenreed en mijn fiets parkeerde bij de gevel van Muziekhuis Hemmes op nummer 28. En daar kwamen, rond die tijd, wekelijks alle deejays bijeen die in de toenmalige discotheken werkten. Een gezellig samenzijn, waarbij de eigenaar van de zaak altijd precies wist wie welke muziek het liefste wenste te kopen. Voor een ieder had de eigenaar, zonder zich zelf op te dringen, een goed woordje over. Hij, voor iedereen Roel, had de platenzaak van zijn vader overgenomen. Deze begon in mei 1940, vlak voor de Duitse bezetters kwamen, ‘Muziekhandel Hemmes’. Verzamelaars van 78 toeren platen en oude singles komen nog wel eens exemplaren tegen waarop het verkopende stickertje van ‘Muziekhandel Hemmes’ nog steeds voorhanden is. De oude Hemmes had in het begin vooral zich gespecialiseerd in de verkoop van bladmuziek en accordeons (ook reparatie) en gaf les aan onder meer Jan Holvast, die op 15 januari 1941 met steun van Hemmes zijn ‘Eerste Groninger Accordeonschool’ opende. Vanaf het einde van de jaren veertig werden er ook bakeliet grammofoonplaten verkocht. Zoon en opvolger Roel Hemmes richtte zich volledig op de platenhandel en de zaak was vanaf begin zestiger jaren lange tijd de plek voor de aanschaf van de nieuwste vinyl pop- en jazzplaten. In 1969 begon Roel in het pand ernaast – samen met zijn vrouw - de audio-speciaalzaak ‘De Groef’. Opvallend was een deur, halverwege de winkel, die toegang gaf tot het pand met audiomateriaal. Als het te druk werd in de platenzaak hoefde Roel maar een seintje te geven of een van de personeelsleden van ‘De Groef’ kwam in de platenzaak helpen. Ook de overstap van vinyl naar de CD was geen probleem, Muziekhuis Hemmes bleef de plek om niet alleen de nieuwste uitgaven te krijgen maar ook import te bestellen. We hebben er wat mooi materiaal door de decennia heen weggehaald. In 2003 vertelde Roel het rustiger aan te willen doen en met pensioen te gaan om zich terug te trekken om het mooie platte land van de provincie Groningen. Roel Hemmes was trouwens ook een verdienstelijk saxofonist en speelde onder meer in het Jazzclub '64 huisorkest en bij Big Band '67 (met dank aan Poparchief Groningen). Ook speelde Roel met zijn mentor Jenne Meinema onder meer op de LP ‘Trippin' Thru A Midnight Blues’ van Cuby & the Blizzards. Maar de altijd bescheiden en vriendelijke Roel Hemmes was af en toe ook in voor een grapje. In januari 1965 was het tijd om op een uitzonderlijke wijze heel even in het voetlicht te komen. Hij schreef namelijk een vrolijk liedje met een feestelijke tekst over een ‘twenner’. Het was een autootje, dat je zonder bezit van een rijbewijs mocht besturen. Wel was je gelimiteerd aan een maximale snelheid van 20 kilometer per uur. Het enigszins carnavaleske melodietje was gewijd aan een man die zijn rijbewijs niet kan halen en zich dan maar in de kruipauto, zoals ze dit voertuig in Amsterdam noemden, verplaatste. Hij heeft destijds de tekst en melodie ingeleverd bij een platenmaatschappij die ook platenlabel ‘Artone’ bezat. En daarbij was onder meer actief de smartlappen en carnavalszanger Sjakie Schram. Hij zong: “Ome Jan die heeft een twenner van zijn laatste geld gekocht. Nu tuft hij als een renner met twintig kilometer door de bocht", Op de plaat werd Sjakie Schram begeleid door het orkest van Koen van Orsouw. Het Nieuwsblad van het Noorden liet Roel Hemmes in januari 1965 aan het woord over deze kleine commerciële uitspatting, waarmee Roel Hemmes destijds zijn debuut als componist maakte: “Het is een pretentieloos liedje" zegt hij er zelf van en lacht eens. “Ik heb geleerd met iets geks te beginnen. Daarna komen de serieuze composities. Ik heb nog vijf nummers geschreven en opgestuurd naar een grammofoonplatenmaatschappij." ledere componist heeft voor het schrijven van een tekst inspiratie nodig. Voor Roel Hemmes leverde dat in 1965 geen enkele moeilijkheid op, want iedere dag stond er zo’n twenner voor de deur van zijn woning aan de Van Houtenlaan in Groningen. Andermaal Roel in de krant van toen: “Er is bovendien al zoveel over de auto geschreven in het Nieuwsblad van het Noorden." Radio Veronica zal het liedje in het programma opnemen. De keerzijde van de zwarte schijf ziet er overigens al even zonnig uit. ‘Wij gaan vrolijk door het leven’, schreef Roel Hemmes, die zijn mening over de muziek wijzigde. “Vroeger zag ik het allemaal gescheiden. Dat is nu anders. Er zijn veel mensen, die plezier aan dit soort liedjes hebben. Dat is het belangrijkste." Ik heb Roel Hemmes er trouwens nooit op betrapt een overdaad aan Nederlandstalig werk te verkopen in zijn winkel, daar diende je echter voor bij de winkel van de familie Boverhof te zijn, want daar had men dan ook meer het volkse publiek over de vloer. Trouwens op 21 januari 1965, de dag dat het mini interview werd geplaatst in de krant, stond de volgende advertentie. Ik weet niet of de aangeboden inhoud wel of niet tot de grappen van Roel behoorde. Hans Knot, 25 februari 2023
-
- 3
-
-
- muziekhandel hemmes
- veronica top 40
- (and 3 more)
-
In deze nostalgische column neem ik je mee naar januari 1977, een maand dat ik ook de nodige knipsels bewaarde over de media en de showwereld. Oudejaarsavond 1976 was er andermaal een conference geweest met Wim Kan in de hoofdrol. Ik ben eerlijk door te stellen dat ikzelf helemaal niet zo’n Wim Kan figuur was. Hij kwam namelijk aardig irritant bij mij over. Maar het destijds bewaarde knipsel was afkomstig uit de laatste week van januari, waarin melding werd gemaakt van het gegeven dat Wim Kan had bijgehouden hoeveel reacties per post waren binnengekomen, op de Conference, bij hem thuis. Dit terwijl de familie Kan een geheim adres had in die tijd. In de huidige tijd hebben we e mail en kan gemakkelijk en goedkoop een reactie worden verstuurd. Maar in 1977 diende dat per brief te gebeuren en volgens Wim Kan waren er 331 brieven binnen gekomen, waarbij sommigen wel uit 6 of 7 kantjes bestonden. En dat betekende voor hem, die begin van het jaar besloten had het rustiger aan te doen, dat er tijd diende te worden geïnvesteerd om de post serieus te lezen en eventueel te beantwoorden. In een interview aan een journalist van de Gemeenschappelijke Persdienst stelde hij dat hij minimaal 331 keer 10 minuten nodig had om deze zinnig te lezen en te beantwoorden. Hij had een rekensommetje gemaakt waarbij hij uitkwam op 55 uren overwerk. Ongetwijfeld heeft hij met vreugde dit werk over een langere periode verdeeld en inspiratie opgedaan voor met droge humor in de toenmalige toekomst. Het komt bij mij heel vreemd over dat ik tijdens een langere trein- en/of busreis jongeren alleen maar met hun mobiel bezig zie. Of ze spelen een spelletje, zijn op sociale media bezig of kijken een televisieprogramma terug. Televisie kijken op elk moment die jij bepaalt en niet de programmering van de omroepen. Mobiele telefoon, klein van formaat en handig om in de jaszak of tas te stoppen en op veilige gebruik afstand te hebben. Maar het kleine formaat televisie is niet van deze tijd want we werden er in 1977 al mee verblijd. In een aantal kranten had destijds de TROS omroepster Mary Schuurmans een eigen rubriek waarin ze allerlei nieuwtjes bracht over de media en de showbizz wereld. In januari 1977 bracht zij het nieuws omtrent een zaktelevisie, die in Engeland op de markt was verschenen. Vol vreugde wist ze te melden dat ‘hij’ er dan eindelijk was maar als de lezer een exemplaar wenste te kopen er wel omgerekend 750 gulden voor diende te betalen in Engeland, want daar was de pocket tv alleen te koop. Het ging daarbij om een product van de firma Sinclair Radionics, die begin 1977 met de verkoop van het eerste zaktelevisietoestel begon. Ontvangst van de signalen waren in zwart-wit, ondanks dat inmiddels al vele programma’s in kleur op een normaal televisiescherm waren te ontvangen. Het toestel had een scherm met een doorsnee van 5 cm en het apparaat zelf was 10 cm breed, 15 cm lang en 3,5 cm Het apparaatje woog 700 gram en was aardig zwaar als je het bijvoorbeeld in het overhemdzakje droeg. De ontvanger had een ingebouwde antenne waarvan de makers aangaven dat zowel signalen via VHF als UHF konden worden ontvangen en bovendien gaf men aan dat het apparaat in elk land ter wereld kon worden gebruikt. Wel was men met deze laatste verklaring in de bijdrage te voortvarend want in 1977 waren er nog vele landen die ontgonnen dienden te worden als het ging om de invoering van landelijke televisie. Opmerkelijk was ook dat de makers het vonden dat het een ultimate aanwinst zou zijn voor de zakenman, die op reis was. Aan de ontwikkeling van de TV80 genoemde portable televisie was door technici van het Sinclair bedrijf twaalf jaar gedaan aan research en was er aan ontwikkelingskosten een bedrag van rond de 4,25 miljoen gulden uitgegeven. De TV80 was geen groot succes en men verdiende het geld, dat Sinclair in de ontwikkeling ervan had geïnvesteerd, niet terug. Het toestel werd vaak op de markt gebracht als Flat Screen Television of FTV. De productie was moeilijk en duur en de kijkhoek was uiterst smal. Er werden er slechts ongeveer 15.000 toestellen verkocht. En de veroudering stond al voor de deur: New Scientist waarschuwde profetisch dat de ingenieuze technologie van de TV80 van korte duur zou zijn, gezien de liquid crystal display-technologie, die werd ontwikkeld door Casio en andere Japanse elektronicabedrijven. Sinclair ging ons op een later moment verrassen met een van de eerste vormen van huiscomputers, de ZX Spectrum en als ik een op een sigaar lijkend object op het fietspad observeer dien ik altijd aan de man denken die beide producten op de markt bracht, Sir Sinclair. Dat kleine televisietoestel was minder belangrijk voor mijzelf en het was interessanter om in 1977 te luisteren naar stations als AFN, Luxembourg, Caroline en Mi Amigo. Daar een andere keer meer over in de nostalgische column. Hans Knot, 11 februari 2023.
- 1 comment
-
- 1
-
-
- hans knot
- nostalgische column
-
(and 3 more)
Tagged with:
-
Er zijn van die vreemde zaken die gebeuren in mijn deel van het leven waar ik met de radio historie bezig ben. Alleen al over de vreemde ontmoetingen in de afgelopen 53 jaren, dat ik schrijvend actief ben, valt al een boek te schrijven. Daarbij nog de vele ontdekkingen die ik via research en vele interviews heb mogen beleven. In het jaar 2022 overkwam me wel iets heel vreemds. Ik ga daarvoor eerst terug naar het voorjaar. Ik denk dat het medio april was dat ik werd benaderd door een niet bij echte naam te noemen persoon, die werkzaam is bij het Agentschap Telecom, een dienst die voorheen vooral bekend was als RCD, ofwel de Radio Controle Dienst. Deze dienst van de overheid hield zich vooral bezig met het opsporen van illegale radiostations, die vanaf land actief waren. Maar ook werden ze van overheidswege ingezet om het de toenmalige zeezenders moeilijk te maken, nadat in september 1974 de zogenaamde anti-zeezender wet, wat trouwens slechts een aanvulling was op een bestaande wet, van kracht werd. De persoon in kwestie, laten we hem Piet noemen, nam contact met mij op omdat hij in het bezit was van een groot aantal tapes. Hij had ze jaren geleden van een collega gekregen en ze hadden al die tijd bij hem in opslag gelegen en waren dus niet beluisterd. Reden was dat hij daarvoor niet de geschikte apparatuur had. Zijn vraag was of ik de mogelijk had duidelijkheid te krijgen wat er op de banden stond. Door allerlei omstandigheden kwam het de daarop volgende maanden er niet toe elkaar te ontmoeten en uiteindelijk vond er begin september in Groningen de uitwisseling van de banden plaats. Kleine mini bandjes maar ook vele grote Revox tapes. Vanuit zijn auto verdwenen de banden in een verhuisdoos in de achterbak van onze auto. We hebben elkaar daarna gegroet en ik heb Piet toegezegd dat ik voor digitalisering zou gaan zorgen. Eén van de oud medewerkers van de ziekenomroep Studio 73, waar ikzelf ook jarenlang actief was, heb ik bereid gevonden zich met deze digitalisering klus bezig te houden. Wel nam ik voor die tijd een aantal foto’s van de betreffende dozen, die om de tapes heen waren. Ik wist bij voorbaat dat het een verrassing zou zijn. Zo waren er een paar kleine bandjes bij waarin opnamen waren gemaakt, ongetwijfeld door de toenmalige opsporingsdienst, van Radio de Vrije Keyzer. Dit station was destijds in Amsterdam onder meer actief tijdens de inhuldiging van koningin Beatrix en dit station hield zich vooral bezig met de krakerssituatie in de hoofdstad maar ook met verslaggeving inzake de politieverplaatsingen en de rellen tijdens de inhuldigingsdag. Maar de grote banden bracht nog veel meer verbazing want toen ik de aantekeningen op de dozen zag ging mijn herinnering meteen terug naar 1979. De inbeslagname van het zendschip van Radio Mi Amigo 272, dat programma’s verzorgde vanaf de MV Magdalena. Een zendschip dat een zeer onbekwame bemanning aan boord had en waarvan binnen een paar weken de uitzendingen al tot een einde kwamen doordat het schip van haar ankerketting brak en uiteindelijk op drift tot stilstand kwam op de zogenaamde Aardappelbult. Deze zandbank bevond zich in nationale wateren en dus werd het mogelijk voor elk sleepbedrijf geld te verdienen op basis van ‘no cure no pay’. Het was Geert Theunisse uit het Zeeuwse Dintelsas die de MV Magdalena op sleep wist binnen te slepen. De overheid had de dienst Rijkspolitie ter Water ingeschakeld als ook beambten van de Radio Controle Dienst. Deze ambtenaren van deze laatste dienst namen zenderonderdelen, de inhoud van de studio’s als ook diverse banden in beslag. Die banden waren vooral door kok en technicus Kees Borell opgenomen als dienst te doen als zogenaamde stormbanden, ofwel dat ze konden worden ingezet bij dermate stormachtig weer dat het presenteren van normale programma’s niet mogelijk was. Ik was stomverbaasd dat deze destijds in beslag genomen banden, bijna 43 jaar nadat ze in beslag waren genomen, alsnog boven water kwamen en in het archief van de Stichting Media Communicatie belandden. Wim de Groot, destijds op Radio Mi Amigo 272 actief als Wim Robijn, was eveneens verbaasd dat dit na zo vele jaren weer boven water was gekomen. Hij vertelde ook dat de banden niet alleen als stormtapes werden gebruikt maar ook in de nachtelijke uren werden gebruikt voor uitzending via de 272. Andermaal een vreemde herinnering om te koesteren. Hans Knot, 14 januari 2023
-
Tijd om ook weer een keer uitgebreid te duiken in een aantal berichten dat ik destijds heb uitgeknipt in het jaar 1980. Eind februari werd bekend dat de Reclameraad, destijds verantwoordelijk voor de inhoud van de reclameblokken die via radio en televisie werden uitgezonden, een verbod voor uitzending van twee reclamespots had uitgevaardigd. Dan zit je in de vroege ochtend aan het ontbijt, waarbij het verstandig is niet alleen gezond te eten maar ook om er tijd voor te nemen, wat door mij altijd is opgevolgd. Maar dan heb je de ochtendkrant erbij terwijl je een kom met ‘Weetabix’ tot je neemt aangevuld met halfvolle yoghurt en lees je over de twee reclamespots. In het ene filmpje, dat dus door de Reclameraad werd verboden, ging het om een yoghurtdrank die in de reclamespot werd aanbevolen onder het motto dat het product de gezondheid zou bevorderen. Dat was destijds in strijd met de waarheid want nergens was uit de erkende voedingsleer op te maken dat yoghurt leidde tot een betere gezondheid. Spontaan heb ik overwogen nooit meer yoghurt tot mij te nemen maar melk toe te voegen, hetgeen dus niet is gelukt. Het tweede verbod kwam namelijk over een reclamespot voor melk, die als dagvers werd aangekondigd. Wel daar was de Reclameraad het ook niet mee eens want de uiting was volgens de raad misleidend te noemen. Wel was het product vers als het werd afgevoerd van de boerderijen maar kon daar geen sprake meer van zijn als het in de winkel te koop was, laat staan als de melk werd gekocht door de consument. Op 7 maart 1980 werd bekend dat alle bestaande omroeporganisaties evenveel zendtijd dienden te krijgen op de netten Nederland I en 2. Verder werd er geadviseerd dat er een derde tv-net diende te komen en wel om een dam op te werpen tegen de opkomende commercie via de geplande kabel- en satelliettelevisie. Dit derde net, zo werd voorgesteld, diende te komen vallen onder één organisatie met als naam ‘de Nationale Omroep Organisatie’ (NOO) die onder de NOS paraplu diende te gaan functioneren en ook reclameblokken mocht gaan uitzenden. Het idee was afkomstig van de werkgroep Kunsten en Media van het wetenschappelijk bureau van de politieke partij D66, waarbij men had samengewerkt en advies had gevraagd van de Tweede Kamer fractie van de partij. Wel diende eerst de koppeling tussen het lidmaatschap van een omroepvereniging en het abonnement op een omroepblad, dat een omroep publiceerde, te worden afgeschaft. Pas als dit het geval was werd het mogelijk een einde te maken aan de meer wrekende concurrentieslag, waarbij de zendtijd voor een omroep werd toegewezen op het aantal betalende leden. Dan was er ook nog de nota van D66 met als titel ‘Landelijke en Regionale Omroep’. Daarin werden in 1980 voorstellen gedaan voor de ‘genezing’ van het zieke omroepbestel. Op 15 maart van dat jaar werd de nota besproken op het deelcongres van de partij en andermaal op twee andere bijeenkomsten in de maand april, waarbij er vanuit werd gegaan dat de daarin voorkomende plannen door de aanwezige leden zouden worden aanvaard. Helaas werd daar in maart niet tot in detail aangegeven wat er in voornoemd rapport werd geadviseerd. Afbeelding: Swier Broekema (foto Groninger Archieven) Het was in maart 1980 ook weer eens onrustig bij de regionale omroep Radio Noord waar de positie van Kees Kremer, freelance medewerker, aan een draadje hing. In het Nieuwsblad van het Noorden reageerde Kremer als volgt: “Ze trekken zich bij Radio Noord geen flikker van het publiek aan. Ze blijven VPRO'tje spelen. Dat ze mij eruit willen hebben, oké, maar dat ze hun populairste programma de nek om willen draaien, dat kan er bij mij niet in.” Hij stelde vernomen te hebben, dat zijn populaire verzoekplatenprogramma, elke zaterdagmorgen tussen 11 en 11.30 uur destijds via Radio Noord te beluisteren, op 1 juni 1980 zou gaan verdwijnen. Uit de recente luistercijfers bleek destijds dat het programma veruit het populairste was van Radio Noord, met een luisterdichtheid van gemiddeld 17%. Dat stond destijds garant voor rond de 150.000 luisteraars die op het verzoekhalfuurtje afstemden. Er waren ook zeer slecht beluisterde programma’s bij Radio Noord. Zo behaalde het programma, dat tussen half 6 in de middag en half 7 in de avond werd uitgezonden een luisterdichtheid van slechts 3,1%. Dat dagelijkse uitzenduur was destijds zeer ongunstig te noemen daar luisteraars op dat tijdstip meer bezig waren met eten te maken, de kinderen te verzorgen en andere huishoudelijke zaken te doen. Het onderzoek van de NOS had ook aangetoond, dat het voornamelijk in dialect gesproken zaterdagochtendprogramma van Radio Noord het schitterende luistercijfer van gemiddeld 17 procent had gehaald. Het was dus voor Kees Kremer een grote teleurstelling dat op 31 mei 1980 een einde kwam aan de presentatie van het verzoekplatenprogramma. Hij vond het besluit zelf een enorme achteruitgang daar vele tienduizenden luisteraars, waaronder veel ouderen, gedupeerd zouden worden. Bovendien was hij van mening dat er in de toekomst veel minder ruimte zou zijn voor de muziek van noordelijke artiesten. Maar dat viel later, zo zou blijken, echt wel mee. Er was nog meer gaande bij de regionale omroep in Groningen want niet veel later werd bekend dat de destijds 59-jarige Swier Broekema benoemd werd tot het nieuwe Hoofd van Radio Noord. Hij was tot zijn benoeming actief als directeur van de Culturele Raad van de provincie Groningen. Hij verwachtte rond 1 juni in dienst te treden maar had van de Raad van Beheer van de NOS reeds met ingang van de dag van de benoeming alle bevoegdheden, verbonden aan de nieuwe functie, gekregen. De heer Swier Broekema, die sinds 1 oktober 1966 directeur van de Culturele Raad was en voordien ambtenaar bij de provincie Groningen, werd de opvolger van Willem de Jong die zelf ontslag had genomen bij Radio Noord. Het was in hetzelfde jaar dat Henk Binnendijk van Radio Noord mij wees op een vacature voor redacteur. Ik had met Henk en zijn collega Rob van Zandvoort enkele radio gerelateerde onderwerpen voor het station gemaakt. Solliciteren had nut want ik werd voor een gesprek uitgenodigd in de vergaderzaal van Radio Noord in het statige pand aan het Prinsenhof in het centrum van de Martinistad. Achteraf, meer dan 42 jaar geleden, was het een amusant gesprek met een vijftal personen. Terugdenkend aan het gesprek werd mij op het einde van de bijeenkomst heel duidelijk dat er keuzes dienden te worden gemaakt. Eerder genoemde Swier Broekema, die niet ver van ons woonachtig was, stelde heel duidelijk dat als ik in aanmerking diende te komen voor de baan ik alle schrijvende activiteiten voor RadioVisie en Freewave Media Magazine diende stop te zetten. Datgene ik daarna besloten heb dient voor iedereen wel duidelijk te zijn. Ik wens jullie allen een prachtige jaarwisseling en tot de volgende column in 2023. Hans Knot, 31 december 2023
-
In de nostalgische column neem ik je mee naar de winter van 1980 want op zaterdag 1 maart vond destijds de opening plaats in Spanje van een commercieel radioprogramma dat gericht was op de Vlaamse en Nederlandse toeristen. In de winter ging het daarbij vooral om de overwinteraars uit onze landen van ontspanning en informatie te voorzien. Dat gebeurde onder de naam ‘Radio Club Holandes’. Dagelijks 60 minuten lang met muziek van Nederlandse artiesten en onder meer regionaal nieuws uit Spanje voorgelezen in het Spaans. De realisatie voor dit programma was afkomstig van de uit Tilburg afkomstige journalist Pierre Claessens. Het idee werd hem echter gegeven door de in 1979 overleden Mgr. Dellepoort, destijds verantwoordelijk persoon van het toeristenpastoraat dat zich bezig hield met de geestelijke welstand van de Nederlandse en Vlaamse overwinteraars. De medewerkers aan het toeristenpastoraat werden in Zuid-Spanje bijna dagelijks geconfronteerd met overwinteraars die in de put raakten door de eenzaamheid. Lekkere warme temperatuur, redelijke prijzen en vitaminen opdoen door de zonneschijn, het leek voor velen de ultieme reden om een paar maanden lang naar Zuid Spanje te gaan. Maar aan de eventuele eenzaamheid had men vooraf niet gedacht. De meeste overwinteraars spraken echter geen woord Spaans en waren dus niet in de gelegenheid met de lokale bevolking te communiceren, die onze taal ook niet meester waren. Bovendien was het onmogelijk voor de vooral oudere landgenoten de lokale kranten te lezen. Natuurlijk kwam er af en toe een Nederlandse krant, vooral de Telegraaf, in de winkel te liggen. Maar om die met regelmaat te kopen ging ook in de prijzen lopen. En dus bleef men in eerste instantie verstoken van het wereld en Nederlandse nieuws, iets waar juist grote behoefte aan was. In eerste instantie had Mgr. Dellepoort aan Pierre Claessens gevraagd of hij geen Nederlandstalige krant in Spanje op de markt kon brengen. Claessens zag echter meer in een Nederlandstalig radioprogramma, ondanks het gegeven dat de Wereldomroep ook al een Nederlandstalig programma uitzond, dat via steunzenders in grote delen van de wereld destijds was te ontvangen. Achteraf bleek dat met de start van het programma Club Holandes er enige vorm van ontevredenheid naar voren was gekomen binnen de Wereldomroep omdat men niet vooraf gehoord was omtrent de plannen van dit programma. Claessens verdedigde zich door te stellen dat hij van mening was dat er wel geen belangstelling zou zijn geweest in Hilversum gezien het gegeven dat het nieuwe programma op commerciële basis werd gerund. Maar hij vond tevens dat het nieuwe programma geen invloed zou krijgen op die van de Wereldomroep daar hij vooral zich richtte op lokaal nieuws in de Nederlandse taal. Ook informeerde men de overwinteraars over allerlei contactmogelijkheden die er in de regio waren. Radio Club Holandes ging dus op 1 maart 1980 van start en werd in eerste instantie uitgezonden via het Zuid Spaande regionale station in Marbella, terwijl een maand later het programma ook via een radiostation aan de Costa Brava was te beluisteren en wel in Gerona. Alicante aan de Costa Blanca en een station op Palma de Mallorca volgden snel daarna. Met dit laatste station konden de overwinteraars op de eilanden Mallorca, Ibiza en Menorca worden bereikt. Dankzij de samenwerking tussen Club Holandes en voornoemde stations werd het mogelijk de gehele kust te bedekken via het gebruik van FM zenders. Claessens had het zo geregeld dat het programma op al deze stations iedere ochtend op dezelfde tijd werd uitgezonden en wel tussen 10 en 11 uur. Volgens hem was dit de meest gunstige tijd, waren de potentiële luisteraars al wakker en zaten ze te genieten van de koffie. De nachtbrakers waren er net en de vroege opstaanders waren volgens hem terug van hun ochtendwandeling. Helemaal nieuw was het idee Claessens niet. Reeds in 1968 kwam men bij Radio Veronica op het idee om speciale uitzendingen te maken voor de toeristen op Palma de Mallorca, waarvoor vooral Robbie Dale werd ingezet voor de presentatie. In het begin van 1975 probeerde Sylvian Tack, eigenaar van Radio Mi Amigo, met behulp van Veronica’s Lex Harding, precies hetzelfde, namelijk het laten maken van commerciële radioprogramma's voor de Nederlandse toeristen aan de Costa Brava. Een deel van het programma werd volgens Claesens in Nederland samengesteld, in de eigen studio van de toenmalige TROS-medewerker Ad Roland in Culemborg. De Spanjaarden wilden de banden uiterlijk drie weken voor uitzending in huis hebben. De actuele zaken werden trouwens via de telefoon doorgebeld. Presentatrice van het programma werd Els van Gorp, die haar roots bij een ziekenomroep had liggen en later nog tal van radioprogramma’s zou presenteren, onder meer voor de regionale omroep in Brabant. Anno 2022 is er een soortgelijk initiatief. Costa Blanca Radio is in vrijwel de hele Costa Blanca te ontvangen. Alleen de bergen kunnen de ontvangst soms wat hinderen. Costa Blanca Radio is een van oorsprong Nederlandstalig radiostation. Men heeft echter als doel om alle inwoners van de Costa Blanca een prettig muziekprogramma te bieden. Costa Blanca Radio is te ontvangen van Alicante tot Gandía. Van de Marina Baja (Benidorm) tot de Marina Alta (Dénia). Men is in de Marina Alta te ontvangen op 97.6 FM. In de Marina Baja kan dat via 101.5 FM. Initiatiefnemers van Costa Blanca Radio zijn Erik de Zwart en Rick van Velthuysen, grote namen in de Nederlandse radiowereld. Rick van Velthuysen is verantwoordelijk voor de muziekkeuze. Hij richt zich op de doelgroep van 9 tot 90 jaar. Zijn muziekkeuze slaat aan. Niet alleen de Nederlandstaligen stemmen op Costa Blanca Radio af, maar ook Spanjaarden, Duitsers en Engelsen in de regio. dat valt af te leiden uit de vele berichten die men ontvangt. Dat er veel lekker in het gehoor liggende platen worden gedraaid, die af en toe totaal in de vergetelheid zijn geraakt, doet veel mensen goed en laat hen regelmatig terugdenken aan ‘vroeger’. https://costablancaradio.nl/ Hans Knot, 17 december 2022
-
- 1
-
-
- spanje
- overwinteren
-
(and 2 more)
Tagged with:
-
Liefst zestig jaar terug in de tijd om te vermelden dat op een goede dag in de maand augustus 1962 niet één berichtje was terug te vinden over de toen zogenaamde wilde zender, vooral bekend als Radio Veronica, maar vele artikelen op een en dezelfde dag. Een doorsnee overzicht in dit artikel. Zo werd er melding gemaakt over het inzicht waarom huisvrouwen vooral luisterden naar Radio Veronica. Het was terug te vinden in een onderzoek ingesteld door het bureau voor psychologisch en economisch onderzoek Ogilivie, destijds gevestigd in Amsterdam. Een deel van het daaruit voorkomende onderzoek werd gepubliceerd in ‘Revue der Reclame’ en kwam daardoor vervolgens ook in diverse dagbladen terecht, zoals het Parool van 25 augustus 1962. Het voornoemde onderzoek vond plaats tussen 19 en 29 maart plaats in grote delen van Noord Holland, geheel Zuid Holland en de provincie Utrecht. Men had steekproefsgewijs 515 mensen aan het onderzoek laten deelnemen, allemaal huisvrouwen in de leeftijdscategorie tussen 29 en 60 jaar. Gekozen was voor voornoemde gebieden daar Veronica in dat deel van Nederland in die periode redelijk goed was te ontvangen. De cijfers gaven aan dat 61% van de ondervraagden regelmatig afstemde op de 192 meter. Van degene die stelde dat men niet luisterde gaf 51% aan dat men het station totaal niet kon ontvangen. Als men de huisvrouwen vroeg waarom men eigenlijk naar Veronica luisterde en niet naar de programma’s van Hilversum 1 en 2 kwam vrij snel het antwoord dat het aanbod aan muziek van Radio Veronica zeer aantrekkelijk werd bevonden, in vergelijk met de toenmalige omroepen. Liefst 82% van de ondervraagde huisvrouwen gaf aan dat men zeer positief was op de muziekkeuze van Veronica. Uiteraard was het een commercieel station, ook in de begindagen. Maar voor 29% van de huisvrouwen bleek het een ondergeschikt motief te zijn om af te stemmen op de 192 meter. 18% van hen vond het een positief gegeven zodat de gebrachte reclame zeker van invloed kon zijn op hun aankoopgedrag. Om nog een stapje verder te gaan gaf 5 % van de ondervraagden aan dat de gebrachte reclamespots, al dan niet in specifiek gesponsorde programma’s, een vermakelijk onderdeel was. 3% was van oordeel dat men specifiek naar de reclame luisterde om te horen wat er zowel te koop was. Opzienbarend was uit het onderzoek te ontdekken dat 21% van de huisvrouwen, ondervraagd in genoemde gebieden, op Radio Veronica specifiek afstemde omdat men het niet eens was met datgene dat door de omroepen via Hilversum 1 en 2 destijds werd gebracht. Opmerkelijk was ook ruim zestig jaren geleden dat vrouwen, die Veronica niet konden ontvangen, er minimaal 25 % van hen zeker de radio op de uitzendingen via de 192 zouden afstemmen als ontvangst wel mogelijk was. Een maand eerder, in juli 1962, had het NIPO, dat zich richtte op opinieonderzoek, bij een representatieve landelijke steekproef bij huisgezinnen gevraagd: ‘Hebt U of heeft iemand in uw gezin gelezen over de oprichting van de Stichting Vrienden van Veronica?’ 59% van de ondervraagden gaf aan er van hebben gehoord, dan wel gelezen. De overige 41% had er noch van gehoord noch van gelezen. Aan dient te worden gegeven dat Veronica slechts in het westen en een deel van het midden van ons land in die tijd was te ontvangen. Er was nog een tweede, daarop volgende vraag, waarin werd gewezen op het feit dat men voor 1 gulden lid kon worden van deze nieuwe stichting. De vraag was: ‘Hebt U of een van uw gezinsleden een gulden overgemaakt of denkt U dit te gaan doen, of gaat U dit zeker niet doen?’ Er bleek bijna niemand positief te hebben geantwoord met de opmerking al geld te hebben overgemaakt. Negen procent was eventueel van plan dit wel te gaan doen, maar 56% was van mening dit zeker niet te gaan doen. Er bleven tenslotte nog 35% van de ondervraagden over die geen antwoord wisten te geven. Opgericht werd de Stichting Vrienden van Veronica met de bedoeling officiële erkenning te krijgen voor het toen buiten territoriale wateren actieve radiostation. Volgens het bericht in een van de knipsels dacht men tenminste te rekenen op 1 miljoen deelnemers. Het was een vreemde dag met veel publiciteit in diverse kranten. De aantekeningen voor dit artikel komen uit het archief van Max Lewin, dat vele jaren geleden in het bezit kwam van de Stichting Media Communicatie en onder mijn beheer kwam. Jammer is dat bij lange na niet aantekeningen zijn gemaakt uit welke kranten de berichten kwamen maar wel op 25 augustus 1962. Zo werd in een van de knipsels gemeld dat het zendschip van Radio Veronica uiterst moeilijk grijpbaar was ondanks dat de organisatie achter het station het Geneefs Verdrag zou hebben geschonden. ‘Het bestaan en de werkzaamheden van het zendschip van Veronica is voor de gewone toeschouwer door een waas van geheimzinnigheid omgeven.’ Vervolgens werden met enkele juridische aspecten geprobeerd tot verheldering te komen. Zo werd gesteld dat Radio Veronica het reglement van radiocommunicatie had geschonden, behorende bij het internationale verdrag van Géneve van 1959. De journalist baseerde zich op paragraaf 7 van dit verdrag waarbij aan werd gegeven dat illegale radiostations waren verboden. Echter werd er niet direct ingegaan waarom Veronica illegaal was. Zo meldde men dat het Nederlandse strafrecht wel van toepassing was op Nederlands grondgebied en op schepen varende onder onze nationale vlag. En dus was de conclusie dat Radio Veronica op dat moment ongrijpbaar was voor de overheid in Nederland. Alleen als men er achter kon komen onder welke vlag het zendschip op zee, in internationale wateren, verankerd was, kwam er de mogelijkheid met vertegenwoordigers van het vlaggenland contact op te nemen met de vraag om eventueel maatregelen te nemen waardoor, in samenwerking met de vreemde natie, eventueel tot actie kon worden over gegaan. Veronica was in 1962 actief via de 192 meter, een golflengte die volgens de internationale regelgeving onder meer was toegewezen aan Zweden. Aangezien men niet zo maar een golflengte in gebruik kan nemen was Radio Veronica duidelijk in overtreding. De toen meest recente afspraken inzake de golflengteverdeling werd in het najaar van 1961 in het Zweedse Stockholm gemaakt op de Europese Conferentie van de ‘meter en decimeter golflengten’ voor omroepdoeleinden. Hans Knot, 3 december 2022
- 4 comments
-
- 5
-
-
-
- vrienden van
- wetgeving
-
(and 3 more)
Tagged with:
-
Dit weekend andermaal een terugblik in de jaren tachtig van de vorige eeuw. In Nederland waren er in 1981 andermaal Parlementsverkiezingen waarbij democratisch Nederland haar mening mocht geven over de af te lopen regeringsperiode onder leiding van Dries van Agt en hun hoop voor de toekomst. Als de Partij met de meeste aanwinst, als het ging om zetels in de Tweede Kamer, dient D66 te worden genoemd. Deze partij, die op dat moment werd geleid door Jan Terlouw, kreeg 9 zetels meer dan in de voorgaande verkiezingen voor het Parlement en steeg naar 17. De CDA, PvdA en VVD verloren allemaal zetels, respectievelijk 5,9 en 2. Hierdoor verloor de regeringscombinatie haar meerderheid en na een zeer moeilijke periode van formatie kon in de maand september het tweede kabinet van Agt worden ingehaald door de koningin, de eerste keer trouwens dat dit gebeurde door Koningin Beatrix, die in 1980 werd gekroond. Opmerkelijk was dat de voormalige Boerenpartij, bekend geworden door Boer Koekoek, in 1981 nog wel aan de verkiezingen meedeed maar onder de naam Rechtse Volkspartij. Of de liefde voor de partij was verdwenen, dan wel de kiezer het helemaal niet zag zitten dat de naamsverandering had plaats gevonden, is niet duidelijk. Wel dat de partij na de verkiezingen niet langer was vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Maar er waren meer partijen die niet tot totaal onbekend waren, die deelnamen aan voornoemde verkiezingen en allemaal veel te weinig stemmen kregen en dus ook geen zetel. Wat te denken van de volgende namen van deelnemende partijen: S.O.S. Internationale Kommunisten Bond Partij Likwidatie van Nederland Wereld Welzijn Bewustwording God Met Ons Partij voor Rijksgenoten Vrede Partij Kleine Partij Nederlandse Evolutie Partij Leefbaar Nederland Realisten ‘81 Opmerkelijk dat de naam ‘Leefbaar Nederland’ toen ook al vertegenwoordigd was en men haalde, als het voornoemde groep aangaat, de meeste stemmen. Het waren 8.613 landgenoten die hun keuze voor de partij lieten gelden. De partij die in de periode voor de verkiezingen van voornoemden zich het meest deed gelden in de publiciteit was die van Realisten ’81. Het Partijbestuur had zich voorgenomen te scoren met een krachtig personage die de strijd moest aangaan voor het winnen van kiezers. Men had deze gevonden in de persoon van Hans Knoop, onderzoeksjournalist en vooral bekend geworden door het opsporen van de oorlogsmisdadiger Pieter Menten in Zwitserland. Verder was onder meer Mr. Dr A Zeegers betrokken binnen de organisatie van Realisten ’81. Hij was voor de Tweede Wereldoorlog al actief in het schrijven van een serie artikelen in ‘Nieuw Nederland’, het vormingsblad van de NSB in ons land. Ook na de Tweede Wereld Oorlog was hij actief bij een groot aantal groeperingen met extreem rechtse of nog radicalere standpunten. De link naar ‘zeezenders’ is, wat betreft deze Zeegers twee keer te leggen. Op 19 maart 1983 meldde Hans Knoop vol trots, op een door hem georganiseerde persconferentie, de weg te hebben gevonden om de publiciteit voor de Partij optimaal te maken. In tal van radio en kranteninterviews bracht hij het grote nieuws van zijn plan – dat nooit zou worden uitgevoerd, naar buiten. Ikzelf maakte er in het Freewave Media Magazine van 30 maart 1981 het volgende van: ‘De nieuwe politieke partij Realisten ’81 wil vanaf een schip in internationale wateren van de Noordzee haar verkiezingsprogramma gaan voeren. Dit om voldoende zetels te krijgen bij de Tweede Kamer verkiezingen. Een zender met een vermogen gelijk aan de Hilversumse omroepen, zal tijdens de komende weekeinden de boodschap van Realisten ’81 over het kiezersvolk uitstrooien. In de laatste twee weken voor de verkiezingen wil men elke dag, 24 uur per etmaal, gaan uitzenden. De uitzendingen zullen worden gelardeerd met rustige achtergrondmuziek en zal uitsluitend korte partijspots en interviews met sympathisanten van Realisten ’81 uitzenden. De Amsterdamse hoofdofficier van Justitie, mr. C. van Steenderen, die belast is met het beleid inzake zeezenders, verklaarde dat bij het doorgaan van de aangekondigde uitzendingen vanaf een schip een onderzoek zal worden ingesteld naar de strafbaarheid daarvan.’ Knoop reageerde destijds op de uitspraken van Van Steenderen door te stellen: ‘Ik hoop dat de Officier van Justitie, die overweegt om ons toch te vervolgen voor het overtreden van de anti-zeezenderwet, dit in elk geval voor de verkiezingen zal doen, zodat we nog meer publiciteit zullen krijgen’. Eén van de punten uit het verkiezingsprogramma was dat iedere Nederlander met een inkomen, ongeacht de grootte daarvan, 25% belasting moest gaan betalen. Een tweede voor de partij belangrijk beginsel was dat er een forse extra bijlage diende te komen voor defensie onder meer voor een versterking van de bewapening, ook nucleair. Tevens diende er in bepaalde taken van onderwijs flink te worden gesnoeid, vonden Knoop en de zijnen, vooral in de Sociale Wetenschappen. Er zouden te veel psychologen en agogen afstuderen en vervolgens werkloos het handje ophouden bij de Staat. Dat het voornamelijk bluf was, dat door Knoop en de zijnen naar buiten werd gebracht, bleek al op 22 april. Het station had al tijden in de ether moeten zijn maar een signaal van Realisten ’81 bleef uit. Men kondigde op die dag aan dat de nieuwe zender een vermogen zou krijgen van 500 Watt, dat zou worden verspreid via de 101.8 MHz in de FM band. Hoe zo even sterk als de zenders van de publieke omroep in Hilversum? Knoop had ook andere ideeën over hoe met de illegaliteit om te gaan: ‘We willen, gezien de wetgeving, geen naam van het schip gaan vrijgeven en ook niet vertellen wie er werkzaam zullen zijn. We gaan onder vreemde vlag varen en een bemanning uit het buitenland kiezen. De bevoorrading, zo hebben we besloten, zal niet uit een Nederlandse haven plaats vinden en de programma’s worden in een studio in het buitenland opgenomen.’ En dan de mooiste vorm van kiezersbedrog kwam vervolgens toen Hans Knoop het had over het succes van het radiostation: ‘Ik ben tevreden met de proefuitzendingen, die tot diep in Nederland te ontvangen zijn. De zender laat muziek horen, afgewisseld met reclameboodschappen voor onze partij. We hebben ook aanbiedingen gekregen van diverse landpiraten om de programmabanden ook daar af te draaien.’ Terugkerend op kaderlid van Realisten ’81, Mr. Dr. A. Zeegers. kan tevens nog worden gemeld dat hij bij het grondwerk van een andere zeezender betrokken was. Hij was, vreemd genoeg, ook lid van aanbeveling van ‘Vredesschip Nederland’ dat in 1969 middels verkoop van Vredesaandelen de verdere financiering en uitrusting van de MV Cito, tot Vredesschip te bevorderen. Het schip was aangekocht in Groningen, deels opgeknapt in Amsterdam en zou vervolgens naar New Yark (bij New York) vertrekken voor de verdere uitrusting. Tot 1973 zou het duren alvorens het schip, dat onder meer in de haven van Groningen was gedoopt door de Katholieke bisschop Möller en de Joodse Rabijn Soetendorp, de uitzendingen voor de vrede in het Midden Oosten zou opstarten voor de kust van Israël ter hoogte van Tel Aviv. En dat alle publiciteit rond Realisten ’81 in kranten, op radio en televisie en via de nooit opgestarte uitzendingen vanaf een zendschip tot een non resultaat leidde mag worden gezien in de resultaten. Na telling van alle stemmen gedaan tijdens de Parlementsverkiezingen in mei 1981 bleken slechts 2211 Nederlanders gestemd te hebben op de partij van Hans Knoop en de zijnen, waarmee uiteraard geen enkele stem in de Tweede Kamer werd gewonnen. Hans Knot, 19 november 2022 Afbeelding: Peaceship in Amsterdam (foto Nationaal Archief 922-6412)
-
Al jaren geleden werd bekend dat de hedendaagse jeugd meer en meer het televisiekijken de rug toekeert en de informatie bekijkt via het grootse aanbod via internet. Wees ook eerlijk er is gewoon een overaanbod aan programma’s via vele tientallen televisiekanalen die via de kabel kunnen worden ontvangen, laat staan de honderden die kunnen worden bekeken door ontvangst via satellietschotels. Dan maar te zwijgen over het grote aantal pretentieloze programma’s, dat voorbijkomt. Dan was ook aanbod, 35 jaar geleden in maart 1987, totaal anders. In de periode tussen 9 tot en met 22 maart werd er, in opdracht de dienst Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, de Nederlandse Omroepstichting, een meting gehouden door medewerkers van het Bureau Intomart BV uit Hilversum, van de kijkdichtheid voor Nederlandse en buitenlandse televisiestations. De metingen werden steekproefsgewijs uitgevoerd in de leeftijdscategorie van drie jaar en ouder, terwijl er ook deel metingen werden verricht onder personen van 12 jaar en ouder; personen van 12 jaar en ouder die Sky Channel konden ontvangen; personen van 12 jaar en ouder die Super Channel konden ontvangen en de groep ‘kinderen van 3 tot en met 12 jaar. En uiteraard was het verdere aanbod, waar wij Nederlanders in 1987 naar konden kijken, beperkt. De in de meting betrokken televisiestations waren Nederland 1, Nederland 2, BRT 1 en BRT 2, Duitsland 1 en 2, Duitsland 3 WDR en Duitsland 3 NDR en verder nog BBC1 en BBC2. In voornoemde periode werden er ruim 1400 mensen ondervraagd waarvan 1227 er ouder dan 12 jaar waren en 187 vielen in de categorie tussen 3 en 12 jaar. Daarbij stond 1% kijkdichtheid destijds voor 121.000 personen van 12 jaar en ouder en respectievelijk 17.000 personen van 3 tot en met 11 jaar die Sky Channel respectievelijk Super Channel konden ontvangen overeen met respectievelijk 66.000 en 50.000 personen in deze leeftijdscategorie. Uit de uitkomsten van de steekproeven onder personen van 12 jaar en ouder werd onder meer duidelijk de gemiddelde kijkdichtheid per etmaal per televisiestation en wel op landelijke basis. Nederland 1 had een kijkdichtheid van 13%, Nederland 2 9% en alle andere stations rond de 1%. Ook meldde men in het rapport dat de kijkdichtheid ten opzichte van een gelijksoortig onderzoek in maart 1986 enigszins was gedaald. Een ander staatje gaf aan hoeveel minuten er landelijk gemiddeld werd gekeken naar de stations. We noemen Nederland 1 met 76 minuten, Nederland 2 met 39 minuten en Duitsland 2 met gemiddeld 6 minuten. Alle andere stations scoorden 3 of minder dan drie minuten, behalve Sky Channel dat 5 minuten kreeg toegewezen. De stijging ten opzichte van 1985 had vooral te maken met het gegeven dat in het ontvangstgebied het programma van Music Box op 30 januari 1987 definitief was verdwenen als zelfstandig station en werd opgenomen in de programmering van Super Channel. Sky Channel bereikte vooral de kinderen tussen 3 en 12 jaar en had daar een gemiddeld bereik van liefst 26% binnen haar ontvangstgebied, terwijl landelijk gezien dit percentage op 14 lag. De gemiddelde kijktijd lag op 16 min. Vergeleken met het onderzoek van maart 1986 was dit meer dan een verdubbeling daar in dat jaar het aantal op 7 minuten lag. Vooral Nederland 1 was in deze leeftijdsgroep de dupe want men liep van 56 naar 48 minuten terug. Ook was er een kwart eeuw geleden een heel duidelijk verschil als het ging om de ontvangstmogelijkheden. De volgende percentage werden destijds gemeten in de leeftijdsgroep van 12 jaar en ouder. Nederland 1 en 2 hadden bijna een landelijk bereik en haalden 98%. Duitsland 1 haalde 86%, Duitsland 2 84%, Duitsland 3 WDR 72%, BRT 1 en/of 2 63%, Sky Channel 55%, Super Channel 42%, Duitsland 3 NDR 24% evenals de BBC1 en tenslotte haalde BBC2 een ontvangstmogelijkheid in Nederland van 23%. Voor Nederland 1 en Nederland 2 werd ’s avonds tussen half 7 en middernacht bij degenen van de leeftijdscategorie 12 jaar en ouder met thuis de mogelijkheid tot ontvangst van Sky Channel een kijkdichtheid van respectievelijk 18% en 11% gemeten. Voor Sky Channel was dit afgerond 2% en voor Duitsland 1 en 2 evenals voor BRT 1 en BRT 2 ieder ongeveer 1%, terwijl andere te ontvangen stations onder de 1% bleven hangen. De kijkdichtheid van Nederland 1 was in het jaar 1986 in het gelijksoortige onderzoek nog 22%. Ook werd er gekeken naar dezelfde groep die de mogelijkheid had tot ontvangst van Super Channel. Daarbij kwam het ongeveer tot dezelfde resultaten dan voor diegene die thuisontvangst had van het signaal van Sky Channel. In de gemeten periode van de maand maart 1987 werd er ook gekeken naar de programma’s die de hoogste kijkdichtheid scoorden. In Nederland haalde een aflevering van de toen zeer populaire serie ‘Zeg ns Aaa’ liefst 52% gevolgd door ‘Ep Oorklepshow’ met 49% met op de derde plek een aflevering van ‘North and South’, die 46% haalde. Als we kijken naar de programma’s die werden uitgestraald door de in ons land te ontvangen buitenlandse televisiestations dan scoorde het programma ‘A man called horse’ (Sky Channel) het hoogst met 7%, hoewel een aflevering van ‘Dallas’ (BRT) hetzelfde percentage scoorde. Op een gedeelde derde en vierde plaats, met elk 6%, volgden: ‘Hardcore’ een speelfilm van de BRT2 en ‘Champion Wrestling’ van Sky Television. In de leeftijdsgroep van kinderen tussen 3 en 11 jaar werd er vooral naar Sky Channel gekeken op tijden dat de Nederlandse publieke omroepen ofwel geen kinderprogramma’s aanboden dan wel geheel niet in de lucht waren. De drie meest bekeken programma’s van Sky Channel gedurende de metingsperiode waren de ‘D.J. Katshow’, ‘Batman’ en ‘Fun Factory’. Afsluitend kan worden opgemerkt dat ons televisielandschap in de afgelopen 35 jaar ongelofelijk is geëxplodeerd en dat vergelijkende onderzoeken als deze ook totaal uit de tijd zijn. Hans Knot, 5 novemvber 2022
-
De nostalgische column neemt je deze keer weer eens mee terug naar 1966. Afgelopen zomer, met de EK voetbal voor dames in Engeland, herinnerde ik mij aan de Wereldkampioenschappen voetbal voor heren, die ook in Engeland werden gespeeld. Die zomer, zoals vele zomers, was ik 6 weken werkzaam in de slagerij en zelfbediening van Max en Vera Gosschalk in Epe. De laatste keer dat ik dit in de zomermaanden ging doen. Immers per 1 september dat jaar ging ik fulltime werken als jongste bediende bij het PEB voor Groningen, als jongste bediende. Bestaat dit nobele beroep om veel te leren in je eerste werkjaar nog steeds? Werken in Epe betekende vroeg op en de meeste dagen rond vier uur klaar voor die dag, behalve de dagen dat er worsten werden gedraaid en het vlees voor dieren, die veelvuldig werden gehouden in het bosachtig gebied, werd voorbereid voor bezorging. Na het versnijden van pens, uieren, milt en meer van vele beesten die in de slachterij van de familie waren geslacht, diende de werkbank in de achterste werkplaats grondig schoongemaakt te worden, waarbij schoonmaak middel, desinfectie middel halamit en kokend water werd gebruikt. Ik was daarbij die dag verkozen tot het schrobben van de grote uitbeen en snijtafel. Een lengte van ongeveer 12 meter en een breedte van vier meter. Klompen aan en schoonmaken dus. Radio London stond al een tijdje op de radio afgestemd in de ruimte en tijdens de schoonmaakbeurt kon ik het niet nalaten even stevig te swingen op de tafel en het geluid van the Kinks, die met ‘All day and all of the night’ via de 266 meter waren te beluisteren. Het ging mis, een van de klompen schoot uit en vervolgens maakte ik een zwieper waarbij ik languit op de grond viel maar bovendien een vleeshaak in mijn rechtervoet kreeg. De volgende dag bleek dat het goed fout zat en ik bloedvergiftiging had opgelopen. Medicatie en een week lang met de benen omhoog. En dat voor een 16-jarige een wel heel zware straf. Gelukkig redde het eerder genoemde Wereldkampioenschap Voetbal mij enigszins, zodat ik een groot deel van de verslaggeving, toen nog in zwart wit, in alle rust kon aanschouwen. Uiteraard heb ik ook uit dat jaar 1966 de nodige andere aantekeningen en herinneringen bewaard. Recentelijk was er in de krant een verhaal te lezen over hoe bepaalde fietsenmakers de wet overtreden door e-bikes, die maximaal 25 km per uur mogen rijden, toch beïnvloeden en op een eenvoudige wijze zo weten te manipuleren dat de e-bike zomaar 40 kilometer per uur kan rijden, met alle gevaarlijke gevolgen van dien voor de berijder maar vooral voor de mede weggebruikers. Maar ook in 1966 werd er volop gemanipuleerd. De uit Nederland afkomstige 46-jarige oud-politieman Antonius Heintjes uit West Archerfield, een voorstad van Brisbane, die een uitdeukbedrijf en drie taxi's in deze Australische stad had, wist vernuft om te gaan met afstelling van auto’s. Hij kreeg voor de rechtbank vrijspraak voor een van zijn taxichauffeurs, die beschuldigd was van 48 mijl per uur te rijden, door aan te voeren dat dit een onmogelijke overtreding kon zijn, daar hij in de taxi een apparaatje had aangebracht dat harder rijden dan 40 mijl per uur onmogelijk maakte. Heintjes, die 12 jaar eerder naar Australië kwam, vertelde het apparaatje te hebben uitgevonden, toen hij bij de politie in Nijmegen werkzaam was en de leiding had van de politiegarage. Het apparaatje werd toen bij wijze van proef in enkele politieauto's in Nijmegen aangebracht en daarbij bleef het, totdat Heintjes in 1960 - moe van alle snelheidsovertredingen van zijn taxichauffeurs - weer deze apparaatjes bouwde en in zijn taxi's aanbracht. Door het apparaatje, dat binnen twee uur aangebracht kan worden en niet meer dan een 30 gulden kostte, sloeg de motor af wanneer een zekere snelheid werd overschreden en ging deze vanzelf weer aan, wanneer de snelheid tot het gewenste punt was gedaald. Na publicatie van de rechtszaak heeft Heintjes' telefoon destijds niet stil gestaan, want velen wensten zo’n apparaatje. Heintjes heeft destijds onmiddellijk patent aangevraagd. En uiteraard heeft hij daarmee een aardig bedrag verdiend. Nu we het toch over rijdend verkeer hebben even het volgende bericht uit 1966. De reis van minister Luns naar het zeer noordelijk gelegen Stadskanaal in juli is destijds niet volgens schema verlopen. De Gemeenschappelijke Persdienst meldde: ‘In het Übbo Emmius Lyceum steeg zaterdag tegen één uur de spanning toen de minister op het vastgestelde tijdstip nog niet was gearriveerd. Een telefoontje, ergens vanaf een plek in de route van Den Haag naar Stadskanaal, bracht echter opluchting. De heer Luns deelde de organisatoren mede, dat overvolle wegen met vakantiegangers hem vertraging hadden bezorgd. Er diende met een klein uur vertraging rekening te worden gehouden. Op een bepaald wegvak had de chauffeur A. Maurits van Buitenlandse Zaken, over 17 kilometer een uur moeten rijden. De filevorming op de wegen werd steeds erger en op een zeker moment had de minister zijn chauffeur gevraagd: “Durft u?" “Als u de verantwoording draagt, jawel". Meteen had de heer Maurits de auto van de rijbaan gereden op een fietspad ergens tussen Harderwijk en Meppel.’ Op deze wijze was men in staat zeker 500 auto’s in te halen anders was men nog later aangekomen. Tenslotte kan gemeld worden dat in de eerste helft van de maand juli 1966 de heer J.B. Broeksz werd herkozen als voorzitter ERU, dat stond voor Europese Radio Unie. De heer J. B. Broeksz, destijds tevens vicevoorzitter van de Nederlandsche Radio Unie en voorzitter van de omroepvereniging VARA, werd voor een periode van vierjaar herkozen als voorzitter van de Europese Radio Unie. Dit besluit werd genomen door de algemene vergadering van de Europese Radio Unie, die in Dublin bijeen was. Eind juni 1965 werd de heer Broeksz reeds tussentijds tot voorzitter van de Europese Radio Unie verkozen in verband met het vertrek van de Italiaan Rodinot. Deze benoeming, die voor de interim-periode van een jaar gold, werd dus voor de officiële statutaire termijn van vier jaar verlengd. Hans Knot, 8 oktober 2022
-
De nostalgische column van Hans Knot 10 september 2022
hans knot posted a blog entry in blogs_blog_1
Het zijn vooral de kleinere herinneringen die in deze rubriek voor komen en deze keer is het jaar 1965, waarin onder meer Hilversum III een start maakte, aan de beurt om een aantal zaken uit te lichten. Omroepen deden vaak de berichtgeving over toekomstige programma’s via de dagbladpers. Op donderdag 16 september werd al bekend gemaakt dat de mogelijkheid bestond tot ontvangst van een signaal van het toekomstige nieuwe radiostation Hilversum III. Het gebeurde via een breed verspreid persbericht door de Nozema, destijds verantwoordelijk voor het zenderbeheer en waarin werd vermeld: ‘Elke radiobezitter kan proberen of hij binnenkort het derde programma vanuit Hilversum kan ontvangen. De steunzenders in Hengelo, Hoogezand en Hulsbergen relayeren thans het programma van Hilversum II, omdat de tweede zender in Lopik wegens vervanging tot 25 september kwalitatief te wensen overlaat. Onder normale omstandigheden werkten deze steunzenders in de ochtend tot tien uur en na vijf uur in de middag.’ Directeur Willem Vogt van de Nozema stelde destijds dat het de verwachting was dat voor de toekomstige uitzendingen van Hilversum III waarschijnlijk dezelfde 188 meter zou worden gebruikt in de afwachting van de mogelijke bouw van een derde zendmast op het terrein in Lopik. Hij stelde tevens dat ongeveer 35% van de in Nederland aanwezige ontvangsttoestellen geschikt waren voor de FM signalen, waardoor de bezitters meteen de ontvangstmogelijkheid konden proberen daar de FM-zenders voor ontvangst van de toekomstige Hilversum III programma’s gereed waren en die niet bezitters van radio met FM mogelijkheid het maar dienden te proberen via voornoemde steunzenders. Er was nogal het nodige dat vooraf ging aan de start van Hilversum III. Zo werd op 19 september 1965 tevens bekend dat de VPRO voorlopig niet van plan was mee te gaan doen. Een dag eerder was er in Hilversum een persbijeenkomst geweest waar het woord werd gevoerd door voorzitter J. de Koning en dominee I. J. van Houte, waar werd meegedeeld waarom men had besloten zeker niet voor 1 januari 1966 bereid te zijn tot deelname. Beide heren stelden wel dat de VPRO in principe het legitieme van een licht muziekstation zeer zeker erkende: “We hadden daaraan beslist ook wel willen meewerken maar dan in gezamenlijkheid met de NRU (Nederlandse Radio Unie) en niet zo als door de andere deelnemende omroepen gesteld met de toevoeging ‘in samenwerking met die en die omroep.” Ook had men geen bezwaar tegen het bijkleuren van de NRU programma’s, evenmin als het niveau van de te brengen muziekprogramma’s. Het ging bij de VPRO puur om de twee toegevoegde woorden ‘verzorgd door’. Het bestuur van de VPRO besloot derhalve niet deel te nemen aan de programmering, zoals die officieel van start zou gaan op 15 oktober 1965 en tevens om alle lichte muziekprogramma’s van deze omroep als protest te schrappen uit haar programmering op Hilversum I en II. Men wilde daarmee onder meer duidelijk maken dat voor het beluisteren van lichte muziek echt niet specifiek op één radio station diende te worden afgestemd. Op 15 oktober 1965 werd bekend gemaakt dat de wekelijkse drie uren aan zendtijd, toebehorend aan de VPRO, voorlopig gebruikt zouden worden voor programma’s van de AVRO, NCRV, KRO en de VARA. Elke week was vervolgens een van de vier verantwoordelijk voor het vullen van de drie uren. De volgorde van de omroepen was bepaald tijdens een vergadering van de programmadirecteuren van de betrokken omroepverenigingen. Duidelijk was er gelet op het gegeven dat een betreffende omroepvereniging tijdens het vullen van de drie uren niet met andere programma’s op Hilversum I en Hilversum II te horen zou zijn. Bijna alle toenmalige omroepverenigingen deden trouwens mee aan het nieuwe Hilversum III en vanuit de KRO kwam op de openingsdag, 11 oktober 1965, een persbericht naar buiten waarin werd gemeld dat men een drietal jongeren de kans had gegeven met een minimum aan middelen zich te storten op de samenstelling van de programma’s voor deze omroep op dit, ten onrechte genoemde, popstation. Anderhalve dag aan uitzendtijd was de omroep toegewezen en die kreeg dus in de beginperiode een experimenteel karakter. Voor dit experiment had men zelfs een psycholoog geraadpleegd die aan de hand van rapporten een psychologisch berekend schema voor het drietal had samengesteld. Jan Terlingen, Jos Timmer en Gerhard Hulshof, die al bekend waren van het programma ‘Ouverture’, dienden als het ware ‘arm’ te beginnen. Toch was men van mening de concurrentie met andere omroepen te kunnen aangaan met gebruik van een aantal freelancers, deejays en een aantal uren non stop muziek. Ook had men bedacht dat na elk toegewezen uitzenduur op het hele uur ruimte diende te komen voor een actualiteit, dat elk uur anders van inhoud diende te zijn. Ook werd af en toe een dorp, dat in het nieuws was, door een reportageploeg bezocht waarbij inwoners de mogelijkheid kregen een verzoekplaat aan te vragen. Reden hiervan was dat het drietal dacht dat op die manier ook platen in het programma konden worden opgenomen die op andere momenten geen kans kregen via de programma’s van Hilversum III. Opmerkelijk, vergeleken met de hedendaagse radio, meldde men tenslotte dat geen enkele plaat meer dan twee keer tijdens een programma dag van de KRO mocht voorbij komen. In het persbericht werd verder gemeld dat onder meer Henk Terlingen en Annette Kentie waren aangetrokken voor de presentatie. Voor die tijd vrij nieuw was dat men ook ruimte maakte voor het brengen van verkeersinformatie, nieuws uit de ochtendbladen, voorbeschouwingen van komende programma’s op radio en televisie. Lees hier een ander artikel van Hans Knot over de moeilijke eerste periode van Hilversum 3: https://hansknot.com/features/De moeilijke eerste weken van Hilversum 3.pdf Hans Knot, 10 september 2022- 4 comments
-
- 3
-
-
- 1965
- hilversum 3
-
(and 2 more)
Tagged with:
-
In deze aflevering van de nostalgische column neem ik je mee naar het jaar 1961. Zelf was ik destijds tiener af en was het bewaren van herinneringen mij eigen geworden. We hadden het voordeel dat mijn ouders een kapsalon hadden, waarbij de klanten de wachttijd konden vullen met het lezen van tijdschriften uit de leesportefeuille. Onze ouders hadden gekozen voor de editie die 6 weken oud was, hetgeen betekende dat de tijdschriften niet dienden te worden ingeleverd als de nieuwe map, zoals wekelijks gebeurde, werd gebracht. Nee ze belanden op een stapel onder in een bank, waarop de klanten op hun scheer- dan wel knipbeurt konden wachten. Nog immer liggen er tientallen exemplaren van bladen in mijn archief. Een enkeling in Nederland en België was al in het bezit van een transistorradio, een prachtige manier om radio de huiskamer uit te halen en op alle mogelijke manieren en op allerlei plekken het geluid uit de radio te laten klinken. Van de tuin via de schuur, de zolder, het strand en het voetbalveld, de transistorradio werd een gewild object. Op de Jaarbeurs in Brussel werd onder meer door de firma Braun de Transistor KT31 voorgesteld, in het bezit van 7 transistors en in de uitvoering met Lange Golf, Middengolf en Korte Golf. Het was trouwens niet de eerste transistorradio uit de Braun collectie want eerder waren al de Braun T4, Braun KT24 en KT22 op de markt gebracht. Op de radio werden wij in huize Knot, via de draadomroep, voorzichtig via de BRT bekend gemaakt met het geluid van Milva. Ze werd in 1939 op 17 juni geboren onder de naam Maria Ilva Biolcatt in het Italiaanse Goro en kreeg al op vroege leeftijd zangles. Het was haar moeder die haar enorm stimuleerde daar ze toekomst zag voor Milva als operazangeres. Haar moeder trad zelf vaak op in het regionaal bekende gezelschap ‘Wandra Ostia Revue Gezelschap’. Een verhuizing volgde toen Milva 16 jaar was en wel naar de grote stad: Bologna. Maar een grote stad betekende ook meer kansen en dus werd ze ontdekt en behaalde ze in de daarop volgende jaren successen via de Italiaanse radio. Op het San Remo Songfestival, destijds een van de belangrijkste ter wereld, trad ze in 1961 op en behaalde individueel de derde plek. Het nummer ‘il mare nel cassetto’ bracht het vervolgens tot de derde plaats in de Italiaanse Top Tien. Niet veel later verscheen ze weer in de hitlijst met ‘Flamenco Rock’, waarmee je destijds de hoogste positie overnam van de Amerikaanse formatie ‘String a longs’ en het nummer ‘Wheels’. Gelukkig dat ik ook al in 1961, toen ik de radio af en toe harder en harder zette, al de nodige aantekeningen maakte. Maar over het nummer ‘Wheels’ gesproken dient wel vermeld te worden dat ook Billy Vaughn dit nummer opnam en in juni 1961 op de 26ste plaats stond van de Amerikaanse Hot One 100. Op de achterkant bracht men het nummer ‘Orange Blossom Special’ uit dat goed gevuld met violen was. Vreemd genoeg waren er in Nederland en België twee platenlabels nodig, te weten respectievelijk London en Dot. Van het nummer ‘Wheels’ kwamen, zoals in die tijd met vele nummers het geval was, nog meer versies uit. Ik noem bijvoorbeeld die van de Free Lancers, een nummer die verder niets deed. Tenslotte verscheen op het Imperial label een versie van The Ramrods. In Amerika was de populariteit van de popsterren helemaal uit de hand gelopen. Niet alleen de hitparade van de meest verkochte platen verschenen er wekelijks, nee er waren meer lijstjes die werden gepubliceerd. Men had een fantastische barometer ontdekt in het aantal politieagenten dat een ster diende te beschermen tijdens een optreden. Zo had Elvis Presley er zeventien nodig, waarvan twee ter paard. Voor Frankie Avelon, Bobbie Rydell en Fabian stond het aantal op elf politieagenten. Paul Anka was dan wel populair maar kon het met slechts negen agenten af ter bescherming voor te opdringerige fans. In Noorwegen had de Duitse zangeres Lolita zich ontpopt als een van de grootse zangeressen van de laatste vier jaren. Liefst 23 weken wist ze zich in 1961 in de Noorse bestseller lijst te handhaven. De hitlijst bestond trouwens in Noorwegen pas vier jaar. Uit onderzoek bleek dat de van Italiaanse ouders en in België wonende Rocco Granata de meest succesvolste was in de Noorse Hitlijsten met 26 weken aan notering voor het nummer ‘Marina’. In de bioscoop kwam in de zomer van 1961 een huilebalk film met Conny Froebess. Ze was nog geen 18 jaar en had al een paar jaar het ideale tiener duo gevormd met Peter Kraus. Het leken echte boezemvrienden. Het tweetal diende een voorbeeld voor de opgroeiende jeugd in Duitsland te zijn en bij succes ook nog eens alle aandacht in de omringende landen en dus ook in Nederland en België. Na een aantal gezamenlijke hits en nog veel meer optredens gingen beiden hun eigen weg en constateerden vele ouders dat de positieve ontwikkeling van beide jongelingen wel heel wat sneller ging dan bij de eigen puberende kinderen. Ondertussen was de nog zeer jonge Froebess ook aardig op weg een populaire filmster te worden, niet alleen in de rol van lieftallig zangeresje, maar ook als zeer belovend aankomende filmster met een grote portie aan acteertalent. Dit was onder meer te zien in de film ‘Mein Mann, das Wirtschaftswunder’, die in 1961 in de Belgische en Nederlandse cinema’s was te zien en een jaar eerder al in Duitsland op het witte doek werd vertoond. Ze speelde in deze film de dochter van een weduwnaar, een rijke industrieel – Alexander Engelmann. Ze was 16 jaar, enigszins verwaarloosd en droeg de naam Julia. Vader besloot een moeder te zoeken en trouwde de actrice Ilona Farkas, die hij tijdens een vliegreis had ontmoet. Het leek op een zakelijke arrangement zoals het huwelijk tot stand was gekomen. De nieuwe echtgenote zette echter de hele huishouding naar haar hand en werd het idool van de jonge dochter. Dit bracht de nodige hilarische momenten waarbij moeder, het zei tijdelijk, het gezin verliet. Alles kwam uiteindelijk weer goed en ook Julia zou de man van haar leven vinden. Hoofdrollen in de film waren weggelegd voor Heinz Erhardt, Marika Rökk en Cornelia Froebess. Een film die tegenwoordig als een van de Duitse ‘cultfilms’ wordt beschouwd en via Internet zeker is te bestellen. Over 1961 ben ik nog lang niet uitgeschreven en kom dus terug op dat jaar. Hans Knot, 27 augustus 2022
-
In deze tweewekelijkse column neem ik je mee naar 1965, zelf was ik op dat moment 16 jaar jong, maar met een schaar, papier en een flesje lijm werd menig artikel uit de krant geknipt en vervolgens aan het papier toevertrouwd. Op die manier is het mogelijk duizenden herinneringen aan een vervlogen tijd terug te halen en andermaal met de lezers te delen. Opmerkelijk was een berichtje, dat ik terug vond in mijn archief uit november 1965, waarin de destijds aan het begin van haar loopbaan staande Amerikaanse zangeres en filmster van 23 lentes stelde dat ze zingen haatte. Ze deed deze uitspraak in een kleedkamer van een theater op Broadway, waar zij optrad in de musical ‘Funny girl’. Niet dat het zingen haar niet genoeg opleverde, ze haalde wekelijks op die manier al 50.000 dollar op: “Ik zing om carrière te maken. Ik zing nooit alleen voor het plezier, zelfs niet in het bad. De enige reden waarom ik er ooit aan ben begonnen, is omdat niemand iets in me zag als actrice. En op de één of ándere manier moest ik gewoon de top halen.” Inmiddels bijna zes decennia verder weten we dat ze het zowel op het toneel, in de film en qua muziek helemaal heeft gemaakt. Die Barbra Streisand toch! De Amerikaanse onderneming General Electric wilde ook een graantje meepikken van het gegeven dat de babyboomer rond die tijd toch al iets meer geld om handen had als hun leeftijdgenoten van pak weg vijf jaar eerder. Het was rijp de jeugd iets nieuws onder de aandacht te brengen namelijk ‘De Show ’n Tell’, dit onder de noemer ‘hoort ziet en geniet’. Een apparaat waarop je twee zaken synchroon van elkaar kon laten draaien. Het eerste onderdeel was een grammofoonplatenspeler en op de toon van het begin van andermaal een nieuw stukje muziek kon het tweede deel worden geactiveerd. Er zat namelijk een soort van diapresentator in, waarbij diastrips bekeken kon worden. Bijgeleverd was één single met een verhaal met bijbehorende dia’s. Je kon op die manier verhalen beluisteren en de daarbij behorende dia’s tegelijk bekijken. Beloofd werd dat in de daarop volgende maanden telkens nieuwe verhalen en sprookjes zouden worden uitgebracht tegen de prijs van f 3,95. De ‘Show ’n Tell’ werd in Nederland op de markt gebracht door importeur Bovema uit Heemstede en deze mocht het in licentie van General Electric in de Benelux verkopen, waarbij de verkoopprijs werd gesteld op f 165,--. De te draaien plaatjes hadden het formaat van een 45 rpm single maar dienden op 33 toeren gedraaid te worden. Bij elk plaatje hoorde dus een strook van 12 beelden, dit in 16 mm, die als ‘dia’ op het beeldscherm werden gepresenteerd. Deze werd echter alleen geactiveerd als de A-kant van het plaatje werd gedraaid. De B-kant was dan gevuld met bijvoorbeeld een bij het verhaal passend liedje of extra geluiden bij het sprookje. In de loop der tijd zijn er ongeveer 100 verschillende plaatjes, met bijbehorende filmstrips, uitgekomen. Daarbij vele zogenaamde ‘Kinderklassiekers’ waaronder Heidi, Robinson Crusoe, Treasure Island en Disney figuren. Opmerkelijk was een plaatje dat ging over Hans Brinker en de zilveren schaatsen. Slechts heel even waren de apparaten op de markt en al vele decennia kan de ‘Show ‘n’Tell’ doorverwezen worden naar de categorie van de ‘dode media’. Het was 1965 en de tijd nog erg lang voordat de eerste Lp’s in grote aantallen werden gekocht door de tieners van die tijd. Pas eind 1969 zou de Lp voor hen echt de voorkeur krijgen en dus was het elk verdiend dubbeltje opzij leggen voor andermaal de aanschaf van een nieuwe single. Ikzelf was in 1965 nog niet aan het werk en zag met lede ogen dat mijn tweelingbroer Egbert, die zich had ingeschreven voor de avondopleiding van de gerenommeerde Academie Minerva, zijn eerst verdiende centen binnen bracht. Eerlijk verdient als medewerker bij de reclameafdeling van Vroom en Dreesmann in Groningen. Zelf haalde ik voorlopig nog wat extra geld binnen door op zaterdag mijn vader te assisteren in de kapsalon, alwaar het destijds vooral op de zaterdagen een komen en gaan was van vaste scheerklanten. Dat ging volgens een vast procedé, waar wel enige verklaring voor nodig is. De salon bevatte twee werkstoelen waarin de klanten plaats konden nemen. Het werkgebied bestond verder uit natuurlijk de wastafels en omgeving, vier ladekastjes, drie bovenliggende glazen kastjes en twee grote spiegels. Naast de gebruikelijke kappersattributen veel verkoopmateriaal afkomstig van de firma Valdelis uit Schiedam. Op het einde van elk jaar verraste de firma de vaste afnemers met een ander product van de firma Jansen uit hetzelfde Schiedam, een heuse Jonge Jenever, ‘Louter Kabouter’. Maar terug naar de indeling van de salon, gevestigd aan de Korreweg 105 in Groningen. Op het werkgedeelte twee grote stapels vers gewassen witte handdoeken en in de diverse lades allerlei scheerattributen van de diverse vaste klanten, inclusief hun abonnementskaarten. Een klant kocht een dergelijke kaart tegen een vaste prijs en kreeg als bonus, als de kaart helemaal was opgeknipt met ‘scheerbeurten’ één gratis scheerbeurt. Ook waren er wel bijzondere lades in de kasten. Eén ervan bevatte een slot en na opening van het slot zat de kas in de lade. De kas die iedere zaterdagavond weer op een cent nauwkeurig uitsluitsel moest geven of vader met de klanten voor 100% had afgerekend. Moeder was verantwoordelijk voor de kas, waarbij ik maar al te vaak mocht bijstaan om tot een gemeenschappelijke conclusie te moeten komen: er was een stuiver te weinig in kas! Over tellen dan maar was het rasse besluit van moeder Rie, die niet snel van opgeven wist. Het tweede laatje was een feestlaadje voor de jeugd die in Kapsalon Knot kwam. Een grote vierkante trommel gevuld met boterboontjes die aan een kind, na geknipt te zijn, werd uitgedeeld. Ik hoef U natuurlijk niet te vertellen dat op rustige momenten deze lade ook wel eens om andere redenen werd geopend. Terugkomend op de twee stoelen in de salon was er één die door een klant werd gevuld op de zaterdagen. Deze werd op dat moment geknipt dan wel geschoren door vader, terwijl in de tweede stoel een klant alvast werd voorbereid op een scheerbeurt, doordat hij alvast werd ingezeept. In eerdere jaren had broer Jelle al vaak de Vergulde Hand aan de kwast gezet. Dit om vervolgens de klant in te zepen. In het midden van de jaren zestig stond ik vader nu en dan bij om…..juist, de nodige fooien te krijgen van de klanten. Terugkomend op het gegeven ´geld verdienen´ was dit mijn extra bron van inkomen, naast het wekelijkse zakgeld, waardoor er gespaard kon worden voor de aanschaf van de nodige singles. Een jaar later, september 1966, ging ikzelf ook aan het werk en was het niet meer nodig alle stuivers bij elkaar te schuiven voor de broodnodige muziek. Ik trad in dienst als ´jongste bediende´ bij het PEB Groningen, het Provinciale Elektriciteits Bedrijf voor Groningen, later vernoemd tot Essent, nadat het tussendoor ook geruime tijd EGD (Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe) heeft geheten. Van mijn eerste salaris kocht ik bij het zusterbedrijf Laagspanningsnetten een heuse koffergrammofoon en mijn eerste LP, ‘Victoria’, van Liesbeth List. Mijn eerste zakgeld Lp was trouwens een Lp in de opruiming gekocht in Apeldoorn van Rob de Nijs en The Lords, wat trouwens ook in 1965 was. Hans Knot, 3 juli 2022
-
- 1
-
-
- hans knot
- herinneringen
-
(and 1 more)
Tagged with:
-
De nostalgische column brengt je deze keer weer eens naar 1979. We hadden het programma al bij Radio Noordzee in januari 1973 toen we werden verrast met ‘De Abominabele Top 2000’ met André van Duin, en dat zeker naar meer smaakte. Het werden 10 wekelijkse uitzendingen, waarna technicus Ferry de Groot ook een meer belangrijke rol kreeg in het programma. In 1974 kwam het programma via Radio Noordzee te vervallen na strubbelingen met de leiding van het station. Men stapte over naar de publieke omroep en kreeg nog meer vaste luisteraars toen het duo actief werd bij de NCRV. Ome Joop was een van de typetjes die steeds meer fans kreeg. De populariteit was zo groot geworden dat de redactie van de NCRV omroepgids samen met ondersteuning door NCRV radio en -televisie daarop ging inspelen door het organiseren van een ‘Ome Joop Verkiezing’. Men vond dat de spreekstijl van Ome Joop een duidelijke stempel op het luisterpubliek had gedrukt, wat alom merkbaar was door het ‘ge ome Joop’ op schoolpleinen, fabrieken en kantoren en op feestje en cafés en meer. De aangekondigde Ome Joop-verkiezing werd door de NCRV georganiseerd op zaterdag 24 maart in de NCRV-studio. Iedereen mocht er aan deelnemen, mannen zowel als vrouwen, jongens zowel als meisjes. Er werd dan ook een ‘Ome Joop Senior-1979’ en een ‘Ome Joop Junior-1979’ gekozen. Men kon zich aanmelden door het inzenden van een cassettebandje — waarop naast eigen naam en adres een treffende Ome Joop-imitatie kon worden opgenomen. Uiteraard was het André van Duin die voor de prijsuitreiking werd gevraagd. Medewerkers van het destijds populaire NCRV-televisieprogramma ‘Show-room’ maakten opnamen van het gebeuren, waarvan een verslag verscheen in de uitzending van 2 april 1979. Maar het was niet voor iedereen een succes te noemen want al vrij spoedig was in een aantal kranten te lezen dat de ‘Ome Joop wedstrijden’ de eerste patiënten met klachten aan de stembanden zich hadden gemeld bij specialisten in verschillende ziekenhuizen. Men wist te melden dat het vooral ging om kinderen uit de hoogste klas van de lagere school, die juist aan een stemwisseling toe waren, die problemen kregen. In het Nieuwsblad van het Noorden kwam drs. H. k. Schutte van het Groninger Academisch Ziekenhuis aan het woord. Hij stelde onder meer dat wat André van Duin destijds met zijn stem deed heel knap was. Maar hij waarschuwde er voor dat lang niet iedereen dergelijk gebruik van de stembanden kon waarmaken, zonder schade aan te richten. Hij verwachtte dan ook op zijn afdeling de nodige patiënten ter behandeling te mogen verwelkomen met als oorzaak het nabootsen van Ome Joop. Dit zou kunnen resulteren in stembandverdikking en vocht op de stembanden. Dit leidde tot heesheid, heftige schorheid en vermoeidheid van de stembanden. Uiteindelijk kon het leiden tot afwijkingen die niet zouden herstellen na een periode van rust en het nemen van spraaklessen. Schutte verwachtte dat er zeker door overdadig misbruik van de stembanden het tot operatief ingrijpen zou komen. Bij bezoek aan zijn afdeling van mensen met klachten vroeg hij in die tijd dan ook altijd of men Ome Joop nadeed en waarschuwde zijn cliënten voor de gevaren van overdadig gebruik van de stembanden. Een dag later, op 21 maart, reageerde de heer G. de Beer de organisator voor de NCRV. Hij stelde dat wanneer er inderdaad sprake kon zijn van blijvende schade bij kinderen er kon worden overwogen het kampioenschap te schrappen. Ook van Duin zelf kwam aan het woord. Hij vond dat er iets gedaan diende te worden en dat hij contact zou opnemen met de directie van de NCRV. Hij had zelf verder geen invloed gezien de wedstrijd door anderen werd georganiseerd en hij er alleen zou zijn om de prijzen, samen met meneer de Groot, uit te reiken. Het was natuurlijk veel te kort tijd om de wedstrijd stop te zetten en uiteindelijk waren er op 24 maart 1979 dertig deelnemers die hun Ome Joop imitatie ten tonele mochten brengen. Hans Knot, 25 juni 2022
-
Recentelijk kwam er in een van de nieuwsgroepen over radio weer eens het onderwerp ‘productiemuziek op lp’s’ voorbij. Natuurlijk heb ik zelf, toen ik nog intensief op diverse manieren actief was op het gebied van radio maken, het een en ander over laten komen uit Amerika. Productiemuziek op lp uit Fresno was zeer gewild en werd destijds ook gebruikt op Radio Caroline en Laser 558. Denk alleen maar eens aan de lachjes die door Charlie Wolf in zijn programma’s op Laser 558 werden gebruikt. Maar ook bepaalde nieuwsjingles van Radio Caroline. Het ging om een serie van 4 lp’s met als titel Cheap Radio Thrills, waarvan vele tracks door mij zijn gebruikt voor Radio Lago, Radio Groningen, Radio Nova België en veel meer. In samenwerking met Paul de Haan werden er vele jingles ingesproken maar ook bepaalde spots voor Radio Groningen om de luisteraars bewust te laten worden beter om te gaan met het milieu. Zo was er in 1981 de introductie van de glasbak in de gemeente Groningen en met dat gegeven had Paul zeker een prachtige tekst in gedachten om met gebruik van Cheap Radio Thrills er een mooie en vooral duidelijk op het doel gerichte spot voor in te spreken. Ook toen eenmaal wij beiden werden gevraagd mee te doen aan het lokale radio experiment voor Groningen, Radio Stad, kwamen de lp’s weer tevoorschijn om mooie spots te produceren. Ze kwamen ook van pas voor jingles ten bate van de 49 uur durende Historie van de Zeezenders, door ons geproduceerd. Het deed ons een genoegen dat destijds praktisch alle belangrijke grote dagbladen aandacht besteedden aan dit Park Radio Producties document. Maar in gedachten kwamen ook de serie ‘the 30’s and ‘60s’ naar boven, die werd aangekocht bij Valentino Incorporated. Jarenlang werd intensief gebruikt gemaakt van de productiemuziek en uiteindelijk bood ik de serie aan op de RadioDays in 2012 en 2014 voor diegene die er ook van wensten te genieten. Slechts één lp is, puur als nostalgisch object, in mijn bezit. Maar de Amerikanen wisten je te vinden als het ging om je radioprogramma mooier te kunnen maken. Ik denk dat in die tijd men elkaar, niet lettend op de privacy regels van die tijd, de adressen van kopers van producten brutaal weg doorgaven aan andere geïnteresseerde partijen. Zo herinner ik mij dat ene Tom Adams mij een folder toestuurde in Postbus 102 in Groningen, een adres die ook al meer dan 10 jaar niet meer actief is, waarin hij me via een glossy folder meldde dat ik via zijn ‘Electric Wienie’ er op kon rekenen zo snel mogelijk aan te top van het radio firmament kon komen. In 1980 was het reeds tien jaar dat Adams voor de eerste keer zijn Electric Weenie grappen voor in het radioprogramma, verstuurde naar zeven deejays in zijn land. Hij beweerde dat alle zeven nog steeds een abonnement hadden op zijn service. Hij wist dan ook grote namen uit de Amerikaanse radio industrie te overtuigen zijn grappen en grollen te gebruiken, waaronder Dr. Don Rose. Maar er was veel meer activiteit te benoemen in 1980. Zo ging in januari een nieuwe serie van start met als titel ‘Profiles in Rock’, een product van Watermark Corp. Liefst 150 radiostations stonden aan de start van dit programma met de duur van 58 minuten, waarbij in de eerste aflevering een interview was te beluisteren met The Rolling Stones. Bij de introductie van het programma werd meteen bekend gemaakt dat alle 52 programma’s voor 1980 al waren ingepland en er was in de eerste periode ruimte voor aandacht in specials voor Supertramp, Bad Finger, Boston, Doobie Brothers en Kansas. De programma’s waren vooral bedoeld om in de programmering van stations in te voegen die het Top 40 Rock formaat hanteerden. ‘Profiles in Rock’ werd trouwens gepresenteerd door Terry McGovern. Het programma werd per grammofoonplaat aangeleverd aan de stations vanuit Hollywood, waar Watermark Corp. was gevestigd. Verder was deze onderneming destijds onder meer de leverancier van de Casey Kasem Countdown show, de Country Countdown en de Wolfman Jack shows. Succes bij voorbaat verzekerd dus. In ons land werd begin 1980 nog behoorlijk veel muziek gedraaid dat in de categorie disco thuis hoorde, terwijl in New York ‘Disco’ als een vies woord werd omschreven. De scene was daar een complete verandering aan het ondergaan in New York. Het meest vooraanstaande station op het gebied van disco radio was daar WKTU-FM en er was nog zelden de eerder veel gebruikte slogan ‘Disco 92’ te horen. Van het deejayteam van twee jaar eerder waren er nog slechts twee op de loonlijst en anderen werden vervangen. Ook bij een ander eerder populair station als het ging om disco, WBIS FM, ging er rond die tijd ook een andere muzikale wind draaien. De slogan ‘Disco and more’ werd ingewisseld voor ‘The Sound of the Eighties’. Dit betekende onder meer dat er meer ruimte kwam voor de nostalgie en men dus ruimte gaf aan muziek die in de toen voorbijgegane jaren totaal in de verdrukking was gekomen op de radio. Frankie Crocker, de programmaleider van WBlS, verklaarde in 1980 dat programmamakers bij het station minder en minder disco wilden gaan draaien en meer aandacht wensten te besteden aan die muzieksoort die een grotere verscheidenheid in luisteraars zou opleveren. In de maand februari 1980 werd duidelijk dat er nog meer belangstelling was voor wat vanuit de VS kon overwaaien want voor zaterdag 26 april werd door de VARA een marathonuitzending gepland onder de titel: ‘The All American Show’. In een 12 uur durend programma werd de Nederlandse kijker voorgeschoteld wat de Amerikaanse televisie eigenlijk inhield. Vanaf drie uur in de middag was er een ware melange te zien van shows, quizprogramma’s, soapopera’s, dat alles gemixt met de commercials zoals ze in de VS ook op diverse onderbrekingen in de programmering waren te zien. Let wel 42 jaar geleden toen in ons land nog alles totaal anders was en de tijd nog niet rijp was voor echte commerciële televisie, waarmee we heden ten dage eigenlijk worden overvoed. Het idee voor dit programma, waarvoor alle al door de VARA vastgestelde programmaonderdelen dienden te wijken, was gelanceerd door Joop Daalmeijer en Hans Emans. Zij vonden dat de Nederlandse kijker zelf maar eens diende kennis te maken en te oordelen over het vaak in de media aangevallen Amerikaanse televisiesysteem. Voor diegene die, bij het kijken naar deze marathonuitzending, op een bepaald moment er genoeg van had was er, zoals altijd, nog de aanwezigheid van een ‘uitknop’ op de televisie. Hans Knot, 11 juni 2022
-
Er zijn zoveel eigen herinneringen maar ook genoeg die worden aangedragen in heden en verleden door derden. Dit keer een flinke stap terug en wel naar het jaar 1968. Voor een aantal Amsterdammers is de datum van zaterdag 30 maart 1968 in hun geheugen gegrift als de datum waarop slechts een aantal van hen kon beleven dat het kosmisch ontspanningscentrum Paradiso in Amsterdam werd geopend. De gemeenteraad van Amsterdam, die zware tijden doormaakte met de provobeweging en de vele hippies, die uit alle uithoeken van Nederland en ver daarbuiten de Nederlandse hoofdstad bezochten, besloot in 1967 dat er een creatieve vrijplaats diende te komen voor allerlei groeperingen vallende onder de categorie ‘jongeren’. Het duurde velen te lang en het was Willem de Ridder, die ook al furore maakte met het blad ‘Hitweek’, die vond dat er sneller actie diende te worden ondernomen dan de gemeenteraad van Amsterdam nastreefde. Samen met hem bevriende kornuiten kraakte hij het gebouw, dat eerder werd gebruikt als Verenigingsgebouw van de Vrije Gemeente, aan de Weteringeschans. In deze tijd zouden we het hebben over de geschiedenis van Paradiso als het gebouw dat beschouwd werd als absolute Poptempel van Nederland, alwaar het neusje van de zalm optrad en nog steeds optreed. In de ogen van de ‘krakers’ was het echter een kwestie van zogenaamde Happeningachtige avonden, gevuld met ‘theater en de vermaeck’. Het was de tijd van bloemen, vloeistofdia’s die tijdens optredens op de achtergrond werden geprojecteerd, de magische acts, het gebruik van hasj en de naaktdansers die schenen door te gaan totdat iedereen met een positief gevoel huiswaarts of naar het park was gegaan. De helaas in 2013 te vroeg overleden Rob Olthof was een van de eerste bezoekers en deelde met mij jaren geleden zijn herinneringen: ‘In die tijd kwam ik regelmatig op de Hitweek burelen in Amsterdam Zuid, waar Marjolijn Kuysten en Willem de Ridder de krant in elkaar aan het zetten waren middels zogenaamd knip en plakwerk. Er was in die tijd nog geen sprake van computergebruik, laat staan van mooie opmaakprogramma's. Marjolijn vertelde me op een dag in 1968 dat de voormalige kerk bij het Leidseplein geschikt werd gemaakt voor ‘alternatieve jongerenprogramma's’, zoals niet veel later ook werd gemeld in het blad Hitweek. De allereerste avond in Paradiso heb ik zelf niet meegemaakt, maar kort daarna bezocht ik het wel om groepen als The Moody Blues, Golden Earrings (met een ‘s’ nog in die tijd) Short 66, Man, Cuby and the Blizzards en dergelijke te zien optreden. Afbeelding: Paradiso Amsterdam (foto Rob Olthof) De lucht in Paradiso was bezwangerd met hasj en wierookgeur, dus na afloop stonk je een uur in de wind. Op het toneel deed Phil Bloom wat half blote dansjes met een laken om haar lijf en soms was er nog een ander dansclubje te ontwaren. De meisjes uit het publiek hadden vaak bloemen in het haar en de jongens droegen bloementjes broeken, eigenlijk geen gezicht. Maar ja het was de tijd van de flower power. Paradiso was voor mij Woodstock in het klein en voor eeuwig onvergetelijk. De laatste keer dat ik in Paradiso kwam, was er een optreden van Cuby and the Blizzards met ‘Groeten uit Grolloo’ een programma dat verder met diverse andere artiesten werd gevuld. Paradiso is en blijft ‘Het Alternatief Sentrum’, weet je wel!’ In de maand juli 1968 werd een aanvang genomen met de bouw van een voor die tijd in Israël hypermoderne studio met faciliteiten voor zowel radio als televisie. Het complex kwam in Jeruzalem te staan en het betekende tevens het begin van de realisering van een brok denkwerk waarbij voor Nederlanders waren betrokken. Al eerder was vanuit Jeruzalem duidelijk geworden dat de directie van de staatsradio, Kol Israël, nieuwe huisvesting wenste daar men tot op dat moment nogal provisorisch was ondergebracht en het tijd werd voor een professionelere aanpak en gelijkwaardige apparatuur. Men deed gedegen onderzoek en directie en stafleden werden aangewezen in andere landen te kijken naar de voor toen meest recente ontwikkelingen en mogelijkheden tot samenwerking. En het was uitgerekend in Nederland dat men zwaar onder indruk kwam van de hier gebruikte faciliteiten. Met name het toen nieuwe VARA onderkomen bracht ze een heel goed gevoel. Men werkte daar met eenvoud en doelmatigheid. Dit mede door de apparatuur van de Nederlandse Radio Unie, die onder leiding van prof. ir. J.J. Geluk was ontwikkeld. Het was reden genoeg voor de directie van Kol Israël om bij de NRU een verzoek in te dienen om advies te geven bij de bouw van een radio- en televisiecomplex. De wens werd daarbij onder meer geuit dat de Nederlandse architecten belast met studiobouw en -inrichting, tevens zouden worden ingezet bij de ontwikkeling van de nieuwbouwplannen in Jeruzalem. En dus werd het- architectenbureau Elling uit Amsterdam ingehuurd voor het ontwerp voor de Israëlische radio- en televisiestudio’s, welke werden gebouwd op een heuvel in het regeringscentrum Hakyria in Jeruzalem en wel vlakbij het Knesset-gebouw. Het architectenbureau van wijlen prof. P. Elling telde destijds vier geassocieerde jonge architecten te weten: ir. A. van Gelderen, ir. I L, C Hoogewoning, ir. A. de Leeuw en ir. K. Visser. Vooral de laatstgenoemde, hield zich bezig met dit enorme project, wat niet zeggen wil dat ook de andere leden van het bureau niet betrokken waren. Met het oog op de plaatselijke situatie werd architect Sharon, uit Tel Aviv, aan de Nederlanders toegevoegd. Hij was vooral terreinkundig en van allerlei plaatselijke toestanden op de hoogte. Tevens was hij een der grootste architecten van Israël. Hij werkte destijds samen met zijn zoon. Hem werd door.de Israëlische regering ook de opdracht gegeven de planning van de oude stad Jeruzalem aan te passen bij het nieuwe stadsdeel. De onderlinge samenwerking was als uitstekend ervaren. Wel waren er volgens de Nederlandse architecten in eerste instantie verschillen in benaderingswijze maar in de loop van de tijd tot voltooiing van de tekeningen voor de bouw was men steeds nader tot elkaar gekomen. Ook van de zijde van de Israëlische regering werd de grootst mogelijk medewerking ondervonden. De Amsterdamse vertegenwoordiging vond veel minder formele en ambtelijke problemen, zoals men in Nederland gewend was. De zaken werden in Israël veel meer zakelijker en nuchter bekeken. Bij de uitwerking van de plannen stuitten de architecten op een moeilijkheid. De Israëliërs hadden bedacht dat de plannen tot ontwikkeling tot in detail dienden te worden uitgewerkt, zoals men ook in de VS tijdens een werkbezoek had gezien. Echter diende tijdens de bouw en inrichting telkens vindingen op het gebied van radio en televisie ontwikkeld, waardoor ook meer en meer aanpassingen in het detailplan dienden te worden ingevoerd. Men raakte hierdoor achter op het schema tot voltooiing. Toen de bouwwerkzaamheden een aanvang namen werd er in eerste instantie gerekend dat het in totaal rond de 13 miljoen Israëlische Ponden zou kosten. Als bij vele grote projecten werd dit bedrag veel hoger dan begroot. Het kreeg een omvang van 70 bij 100 meter en een hoogte van 60 meter. Bij de presentatie werd aangegeven dat het ging om een sierlijk speels gebouw met alle eenvoud ingevuld. Het werd in terrasvorm op de heuvelrug neergezet en voorzien van allerlei technische snufjes die ook in de studio’s in Hilversum waren toegepast. Men zou denken dat eerder het technische vernuft uit de VS zou worden gehaald maar in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw bleef Amerika achter op de technische ontwikkelingen op radiogebied. Met door de uitstekende technische tak van de Nederlandse Radio Unie, alwaar vele nieuwe ontwikkelingen plaatsvonden. Maar ook de geluid- en lichttechniek had in Nederland grote stappen voorwaarts gemaakt. Met genoegen paste de aannemer in Jeruzalem de Nederlandse bevindingen toe en het zou bijna drie jaar duren alvorens het complete complex werd opgeleverd. Toen in 1970 het project gereed was bleken in de Nederlandse kranten ook de namen van twee landgenoten op te duiken die het al deels hadden gemaakt binnen de omroepwereld. Ralph Inbar was al sinds 1968 aanwezig in Jeruzalem om de kar van de televisieprogramma’s te trekken maar eerst werd er gehuwd met Sonja Barend, die hem in 1969 volgde naar Israël om televisieprogramma’s te presenteren. Dit zoals ze voorheen ook al deed via onder meer de NTS en de VARA. Ze bleven daar tot in 1971 en het huwelijk voorbij was, evenals het pionieren in Israël. Hans Knot, 14 mei 2022
-
Tijd om eens in de nostalgie te duiken van 1962, het jaar dat ikzelf bewust allerlei dingen uit radiobodes, kranten en leesportefeuilles begon te knippen. Dat laatste was vooral mogelijk daar mijn ouders een abonnement hadden op de editie die zes weken achter liep op de verschijningsdatum van de bladen. Dit betekende dat de bladen, nadat er andermaal een map was gekomen, mochten worden behouden. Ze verdwenen dat enige tijd onder in een bank in de kapsalon waar opbergruimte was gecreëerd. Eigenlijk zonder nostalgische gedachten werden de knipsels, klein en groot, in een oude enveloppe gedaan en destijds bewaard. En inderdaad al die decennia later zijn die knipsels nog steeds in mijn bezit en zijn met 4 verhuizingen meegegaan naar een ander adres. Het lijkt mij leuk een aantal van die knipsels naar voren te halen. Ik heb bij lange na niet bij elk knipsel een datum gezet maar wel het jaar van afkomst en dus 1962. Er heerste bij ons thuis een heerlijke warme familiesfeer waar veel gezamenlijk werd gedaan en waarbij, naast het kerkelijke gebeuren dat toen een redelijk centrale plek had, vooral ontspanning via radio en in matigheid de televisie een rol speelde. Dat laatste had de entree gedaan in het begin van 1960, hoewel mijn oudste broer Jelle een ander jaar als binnenkomst aangeeft. Ikzelf herinner mij dat ik in 1960 een ernstig ongeluk had gehad dat een lang herstel in ziekenhuis en thuis noodzakelijk maakte. Mijn eerste herinneringen van kijken naar televisie zijn dan ook de beelden, uiteraard in zwart-wit, van de Olympische Zomer Spelen, die dat jaar in Rome werden gehouden. Wilma Rudolph komt daarbij op mijn oogspiegel. Maar radio was en is nog steeds de belangrijkste manier van beleving binnen de familie. Het eerste knipsel wat uit de map 1962 tevoorschijn kwam betrof een serie hoorspelen waarnaar binnen ons en vele andere gezinnen naar werd geluisterd. En vele decennia later besef ik mij met volle teugen dat wij toen bezig waren via het luisteren naar radio, een beleving visueel te maken door intense aandacht. Ik was 13 jaar toen in 1962 één van de hoorspelen met meer dan normale aandacht werden gevolgd. Leeftijdgenoten zetten zich meteen schrap als ik de naam ‘Paul Vlaanderen’ noem. In 1962 was er ‘Het Margo Mysterie’ in acht afleveringen die om 9 uur in de avond wekelijks werd uitgezonden op de radio. Van origine geschreven door Francis Durbridge en voor Nederland vertaald door Johan Bennik. Zoals destijds bij elk hoorspel diende er muziek ter begeleiding worden gecomponeerd en gebracht, waarvoor in Nederland destijds Koos van der Griend verantwoordelijk was. Bekende en minder bekende namen uit de hoorspelkern van die tijd waren er te horen, waaronder Jan van Ees, Eva Janssen, Wiesje Bouwmeester, Dick Scheffer, André Carrell (de vader van) en Donald de Marcas. In totaal werden er vanaf 30 september 1962 door de AVRO acht afleveringen uitgezonden op zondagavonden. Tot mijn verrassing zijn delen uit de serie terug te vinden op internet. Speciaal voor diegene die het nog een keer wil horen maar ook voor diegene die graag wil beleven wat destijds via de radio anderen iedere keer weer kon boeien. https://www.google.com/search?client=firefox-b-d&q=margo+mysterei Radio luisteren is een gezonde ziekte gebleken waarbij als jonge knaap toch bepaalde dingen gingen opvallen. Zo was er een grote variatie aan Nederlandstalige programma’s op Radio Luxembourg, waarvan ik graag het programma ‘Discolunch’ noem dat op de dinsdagmiddag werd gepresenteerd door Pierre van Ostade. Het kwam dan ook heel vreemd over dat dezelfde presentator opeens ook op Radio Veronica was te beluisteren en wel iedere dinsdag en donderdagmiddag om half 6 met ‘Het Platenpallet’. Kijk eens naar het overzicht van de Nederlandse programma’s op Radio Luxemburg in 1962, misschien vallen er namen op. In ieder geval is er een naam vet gedrukt en dat was dan ook de man die op dat moment verantwoordelijk was voor het merendeel van de programmering. Guus Janssen Jr. kwamen we later weer tegen bij Strengholt en had derhalve ook weer een vinger in de muzikale pap bij de zeezender Radio Noordzee. Maar Guus Janssen Jr. was in 1962 niet alleen bij Radio Luxemburg actief want hij was tevens hoofdredacteur van het blad Muziek Parade. Onder hem was een aantal later bekende lieden actief met het interviewen van artiesten en het schrijven van artikelen, waaronder Willem O Duys, Joop van Rhijn, Michiel A. de Ruyter en Cees van Zijtveld. Een ander knipsel, dat ik uit die tijd heb bewaard, is een pagina met songteksten die in de maand februari 1962 werd afgedrukt in Muziek Parade. Eén van de teksten betrof het nummer ‘No more’ van Elvis Presley dat in een van de uitzendingen van VARA’s Top of Flop (wie keek er niet naar) hevig werd bekritiseerd door panellid Ria Valk, wat vele van de Elvis Presley fans niet pikten. De song haalde de hitparade in Nederland nooit maar dit had niets met de kritiek van Ria Valk te maken. ‘No more’ was een song uit de film ‘Blue Hawaii’ en werd door RCA alleen op de Soundtrack LP van de film op de markt gebracht. Maar er waren natuurlijk veel meer gebeurtenissen dan radio beluisteren die de moeite van het herinneren waard zijn. In Amerika was er allereerst een opmerkelijk bezoek toen Gherman Titov, de Russische kosmonaut, een bezoek bracht en daarbij werd vergezeld door zijn jonge echtgenote Tamara. John Glenn, de eerste Amerikaanse ruimtevaarder, begeleidde hen en liet het duo ondermeer de Freedom 7 zien, een toestel van waaruit astronaut Shepperd de eerst sprong in het heelal maakte dan wel een ruimtewandeling. Veel publiciteit trok het bezoek en men wilde de Rus zoveel mogelijk laten zien, waaronder een filmvoorstelling van ‘The West Side Story’, een film waarmee dat jaar een Oscar werd gewonnen. Gherman Titov was al eerder vanuit Amerika uitgenodigd om vooral Cape Carnaveral te bezoeken, waarop hij niet was ingegaan. Na aankomst hebben zijn gastheren vele malen het verzoek herhaald maar hij zou de Amerikaanse ruimtevaartbasis niet bezoeken, dit zeer tegen de zin van de Amerikaanse autoriteiten in, die wereldwijd hadden willen stunten met verslaggeving van het bezoek. Soms denk je wel eens terug aan al het lekkers dat in die jaren werd geboden. Zo herinner ik me opeens de speciale koekjes met krentjes erin die waren te vinden in pakje met tien soorten koekjes van het merk ‘Verkade’. Verpakt waren ze in een doosje met tien vakjes voorzien van knisperend papier in de kleur rood. Daarnaast onder meer ‘Café Noir’’ en ‘Lange Vingers’. Terecht dat het advertentiebureau achter de onderneming de producten van Verkade aanprees als ‘daadwerkelijk onweerstaanbaar’ en dat alles was afkomstig uit Zaandam. Op de Duitse televisie, wij hadden het geluk signaal te kunnen ontvangen via de steunzender ‘Aurich’ even over de Duitse grens, keek je ook naar de reclame, iets waarop wij in Nederland nog jaren op dienden te wachten via de Hilversumse omroepen. En wat me direct te binnenschiet zijn de klinkende reclames voor ‘4711’, Eau de Cologne, en voor een drankje die werd aangeprezen door een persoon met een bijzondere warme en tevens donkere stem. ‘Asbach Uralt’ werd trouwens ook in de Nederlandse dagbladen aangeprezen als een ultieme belevenis. Een volgende keer meer omtrent herinneringen aan 1962 Hans Knot, 30 april 2022
-
- 1
-
-
- 1962
- radiobeleving
-
(and 3 more)
Tagged with:
-
In de begin periode dat Radio Caroline in maart 1964 voor het eerst was te beluisteren waren er in de diverse kranten tal van berichten terug te vinden in zowel de Engelse als Nederlandse exemplaren. Uit laatstgenoemden was een reconstructie te maken hoe de diverse journalisten dachten over het al dan niet legaal luisteren naar een niet officieel station, vaak piratenzender genoemd. Zo vond ik onder meer een krantenkop waarin werd gemeld dat een Caroline luisteraar theoretisch strafbaar kon zijn. Want de journalist van de Haagsche Courant was een bericht onder ogen gekomen uit Engeland waarin werd meegedeeld dat Engelse luisteraars de wet zouden overtreden als ze naar de clandestiene Radio Caroline zouden luisteren. Hij vond dat deze berichtgeving een verkeerde indruk kon wekken. Er was namelijk geen sprake van een waarschuwing die in Engeland was uitgegaan vanuit officiële bronnen om de luisteraars te waarschuwen van een officiële overtreding en dat in een land waarin de persoonlijke vrijheid hoog in het vaandel stond. Er werd ook een mening van een hooggeplaatste medewerker van de Nederlandse PTT, gevraagd naar de regelingen in Nederland. Daarop kwam het antwoord dat volgens de wet op de draadloze Telegrafie van 1948 het nu eenmaal verboden was naar een niet officieel toegestaan radiostation te ontvangen. De conclusie was dat eigenlijk de Nederlanders noch naar Caroline noch naar Radio Veronica mochten luisteren. Consequenties brachten het illegaal luisteren niet met zich mee want het vergrijp droeg een typisch theoretisch karakter met zich mee, terwijl ook de mogelijkheid tot vervolging zuiver theoretisch was. In de wetgeving stond dan wel een bestraffingsclausule genoemd voor overtredingen van de wet. In Engeland was dat 100 Pond boete of drie maanden gevangenisstraf dan wel een combinatie van beiden. Maar deze clausule was destijds vooral opgesteld als stok in de rug voor personen die bij herhaling weigerden het kijk- en luistergeld te betalen. Ook werd destijds gesteld dat het eventueel illegaal luisteren naar een zogenaamd piratenstation slechts een klein technisch vergrijp kon zijn. Bovendien als iemand over de middengolfband draaide om diverse radiostations te beluisteren en daarbij op de frequentie van Caroline of Veronica terecht zou komen er totaal geen sprake kon zijn van een overtreding. Men kwam toevallig op de muziek van het station terecht. Anders werd het als het station haar naam bekend maakte, zou men destijds puur theoretisch de radio uitgezet moeten hebben of een ander station dienen te gaan beluisteren. De Britse PTT zweeg in april 1964 totaal over dit onderwerp en ook het Britse luisterpubliek was zich van geen enkele overtreding bewust. Ook als het om eventuele potentiële adverteerders ging (Caroline had op dat moment nog geen reclame) zich door de wet zouden laten afschrikken, was niet bekend. Vanuit de woordvoerder van de PTT werd destijds gemeld dat er geen enkele belemmering er was daar nergens in de wetgeving hierover een artikel was opgenomen. Hoewel dit in 1967 voor Engeland en 1974 voor Nederland wel zou geschieden. Foto collectie Klaas Snijder Liefst 58 jaar is het geleden dat een deel van mijn leeftijdgenoten helemaal uit hun dak gingen als er weer een nieuwe single van de Fab Four, dan wel The Beatles, over de toonbank ging van hun eigen lokale platenzaak. Een ander deel was fan van de Rolling Stones en haatte de momenten als er andermaal te veel aandacht werd besteed aan het kwartet uit Liverpool. In Amerika stonden meerdere singles van The Beatles tegelijk in de Billboard Hot 100 of de concurrente hitlijst van Cashbox. In alle grotere plaatsen en steden had je volop platenzaken, waarvan de eigenaren blij waren wanneer de platenmaatschappij EMI weer een nieuwe zwarte schijf van The Beatles op de markt bracht. In Groningen had je nogal een aardige sortering aan winkels waar het vinyl te koop was. De belangrijkste in mijn oren was wel de firma Hemmes in de Steentilstraat, gevolgd door HiFi Vink in de Heerestraat. Ook Capi Lux, Het Carillon, Galeries Modernes op de Vismarkt, Eekels en Thie aan de Oude Ebbingestraat en V&D draaiden mee op het succes. Laatstgenoemde onderneming bracht destijds van vele hits een goedkopere, zogenaamde coverversie, uit op het Discofoon platenlabel, die te koop waren in de Discobar van het groot warenhuis. Probeer je anno 2022 voor te stellen zoveel verkooppunten voor een uitgebreid aanbod aan CD’s en vinyl te vinden in het centrum van een middelgrote stad. Het was in 1964 de tijd dat er langzamerhand aan inkomsten iets meer binnenkwam in de gemiddelde gezinnen en dus waren er automatisch ook meer advertenties terug te vinden om gebruiksgoederen aan de man te brengen. Zo was met bepaalde regelmaat een advertentie te zien van een handelsonderneming uit Haarlem, de firma Graetz, die er een volledige nieuwe serie televisies, radio’s en transistorradio’s in de markt had gezet. Het dwingende advies werd bijvoorbeeld in een dergelijke advertentie gezet om afscheid te nemen van die hele oude radio die al decennia lang mee ging in de familie: ‘Vele, vele jaren heeft hij trouw dienst gedaan. Bracht hij nieuwsberichten, waterstanden, dansmuziek, concerten. Nu ja…concerten – vooral de laatste jaren ging zijn leeftijd steeds sterker een woordje meespreken. Maar hij hoorde bij het meubilair. Totdat de nieuwe Graetz superradio’s kwamen en hij – onder dankzegging voor de vele bewezen diensten – werd gepensioneerd. En U hebt ook nog zo’n ouwe trouwe radio-ontvanger? Bedenk dan dat er in de laatste 10, 15 jaren zoveel veranderd is. Neem bijvoorbeeld de radiostereofonie, kroon op het streven naar werkelijk natuurgetrouwe geluidsweergave. Zend daarom de bon in voor volledige documentatie. De erkende Graetz dealer zal U bovendien de nieuwe Graetz toestellen gaarne tonen en demonstreren. Binnenkort staat ook bij U thuis de nieuwe Graetz, vast en zeker’. Let wel ‘Binnenkort’ staat voor ‘1964’. Hans Knot, 16 april 2022
-
- 3
-
-
-
- 1964
- platenzaken
-
(and 2 more)
Tagged with:
-
In deze column blikken we terug naar het jaar 1971 en komen tal van kleinere onderwerpen tegen. En er waren toen ook al de nodige bladen die wekelijks met korte berichtje de nodige gossip onder hun lezers verspreidden. Het destijds vrij nieuwe ‘Veronica 192’ had daarvoor een speciale rubriek ingericht onder de noemer ‘Hé PSSST’ en het was Paul Saint die een aantal van deze nieuwtjes wekelijks deelde. Een willekeurige keuze uit 1971 brengt ons terug in de tijd naar onder meer de Memisa Actie, waarbij geld werd ingezameld voor kinderen in hongerend Afrika. Op samenzwerende toon meldde Saint: ‘Willem Duys, die zo zijn best heeft gedaan tijdens de Memisa-actie voor al die lieve kleine Memisa kindertjes, is van de actie beslist niet armer geworden. Willem zou, volgens vrienden van hem, voor zijn medewerking maar liefst 10.000 gulden hebben ontvangen. Zou daar nu wel iets van in het fonds voor de kindertjes terecht zijn gekomen?’ Waarschijnlijk verdiende Peter Saint met zijn rubriek een mini procentje van het voornoemde bedrag. Maar hij heette dan ook geen Willem Duys, die tijdens de actie liefst 9 miljoen gulden binnenhaalde voor Memisa. In die tijd was hij ook al bekend, Marco Bakker. Absolute topzanger in zijn genre en in 1971 werd hij uitgenodigd om in Ierland de hoofdrol te spelen in de opera ‘De Parelvissers’ en men was uitbundig over zijn optreden. Het zou hem veel applaus en ook de uitnodiging om terug te komen naar Ierland, opleveren. Een crooner, die anno 2022 sinds kort niet meer actief is, scheidde in 1971 van zijn vrouw, met daarbij de verplichting een jaarlijkse alimentatie van 1 miljoen te betalen aan zijn ex, de toen 39-jarige Patricia Bennet. Misschien de reden dat hij in 2010 en 2011 cd’s met unieke duetten opnam om alsnog weer wat geld binnen te halen voor afbetaling van zijn alimentatie. Uiteraard ging het hier om Tony Bennet. Ik kon mijn geluk niet op toen een andere crooner, Dean Martin, aankondigde zich niet terug te trekken uit de muziek en show- wereld. De geruchten deden in 1971 volop de ronde dat hij het voorbeeld van Frank Sinatra zou gaan volgen. Op de Nederlandse televisie had ik in de twee voorafgaande jaren volop genoten van de regelmatige uitzendingen van de in september 2012 overleden Andy Williams en zijn show. Gek genoeg kan ik me zo beelden voor de geest halen van deze serie, die eerst in zwart wit en daarna in kleur op de buis werd gebracht. In 1971 werd de serie opgevolgd door de Dean Martin Show. Trouwens ook Nancy Sinatra besloot zich uit de entertainment terug te trekken toen bleek dat ze in verwachting was van haar eerste kind. Het televisiebezit groeide in Nederland mede doordat de prijsstelling aantrekkelijker werd en dus ook de meer armere gezinnen, al dan niet via het afbetalingssysteem, in staat werden gesteld het kijkkastje in huis te halen. Maar nog lang niet overal was het toegestaan om televisie te kijken. Keer op keer was het in het Reformatorisch Dagblad te lezen dat men er niet op gesteld zou zijn dat in de gezinnen die het RD lazen, de aanwezigheid van een televisietoestel zou worden geconstateerd. Deze krant werd in 1971 opgericht met als doelgroep de zogenaamde bevindelijk gereformeerden, die tezamen een orthodox-protestante Nederlandse groepering vormden. Men had harde standpunten, die van de kansel maar ook bij huisbezoeken telkens weer er in werden gehamerd. Zo was en is het plegen of laten plegen van abortus een absoluut verbod, wat hetzelfde van kracht was voor euthanasie. Ook het openlijk praktiseren van de homeseksualiteit was verboden. In een groot percentage van gezinnen binnen deze gemeenschap was het bezoeken van bioscoop en theater ook uit den boze, terwijl het in het bezit hebben van televisie in het algemeen niet gebruikelijk was in 1971. Politiek gezien herkende men zich toen in de leidraad van de SGP, de Staatkundig Gereformeerde Partij. Zoals gesteld werd in het nieuwe Reformatorisch Dagblad geprobeerd dergelijke gedragslijnen, waaronder het verbod op televisiekijken, bij herhaling onder de aandacht van de abonnees te brengen. Eind 1971 had ongeveer zes procent van de Nederlandse bevolking van twaalf jaar en ouder, 600.000 mensen, de gelegenheid thuis naar een kleurentelevisie te kijken. Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking had echter nog nooit een kleurenuitzending gezien. Dit zijn resultaten van een onderzoek dat destijds het NOS-bureau voor studie en onderzoek in mei van dat jaar had verricht onder een voor de Nederlandse bevolking representatieve groep van 1500 personen. Gevraagd naar hun mening over de kwaliteit van de kleurenbeelden, streepte zestien procent van de geënquêteerden de kwalificatie ‘erg mooi’ aan. De kleurenkwaliteit werd ‘mooi’ gevonden door 25 procent van de ondervraagden. De keuze ‘het gaat wel’ werd door 6 procent aangegeven terwijl 1% het maar niets vond. Een ander 1 procent had geen mening. Ook bracht de NOS in oktober 1971 de uitkomsten bekend van een onderzoek naar de kijkdichtheid en waardering van de televisie-uitzendingen over de maanvlucht van de Apollo 15. Daaruit bleek dat de kijkdichtheid voornamelijk werd bepaald door het tijdstip van uitzending en vooral door de vraag of de uitzending viel in de gewone zenduren 's avonds, of daarbuiten. Het was daarom moeilijk aan de hand van de kijkdichtheid van de voornoemde Apollo-uitzendingen na te gaan of de belangstelling ervoor tanend was. Hans Knot, 2 april 2022
-
- 2
-
-
- kleuren tv
- memissa
-
(and 2 more)
Tagged with:
-
https://filesender.surf.nl/?s=download&token=696819df-d5ad-431d-a48c-8bd3deba6e7e
-
- 5
-
-
- vop
- bob noakes
-
(and 2 more)
Tagged with:
-
Ook in deze aflevering van de veertiendaagse column gaan we terug in de tijd naar begin 1980. Het lijkt allemaal heel normaal dat er via ons beeldscherm honderden signalen kunnen worden ontvangen. En er kan worden teruggekeken naar een eerder uitgezonden item en we zelfs de zogenaamde previews kunnen zien, ofwel programma’s vooraf kunnen binnenhalen. Maar dat was toch heel anders ruim veertig jaar geleden toen vanuit de overheden van Frankrijk en West Duitsland werd bekend gemaakt dat in beide landen de plannen waren in 1983 te kunnen beschikken over hun eerste omroepsatellieten. Begin februari 1980 stelde een woordvoerder van het West Duitse ministerie van Wetenschappelijk onderzoek, tijdens een gehouden conferentie in Berlijn, dat de satellieten in een baan om de aarde zouden worden gebracht door de eerste in Europa ontwikkelde draagraket, de later welbekende Ariane serie. Eind 1979 was er al een proeflancering geweest, die als geslaagd werd bestempeld. Er waren op dat moment nog geen speciale ontvangers geschikt voor het binnenhalen van satellietbeelden en dus besloot men in West Duitsland dat er in eerste instantie tien- tot twintigduizend bestaande toestellen zouden worden omgebouwd, zodat in 1983 naar de proefuitzendingen kon worden gekeken. Vanuit de industrie kwamen ook voorzichtige berichten dat men van plan was speciale televisieontvangers te gaan ontwikkelen, zodat satellietsignalen ook konden worden bekeken. Je ziet men was nog in een vroeg stadium want het doorzetten van signalen naar de kabel kwam nog niet om de hoek kijken. Wel waarschuwde men vanuit de industrie dat voor ontvangst hele grote en tevens kostbare ontvangstantennes dienden te worden aangeschaft. De woordvoerder van het voornoemde ministerie meldde op het congres dat de satellieten in een geostatische baan rond de aarde zouden worden gebracht, waarmee bedoeld werd dat de omloopsnelheid gelijk zou gaan worden als die van moeder aarde, zodat ze schijnbaar op een vast punt boven de aarde bleven staan. Bij Arianespace, het West Europese consortium dat destijds met de lancering van de Ariane voor het eerst officieel naar buiten kwam, zag men destijds voor het product een omzet van 300 miljoen dollar in het eerste jaar. Dit werd bekend gemaakt door de directeur Frederic d’Allles. Het was door kundig marktonderzoek duidelijk geworden dat men bij Arianespace in de jaren tachtig van de vorige eeuw minimaal kon rekenen op veertig tot vijftig lanceringen. Zelf zag ik voor het eerst beelden, uitgezonden via een satelliet, in South Benfleet in het Graafschap Essex. In de tuin van Ronald C Pearson en zijn huisgenoten stond een grote schotel opgesteld. Het was op de dag in november 1989 dat de muur in Oost Duitsland definitief ‘viel’ en via CNN daar uitgebreid over werd bericht. Maar weer even terug waar de column deze keer begon, februari 1980. In die tijd bestond ‘de Freewave’ (later Freewave Media Magazine en weer later Freewave Nostalgie) ruim 1,5 jaar en kwam het blad driewekelijks in de brievenbus van de leden. Dat was flink aanpoten om telkens weer het blad vol te krijgen. Er werden allerlei gastschrijvers gevraagd een bijdrage te leveren. Zo was het Hans Hogendoorn die vol liefde schreef over zijn belevenissen tijdens zijn Amerikaanse radioreizen in die tijd. Maar ook medewerkers van Radio Mi Amigo en later Radio Caroline kregen hun eigen rubriek, waarbij het soms een roddelachtige toon kreeg. In samenwerking met RadioVisie en Free Radio Magazine kwam het tot drie afleveringen van een interview met Rob Hudson en Paul de Wit over hun tijd met Radio Caroline. Deel 1 werd gepubliceerd middels het interview dat werd afgenomen door Ton van Draanen. Uiteraard werden beide heren bekende radio en televisie persoonlijkheden onder hun eigen namen: Ruud Hendriks en Erik de Zwart. Komen we zeker nog een keer op terug. Zelf was ik nogal gericht op al datgene wat op de Amerikaanse radio als ontwikkeling kon worden gezien. Vriend Meindert Dikboom had een prijzig abonnement op het Billboard Magazine, waarin ook veel over radio werd geschreven. Tevens had ik uitwisseling van radioprogramma’s per post met een aantal, over de VS verspreidde, liefhebbers van de radiohobby. Uiteraard duurde het lang voordat een pakket met bijvoorbeeld 4 recordertapes in Nederland was aangekomen maar dan had je in totaal op 4 banden en dus 4 sporen wel een etmaal aan radioprogramma’s om af te luisteren en de inhoud tot je te nemen. Op die manier begon het aantal puzzelstukjes, dat ik tot op dat moment niet kon plaatsen, aardig in elkaar te schuiven. Zo was er op Radio London een tijd lang Tony Blackburn te beluisteren die allerlei grappen in zijn programma’s vertelde, waarbij het vaak ook om zogenaamde one-liners ging. Tom Mulder vertelde mij in een email interview, jaren geleden, dat hij naar Blackburn, inmiddels verkast naar Radio One van de BBC, eind jaren zeventig op weg van Amsterdam naar Hilversum de grappen hoorde. Wat het een goede grap dan zette Tom Mulder, die destijds als Klaas Vaak op Radio Veronica was te beluisteren, zijn auto aan de kant en schreef de Nederlandse vertaling van de grap op een notitieblok. Dezelfde dag nog werd de grap verteld in een op te nemen programma, die dan de week erna vanaf tape aan boord van de Norderney werd gehoord in het programma op 192. Maar ook vele jaren later, in 1980, hoorden we in de programma’s van Tom Mulder bij de TROS op Hilversum 3 de grappen en grollen voorbij komen. De meeste luisteraars kregen dan de gedachte dat Mulder een prachtige fantasie had. De werkelijkheid was deels anders. Het merendeel van de grappen, dat hij in die tijd de ether in slingerde, werd hem toegeleverd door een andere Tom, Adams. Deze was de bedenker en dus schrijver van de grappen, die werden uitgegeven door ‘Electric Weenie’, gevestigd op Hawaï. Iedere maand bracht Tom Adams de zogenaamde ‘joke sheet’ uit, die vervolgens naar een kleine 1000 deejays over de gehele wereld werden verzonden. Met zijn grappen en grollen heeft Tom Adams destijds ertoe bijgedragen dat deejays als Gary Owens en lan McRea onderscheiden werden als ‘beste deejay van het jaar 1979’ in respectievelijk Amerika en Australië. Zelf was Tom Adams ook deejay en wel voor het radiostation WAKU in Honolulu. The Electric Weenie werd trouwens speciaal geschreven voor 'personality' deejays, die volgens Adams juist de grappen nodig hadden om populair te blijven. Hij was met het idee in 1970 al begonnen en een aantal decennia later heeft zijn zoon Tom jr. de activiteiten voortgezet. Wordt vervolgd. Hans Knot, 19 maart 2022