Nieuwe meetmethodes leiden tot hogere luistercijfers in de VS en Canada

In de Verenigde Staten en Canada is sinds januari 2025 de manier van meten van radioluistercijfers in zogeheten PPM-markten aangepast. De eerste meetresultaten tonen een duidelijke stijging in het aantal geregistreerde luisteraars. Ook in Nederland is recent een soortgelijke aanpassing doorgevoerd, gericht op het meenemen van kortere luistersessies in de officiële rapportage.

De PPM-techniek (Portable People Meter) registreert automatisch welke radiozenders of andere audiobronnen mensen beluisteren, via herkenning van audiosignalen. Tot voor kort moest iemand minstens vijf minuten onafgebroken naar een zender luisteren om als luisteraar van een kwartiersegment te worden meegeteld. Sinds de aanpassing geldt drie minuten luisteren al als voldoende om te tellen als luisteraar voor een volledig kwartier.

Deze wijziging heeft geleid tot een gemiddelde stijging van 15 procent in de Amerikaanse radioluistercijfers. Nieuwsformats zoals ‘All News’ zagen een stijging van maar liefst 41 procent. In steden als Phoenix, Arizona, liep het totaal op met 28 procent. In Canada werd een stijging van 18 procent in de cumulatieve luisteraars (Cume) gemeten.

De wijziging heeft ook gevolgen voor hoe reclamebereik wordt geïnterpreteerd. Zo wordt een luisteraar die na drie minuten afhaakt aan het begin van een acht minuten durende reclameblok, toch meegeteld als luisteraar van het hele kwartier. Dit leidt tot mogelijk vertekende cijfers over werkelijke reclamedekking.

Internationale vergelijking

De wijziging in de VS en Canada wijkt af van de norm in andere landen. In het Verenigd Koninkrijk wordt door RAJAR nog steeds een grens van vijf minuten gehanteerd om een luisteraar voor een volledig kwartiersegment te tellen. In Australië ligt deze drempel zelfs op acht minuten.

Nederland heeft in april 2025 eveneens de regels aangepast. Sinds week 15 telt het Nationaal Media Onderzoek (NMO) nu ook luistersessies van één of twee minuten mee in de rapportage, mits die worden gemeten via encodingtechnologie. Eerder telden alleen sessies van drie minuten of langer mee. Dankzij de brede inzet van encoding, die betrouwbaar korte luistermomenten kan detecteren, kunnen nu ook deze kortere interacties worden meegenomen in de officiële cijfers. Dit leidt tot een toename in het weekbereik, terwijl de gemiddelde luistertijd beperkt verandert.

Door de internationale verschillen in meetdrempels is onderlinge vergelijking van luistercijfers steeds complexer geworden. Tegelijk benadrukt de wereldwijde trend de behoefte aan fijnmaziger en realistischer inzicht in luistergedrag.

Afbeelding: foto Fernando González/Pixabay