Akkoord over distributie: NPR behoudt financiering voor satellietsysteem

Na een periode van spanningen hebben in de Verenigde Staten National Public Radio en de Corporation for Public Broadcasting een schikking bereikt in hun juridische conflict. Beide organisaties proberen hiermee ruimte te creëren voor de toekomst van publieke mediadistributie in de Verenigde Staten, al blijven de onderlinge verhoudingen gevoelig.

De overeenkomst houdt in dat NPR zijn eerdere beschuldigingen intrekt dat CPB toegewezen middelen zou hebben achtergehouden. Ook accepteert NPR dat CPB een afzonderlijke samenwerking is aangegaan met de nieuwe organisatie Public Media Infrastructure. De poging om CPB via de rechter te verhinderen federale middelen aan PMI toe te wijzen, is eveneens ingetrokken. Tegelijkertijd krijgt het bestaande Public Radio Satellite System, dat onder NPR valt, over een periode van vijf jaar ongeveer 35 miljoen dollar aan federale financiering. NPR had eerder gesteld dat er druk was ontstaan vanuit de regering-Trump, waardoor een eerdere distributieafspraak in april in de verdrukking kwam.

Daarnaast kondigde NPR aan dat de aangesloten stations gedurende twee jaar geen kosten hoeven te betalen voor de satellietdienst. Binnen NPR leefde teleurstelling over de gang van zaken, vooral omdat het besluit van CPB in april onverwacht kwam. CPB gaf aan dat het al langer intern nadacht over een onafhankelijke distributeur en verwees naar discussies die al in 2024 speelden. De organisatie ontkende dat politieke druk een rol heeft gespeeld.

Het conflict draaide om de toewijzing van een vijfjarige subsidie van 57 miljoen dollar aan PMI. Volgens CPB kwam deze toekenning tot stand na een onafhankelijke beoordeling door Deloitte. NPR had eveneens een voorstel ingediend, maar kreeg geen opdracht. PMI liet weten dat het zich nu kan richten op de uitrol van nieuwe infrastructuur in samenwerking met publieke radiostations in het hele land.

Ondertussen werkt CPB nog steeds met een kleine ploeg van ongeveer dertig medewerkers. De organisatie is begonnen met het afbouwen van haar werkzaamheden op 30 september, maar blijft actief zolang bestaande verplichtingen moeten worden afgehandeld. Medewerkers combineren verschillende taken om lopende projecten — zoals de verdeling van middelen — ordelijk te kunnen afronden.

NPR richt zich inmiddels op de verdere ontwikkeling van distributiediensten. Ook blijft het de rechtszaak voortzetten die is gericht op het aanvechten van het presidentiële besluit om federale financiering voor publieke media terug te vorderen. Voor deze procedure staat op 4 december een hoorzitting gepland. CPB blijft in die zaak formeel betrokken, maar heeft toegezegd het besluit niet uit te voeren zolang de rechter geen uitspraak heeft gedaan.

Hoewel de spanningen tussen beide partijen nog aanwezig zijn, wordt gewerkt aan manieren waarop PMI en het bestaande distributiesysteem naast elkaar kunnen functioneren. Binnen CPB bestaat tevredenheid over de recente stappen die NPR heeft kunnen zetten, zoals het aannemen van nieuwe journalisten met middelen die eerder door CPB zijn verstrekt.