Spring naar bijdragen

Dossier Delmare door Jan Kat (3)


de redactie

5939 weergaven

De inval op de MV Aegir

Vrijdag 23 juni 1978 begon net als iedere andere dag aan boord van de MV Aegir. In de loop van de ochtend waren Gerard van Dam en Astrid de Jager boodschappen gaan doen. Fred van Dijk was in het ruim aan het sleutelen aan de zenders en ik monteerde een 27 Mc zendontvanger in de stuurhut. Op een gegeven ogenblik hoorde ik een stevige bonk en toen ik naar buiten keek zag ik het bootje van de havendienst langzij liggen, volgepakt met geüniformeerd volk. Fred van Dijk was door het lawaai ook gealarmeerd en heeft nog snel alles uitgezet, alle stekkers eruit getrokken, de snoeren doorgeknipt en zoveel mogelijk getracht de studio te scheiden van de zenders. Via een route binnendoor had ik me bij Fred van Dijk gevoegd en beiden gingen we naar boven.

 

We waren nog niet halverwege de trap of een koppeltje politieagenten (met platte pet) stormden de trap af en kwam ons vallend tegemoet, onderwijl roepend ‘STOPPEN MET ALLES EN MEEKOMEN’! Het leek wel een razzia. Nu was dit voor mij niet de eerste confrontatie met de afdeling bijzondere wetten en de beste houding in zo'n situatie is rustig blijven, meegaan en vooral niets zeggen. Aan dek gekomen zagen we vijf man douanerecherche zo'n tien man van de Haagse politie, recherche en twee RCD-ers met hulptroepen. Totaal zo'n 20 man. Het hele schip was bezet en omsingelt. Peter van Zetten hierover: “De RCD is zeker getipt en waarschijnlijk heeft mijn vader er met een vriend, die bij de politie werkzaam was, over gesproken. Deze heeft de RCD ingelicht. Echt zeker ben ik er niet van, mijn vader en ik zijn niet meer bevriend met elkaar. Wij hebben verder geen contact meer, hij is gescheiden en later hertrouwd.”

 

DF03Aegirwordtleeggehaaldnabewerkt8.jpg.d19f4dbd4fcdb2a3d8ced04cac96c56c.jpg

Foto: 23 juni 1978, de MV Aegir wordt leeggehaald

 

Het onvoorstelbare gebeurde op die vrijdagmiddag. Een legertje van politie, douane en RCD-personeel enterde de MV Aegir. Fred van Dijk en ik werden vrij snel afgevoerd naar het politiebureau in Scheveningen om verhoord te worden. Gerard van Dam en Astrid de Jager waren ten tijde van de inval boodschappen doen in de Konmar. Teruggekomen mochten zij aan boord blijven en aldaar een verklaring afleggen.


Om 22:00 uur werden we weer vrijgelaten. Bovenstaande foto maakte ik net toen de autoriteiten bijna klaar waren met het leeghalen. De boot was verhaald naar de visafslag en op de kade stond een busje dat geladen was met onze apparatuur. Alles werd er zo ingesmeten, niets was losgeschroefd. Nee, men was met de botte bijl te keer gegaan. Alle platen, banden, bandrecorders, draaitafels en mengpanelen lagen op een grote hoop achterin de wagen. Voor de mensen van de RCD was het overwerken geblazen. De deuren van de vrachtwagen werden gesloten en alles werd afgevoerd naar de dienst Domeinen in Zeist.

 

Achter slot en grendel

Het optreden van de instanties was gelukkig heel vriendelijk en we hebben ons ook normaal gedragen en meegewerkt. Uit het huiszoekingsbevel wat de politie mij onder ogen hield kon ik opmaken dat bij enigerlei weerstand of verzet van de bemanning het schip direct in beslag mocht worden genomen. Nadat wij de studio's en zenders hadden aangewezen werden we naar het hoofdbureau van politie in Scheveningen overgebracht en gescheiden van elkaar, in een cel opgesloten.

 

Na terugkomst op de MV Aegir hebben Gerard van Dam en Astrid de Jager ook een verklaring aan de politie afgegeven. Na verloop van tijd werd de deur van mijn cel geopend en kwam het magere smalle gezicht van de heer Roth (RCD-er) om de hoek zetten. “Meneer Kat U hier?” was het enige wat hij kon uitbrengen. Ik kon de verbazing van zijn gezicht aflezen, dit had hij niet verwacht. Dit was onze derde confrontatie met elkaar in een korte periode. Zijn collega, de heer Van Empelen, nam mijn verhoor af en stelde vragen over de aangetroffen zenders en apparatuur en wie de financiers van dit alles waren. Ik, als verdachte, deed een beroep op mijn zwijgrecht en hield mijn mond stijf dicht.

 

Mr. Welfort, advocaat te Den Haag, was mijn juridisch adviseur en adviseerde mij een beroep te doen op het zwijgrecht. Dit was derde keer dat ik werd ingerekend er was hierdoor bij mij een zekere routine ontstaan. Zo'n inval door de RCD en Politie maakt op de meeste mensen een grote indruk. Het daarna op politiebureau in een cel worden gezet een nog grotere. Dit alles draagt er toe bij dat mensen meestal sneller gaan praten en een verklaring afleggen. Voor justitie maakt zo'n verklaring latere vervolging gemakkelijker. Zo'n bekentenis wordt vastgelegd in een Proces Verbaal en na ondertekening hiervan mocht men huiswaarts keren. Wanneer je echter een beroep doet op je zwijgrecht duurt alles veel langer en word je ook later vrijgelaten.

 

De ontmantelde studio's

Op de foto hierover: doorkijkje vanuit de productie naar de on-air studio. Alleen de klok (21:57 uur) en de 10 kW Demag generator bleven in het ruim achter. Weg 10.000 singles, LP's, vier Revoxen, Garrard draaitafels, twee zelfbouw mengpanelen en de nodige spotmasters/jingles machines en kleiner elektronisch grut.

 

58db9bd06d732_DF0823-6-1978Aegirsomberbeeldvandelegestudios.JPG.c80b8fcada68c4a0b7d9d1a9a8f11041.JPG

Foto: Somber beeld van de lege studio's

 

Gestript

Op vrijdagavond 10:00 uur stonden Fred van Dijk en ik weer aan boord van de MV Aegir. Benedendeks gekomen was het een trieste aanblik. De twee studio's waren, op het houtwerk na, ontdaan van alle apparatuur. Alle singeltjes, lp's, een week programmabanden en de laatste week van Radio Veronica uit 1974 waren verdwenen. Alleen de Demag-generator stond nog op zijn plek. We hadden in ieder geval 220 volt spanning. De zendkamer was bijna geheel leeg op een stukje coaxkabel na, wat naar het dek liep en de zendantenne zelf hing ook nog tussen de masten!

 

Gerard van Dam en Astrid de Jager waren 's avonds halsoverkop naar het 't Gooi afgereisd. In het toen zeer bekende VARA-radio programma ‘In de Rooie Haan’ werden de schipper en zijn vrouw aan de tand gevoeld over deze nieuwe poging Hilversum een loer te draaien. Tijdens dit scherpte interview liet Gerard terloops de woorden Veronica Omroep Organisatie en Willem van Kooten vallen. Hierop vroeg interviewer Joop Smits of dat de mensen achter de nieuwe zeezender waren? Achteraf waren deze opmerkingen olie op het vuur voor de media. Maar wij wisten beter, dit was een ‘Gerard's van Dam Dikke Duimen’ verhaal, daar was niets maar dan ook niets van waar!

 

Otto Weber: “Via de media vernam ik dat er een inval op de MV Aegir had plaatsgevonden. Alle tapes en platen waren in beslag genomen. Ondanks de ruzie die ik met de club had baalde ik als een stier. Alle 250 uur werk aan non-stop banden en honderden elpees weg. Daarna raakte alles in een stroomversnelling. Een paar weken later kreeg ik een oproep van Justitie. Ik moest mij voor ondervraging betreffende de MV Aegir affaire melden in de Bijlmer bajes. Tenslotte stond ik ten tijde van de aanhouding in Scheveningen nog te boek als mede-eigenaar.

 

Tijdens het verhoor bemerkte ik dat Justitie mij als hoofdverdachte beschouwde. Dat vond ik wel vreemd, want ik kon brieven overleggen waaruit bleek dat ik mij op eerdere tijdstip had willen terug trekken uit het project. Uiteindelijk was de hele toestand bij Justitie een warboel waar ze zelf niet meer uitkwamen. Ik kon na verhoor weer vertrekken. Ik heb daarna nog een tweede oproep gekregen maar toen werd ik aangemerkt als hoofdgetuige. Hoe raar zit de wereld in elkaar. Ik ben weer naar de Bijlmer bajes geweest en heb daar schijnbaar een goed verhaal opgehangen. De rechter-commissaris was onder de indruk, maar snapte er helemaal niets meer van. Ik heb hierna nooit meer iets vernomen van Justitie. Ik kan mij echter niet aan de indruk ontrekken dat justitie nooit heeft kunnen achterhalen hoe een en ander echt bij Delmare in elkaar stak.

Dit was eigenlijk mijn WMR-verhaal. Einde zendperikelen, de studio bij ons thuis werd ontmanteld en omgebouwd tot slaapkamer voor mijn dochter. De rust was in huize Weber weergekeerd. Diverse tapes en cassettes heb ik nog jaren bewaard maar zijn tijdens mijn verhuizing naar Portugal in een vuilcontainer belandt. Had ik misschien niet moeten doen.

Jan Kat ontmoette ik weer in december 2003. Samen hebben we vele verhalen opgehaald. Begin 2005 ontving ik van hem het verzoek of ik mijn herinneringen op schrift wou zetten.”

 

Uithuilen en doorgaan

Nadat iedereen weer aan boord van de MV Aegir was teruggekeerd hebben we elkaar goed vastgepakt omhelst en moed ingesproken. De motivatie van ons viertjes om door te gaan was na de inbeslagname twee keer zo sterk als ervoor. De stemming aan boord was opperbest!

 

Op zaterdag 24 juni 1978, een dag na de inval, werden er opnamen gemaakt in en rondom de boot door Veronica's nieuwsmagazine Info. Op de foto hieronder wordt Gerard van Dam geïnterviewd door Jan de Vries. Leuk detail voor de kenners: achter de cameraploeg ontwaren we Steph Willemsen met zoonlief, zijn ‘persoonlijk’ secretaris.

 

58db9c4edc59f_DF1224-6-1978AegirGerardwordtgeinterviewddoorJandeVriesvanVeronicasINFO.JPG.e263ecf1ef92d4d0efebcb5a03a2ceab.JPG

Foto: Gerard van Dam wordt geïnterviewd door Jan de Vries van Veronica Info

 

REM-eiland

Op maandagochtend 26 juni 1978 verlieten wij met een lege boot Scheveningen en ter hoogte van het REM-eiland werd het anker uitgegooid. De bedoeling was dat er nieuwe apparatuur aan boord zou worden gebracht. Het onstuimige weer, de hele week, gooide echter roet in het eten. De windsterkte liep op naar een 9 en dinsdagmiddag brak de ankerketting.

 

Maassluis

Op dinsdagavond 4 juli 1978 rond 24:00 uur lieten wij ons onder de naam ‘De Flip’ in Maassluis registreren. Hier kregen we bezoek van de scheepvaartinspectie en een heleboel vervelende mensen van verschillende opsporingsdiensten. We kregen het dringende verzoek niet meer met de MV Aegir buitengaats te gaan en binnen het Nederlands territorium te blijven.

 

Onder de bezoekers die week bevonden zich ook Danny Vuylsteke en Ben Bode. Zij waren wel geïnteresseerd in het project en wilden participeren. Er werden de nodige afspraken gemaakt en we zouden ook zwaarder ankerspul aan boord brengen.

 

Hier verrichten Fred van Dijk en Henk ten Berge de nodige reparaties na een onstuimige weekje op de Noordzee. Na een week moesten we ons plekje aan de kade verlaten, niet wetend dat we twee maanden later op exact de zelfde plek onder geheel andere omstandigheden weer zouden aanleggen.

 

Op zaterdagmiddag 15 juli 1978 om 15:00 uur verlieten wij Maassluis. We waren de haven nog niet uit of we werden tegemoet gevaren door een bootje van de rijkspolitie te water. Men stapte aan boord om poolshoogte te nemen waar de reis naar toeging. Nu in dit geval niet ver, we waren onderweg naar de werf in Vlaardingen-Oost. Bij de HVO meerden we af pal naast een Griekse coaster, de Psiloritis. Ook van deze schuit zouden we een souvenir meenemen. De Griek was door de werf aan de ketting gelegd omdat er nog rekeningen open stonden. De bewaking van de Psiloritis bleek te bestaan uit een hond die, wanneer wij ons aan dek vertoonden, gemeen begon te grommen en te blaffen. Bij het zien van Astrid de Jager werd die stil en veranderde zijn houding. Het was liefde op het eerste gezicht. Astrid doopte hem Nero en met wederzijdse instemming werd hij bij de Aegir-bemanning ingelijfd. Nog 11 jaar lang heeft hij deel van haar gezin uitgemaakt en is toen van ouderdom gestorven.

 

58dba1f87f9e9_DF4711-7-1978AstridmaaktkennismethaarnieuwemetgezelNeroenblijftbijhaar.JPG.2e7aa52efdd9637f25bbfff67681b2a7.JPG

Foto: Astrid de Jager maakt kennis met haar nieuwe metgezel Nero

 

Media en publiciteit

De inval kreeg veel aandacht in de pers. Grote krantenkoppen stonden daags erna in de landelijke dagbladen. Het Algemeen Dagblad met ‘Compleet zendschip in beslag genomen’ en De Telegraaf met ‘Nieuw zendschip uit haven verdwenen’. Algemene tendens van alle artikelen was wie de financiers achter het project waren. Het weekend na de raid werden we platgelopen door nieuwsgierigen, onder andere verschillende journalisten van de schrijvende pers. De actualiteitenrubriek van de VOO, Veronica Info, kwamen aan boord en namen interviews af. Sommige kranten maakten melding dat er opnamen van Joost den Draaijer waren aangetroffen. Nu klopt dit wel, het geval was dat ook mijn bandopnamen van de laatste week Radio Veronica uit 1974 aan boord waren. Het waren 21 Scotch banden en hierop stond een oude ‘Joost Mag Het Weten’ uitzending.

 

Na aanleiding van papieren die op de MV Aegir waren aangetroffen werd er een onderzoek ingesteld in huize Willemsen. Hierbij werd een Marconi zender in beslag genomen.

 

Toch heeft de vele publiciteit ons geen windeieren gelegd. Een heel regiment van gelukszoekers en zakenmannen met koffertjes vol geld kwamen bij Gerard van Dam hun opwachting maken. Hij wist daar wel raad mee. Velen werden vlot leeggeschut en de echte gouden eieren haalde hij er wel uit. Ben Bode, samen met Danny Vuylsteke, waren degene die ons pad op het juiste ogenblik kruisten. Zij trokken ons weer vlot en zorgden er voor dat er zenders en apparatuur in het lege ruim werden geïnstalleerd. We waren weer in business!

 

In hetzelfde weekend van de inval stapten Leo Vreugdenhill met ene Friedhof bij ons aan boord en boden zij hun diensten aan. In eerste instantie hadden wij er niet veel oren naar en waarschuwden we ze nog wat ze zich op de hals haalden. Dit werd echter anders toen zij enkele uren later hun Deense houten kotter de Mathilde Simonne (Odense 102) naast ons parkeerden. In een klap waren we uit de bevoorrading problemen en hadden, wat later bleek, er een stel waardevolle medestrijders bij gekregen. Ons geld was dan op, maar de daadkracht van onze club zeker niet, vooral met Gerard van Dam als grote aanjager.

 

Onder begeleiding naar Zijpe

Maandagochtend 17 juli 1978 om 07:00 uur vertrokken we uit Vlaardingen richting Hendrik Ido Ambacht met in ons kielzog een heel escorte politieboten met hierop allerlei mensen die ons in de gaten hielden. In de vaart naar Hendrik Ido Ambacht zit een afslag en daar zijn we onderweg met ons schip naar binnengelopen. Bij justitie brak grote paniek uit, want ze waren ons weer kwijt. Al die politieboten waren te ver voor ons uitgevaren. In de tussentijd hebben we in die schuilhaven ankers en ander zwaar scheepsmateriaal aan boord gehesen waarna we de trip naar Dordrecht voortzetten. Daar aangekomen kon een zalig kijkende havenmeester zijn chef melden: “Wij hebben ze weer gevonden”.

 

De volgende dag ging het richting Zijpe. Tijdens deze tocht moesten we verschillende bruggen en sluizen passeren. We vertrokken uit Vlaardingen onder de naam ‘Panico’ en we arriveerde als ‘Panicopania’ bij ons einddoel. Tijdens de passage van een brug of sluis schilderden we er een lettertje bij. De lettermallen stamden nog uit Gerard van Dam's Radio Caroline tijd toen hij achterop de kont van de MV Mi Amigo ‘Panama City’ ermee aanbracht. In Zijpe werd ons door de autoriteiten nog eens duidelijk op het hart gedrukt dat we met de MV Aegir niet de Noordzee op mochten.

 

Op vrijdagmiddag 21 juli 1978 om 17:00 uur is de boot met onbekende bemanning en bestemming en met medewerking van een omgekochte brugwachter de Zeelandbrug gepasseerd. De man meldde met een dag vertraging het voorval aan de politie. Om 23:00 uur gooiden wij ter hoogte van Oostende het anker uit en lag de MV Aegir op volle zee!

 

58dba2bab9a93_DG03Schevenigenjuli1978DeMathildeSimonewordtingezetalsbevoorradervandeAegir.jpg.9dbbff028876e1db821f4c6ae562d739.jpg

Foto: De Mathilde Simone wordt ingezet voor de bevoorrading van de MV Aegir

 

Bevoorradingen van de MV Aegir

Wat mij ook nog aardig is bij gebleven waren de verschillende bevoorrading trips die we met de Mathilde Simonne naar de MV Aegir hebben uitgevoerd.

 

Op zaterdag 5 augustus 1978 werd er vanuit Breskens, voor de eerste keer gevaren in gezelschap van een filmploeg van het nieuwsprogramma ‘Veronica Info’. Naast René de Leeuw en Johan Rood werden ook enkele Marconizenders aan boord gebracht. Zelf kwam ik ook nog even in beeld bij het overzetten van de lege zendkasten. De apparatuur en zenders waren gefinancierd door Ben Bode en Danny Vuylsteke. Overgezet werden:

  • 2 Marconi zenders (Type 'Congo")
  • 2 AKG mikrofoons
  • 2 Draaitafels merk Thorens
  • 4 Engelse FTM-spotmasters
  • 2 Bandrecorders merk Revox A 77
  • 1 Meerkanaals-mengpaneel
  • 2 Hoofdtelefoons

Op woensdag 9 augustus 1978 werd het geheel uitgezonden op TV door Veronica. Jan de Vries interviewde hierin René de Leeuw en Leo Vreugdehill en vroeg hun over het hoe en waarom van de nieuwe zender. Achteraf niet zo'n slimme move richting Justitie, die als het ware het delict via de televisie konden volgen.

 

Op vrijdag 11 augustus 1978 was de tweede tocht vanuit Scheveningen naar de MV Aegir, die nog steeds op een zeer ongelukkige plek voor de Westerschelde monding in de buurt van Oostende lag. Het was al donker geworden en we moesten de drukke vaargeul met veel scheepvaartverkeer uit Antwerpen richting Noordzee passeren, goed uitkijkend naar de MV Aegir. Opeens kwam ze in beeld, alle verlichting aan boord was ontstoken. Het leek op afstand wel een passagiersschip. Heel verstandig van de jongens aan boord, want zo'n klein scheepje midden in zo'n drukke route. Dat heeft toch wel veel indruk op me gemaakt.

 

Tijdens het laatste deel van de tocht (21 juli 1978) was de hoofdmotor van de MV Aegir opgeblazen en moest de boot zijdelings vastgeknoopt aan de Mathilde Simonne naar zijn nieuwe ligplaats worden versleept in de buurt van het lichtplatvorm Goeree. Het was overdag erg mooi maar heiig weer en de juiste koers was slecht te bepalen. Het kompas van de MV Aegir was door alle trammelant nooit goed afgesteld en het kompas van de Simonne vertoonde onder invloed van zoveel metaal naast zich een sterke afwijking. Op beide instrumenten konden we niet afgaan. Hierdoor moesten we onderweg aan enkele sportvissers vragen of we wel de goede kant uitgingen. Ik zie die kerels in hun bootjes nog verbaasd kijken toen het hele circus en passant even langskwam zetten. Snel ging het transport niet, tot diep in de nacht voeren we door totdat uiteindelijk het reisdoel was bereikt. In een briefje wat Gerard van Dam mij tijdens deze tocht in de hand drukte werd ik gewaarschuwd om uit de buurt van de Danny Vuylsteke te blijven en mij in contact te stellen met Fred Bolland.

 

Op zaterdag 19 augustus 1978 moet de laatste tocht vanuit Scheveningen met de Mathilde Simonne zijn geweest. Hier was ikzelf niet bij aanwezig, maar dit ging in het gezelschap van Ben Bode, Danny Vuylsteke en een nieuwe DJ genaamd Jan Römer (Belg, Kurt Gelaude) die René de Leeuw kwam ondersteunen. Deze tocht wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in het verhaal waarin Ben Bode zijn visie over Danny en Delmare geeft (redactie: zie onder aan deze pagina). Na aanleiding van deze drie tochten werd bij binnenkomst in Scheveningen op maandag 21 augustus 1978 de Mathilde Simonne door justitie in beslag genomen en afgesleept naar het entrepot dok te Rotterdam.

 

58dba432be7f3_DG119-8-1978NoordzeeJohanvanHeeklaaromdezendersteinstalleren.thumb.jpg.1d5edb4a502b1192851872c00b7304df.jpg

Foto: Johan Rood klaar om de zenders te installeren

 

De eerste testuitzending

Johan Rood was benedendeks al druk bezig om van de aan boord gebrachte onderdelen weer een zender te maken. En dat lukte. Op maandag 21 augustus 1978 was het dan zover, 's middags om 13:30 uur werd het eerste zwakke en krakerige geluiden vanaf de MV Aegir op 192 meter (1562 kHz) de lucht ingestuurd. Een zwakke 200 watt bleek genoeg om een klein deel van de luisteraars te bereiken. Het vermogen was laag en de modulatie slecht. Een deel van de zendbuizen was tijdens het overzetten bij ruw weer, beschadigd geraakt en moesten zo snel mogelijk vervangen worden.

 

De programmering

In eerste (WMR) opzet zouden Fred Bosman, Peter Verstreaten, Astrid de Jager en Gerard van Dam live vanaf boord en Rob van der Meer, Ricky Klein en Ome John Anderson via band voor programma´s zorgen. De kopers ruzie, het verraad en daarna de inval op de MV Aegir hadden ervoor gezorgd dat van deze opzet niets overbleef. De naam van de zender zou niet Weekend Muziek Radio worden maar Radio Delmare. Door de uitdunning van de medewerkers moesten er nieuwe DJ´s worden geworven. Op een A4-tje had Gerard van Dam al een nieuwe programmering gemaakt. Er zou zelfs een Vlaamsprogramma komen en Rob Hudson met Bakboord zou ons komen versterken!

 

Nadat de MV Aegir, Nederland voor een tweede keer succesvol was ontvlucht volgden de gebeurtenissen in juli en augustus van dat jaar elkaar heel snel op en kon het Free Radio Magazine in hun editie van augustus 1978 de onderstaande programmering afdrukken. Alles nog wel in concept, dat wel.

 

Aan de dood ontsnapt

In de week voorafgaand aan het losslaan van de MV Aegir voltrok zich een (bijna) noodlottig ongeval. Aan boord was er een chronisch gebrek aan van alles. Vanwege het voorspelde slechte weer werd er niet vanaf land getenderd. Fred van Dijk en Henk ten Berge besloten toen om 's avonds een poging te wagen om met de aan boord aanwezige rubberboot richting Maasvlakte te varen. Leo Vreugdehill was op de hoogte gebracht en zou de jongens opvangen.

 

Fred van Dijk: “Henk en ik hadden besloten met de Zodiac naar de kust te gaan om opnieuw onderdelen op te halen. Er was zware storm op komst en dit was de enige mogelijkheid om tijdig materiaal aan boord te krijgen. Via de 27 mc is contact gelegd met de kustploeg en zijn de zaken voorbereid. Door onze onervarenheid werden we volledig verrast door de huizenhoge golven op zo'n vier kilometer uit de kust. We klapten soms wel vijf meter omlaag, dat hield de rubberboot niet lang vol.

 

De buitenboordmotor sloeg na een paar van die klappen af en de schroef sloeg hierbij door één van de hoofddrijvers van de boot lek. Wij hebben ons aan de andere, nog hele, drijver vastgeklemd en hebben zo de hele nacht in het water doorgebracht. Vreselijk koud was het. Henk had een duikerspak aan en ik een motorpak, maar toch. Wij hielden elkaar wakker, kropen soms een beetje hoger op de drijver die ons boven water hield om zo ook een beetje warmer te worden. We zagen de vuurtorens steeds kleiner worden en de rode lampjes op de Haringvlietdam die aangaven dat men overtollig water via de sluizen aan het spuien was, terwijl de storm tot windkracht 10 aantrok. Ondanks de groter wordende paniek hebben we toch het hoofd koel gehouden en met alle geluk van de wereld werden we door de storm richting kust geblazen! Enorme golven, vechten, ploeteren, vreselijk, dat kan ik me nog goed herinneren. In de ochtend voelden we, wonder boven wonder, land onder ons voeten.

 

Dolgelukkig dat we het hadden gehaald zijn we aan land gekropen en een plek gezocht in een duinpan en zijn onder de boot gaan liggen om zo te schuilen tegen de storm. Een paar uur later werden we gevonden door Leo Vreugdehill. Met whisky of rum zijn we weer op temperatuur gebracht en kwamen we weer bij ons zinnen. Het is aan Leo zijn alertheid en doortastendheid te danken dat de jongens bijtijds zijn gevonden en in veiligheid konden worden gebracht. Als Delmare-organisatie hebben we hier enorm veel geluk gehad. Beiden jongens zijn door het oog van de naald gekropen ze hebben de dood recht in de ogen gekeken. Ik had er niet aan moeten denken als alles een andere wending zou hebben gehad en wij als verantwoordelijken bij de desbetreffende families hadden moeten langs gaan.”

 

58dba4c5b6a96_DG15Noordzee09-08-1978DeAegirRenedeLeeuwindenetingerichtestudio.thumb.jpg.f7b89d7e61831c0ae0026034ab2c0dff.jpg

Foto: René de Leeuw in de net ingerichte studio

 

Mayday - Mayday - Mayday

Op maandag 11 september 1978 ging het echt mis. Tijdens onstuimig weer stond er een storm met windkracht 10 en begaf het te lichte ankerspul. We hadden de MV Aegir vlakbij het automatisch lichtplatvorm Goeree neergelegd. René de Leeuw merkte als eerste dat er wat mis was. Nadat hij uit bed was gekropen en aan dek was gegaan viel het hem op dat de kust wel erg dichtbij was gekomen. Hij alarmeerde de rest. De hoofdmotor lag uit elkaar omdat deze eerder was opgeblazen. Johan Rood had de hele nacht aan de zender liggen sleutelen omdat die de dag ervoor problemen had gegeven. In een poging om de aandacht te trekken besloten de jongens de zender aan te zetten en om 09:20 uur werd er een SOS via de 192 meter uitgezonden. In een dramatische laatste noodoproep deed René de leeuw verslag van zijn bevindingen aan boord: “Stuur onmiddellijk hulp voordat we op de rotsen te pletter slaan". Nu kent Nederland alleen zandstrand, maar wat hij bedoelde waren de keien en stenen die als kustwering bij de toegang van de Nieuwe Waterweg lagen.

 

De hulpkreet werd opgevangen door Scheveningen Radio en doorgegeven. In no time waren de hulptroepen in de vorm van de Politie te water en de sleepboot Smitbank aanwezig. Gerard van Dam was met Fred van Dijk en Henk ten Berge meteen naar de Nieuwe Waterweg gereden. Via de 11 meterband kanaal 11 was het drukke berichtenverkeer tussen MV Aegir en directie te beluisteren. Vanuit zijn auto gaf Gerard van Dam alias ‘André van Duin’ aanwijzingen aan Johan Rood alias ‘Witte Kat’ om in de onderhandelingen met de sleepbootbemanning deze te overtuigen het schip naar open zee te slepen. Dit mocht uiterlijk fl 20.000,00 kosten, voor het naar binnen slepen hadden we niet meer dan fl 5.000,00 over. Toen alles vergeefs bleek werd er opdracht gegeven alle zendapparatuur over boord te zetten. Hoe groot de handelingsvrijheid van de sleepbootkapitein was kan ik niet beoordelen, wel weet ik dat het hele schouwspel scherp in de gaten werd gehouden door de politie. Ik vermoed dat autoriteiten meteen aan de B.V. duidelijk hebben gemaakt dat de radiopiraat onder geen beding meer terug naar de Noordzee mocht.

 

Er werd vastgemaakt en de MV Aegir werd naar Maassluis versleept. Onderweg stapte de politie in gezelschap van ambtenaren van de RCD aan boord. De bemanning werd gearresteerd en Johan Rood, René de Leeuw en Jan Römer werden naar het hoofdbureau van politie in Rotterdam overgebracht en in een cel vastgezet. Na alle Delmare capriolen vond Mr. J. Pieters het welletjes. De MV Aegir werd naar Rotterdam gebracht en kwam achter een balk en ketting in het entrepotdok te liggen. Hieruit vluchten was onmogelijk. Henk ten Berge, die enkele dagen ervoor ternauwernood was gered, kon het zo slecht verkroppen dat de MV Aegir werd binnengebracht, dat hij, ter hoogte van Maassluis, in het water van de Nieuwe Waterweg dook en onder de ogen van de verbouwereerde ambtenaren aan boord van het zendschip klauterde. Hij werd meteen ingerekend en later in Maassluis weer vrijgelaten.

 

Technische gegevens MV Aegir

Lengte: 37 meter

Breedte: 7 meter

Tonnage: 195 Ton

Bouwjaar: 1929

Hoofdmotor: 3 cil. Deutz (280x450) 150 pk Deutz VM 145

Type: Coaster

Gebouwd bij: J. Koster werf te Gideon, Groningen

Antennes: Langdraad (MG) kruisdipool (FM)

Generators: 15 kVa + 10 kVa

Masten: 14 meter hoog

Te water als EXPRESS, S.M. Globus – Rotterdam. In 1931 naar Müller & Co. zelfde naam in WO II in geallieerde dienst, in 1959 AEGIR, Pilon – Delfzijl.

 

58db9d3d0d63a_19810000-LaatsteoverblijfselvandeAegirdebodemplaatbijMaarel.jpg.95cdd56e4c90b2f62cdf12909899c2d5.jpg

Foto: Eind 1981 bij Van der Marel, Ouwekerk in Zeeland: de laatste overblijfselen van de MV Aegir, de bodemplaat van ‘ons’ schip.

 

De machinekamer

Ten tijde dat wij de MV Aegir in 1977 overnamen was de machinekamer al een ‘right mess’. Wij hebben wat met de tonnen afgewerkte olie lopen schuiven om niet bij het minste geringste, wanneer wij in dat donkere hol enkele kranen of hendels moesten omzetten, onze nek te breken. Ook ons ontbrak het geld om het achterstallig onderhoud aan te pakken. Ik kan mij zelfs niet herinneren dat we weleens de olie uit die driepitter hebben laten verversen. De verlichtingsinstallatie aan boord. die op 48 V of 110 V gelijkstroom werkte, hebben we weleens aangezet maar toen we zagen dat er in de lampbeglazing meer viezigheid ronddreef dan erop zat hebben we acuut de zaak uitgeschakeld. Wij hebben onze eigen 220 V installatie middels YmvKas kabels in een groot deel van het schip aangebracht. Dat werkte een stuk sneller, veiliger en gangbaarder dan die bajonetlampen, waar de meeste door ouderdom al van waren overleden.

 

Reddingsmiddelen

In de tijd van Mike Henssen bevonden zich bovenop de stuurhut twee reddingsvlotten waar hij zijn reclameborden tegenaan had gebracht, ‘Aegir Sportvisserij’. Vastgezet met twee duimsspijkers dwars door de bekisting van de vlotten heen. Of die nog luchtdicht waren dient te worden betwijfeld. Op die bewuste avond in september 1977, toen wij ons met de MV Aegir uit de voeten maakten, was het wegtrappen van die gehate borden mijn eerste daad die ik met m'n zotte kop uitvoerde.

 

Het onttakelen van de MV Aegir die avond ging niet helemaal geruisloos. Regelmatig werden we in het schijnwerperlicht gezet door onze mede waterrecreanten, die door de herrie gewekt, poolshoogte kwamen nemen. Die twee reddingsvlotten hebben we ook op de klippper achtergelaten. Wat aan reddingsmateriaal overbleef waren twee reddingsboeien die aan de zijkanten van de opbouw midscheeps zaten.

 

Roeiboot

Nu we het over reddingsmiddelen hebben komt nog zo'n verhaal bij me boven drijven. In Scheveningen was Gerard van Dam op de sleephelling over een roeiboot gestruikeld. Van de werf mocht ie hem voor een vriendenprijsje meenemen. Het aan boord hijsen wou de werf nog wel doen. Meteen sloeg Gerard aan het branden, bikken en timmeren. Er moest een takel op het voorste deel aan de opbouw worden gelast zodat wij op eigen kracht de boot te water konden laten. Wel zo gemakkelijk in tijden van nood!

 

Eenmaal aan boord vond Gerard van Dam zo'n roeiboot maar niks. Er moest een motor in komen met enkele stoelen en zelfs een toplicht werd aangebracht. Om te voorkomen dat het bootje bij zware zeegang meteen zou vollopen werd het voorste deel met stalen platen dichtgelegd. Op een gegeven ogenblik was de ‘As t'ie Sink’ klaar en moest te water worden gelaten. Dat was op een vrijdagavond. Het weekend erop zouden we de Noordzee opgaan om een fotoshoot van de MV Aegir te maken. Wat Gerard ook probeerde, de boot die voorop het dak van het zenderhok stond kwam niet van zijn plaatst af. Verschillende keren braken de touwen en het ijzerwerk van de takel begon al gevaarlijk door te buigen. Maar Gerard zou en moest een stukje met het bootje door de haven varen.

 

Ik bekeek op veilige afstand vanaf een van de opleggers het hijs en (spek)takelwerk. Op een gegeven ogenblik werd de deur van de opbouw geopend en kwam Astrid de Jager naar buiten om wat overboord te gooien. In een fractie van een seconde zag ik de boot loskomen van de takel en kon nog net naar haar WEGDAAR.......WEGDAAR toeschreeuwen. Met een sprong kon ze haar ranke lijf redden toen de boot met een donderend geraas in het gangboord neerplofte, haar net niet rakend. Iedereen was behoorlijk geschrokken door dit voorval en we hebben de boot maar gelaten waar die was.

 

58dcff8086854_Aegir-17-19770000-Astridgietdeaardappelsafinkleinekeukeninwoonkamer.JPG.4e6169052d473fef8135993ce6fb9a47.JPG

Foto: Astrid de Jager giet de aardappels af in kleine keuken in woonkamer

 

Opgeblazen

Ik vertelde al dat het onderhoud onder Henssen een grote achterstand had opgelopen, maar dat dit tijdens onze aanwezigheid alleen maar groter werd. Alleen het allerhoogst nodige werd vervangen, wat wel genoeg aanwezig was waren ontstekinglontjes en etherstartspuitbussen of hoe die dingen ook mogen heten, om het opstarten van de hoofdmotor, wat via gecompresseerde lucht ging, wat te vergemakkelijken. Wanneer je tijdens een tochtje in de machinekamer moest zijn omdat iets niet werkte of dreigde uit te vallen stond alles zwart van de rook. Verschillende koppelingen, buizen en appendages die te samen de uitlaat vormden lekten hevig. Het was dan ook een kwestie van tijd dat dit tot problemen zou leiden.

 

Het snel uit-de-voeten maken nadat we op 21 juli 1978 de Zeelandbrug hadden gepasseerd is de motor zijn Waterloo geworden. We vroegen toen zoveel van ons ‘kind’ dat het bij gebrek aan schone lucht in zijn eigen uitlaatbraaksel is gestikt. Toen hadden we nog geen dokter Leo Vreugdehil aan boord om EHBO te verlenen en tegen de tijd dat die aan boord klom heeft ie nog wel ‘autopsie’ verricht op het ‘stoffelijk overschot’ om de oorzaak van de acute hartstilstand te achterhalen, maar na het vaststellen hiervan niet meer de moeite heeft genomen het ‘lijk’ weer in elkaar te zetten. Ach, werd er aan boord geredeneerd, De Norderney van Radio Veronica heeft ook zo'n 10 jaar voor de kust gelegen zonder motor, dus zo'n ding hebben wij ook niet nodig. Erg kortzichtig wat zich op 11 september 1978 wreekte.

 

Week voor de inval

In de week voor de inval zijn de FM/MG-zenders aan boord gebracht. We hebben het er toen zeker overgehad om voor proef een zender aan de antenne te knopen om eens te kijken hoe sterk we in Den Haag en omgeving zouden doorkomen. Ik zou die avond terug naar Hilversum gaan en kon via de autoradio kijken waar het signaal sterk zou doorkomen en waar die wegviel. Ik heb hierover navraag gedaan bij Fred van Dijk. In die tijd was hij de zendtechneut en verantwoordelijk voor het wel en wee van de apparatuur. Hij kon zich hier echter niets meer van herinneren.

 

Wat mij zeker wel bijstaat is dat één van Gerard van Dam’s zenders is getest, maar dan alleen op dummyload. We hebben toen met TL-balk in het ruim lopen zwaaien en waarachtig in de buurt van die krengen lichten ze op. De zender van Steph Willemsen was meer een houtje-touwtje contructie. Fred van Dijk heeft een tijdje op de tekeningen met de zenderlay-out zitten turen, maar veel chocola kon hij daar niet van maken. Een behoorlijke tijd na de inval op de MV Aegir is in Haarlem aan het Kenaupark ten huize van Steph Willemsen door RCD ook nog een Marconi zender in beslag genomen, die daar tijdelijk door ons was geparkeerd. Die ‘Congo’-zenders oogden een stuk degelijker en betrouwbaarder dan de exemplaren die wij tijdens de inval zijn kwijtgeraakt.

 

Omroepinstallatie Amsterdam CS

Al snel nadat Johan Rood de Marconi zender in 1978 in de lucht had gekregen, is hij onderdelen gaan bijplaatsen om het karige zendvermogen van de zender wat op te rekken. Uit een tweede exemplaar aan boord sloopte hij enkele trafo's en monteerde die samen met enkele buisvoeten voor de 813 zendbuizen op het chassis. Het signaal kreeg toch een aardige boost. Hoeveel is moeilijk te zeggen maar ik denk toch wel een verdubbeling.

 

Dat opvoeren van het zendvermogen kon niet straffeloos, wanneer je het hoogfrequent deel van een zender opvoert dan moet het laagfrequent deel worden aangepast. Johan Rood had mij een briefje in de hand gedrukt met hierop de specificatie waaraan de extra versterkers moesten voldoen. Toevallig wil het geval dat in het jaar ervoor de omroepinstallatie van het Centraal Station in Amsterdam was vervangen. De 12 stuks oude NEC-versterkers lagen op een hoop in het schroothok en op de nominatie te worden afgevoerd. Technisch vielen ze binnen de specificaties, 70 Volt bij 1 ampere leverde zo'n 70 watt geluidsvermogen op. Tijdens een nachtelijke struintocht met de Mercedes van ma Van Dam hebben we 10 van die dingen ingeladen en aan de Neherkade in Den Haag afgeleverd. Waar ze tot op de Martina hun goede werk hebben verricht.

 

58dcffe0696d4_Aegir-16-19770000-GerardvanDamsamenmetEddydoeneenpogingmachinekamerweertoonbaartekrijgen.JPG.042a6b7251b64bded4ab1b7bda16e22a.JPG

Foto: Gerard van Dam doet samen met Eddy een poging machinekamer weer toonbaar te krijgen

 

vorige - 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - volgende

 

  • Vind ik leuk 1

0 Opmerkingen


Aanbevolen antwoorden

Er zijn geen opmerkingen.

Gast
Een opmerking toevoegen...

×   Plakken als rijke tekst.   Opmaak herstellen

  Er zijn maximaal 75 emoji toegestaan.

×   Je link is automatisch geïntegreerd.   In plaats daarvan als link tonen

×   Je voorgaande bijdrage is hersteld.   Tekstverwerker leegmaken

×   Je kunt afbeeldingen niet direct plakken. Upload of voeg afbeeldingen in vanaf URL.

Laden...


×
×
  • Nieuwe aanmaken...

Belangrijke informatie

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Gebruiksvoorwaarden, Privacybeleid en Richtlijnen.