Jump to content

Tijd om je mee te nemen naar een bericht uit december 1964. Ik was op dat moment 15 jaar en nam alles wat maar op de radio aan interessante onderwerpen was te beluisteren zoveel mogelijk tot mij. Het bericht dat dr. Fop. I. Brouwer op woensdag 23 december 1964 om 18.50 uur voor de duizendste maal met zijn biologische rubriek te beluisteren was op de RONO raakte mij na vele jaren.

 

Tijdens die speciale uitzending werd Brouwer als eerste toegesproken door de programma secretaris van de Nederlandse Radio Unie, J.B. Broeksz. Deze  had niet de moeite genomen af te reizen naar het noorden want de toespraak gebeurde via het afspelen van een bandopname. Hij gaf complimenten richting Fop I. Brouwer daar het opmerkelijk was dat het verwende radiopubliek zo vele jaren geboeid bleef door een radiospreker, die het telkens voor elkaar kreeg de aandacht aan flora en fauna te geven, en dat op een hoge en constante kwaliteit.

 

Tijdens de uitzending was het een komen en gaan van loftuitingen en was onder meer de directeur van de regionale omroep Zuid, de heer Chr. Smits, die stelde het te betreuren dat Fop I. Brouwer zijn activiteiten niet in Limburg ontplooide.

 

Niet Noorderlingen op leeftijd kennen Fop I. Brouwer misschien van zijn wekelijkse bijdrage aan het VARA programma ‘Weer of geen weer’ van Bert Garthof. Hij sloot zijn praatjes altijd af met de gevleugelde woorden: ‘al wat leeft en groeit en ons altijd weer boeit’. In 1974 hield hij zijn 2500ste radiopraatje bij de VARA. Trouwens in 1939 maakte hij zijn eerste radio optreden bij voornoemde omroep met een item getiteld: ‘Een wandeling door de herfstnatuur’.

 

fop i brouwer.jpgBrouwer was destijds tevens verbonden aan de Middelbare Landbouwschool in Groningen als directeur en bij de RONO presenteerde hij al sinds 1945 een rubriek over flora en fauna. Zijn titel had hij verkregen door het verdedigen van een proefschrift in 1958 over het werk van de natuurbeschermer Eli Heimans.

 

Hoewel de lezingen voor de zondagochtend bij de VARA steeds op de band werden opgenomen en vanuit Groningen werden doorgestuurd naar de studio in Hilversum, gingen de RONO-lezingen op de woensdagavond altijd ‘live’ de ether in. Beide programma's mochten zich lange tijd in een grote luisterdichtheid verheugen, zoals bleek uit de vele reacties die wekelijks op beide uitzendingen binnenkwamen.

 

Elke luisteraar, die vragen stelde, kreeg antwoord, hetzij persoonlijk, hetzij in een van de radiotoespraken. Ik herinner me dat wij op de lagere school, zoals het toen nog werd genoemd, werden aangeraden de wekelijkse causerie van dr. Brouwer te beluisteren. Dit was heel eenvoudig door in het begin van de woensdagavond via de toenmalige draadomroep af te stemmen op het signaal van de RONO op een van de vier kanalen, die een draadomroepontvanger had.

 

Jarenlang geleden schreef ik een verhaal over mijn jeugd onder de titel: ‘Bromvliegengezoem en onzelieveheersbeestjes’, waarin ik mijn radiodoop beschreef, die plaats vond in 1959 op 10-jarige leeftijd. Het was in een radioprogramma bij de RONO waarin de natuur en natuurbescherming de rode draad was en waarop ons in de lessen op de lagere school, de St Ludgerusschool, door Juffrouw Remkes op werd gewezen.

In het programma op de RONO werden allerlei vragen door de luisteraars gesteld en vervolgens beantwoord en ook vragen van scholieren kwamen aan bod en iedere week werd er één van de vragenstellers beloond door naar het Martinikerkhof te worden uitgenodigd, waar de studio van de regionale omroep was gevestigd, om vervolgens in het programma zijn of haar vraag te stellen aan de bioloog.

En daar lag dus mijn eerste radio ervaring toen ik werd uitgenodigd om een dubbele vraag te stellen. Heel veel meer dan de twee vragen weet ik niet meer van deze eerste aanraking met het medium radio aan de andere kant van de microfoon. De eerste vraag ging over het gezoem van bromvliegen en de tweede had betrekking op de stipjes op de rug van een onzelieveheersbeestje.

Vermeldenswaard is trouwens dat voor zijn radiowerk Brouwer in 1989 werd onderscheiden met een Zilveren Anjer, die hem werd uitgereikt door Prins Bernhard.

In het jaar 1979 stopte Fop I. Brouwer met zijn wekelijkse bijdragen. Brouwer publiceerde tal van boeken. In december 1991 kwam hij in Haren op 79-jarige leeftijd te overlijden maar toch denk ik met regelmaat aan hem terug. We wonen vlakbij een spoorbrug en daar rijden regelmatig de treinen van Arriva overheen. De treinen hebben namen van bekende Noorderlingen en één trein heeft de naam: ‘Foppe Inne Brouwer’. Ook is in Haren een straat naar hem vernoemd.

Hans Knot, 24 mei 2025

 

1 Comment

Recommended Comments

Juul

Leden

Ja Hans,

Ik ken hem ook uit "Weer of geen weer". Markante man en stem.

Join the conversation

You are posting as a guest. If you have an account, sign in now to post with your account.
Note: Your post will require moderator approval before it will be visible.

Guest
Add a comment...

Gerelateerde berichten

Important Information

Door gebruik te maken van deze website ga je akkoord met Terms of Use, Privacy Policy en Guidelines.